Etappe 4: Seraing - Cambrai, 223,5 kmVoor het eerst sinds de prehistorie hadden we weer eens kans op een gele trui, maar dat liep niet helemaal goed af. Tom Dumoulin maakte een slechte buikschuiver en dat leverde hem een breuk in zijn schouder op. Tour voorbij en vooral de kans op een gele trui. Er vielen nog meer slachtoffers, vooral bij Orica-GreenEDGE. Nu al medelijden met die jongens met het oog op de ploegentijdrit. Ook Cancellara zijn we kwijt, dat is toch wel jammer. Vooral als je kijkt naar de etappe die we nu gaan krijgen. Etappe 3 bracht eigenlijk wat je kon verwachten van een koers richting Huy. Urenlang gebeurt er niets en aan het eind wint een Spanjaard. Redelijk voorspelbaar, hoewel het dan wel weer enigszins verrassend was dat Rodriguez won en niet Valverde. Piti lijkt niet zo sterk en dat kan je ook zeker zeggen van Contador. Bertje moet nog flink aanpoten wil hij wat gaan bereiken in de bergen. Voor we bij die bergen komen heeft hij nog wel wat tijd, hoewel hij vast ook niet vrolijk zal worden van deze etappe. We keken lang uit naar de tweede etappe in Zeeland, maar deze etappe zit ook al een tijdje in het achterhoofd van veel mensen. Na de prachtige overwinning van Lars Boom vorig jaar in de kasseienrit krijgen we nu een nieuwe kasseienrit. Weer een beetje Parijs-Roubaix in de Tour en dat is eigenlijk best fantastisch.
![y8Vzn68.png]()
![PROFIL.png]()
De start van de langste etappe van deze Tour de France is in Seraing, net onder Luik. Het is een van de twee etappes met een lengte boven de 200 kilometer. Seraing is een stad met 64.000 inwoners en is al vaker voorgekomen in grote rondes. Zelfs de Giro is hier eens geweest, dat was in 2006. Die Giro begon met een proloog in Seraing en deze proloog werd gewonnen door Paolo Savoldelli. In de Tour is men zelfs al drie keer in Seraing geweest. In 1995 voor het eerst, toen er een tijdrit van Huy naar Seraing was, gewonnen door Miguel Indurain. In 2001 was er een rit van Antwerpen naar Seraing, gewonnen door Erik Zabel. De Tour van 2012 startte in België, met een proloog in Luik. Een dag later zou de rit eindigen in Seraing en deze rit werd gewonnen door Peter Sagan. Dat was een lastige aankomst, het liep redelijk pittig omhoog in de laatste twee kilometer. Cancellara ging vroeg in de aanval en alleen Sagan en Boasson Hagen waren in staat te reageren. Vervolgens won Sagan dat sprintje makkelijk. Voor Sagan was het zijn eerste overwinning in de Tour. Nu geen lastig parcours in Seraing, we starten langs de Maas en blijven die rivier een tijd volgen. Seraing is verder vooral een typische Waalse industriestad en dus eigenlijk het aanschouwen niet waard.
![PC042560_3_ilm.jpg]()
Na de start aan de rand van Seraing rijden we een tijdje langs de Maas, met aan de linkerkant vooral veel industrieterrein. Aan de overkant is het uitzicht nog wel prettig. Vooral naar rechts kijken dus. Als het kasteel van Chokier is te zien mogen de renners echt aan de koers gaan beginnen. Van Seraing rijden we naar de finishplaats van etappe 3, Huy. We blijven langs de Maas rijden en komen na een kilometer of 30 uit in Andenne, waar de renners tijdens de derde etappe ook al door zijn gekomen. Vervolgens fietsen ze nog 20 kilometer langer langs de Maas voor ze in Namen uitkomen. In Namen krijgen we de eerste en ook meteen enige klim van de dag, er gaat geklommen worden naar de prachtige Citadel van Namen. Deze citadel is een begrip in België. In de winter is er een veldrit op de flanken van de citadel en in september is er ieder jaar een redelijk bekende wedstrijd, GP de Wallonie. Enkele bekende namen op de erelijst zijn Greg van Avermaet, Jan Bakelants en Philippe Gilbert. Best een pittig klimmetje, in die wedstrijd zorgt het toch altijd wel voor de nodige verschillen. Nu zal het wel een rustige passage worden.
