Etappe 9: Benevento - San Giorgio del Sannio, 215 kmEtappe 8 werd een Baskische etappe en dat is natuurlijk altijd mooi. Tussen de favorieten voor de eindzege gebeurde er niet veel. We zullen moeten wachten tot het eind van de tweede week, met de tijdrit van 60 kilometer. Daarna krijgen we de derde week die je bijna crimineel zwaar kan noemen. De eerste week sluiten we af met nog een hele lastige etappe. Een lange etappe, meer dan 200 kilometer. Bovendien gaat het de hele dag op en af, met een paar beklimmingen van de tweede categorie en ook nog een beklimming van de eerste categorie. Na negen dagen koers kan zo'n rit best hard aankomen. Kan zomaar weer een strijd tussen de favorieten worden, misschien gaat hier juist met seconden gesmeten worden. Bertje lijkt in ieder geval niet zoveel hinder te ondervinden van zijn schouder, dat is voor de koers mooi.
![tappa_dettagli_tecnici_planimetria_09.jpg?v=20150423125848]()
![tappa_dettagli_tecnici_altimetria_09.jpg?v=20150415150612]()
De start is in Benevento, een stad met 60.000 inwoners in de regio Campania. Het wordt de zevende keer dat hier een rit start. De laatste keer was in 2002, die rit eindigde in Campitello Matese. Nu dus een beetje andersom, zou je kunnen zeggen. In Benevento komt de Giro ook wel eens aan. In 2009 voor het laatst, toen won Scarponi. Naast Scarponi heeft Robbie McEwen ook wel eens gewonnen in Benevento. Giuseppe Saronni was hier ook eens succesvol en Benevento heeft de eer dat de allerbeste wielrenner ooit in deze stad gewonnen heeft. Roger De Vlaeminck. Benevento is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en het is best een fraaie stad. De invloed van de Romeinen is nog duidelijk aanwezig, zo is er een Romeins theater te vinden dat best goed bewaard is gebleven. Daarnaast nog een triomfboog, de Boog van Trajanus.
![18632.jpg]()
Benevento en San Giorgio del Sannio liggen heel dicht bij elkaar, als we er in een keer naartoe zouden fietsen zou dit een hele korte etappe zijn. Dat is echter niet het geval, dus fietsen we een heel rondje om toch aan die 200 kilometer te komen. Eerst wordt er een stukje richting het noorden gefietst en dat is al meteen geen vlak stukje. Gelijk in het begin moet er al geklommen worden. Er wordt een rondje van 30 kilometer gefietst rond Benevento. In dit rondje moeten de renners dus al een stuk klimmen, maar heel veel stelt dat niet voor. Wel een goede mogelijkheid om vast een kopgroep te formeren. Als dat hier nog niet lukt krijgen de renners na Benevento een nieuwe kans, na een kilometer of 10 vlak volgt er dan weer een nieuw oplopend stuk. Tussen kilometer 49 en 59 moeten de renners een hoogtemeter of 300 overwinnen. Dan stijgt het dus gemiddeld aan een procent of drie. De renners komen boven in Montefredane en dalen dan af om daarna langzaam aan de eerste echte klim van de dag te beginnen. Zodra ze na een kilometer of 75 beneden in de vallei San Michele di Serino passeren begint de beklimming van de Monte Terminio bijna.
![Santa_Lucia_di_Serino,_panorama.JPG]()
De Monte Terminio is een lange klim, maar niet heel erg zwaar. 20 kilometer aan 4% gemiddeld. Een beklimming van de tweede categorie. Het zwaarste stuk zit in het midden van de klim, toch nog wel een paar kilometer aan 6%, met een uitschieter naar 9%. Daarbuiten stelt het niet heel veel voor. De eerste acht kilometer aan drie procent en de laatste vijf kilometer wordt de vijf procent eigenlijk niet meer gehaald. Het is natuurlijk wel de negende rit achter elkaar, dus er zal al wat vermoeidheid in de benen zitten, maar eigenlijk is dit gewoon een loper. Het peloton kan hier al wat uitgedund worden, maar actie hoef je hier nog niet te verwachten. Boven op de top van de Terminio zit er al 97 kilometer koers op, bijna op de helft.
![tappa_09_S02.jpg]()
Lange klim, dus ook een lange afdaling. De afdaling is redelijk bochtig, maar de weg is hier nog goed en best breed. Na een kilometer of 15 dalen komen de renners in het dorpje Montella uit en moeten ze nog een paar kilometer verder dalen voor ze meteen beginnen aan de volgende klim, de Colle Molella. Een beklimming van de eerste categorie. Dit is een klim die al vaker is voorgekomen in de Giro. Heeft al drie keer gediend als aankomst. Dat wil zeggen, het dorpje net na deze klim, Lago Laceno. Voor het laatst was dat in 2012. Een rit die werd gewonnen door de man met 25 hechtingen, Domenico Pozzovivo. In het verleden won Alex Zülle hier en ook Roger De Vlaeminck heeft gewonnen in Lago Laceno.
