Janneke141 | maandag 2 maart 2015 @ 16:45 |
In SES is een redelijk succesvol help-ik-snap-mijn-wiskunde-niet topic. Speciaal voor alle eindexamenkandidaten, van vmbo-basis tot aan vwo wiskunde B, wil ik proberen om iedereen die in de stress schiet vanwege zijn aankomende wiskunde-examen, inhoudelijk bij te staan. Dus heb je vragen over wat je moet kennen en kunnen, of ben je een oud examen aan het oefenen en begrijp je niets van een opgave, of heb je dat ene hoofdstuk eigenlijk nooit gesnapt: hier mag je het vragen en ik zal -buiten kantooruren- zo duidelijk mogelijk proberen uit te leggen hoe een en ander werkt. Ook voor tips over nakijkmodellen mag je me inschakelen. Het enige dat ik (principieel) niet doe, is uitleggen hoe je je GR moet gebruiken. Alvast een paar handige zaken, die ik zeker nog zal aanvullen: Examendata: vmbo-basis: do 21/05, 09:00-10:30 vmbo-k/g/t: di 19/05, 13:30-15:30 havo : wo 20/05, 13:30-16:30 vwo: wo 13/05, 13:30-16:30 Hulpmiddelen: Toegestaan zijn altijd: pen, potlood (plus tekenpotlood rood en blauw), gum, liniaal, geodriehoek, passer. Ook een koershoekmeter/windroos/gradenboog is toegestaan. Rekenmachine: voor het vmbo is de GR niet toegestaan, voor havo en vwo wel. De GR van het type 'TI-NSpire CAS is niet toegestaan. Het geheugen van de GR hoeft bij de start van het examen niet (meer) te worden gewist. Bij het VMBO-examen mag natuurlijk de gewone rekenmachine worden gebruikt. Ook als je het examen digitaal maakt mag je je eigen rekenmachine meenemen. Formulekaart: bij de examens vmbo-basis staan benodigde formules voor bijvoorbeeld oppervlakte, bij de betreffende opgave. Bij de examens vmbo-k en t is één formulekaart bijgevoegd. Daarop staan: omtrek en oppervlakte cirkel; inhoud prisma, cilinder, kegel, piramide, bol. Voor vwo wiskunde B is een lijst met vrij te gebruiken termen toegevoegd, net als een rijtje met 8 goniometrische formules (zoals sin(a+b) en sin a + sin b). Digitaal examen: Als je je wiskunde-examen digitaal maakt, dan maak je gebruik van de zogenaamde toolbox waarin de rekenmachine en de formulekaart zitten, maar ook de mogelijkheden om tabellen en formules op te kunnen schrijven. Om daarmee te kunnen oefenen, is er een instructieversie beschikbaar. Eindexamensyllabus (beschrijving van de examenstof): vmbo-basis: Hier vmbo-kader: Hier vmbo-g/t: Hier havo A: Hier havo B: Hier vwo A: Hier vwo B: Hier vwo C: Hier Oefenen: Examenblad Oefenen per onderwerp gesorteerd [ Bericht 1% gewijzigd door Nattekat op 11-05-2015 10:15:15 ] | |
Insomnia_ | maandag 2 maart 2015 @ 17:09 |
Leuk topic, tvp. Als iemand problemen heeft wil ik als ik kan ook best helpen in dit topic. | |
#ANONIEM | maandag 2 maart 2015 @ 17:20 |
Aardig van je! ![]() | |
Mortaxx | maandag 2 maart 2015 @ 18:14 |
| |
GlennQuagmire | dinsdag 3 maart 2015 @ 18:31 |
| |
-J-D- | dinsdag 3 maart 2015 @ 22:21 |
Leuk! Zal het onthouden! | |
Nattekat | woensdag 4 maart 2015 @ 00:11 |
En centraal ![]() | |
JoelBaka | zondag 22 maart 2015 @ 15:57 |
Ik meld me ook om te helpen ![]() | |
#ANONIEM | maandag 23 maart 2015 @ 13:40 |
Ik kan evt helpen met wiskunde A | |
JoelBaka | woensdag 25 maart 2015 @ 15:06 |
Hm, algemeen vraagje: Hoe leren jullie regels/formule's/tussenstappen uit jullie hoofd? Dus wat je precies met je GR moet doen bij grafieken/kansrekenen, maar ook de algebra regels en hoe je formules maakt en dergelijke. Sommige dingen gaan automatisch maar veel krijg ik gewoon niet in mijn hoofd. Stampen is de enige oplossing denk ik dan? Of hebben jullie nog super tips ![]() | |