![44935761.jpg]()
Om de citadel te bereiken hebben we de Maas over moeten steken. Die rivier komen we niet meer tegen. Met een omweg gaat het nu richting Frankrijk, met een boog om Charleroi heen. Na Namen gaat het een hele tijd rechtdoor, we passeren enkele dorpjes van weinig betekenis. In Sombreffe staat nog wel een kasteel, dat zal vast de revue passeren. Na een kilometer of dertig rechtdoor slaan we linksaf en gaat het pas echt richting Frankrijk. Tot nu toe was de weg best aardig, maar nu krijgen we een paar flinke stroken Belgisch beton. Ligt er flink slecht bij, zoals het hoort in België. We gaan nu op weg naar de eerste kasseienstrook van de dag. Na exact 100 kilometer komen de renners aan in Pont-à-Celles. Vlak na Pont-à-Celles krijgen we een strook van 1800 meter richting Gouy-lez-Piéton. Dit is strook 7, dat wil zeggen dat er hierna nog zes gaan komen. Op de volgende strook moeten we nog wel een kilometer of 80 wachten, dus hier zal niet veel gaan gebeuren. Ook al niet omdat deze strook er best goed bij ligt.
![8XVDyub.png]()
Na deze strook komen we weer op asfalt terecht, maar niet echt asfalt om vrolijk van te worden. Sommige wegen verkeren hier in een slechte staat en er komen wat meer bochten in het parcours. Via Chapelle-lez-Herlaimont rijden de renners naar Binche. Binche is de stad met de best bewaarde stadsmuren van België. Het is ook de stad waar de Mémorial Frank Vandenbroucke eindigt, een wedstrijd tussen Doornik en Binche die afgelopen jaar nog werd gewonnen door Zdenek Stybar. Vanaf Binche is het een lange rechte streep tot Frankfrijk. Vlak voor de grens krijgen we nog de tussensprint van de dag, in Havay. Bij Bois-Bourdon bereiken we de grens en rijden we pas op de vierde dag van deze Tour voor het eerst in Frankrijk rond. Een paar kilometer volgen we exact de grens, maar daarna duiken we dan toch echt helemaal Frankrijk in. Rechtdoor over het Franse platteland richting Bavay. Daar komen we na 150 kilometer koers aan. Nog 25 kilometer tot de finale gaat beginnen. Iets meer dan tien kilometer na Bavay komen de renners door het vestingsstadje Le Quesnoy.
![2014-02-28-le-quesnoy-800.jpg]()
Nog 12 kilometer tot strook 6. Van Le Quesnoy rijden we naar Ruesnes en daarna snel door richting Sepmieres. Hier zijn de wegen nog prima, maar daar komt snel verandering in. Na 175 kilometer koers, op een kleine 50 kilometer van de streep rijden de renners door het kleine dorpje Artres. Net buiten Artres slaan de renners rechtsaf en komen ze op de Rue de Bermerain terecht. Dit is kasseistrook nummer 6. De strook is slechts 1,2 kilometer lang, maar deze strook ligt er wel vrij slecht bij. Het is een smal strookje, maar dus wel redelijk kort en zonder bochten. Na 178 kilometer koers komen de renners uit in Famars en is het tijd om de schade op te meten. Als iemand hier al tijd verliest is er maar weinig tijd om nog terug te keren, de volgende strook volgt al snel.