![tappa_09_S04.jpg]()
Een hele lastige klim, vooral dankzij die paar kilometer in het midden aan bijna 10% gemiddeld. De aanloop is nog best makkelijk, de eerste zes kilometer komt het vaak niet boven de 5%, maar daarna wordt het echt steil. Meer dan twee kilometer komt het niet onder de tien procent zo ongeveer, richting de top wordt het weer wat minder zwaar. Een goede klim om het verschil te maken, door de explosiviteit. Wel wat ver van de streep, de top van deze klim ligt na 127 kilometer koers, dan is er nog een kleine 90 kilometer te gaan. In het begin van de klim passeren de renners het dorpje Bagnoli Irpino nog, hier is de eerste tussensprint van de dag. Na de top dalen de renners een klein beetje en komen ze uit in Laceno, waar de Giro dus al vaker is geweest. De laatste keer kon Domenico Pozzovivo juichen. Hij wordt gemist.
![313-giro69.jpg]()
Dan denk je na zo'n pittige klim boven te zijn, maar dat valt dan toch nog even tegen. Na het kleine stukje dalen richting Laceno moeten de renners nog een stuk omhoog, richting Serro Tondo. In vijf kilometer toch weer even 200 hoogtemeters erbij, kom je weer aan een procent of vier. Daarna volgt een lange afdaling richting Lioni, waar de tweede tussensprint van de dag is. Deze afdaling is over een smalle, slechte weg. Een aantal lastige bochten ook nog, dit is misschien wel de vervelendste afdaling tot nu toe. Of misschien, eigenlijk wel zeker. Het wegdek ziet er hier echt niet uit en het is serieus smal. Als de renners dat een beetje overleven komen ze na ongeveer 150 kilometer koers beneden in Lioni uit. Lioni heeft een opvallend kerkje.
![lioni1.jpg]()
Na de tussensprint hier gaat het meteen weer even omhoog. Niet echt een lastig stuk, maar toch weer 200 hoogtemeters erbij in de benen. Na dit eerste stukje omhoog is er een kleine afdaling en dan volgt er weer een stuk dat oploopt. Dit stuk is wat lastiger dan het vorige, over een afstand van zeven kilometer moeten de renners toch weer 300 meter klimmen. Komt niet echt boven de 5%, maar telt toch allemaal weer meer. Lange week geweest, al veel lastige ritten gehad. Voor de mindere goden van het peloton is dit wel een ramp. Voor een eventueel gevecht tussen de favorieten zullen we waarschijnlijk nog wel even moeten wachten. Na 175 kilometer komen de renners aan in Castelvetere sul Calore en zit dit stukje klimmen er ook weer op. Na Castelvetere sul Calore moet er nog 40 kilometer afgelegd worden.
![phoca_thumb_l_castelvetere%20sul%20calore%20-%20castello%20longobardo%20026.jpg]()
Van die 40 kilometer krijgen we eerst 20 kilometer in dalende lijn. Een sprint richting de beslissende klim van de dag, de Passo Serra, die op 16 kilometer van de streep begint. Een paar kilometer daarvoor begint het al licht op te lopen, maar dat stelt niets voor in vergelijking met wat daarna komt. De Passo Serra is een klim van de tweede categorie die nog niet eens 4 kilometer lang is, maar toch heel zwaar. Gemiddeld 8% met een maximum van 13%. Een hele explosieve klim, waar het nodige kan gebeuren. Als je al bijna 200 kilometer deze dag in de benen hebt kan je hier best verzuren. Het nodigt uit tot aanvallen want na de Passo Serra is er nog maar 12 kilometer te rijden. Er zit een hele lastige kilometer tussen waar het constant boven de 10% is, daarna vlakt het wat af, maar het blijft 8 à 9%, tot de laatste hectometers, dan is het nog maar 6%.
![giBE41d.png]()
De klim is over brede wegen en het eerste deel van de afdaling ook. Nog wel een aantal bochten, maar niets speciaals. In het dorpje Dentecane slaan de renners linksaf en daar komen ze op een wat minder brede weg terecht, die ook wat minder goed is onderhouden. Hier dalen ze nog een aantal kilometer over af. Na een afdaling van 7 kilometer, die verder niet al te lastig is, mogen de renners weer omhoog, richting de finishplaats. Vlak voor dit stuk omhoog begint zit nog wel een lastige haarspeldbocht in de afdaling. De rest van de afdaling spreekt verder voor zich en is niet al te technisch, ondanks het slechte wegdek en de smalle weg. Het stuk richting de finish is zeker niet makkelijk. Tussen 5 en 3 kilometer van de streep moet er nog flink geklommen worden. Op vijf kilometer van het eind nog een heel stuk aan zes procent en daarna nog een kilometer aan vier procent. Als er in de afdaling nog het een en ander bij elkaar is gekomen kan dat hier weer uit elkaar spatten. Daarna is het vals plat richting de finish, de laatste drie kilometer. Met uitzondering van laatste paar hectometer, dat loopt nog wat steviger op.