Janneke141 | woensdag 25 maart 2015 @ 17:22 |
Kun je een voorbeeld geven? Want bij heel veel dingen is het natuurlijk zo dat je ze vrij eenvoudig kan afleiden als de logica erachter goed begrijpt, en als je dat echt moeilijk vindt is stampen een oplossing (maar niet de enige en ook niet altijd effectief). Misschien dat ik je met een of enkele concrete voorbeelden wat beter kan helpen. | |
komrad | woensdag 25 maart 2015 @ 17:24 |
Goed initiatief! In het kader van meer handjes : heb je riparius al op dit topic gewezen ? | |
Janneke141 | woensdag 25 maart 2015 @ 17:32 |
Nee. Het is een wiskundig genie, maar zijn uitleg is (hoe uitgebreid en correct ook) waarschijnlijk te hoog gegrepen voor dit topic, terwijl ik het hier bewust laagdrempelig wil houden. Eenvoudige, concrete tips of uitwerkingen van vmbo-tot-vwo opgaven om leerlingen door hun EXAmen te helpen. En ik vind hem ook niet overdreven pedagogisch verantwoord. Om de toch al knikkende knieën van de examenkandidaten niet verder overstuur te jagen, is een beetje vertrouwen ook wel handig. | |
komrad | woensdag 25 maart 2015 @ 17:50 |
oke, ik begrijp je overwegingen. Op naar de vragen dan maar ![]() | |
JoelBaka | woensdag 25 maart 2015 @ 20:18 |
Klopt inderdaad, logica helpt zeker ![]() Vergelijkingen oplossen is bijvoorbeeld iets waar ik steeds op blijf hangen, ondertussen weet ik gelukkig wel de basis stapjes maar zodra er dan bijvoorbeeld een wortel aan te pas komt raak ik in de war. Daar heb je dan weer de bordjes methode voor, dat is zoiets wat ik steeds vergeet. En rekenen met breuken bijvoorbeeld. Daar heb je ook een hele rits 'regels' voor. Maar ook differentieren bijvoorbeeld. Ik heb het meerdere keren goed uitgelegd gekregen en dan snap ik het ook echt en blijft het een tijdje hangen en dan na een tijdje is het 'poef' weer weg hoe ik dat precies moest doen. Bij economie komt dit ook nog eens terug (MO=MK en dan formule's om gaan bouwen totdat je tot je correcte formule komt), en daar blijf ik steeds op hangen. En dat terwijl het dan bij twee vakken behandeld wordt en meerdere keren terug komt/herhaald wordt. Kan je hier iets mee? Anders zal ik mijn boek er even bij pakken en kijken of ik wat duidelijkere voorbeelden kan vinden ![]() ![]() | |
Janneke141 | woensdag 25 maart 2015 @ 20:42 |
Bij het oplossen van vergelijkingen gebruik je eigenlijk maar 2 verschillende manieren om ze op te lossen: de balansmethode als het een vergelijking is die je exact op kan lossen, of inklemmen als je dat niet kan. De laatste komt neer op oplossingen uitproberen net zo lang tot je dichtbij genoeg bent (in feite ook de werkwijze van de GR) dus ik richt me even op de eerste. De balansmethode heeft als uitgangspunt dat een vergelijking een evenwicht aangeeft (links en rechts van het =-teken zijn even zwaar) en dat blijft zo als je links en rechts dezelfde bewerking toepast. Dat houdt in dat je altijd - Links en rechts hetzelfde mag optellen of aftrekken - Links en rechts met hetzelfde getal (ongelijk 0) mag vermenigvuldigen, of er door delen. Vermenigvuldigen en delen met/door x, of links en rechts kwadrateren of worteltrekken, mag alleen als je daarmee geen dingen doet die mogelijk tot