![QIrKngl.png]()
In Famars zelf maken de renners een bocht van 180 graden en gaan ze de andere kant op, richting strook 5. Amper vijf kilometer na strook 5 is het al meteen tijd voor strook 4. Van Famars wordt er over een grote weg naar Quérénaing gereden. In Quérénaing wordt er rechtsaf geslagen, richting Verchain-Maugré. Het eerste deel van deze weg is best goed, maar na de laatste huizen van Quérénaing houdt de weg op en blijft er alleen een kasseienpad over. De strook is 1,6 kilometer lang en daarmee een stukje langer dan de vorige strook. Van een weg die een paar meter breed is moeten de renners ineens over een weg die amper een meter breed is, dus zal het wel weer een hele sprint worden richting deze strook. Het is een strook die wel eens is voorgekomen in Parijs-Roubaix. In de editie van dit jaar kwam deze strook na 130 kilometer koers, van de 253 kilometer in totaal. Een strook om op te warmen dus. Dat blijkt ook uit het aantal sterren dat deze strook krijgt. Iedere strook in Parijs-Roubaix krijgt sterren, van 1 tot 5. 1 stelt niets voor en 5 is extreem zwaar. Deze strook krijgt drie sterren. Is dus geen makkelijke strook, maar ook geen hele zware.
![CCYvuRwWgAAFW__.jpg:large]()
Aangekomen in Verchain-Maugré mogen de renners bijna meteen over de volgende strook. Deze strook brengt ze van Verchain-Maugré naar Saulzoir. Twee kilometer na het verlaten van strook 5 beginnen de renners aan strook 4. Deze strook is 1200 meter lang. Dit is een strook die ook wel eens is voorgekomen in Parijs-Roubaix. Dit jaar niet, maar in 2014 nog wel. Kreeg de vorige strook nog drie sterren, is dit er eentje die twee sterren krijgt. Stelt dus technisch gezien niet zo heel voor. De moeilijkheid zal hem nu vooral zitten in de opeenvolging van stroken. Er is eventjes geen moment om te herstellen of op te schuiven. Deze strook is net als de vorige strook vrij recht, voorlopig geen lastige bochten voor de renners.
![Bk2iAB9IUAAa0c7.jpg:large]()
In Saulzoir, na het verlaten van de kasseien, hebben de renners 189 kilometer afgelegd. Nog 34 kilometer en drie kasseinstroken te gaan. Het is een kilometer of 8 tot de volgende strook. Eventjes wat rechte, brede wegen voor de renners. Een mogelijkheid om een eventueel opgelopen achterstand zien kwijt te raken. Via Haussy rijden de renners naar Saint-Python en daar krijgen ze weer een nieuwe strook. In Saint-Python slaan de renners rechtsaf en komen ze op de Chemin Nungesser terecht. Dit is een kasseienstrook van 1500 meter die met enige regelmaat voorkomt in Parijs-Roubaix. Maakt eigenlijk steevast deel uit van deze prachtige klassieker. Een van de eerste stroken van de koers, nu een van de laatste. Het is een makkelijke strook, krijgt maar twee sterren. De keien liggen er relatief goed bij, voor zover keien er goed bij kunnen liggen. Deze strook is best makkelijk, maar het zal hier toch heel erg nerveus zijn, want de strook hierna kan wel eens een hele belangrijke worden.