![l6tDiv0.png]()
In de laatste paar kilometer nog wel de nodige bochten, maar de laatste is op een meter of 600 van de streep. Als er hier nog een grote groep bij elkaar is zouden we een probleemloze sprint moeten kunnen krijgen. Die grote groep zal er waarschijnlijk alleen niet zijn, want het is een hele lastige etappe. De laatste paar meters loopt het nog best venijnig op. Misschien maar drie procent, maar na alles wat je al hebt gehad deze dag kan het nog best lastig zijn om er dan een fatsoenlijk sprintje uit te persen. De renners finishen op de Viale Spinelli in San Giorgio del Sannio.
![aIPfmhR.png]()
San Giorgio del Sannio is een stadje, dorp, noem het wat je wil, in Campania met 11.000 inwoners. Een stad zonder rijke historie in de Giro. Eén keer eerder kwam hier een rit aan en dat was in 1987. De Italiaanse sprinter Paolo Rosola was toen aan het feest. Deze keer zal het waarschijnlijk niet voor een sprinter zijn, of er moeten hele gekke dingen gebeuren. Het is niet echt raar dat de Giro hier niet vaker is geweest, want San Giorgio is niet echt een memorabel dorpje. We fietsen wel weer door een wijnstreekje, dus je kan de verveling wel wegdrinken. Het dorpje is er zelf wel bij mee, want het staat nogal vaak op de site van de gemeente en iemand heeft met paint enorm zijn best gedaan.
![21212.png]()
Afgelopen etappe was het een beetje bewolkt, met af en toe zelfs een beetje regen. Lijkt nu toch wel weer helemaal droog te worden en een stuk warmer. 26 graden zou het in Benevento moeten worden, met een kleine neerslagkans. In San Giorgio del Sannio net een graadje minder, maar nog steeds lekker weer. Ook daar weinig kans op regen. Wel kans op een beetje wind, maar met al dat op en af zal dat niet zoveel uitmaken. De renners starten best vroeg, om 11:15. Verwachte finish tussen 16:53 en 17:37. Sporza is er bij om 14:40 denk ik.
Dit lijkt echt een typische etappe voor een groepje vluchters. Hele dag op en af, misschien wat lastig te controleren voor het peloton. Einde van een lange en zware eerste week. Gaat Aru zijn mannen nog een keer op kop zetten of wacht hij tot de derde week, ik heb geen idee. Eigenlijk is dit nog wel een etappe om als klassementsrenner iets te proberen. De klimmetjes tijdens deze rit zijn lastig genoeg, hoewel de beklimming van eerste categorie waarschijnlijk wat te ver van de finish is om daar iets te verwachten. De klim net voor de finish is wel lastig genoeg om verschil te maken, maar het is de grote mannen nog niet gelukt elkaar te lossen. Als dat nu ook niet lukt zal de rest nog wel komen aansluiten in het stuk daarna. Wel zo'n etappe waar dan iets verrassends kan gebeuren, zeker omdat iedereen wel redelijk vermoeid zal zijn. Ik ga toch maar uit van een kopgroepje dat het gaat halen en noem vijf willekeurige namen.
1. Pirazzi. Eigenlijk nog veel te weinig gezien, mag nu wel eens wat tonen. Tutti pazzi per Pirazzi!
2. Herrada. Jesus heeft eigenlijk nog niet zoveel laten zien, terwijl hij vlak voor de Giro toch wel aardig aan het koersen was in Asturië. De echte lange bergen zijn niet echt voor hem, maar het werk van vandaag moet hij wel aankunnen als hij in een kopgroepje terecht komt. Ook nog vrij rap aan de meet, zou een goede dag zijn voor hem.
3. Paterski. Omdat er iedere dag een mannetje van CCC in de aanval moet. Paterski is dan wel de beste van dat zooitje. Kan aardig klimmen en nog vrij snel ook. Hup in de aanval.
4. Clement. Toch maar eens een keer een Nederlander noemen. Stef is echt verrassend goed bezig, staat nu 35e in het klassement, 33 minuten achter Contador. Voor zijn doen eigenlijk best een goede ronde. Prima moment om van die goede vorm gebruik te maken en in de aanval te gaan.
5. Grmay. Mijn vriend uit Ethiopië. Doet het stiekem ook best goed, staat nu 51e, in zijn eerste grote ronde, als renner die nog weinig grote koersen heeft gereden. Hup Tsgabu.