onzin leiden. Hierbij moet je denken aan vermenigvuldigen met 0, delen door 0 of wortels uit negatieve getallen trekken. Niet 'zomaar' doen dus. De bordjesmethode is een soort afgeleide van de balansmethode. Het doet eigenlijk hetzelfde, maar bekijkt een probleem op een andere manier. Bijvoorbeeld: Kun je bekijken als Waar je vrij makkelijk uit kan halen dat bordje = 16. Maar je kan ook gewoon links en rechts kwadrateren (dat mag in dit geval omdat de linker- en rechterkant altijd positief zijn, we kunnen dus geen negatieve oplossingen 'wegkwadrateren') en dan staat er Wat op precies hetzelfde neerkomt. De bordjesmethode doet eigenlijk hetzelfde, maar maakt vaak iets inzichtelijker welk getal je zoekt, en voorkomt in bijna alle gevallen dat je de boven beschreven fouten maakt. Maar je kan prima zonder, ik had er in mijn middelbare schoolcarrière nog nooit van gehoord. Valt nogal mee. Bij optellen en aftrekken moeten de noemers gelijk zijn, en bij vermenigvuldigen doe je boven keer boven en onder keer onder. Meer ken ik er eigenlijk niet. Het lijken er misschien veel meer, maar als je nog eens goed kijkt zie je dat ze allemaal te herleiden zijn tot die twee. (Nou vooruit, delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde) Wat moet je kunnen differentiëren, alleen polynomen of ook exponentiële, periodieke, wortel- of andere duistere functies? [ Bericht 0% gewijzigd door Janneke141 op 25-03-2015 22:39:06 ] | |
Mopi | vrijdag 27 maart 2015 @ 14:49 |
Kan iemand me helpen met het herleiden van de volgende opgave: Cos^4(x)-sin^4(x) De volgende stap lijkt me (Cos^2(x)-sin^2(x))^2 Volgens de uitwerkingen doen ze het zo: (Cos^2(x)+sin^2(x)) x (cos^2(x)-sin^2(x)) = cos(2x) Nou snap ik wel hoe ze van die eenna laatste stap naar het antwoord komen, maar niet via welke regel ze op die eenna laatste stap komen. | |
ibri | vrijdag 27 maart 2015 @ 15:08 |
Je weet dat (A-B)^2 = A^2 -2AB +B^2. Deze 'regel' kun je ook gewoon toepassen op de cos en sinus | |
-J-D- | vrijdag 27 maart 2015 @ 15:08 |
cos4(x) - sin4(x) = (cos2(x) + sin2(x)) * (cos2(x) - sin2(x)) Dit geldt omdat je het merkwaardigproduct gebruikt. (A+B)(A-B) = A2 -AB + AB-B2 Nu geldt cos2(x) + sin2(x) = 1 Dus je weet dat het eerstgenoemde gelijk is aan = 1 * (cos2(x) - sin2(x)) = cos2(x) - sin2(x) En daarvan weet je als het goed is dat het gelijk is aan cos(2x). Je kan hierbij gebruik maken van de afspraak cos (A+B) = cos A cos B - sin A sin B [ Bericht 19% gewijzigd door -J-D- op 27-03-2015 15:13:48 ] | |
ibri | vrijdag 27 maart 2015 @ 15:09 |
| |
Mopi | vrijdag 27 maart 2015 @ 15:34 |
. Top, thanks die was ik even kwijt. En 1+cos(2x) herleiden, welke afspraak gebruik ik hiervoor? | |
Janneke141 | vrijdag 27 maart 2015 @ 15:39 |
Dezelfde. 1 + cos(2x) = 1 + cos2(x) - sin2(x) Schrijf je 1 weer als cos2(x) + sin2(x), dan heb je cos2(x) + sin2(x) + cos2(x) - sin2(x) = 2 cos2(x) | |
JoelBaka | vrijdag 27 maart 2015 @ 15:51 |
Super bedankt voor je uitleg! ![]() Volgensmij alleen polynomen ![]() Ik heb het even opgezocht van economie en als ik het goed begrepen heb gaat het om het stelsel van lineaire vergelijkingen oplossen dmv substitutie. Zou je daar misschien wat meer over kunnen vertellen? Nogmaals bedankt ![]() | |
Janneke141 | vrijdag 27 maart 2015 @ 16:06 |