![2PgITCJ.png]()
Na het verlaten van strook 3 mogen de renners welgeteld één hele kilometer over asfalt rijden voor ze aan strook 2 beginnen. De renners komen weer terecht op een strook die vaak voorkomt in Parijs-Roubaix, de strook richting Quiévy. Normaal gesproken rijdt men in Parijs-Roubaix eerst van Quiévy naar Saint-Python, nu is dat dus andersom. Normaal zijn deze stroken ook zo'n beetje de eerste stroken in Parijs-Roubaix, nu dus vol in de finale van een etappe. Deze strook krijgt in Parijs-Roubaix 4 sterren en is dus een hele zware strook. Dat komt met name door de lengte, deze strook is 3700 meter lang. Dat is verschrikkelijk lang, zeker als je het vergelijkt met de voorgaande stroken. De stenen liggen er wel redelijk goed bij, de slechtste stroken uit Parijs-Roubaix doen we dit jaar niet aan. Dit lijkt me toch wel de strook waar het moet gebeuren. Het is enorm lang en in korte tijd hebben we nu redelijk wat kasseien gehad. Van de afgelopen 25 kilometer zijn er 9 kilometer kasseien. Dan begint het ondertussen wel overal pijn te doen. Goed weer of slecht weer maakt dan niet uit, hier gaan verschillen worden gemaakt. Al was het maar door de paniek en de nervositeit die dit met zich meebrengt. Deze strook loopt wel enigszins omhoog, wat het misschien nog wat moeilijker maakt. Strook 2 heeft nog een flink moeilijke bocht halverwege. Na die bocht wordt de weg wat slechter, de steentjes zijn hier wat minder goed onderhouden. Aan het eind van de strook liggen er nog een paar subtiele bochtjes en vlak voor het bereiken van Quiévy moeten de renners eers nog over een smalle asfaltstrook die erg slecht is onderhouden. Na dat stuk krijgen ze nog een paar meter kasseien en komen ze als het goed is veilig aan in Quiévy.
![QOXH8YQ.png]()
![DoEFnx8.png]()
In Quiévy is het nog 20 kilometer tot de streep. Nog maar één strook te gaan, die komt over een kilometer of zes. Van Quiévy rijden de renners richting Saint-Hilaire-lez-Cambrai. Net voorbij dit dorpje slaan de renners linksaf bij een rotonde en komen ze op de laatste strook van de dag terecht. Een strook van Avesnes-les-Aubert naar Carnières. De strook is 2300 meter lang en verder heb ik eerlijk gezegd geen flauw idee. De autootjes van Google durfden niet over deze weg en verder krijg ik niet veel over deze strook gevonden. Ook nog eens een strook die niet in Parijs-Roubaix voorkomt, dus sterren kan ik er niet aan geven. Het is in ieder geval een strook met een paar kleine bochtjes, maar verder toch weer grotendeels rechtdoor.
Herman van der Zandt is hier wel geweest, getuige deze foto.
![CHJMA6VWMAAHFRL.jpg:large]()
Bij het verlaten van deze strook is het nog 11 kilometer tot de finish. De laatste strook is geweest, dus de specialisten moeten tegen deze tijd het verschil hebben gemaakt. Strook 1 gehad, nu alleen nog maar asfalt. Als er flink oorlog is gemaakt op de kasseien het en peloton totaal verbrokkeld is dan zou 11 kilometer te kort zijn om alles nog samen te laten smelten. Als men niet zo hard rijdt over de kasseien of de kasseien in de praktijk niet lastig genoeg blijken te zijn krijgen we een massasprint, vooral door die 11 kilometer om nog het een en ander te organiseren. Toch denk ik dat de kasseien er zeker voor gaan zorgen dat er een hoop mensen in de problemen komen. Het zijn niet de lastigste stroken, maar veel echte specialisten zijn er niet bij. De stroken zitten ook redelijk dicht achter elkaar, het veld gaat sowieso uit elkaar geslagen worden. Is het niet door een Vanmarcke die aan de boom gaat schudden, dan wel door de onvermijdelijke valpartijen en ander oponthoud door stuurfouten. Vanaf Carnières gaat het redelijk rechtdoor richting Cambrai. Is in het nadeel van eventuele vluchters, je verdwijnt niet zo snel in beeld. Makkelijk om het overzicht te bewaren voor de achtervolgers. De slotkilometer is nog wel even gevaarlijk, met een paar flinke bochten en een rotonde.