Zoek het maar eens uit dan. De link naar de syllabus staat in de OP, maar je docent zal ongetwijfeld ook een overzicht voor je gemaakt hebben van de examenstof. Een stelsel van lineaire vergelijkingen is een rijtje lineaire vergelijkingen met even zoveel onbekenden. Vaak 2 vergelijkingen met 2 onbekenden, maar meer kan ook en dat werkt in principe hetzelfde alleen met meer stappen. Lineair betekent dat het gaat om vergelijkingen van graad 1 - geen kwadraten, wortels en andere bijzonderheden - en bij beide vergelijkingen hoort een rechte lijn. Rechte lijnen hebben in de meeste gevallen precies één snijpunt. Een voorbeeld: 3x + 4y = 24 5x - y = 6 Twee vergelijkingen, twee onbekenden, dit kunnen we oplossen. Om een substitutie toe te kunnen passen maak je eerst in een van beide vergelijkingen een letter 'vrij'. Dat kan op allerlei manieren die uiteindelijk tot hetzelfde leiden, maar sommige opties gaan wat makkelijker dan andere. In dit geval maak ik de y vrij in de onderste vergelijking: 5x - y = 6 Dus y = 5x-6. Dit vullen we in (substitueren) in de bovenste, die ik nog niet gebruikt had: 3x + 4(5x-6) = 24 Om ook de y-coördinaat te kunnen uitrekenen vul je die weer in in de uitdrukking voor y die je al gevonden had: y = 5x-6 = 5*(48/23) - 6 | |
kura-kura | vrijdag 27 maart 2015 @ 18:23 |
Ik ben een lijnstuk aan het bereken, maar ben tegen een foutje aan gelopen. Kan iemand mij uitleggen waarom ik het rechter antwoord moet hebben en niet de linker? 1+(-sin(x))^2 wordt toch niet 1+sin(x)^2 ![]() | |
Janneke141 | vrijdag 27 maart 2015 @ 18:25 |
De linkse is niet fout, er staat hetzelfde als rechts. ( - sin(x) )2 = -sin(x) * -sin(x) = sin2(x). Maar uiteindelijk heb je de rechtse nodig om verder te kunnen rekenen. | |
kura-kura | zaterdag 28 maart 2015 @ 12:50 |
Bij het invoeren van deze 2 formules op mijn casio- 9860 krijg ik een syntax error, heeft er iemand enig idee wat het kan zijn? Het lijkt me niet dat iedereen met een casio dit soort formules niet kan oplossen door deze error.![]() En ik weet dat het algebraïsch kan, maar toch moet het via de gr ook kunnen. | |
Janneke141 | zaterdag 28 maart 2015 @ 15:20 |
In je geschreven formules mist bij allebei een haakje-sluiten. Misschien dat je GR daarvan in de war raakt. | |
Mopi | zaterdag 28 maart 2015 @ 20:12 |
Heb laatst hetzelfde probleem gehad, check het wiskundetopic maar eens | |
GeorgeArArMartin | maandag 4 mei 2015 @ 19:03 |
V = ln(-0,00216x + 2,7183) + 0,0008t - 1 V' = 0,0008 - 0,00216/(0,00216x + 2,7183) Als ik dit gelijkstel aan 0, krijg ik als Ik zie het al, ik had een rekenfoutje waardoor ik steeds op een veel te hoog getal uitkwam. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 5 mei 2015 @ 11:17 |
Moeten we vereenvoudigen bij exacte antwoorden? Bijv: √(80) = √(8 * 10) = √(22 * 2 * 2 * 5) = 2*2√5 = 4√5 of wordt √80 ook goedgekeurd? | |
Janneke141 | dinsdag 5 mei 2015 @ 11:43 |
Gevoelsmatig zeg ik dat je het moet vereenvoudigen, maar ik zal het straks even nazoeken. Welk niveau ook weer? | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 5 mei 2015 @ 12:07 |
Vwo. Waar kun je dit soort dingen vinden? | |
Janneke141 | dinsdag 5 mei 2015 @ 12:12 |