![S6zUQpZ.png]()
Na een rit van 223 kilometer met in de finale meer dan 11 kilometer kasseien komen de renners aan in Cambrai. De kasseien zijn niet de lastigste, maar toch moeilijk genoeg om de nodige verschillen te veroorzaken. De slotkilometers richting Cambrai kunnen nog wel voor een samensmelting her en der zorgen, maar zelfs met goed weer gaan er hier mensen tijd verliezen. Dat lijkt duidelijk. In de slotkilometer krijgen de renners nog drie kleine stukjes klinkers voor hun kiezen. Die liggen er verder wel goed bij, zal alleen een beetje glad zijn als het regent. Dat eerste stukje is net als de slotkilometer begint. Een meter of 500 verder dan weer 100 meter klinkers en de slotmeters zijn ook over klinkers. Vlak voor de finish ligt een vluchtheuvel, waardoor de weg ineens nog maar heel smal is. Zullen ze ongetwijfeld weghalen, anders is het niet te doen. De finish is voor het stadhuis.
![WD6Nmht.png]()
Cambrai is een stad met 33.000 inwoners in de Franse regio Nord-Pas-de-Calais. Een stad die vooral bekend is vanwege de Slag bij Cambrai. In de Eerste Wereldoorlog werd in de omgeving van Cambrai nogal flink gevochten. De Duitsers hadden hier hun verdedigingslinie opgetrokken. De Britten wisten hier door voor het eerst gebruik te maken van tanks doorheen te breken. De eerste keer dat ze door deze linie wisten te breken was bij Cambrai, daarna werden ook de rest van de Duitse verdedigingslinie doorbroken. Dankzij tanks dus, in 1917. Cambrai heeft geen al te grote historie in de Tour, twee keer eerder vertrok hier een rit maar nog nooit kwam er een rit aan. In 2010 vertrok er een rit in Cambrai die eindigde in Reims. Een massasprint, die werd gewonnen door Alessandro Petacchi. In 2004 was Cambrai het decor van een ploegentijdrit die eindigde in Arras. Deze ploegentijdrit werd gewonnen door US Postal. Geen idee of we dat nog als een officiële overwinning moeten beschouwen nu Lance Armstrong overal is geschrapt. Tweede werd toen Phonak, die kunnen we ook moeilijk aanwijzen als winnaars eigenlijk. Illes - Balears - Banesto dan? Nee, doe ook maar niet. T-Mobile lijkt me ook een slecht idee, om over Team CSC en Rabobank nog maar te zwijgen. Liberty Seguros eventueel? Nee, ook totaal niet. Laat maar gewoon, niemand won de ploegentijdrit die vertrok in Cambrai. Hoewel, Euskaltel werd achtste. Morele winnaars! Cambrai is wel een mooi stadje verder, paar leuke kerken, nog een citadel. Stadhuis is ook prima. Niks mis mee.
![clochers-10022_7.jpg]()
Voor een echt epische etappe hebben we regen nodig. Slecht nieuws: we krijgen waarschijnlijk geen regen. Er is een klein kansje op regen, maar dat is eigenlijk pas aan het eind van de middag. Het zal waarschijnlijk droog blijven, dat is best jammer. Ook wel weer logisch, het is bijna altijd droog als we over kasseien rijden, kijk maar naar de laatste edities van Parijs-Roubaix. De kasseienrit van vorig jaar was echt een uitzondering. Toch kan een droge kasseienrit ook leuk worden. Het is sowieso zwaar genoeg om een boel renners te lossen en de nervositeit alleen al zal voor genoeg spektakel zorgen. Door stof ploeteren is ook leuk. Het schijnt wel vrij hard te gaan waaien. Het gebied is wel best open, dus een klein kansje op waaiers is er wel. Ik vertrouw die weerberichten alleen nooit zo, dus in de praktijk zal het wel weer meevallen. Graadje of 27 in de middag, dat zijn we eigenlijk niet gewend bij kasseien maar ook wel een keer prima. Het is een lange etappe, dus de renners vertrekken vrij vroeg. Om 12:00 vertrekken ze in Seraing en vijf minuten later is de echte start. De finale gaat beginnen tussen 16:07 en 16:31, dan worden de renners bij strook 6 verwacht. Tussen 17:10 en 17:40 is de verwachte finish in Cambrai. Sporza is er om 14:15 bij, de NOS vijf minuten eerder.