In de correctiemodellen van de vorige jaren (staan op examenblad) staan algemene richtlijnen en specifiek per opgave waarvoor er punten moeten worden toegekend of afgetrokken. Misschien handig om er zelf eens eentje door te lezen. De eerste drie bladzijden kun je wel overslaan, het interessante stuk begint bij 'vakspecifieke regels'. Ik heb het even voor je teruggezocht. Het meest recente voorbeeld waarbij je wortels al dan niet moet vereenvoudigen stamt uit 2012 en het correctievoorschrift telt beide antwoorden goed. [ Bericht 10% gewijzigd door Janneke141 op 05-05-2015 12:17:43 ] | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 5 mei 2015 @ 12:47 |
Dankje! | |
GeorgeArArMartin | donderdag 7 mei 2015 @ 08:13 |
Wat moet je precies noteren bij het gebruik van de GR? Natuurlijk dat je y1, y2 invult en intersect of maximum gebruikt, maar moet je de window erbij noteren? Is een schets verplicht? | |
Rickertman96 | donderdag 7 mei 2015 @ 13:54 |
Sowieso vermelden wat je gebruikt, dus inderdaad y1/y2/menu etc. Window hoeft niet per sé, nooit gezien in correctiemodellen en nooit gedaan op SE's. Een schets is niet verplicht, wel handig. (Tenzij in de vraag staat 'maak een schets') | |
kura-kura | zaterdag 9 mei 2015 @ 13:02 |
![]() Kan iemand me uitleggen hoezo het gebied onder de grafiek van t gelijk staat aan 1/2c^2? De grafiek van y=-x+c, ik kom hierop uit: (-x+c)(-x+c) • 1/2= 1/2x^2-cx+1/2c^2 Zit wel aardig in de buurt, alleen het lijkt alsof ik de x 0 kan stellen? | |
Tochjo | zaterdag 9 mei 2015 @ 14:20 |
Waarom neem je -x+c in (-x+c)(-x+c) • 1/2? Wat ben je aan het berekenen en wat stelt het voor? De oppervlakte van een driehoek is ½ ∙ zijde ∙ hoogte. Omdat de lijn k de y-as snijdt op hoogte c (voor x = 0 is y = c) en de bijbehorende zijde ook c is, volgt dat de oppervlakte gelijk is aan ½c2. [ Bericht 3% gewijzigd door Tochjo op 09-05-2015 14:28:17 ] | |
Rickertman96 | zaterdag 9 mei 2015 @ 16:08 |
http://gyazo.com/5b78f5a845bcca9461d0e136c240bae5 Hoe komen ze aan die 3,92 dan? Log 1.8 is toch 0,255 | |
Tochjo | zaterdag 9 mei 2015 @ 16:29 |
De coëfficiënt van log(N) is | |
Rickertman96 | zaterdag 9 mei 2015 @ 16:39 |
Oh god wat dom ![]() | |
Rickertman96 | zaterdag 9 mei 2015 @ 17:57 |
Nog een vraagke: Opgaven: https://www.examenblad.nl(...)vw-1024-a-14-2-o.pdf Uitwerking: https://www.examenblad.nl(...)vw-1024-a-14-2-c.pdf Bij vraag 2: hoe komen ze aan 104:23? | |
Tochjo | zaterdag 9 mei 2015 @ 18:31 |
In de tabel staan de gegevens van 2012. Gevraagd wordt naar de gegevens van 2014. Dat is dus een periode van 2 jaar, of (afgerond) 2 x 52 = 104 weken. Je weet iets over een periode van 23 weken. Als de groeifactor bij 23 weken bekend is, dan is de groeifactor per 104 weken gelijk aan de groeifactor per 23 weken tot de macht 104/23. | |
Rickertman96 | zaterdag 9 mei 2015 @ 18:45 |
Thanks. Vind dit wel echt een kut onderdeel. | |
Janneke141 | zaterdag 9 mei 2015 @ 20:41 |
Heb je je antwoord al, of zal ik nog gaan typen? Oh, en wat is t? Ik moet zo weg, dus voor de zekerheid maar even in steno: - Oppervlakte van de driehoek onder de lijn y = c-x = 1/2 c2. (Half keer zijde keer hoogte, zijde en hoogte zijn allebei c) - Oppervlakte van de driehoek onder lijn AB: 8 - Oppervlakte van het trapezium: 1/2 c2-8. - Vraag is dus wanneer de integraal van f - (4-x) gelijk is aan 1/4 c2-4. [ Bericht 10% gewijzigd door Janneke141 op 09-05-2015 20:57:32 ] | |
kura-kura | zondag 10 mei 2015 @ 00:01 |
Ik ben eruit gekomen, het donkergrijze gebied is 1/2c^2-10,66 Opp lichtgrijs =2,66 en dat moet je gelijk stellen voor c. Nog een vraagje, de primitieve van 5(2x-7)^6 geeft toch 1/2•1/7•5(2x-7)^7? In het samengevat boekje staat 1/2•1/8•5(2x-7)^8 als primitieve | |