De jongens die we vaak in Parijs-Roubaix vooraan zien rijden zullen we hier waarschijnlijk weer gaan zien. Het is zwaar, maar niet superzwaar. Door een gebrek aan regen zal het voor een Vanmarcke lastig worden om jongens als Degenkolb, Sagan en Kristoff te lossen. Ik verwacht uiteindelijk een uitgedunde groep, een flink uitgedunde groep. Er zullen vast weer enkele jongens wegvallen door een lekke band of een valpartij, maar de meeste sterke sprinters zullen er nog wel bij zijn. Vanmarcke gaat ongetwijfeld flink aan de boom schudden. Dit zal hij dan moeten doen op de stroken van Saint-Python en Quiévy. Ideale moment om het veld flink uit te rammelen, in totaal 5 kilometer kasseien met maar één kilometer asfalt tussendoor. Dat gaat denk ik het belangrijkste moment zijn. Als het veld daar volledig uit elkaar is geslagen krijgen we een mooi slot. Als daar alles een beetje bij elkaar blijft krijgen we een uitgedunde massasprint.
1. Vanmarcke. Sep heeft de gunfactor. Ik gun hem een mooie overwinning in de Tour. Sep is iemand die altijd koers maakt, maar daardoor zichzelf vaak voorbij fietst. Toch is die jongen een van de redenen om je tv aan te zetten met het broekje naar beneden tijdens de klassiekers. Hopelijk koerst hij morgen weer zonder verstand en gaat hij gewoon vol met de oogkleppen op er vandoor. Je moet hem niet op een andere manier laten koersen, dat zit niet in hem. Hij zal eeuwig tactisch dom blijven. Wel een prachtige coureur. Hup Sep.
2. Degenkolb. Als je Parijs-Roubaix wint is dit natuurlijk een peulenschil. Zoals hij in Parijs-Roubaix reed was best indrukwekkend. Reed in zijn eentje een gat dicht. Bleek meer te zijn dan een afwachtende sprinter. Zal morgen dus vast ook niet te beroerd zijn om initiatief te nemen als er een groepje wegrijdt. De sterke renners op de kasseien maar mindere sprinters zullen hun best moeten doen om Degenkolb te lossen, anders is het een kansloze zaak.
3. Sagan. Ook Sagan komt altijd goed over de kasseien, maar heeft de laatste tijd wel steeds meer moeite om nog eens iets af te maken. In het voorjaar ging het licht vaak uit in de finale. Dit is weer een lange rit, dus de kans bestaat dat het licht weer uitgaat bij Sagan. Lijkt nu wel redelijk goed in vorm en de kasseien moet hij makkelijk overleven. Winnen is lastig, er is altijd wel een Degenkolb of een Kristoff bij. Die jongens kan hij verslaan, maar vaker niet dan wel de laatste tijd.
4. Kristoff. IJzersterke renner, maar heeft het deze Tour nog niet te pakken. Mist de slag in Zeeland en komt in Huy op een minuut of 12 binnen. Wel iemand die bijna niet meer te lossen is op de kasseien en dan in de sprint altijd gevaarlijk is. Dit jaar al 500 keer gewonnen ofzo, kan morgen zomaar 501 zijn.
5. Stybar. Als je tweede wordt in Parijs-Roubaix, verdien je een vermelding. Alleen even afwachten of hij voor zichzelf moet rijden of dat hij op Uran moet passen. In principe heeft Etixx genoeg mensen om op Uran te letten, dus zou ik Stybar een vrije rol geven. De laatste jaren een van de sterkste renners op de kasseien. Ook nog eens vrij rap, een man om rekening mee te houden.