GeorgeArArMartin | zondag 10 mei 2015 @ 08:37 |
Gaan er punten af als je bij meetkunde "meer" stappen hebt dan eigenlijk nodig zou zijn? | |
MyloXylo | zondag 10 mei 2015 @ 09:00 |
Lijkt me niet. Staat in het correctievoorschrift ook dat voor antwoorden op open vragen die vakinhoudelijk juist zijn de punten toegekend moeten worden. Dus zolang je geen fouten maakt mag je zoveel opschrijven als je wil lijkt me. | |
Janneke141 | zondag 10 mei 2015 @ 16:40 |
Jouw primitieve is correct. | |
Rickertman96 | zondag 10 mei 2015 @ 18:03 |
-knip- [ Bericht 99% gewijzigd door Rickertman96 op 10-05-2015 22:34:09 ] | |
onderjas | maandag 11 mei 2015 @ 09:16 |
Voor een paniek topic heb je niet echt duidelijk gemaakt dat een vmbo leerling wel degelijk een rekenmachine mag gebruiken. Alleen geen grafische (ze kennen de term GR dus ook niet). | |
Janneke141 | maandag 11 mei 2015 @ 09:22 |
Goed punt, het staat er inderdaad erg onduidelijk. Het mag uiteraard wel. | |
kura-kura | maandag 11 mei 2015 @ 13:50 |
![]() windows 7 print screen Ik ben aan het oefenen met het vwo wiskunde B examen van vorig jaar, nou stuit ik op het volgende. Als ik de formule van r=20cosa(sin.....) invoer op mijn gr en optie max doe krijg ik x=0,76 en niet 0,74 wat volgens het antwoordmodel het juiste antwoord is. Iemand enig idee hoe dit kan? Het lijkt me een beetje zuur als je door die 0,02 een punt mis loopt. Ik gebruik een casio9860 | |
GeorgeArArMartin | maandag 11 mei 2015 @ 20:25 |
Vreemd, ik krijg er wel gewoon 0,74(301) uit. Weet je zeker dat je niet een haakje vergeten bent oid? Ik gebruikt een TI 84+. Als je beschrijving om alpha max te vinden juist is, denk ik dat ze alleen het laatste puntje niet toekennen. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 07:19 |
![]() Twee dingetjes die ik niet begrijp. Een vermenigvuldiging t.o.v. de x-as met a levert toch fnieuw = a(foud)? En een vermenigvuldiging t.o.v. de y-as met a geeft f(x)nieuw = f(x/a)oud? Hier doen ze geen van deze twee, en waarom komt er e in de noemer? | |
MyloXylo | dinsdag 12 mei 2015 @ 08:10 |
Klopt wat jij zegt. Een vermenigvuldiging t.o.v. de y-as met a is f(x/a) en a=1/e dus krijg je f(×/(1/e)) = f(x*e). Alle waardes van x worden daardoor dus met e vvermenigvuldigd, waaronder dus de x in de noemer waarna je daar ex krijgt. Daar komt de e in de noemer vandaan. Ze vermenigvuldigen toch gewoon goed met de x-as? De e komt toch voor de functie als geheel te staan? | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 08:33 |
Oh ja, ik was vergeten dat de noemer x was. Ik zie het nu. Dankje. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:03 |
Blijkbaar moeten we de dubbele hoek-identiteiten ook kennen... | |
MyloXylo | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:09 |
De wat? ![]() | |
MyloXylo | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:11 |
Oh die sin(2x) = 2sin(x)cos(x) en die van cos(2x) = ...etc? | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:13 |
Ja die. Ze worden maar 1x ofzo toegepast in de afgelopen 6 jaar aan examens. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:14 |
cos(2x) = 2cos2(x) - 1 | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:15 |
Je moet ze kunnen toepassen. Je hoeft ze niet uit je hoofd te kennen, ze staan op het voorblad van het examen. | |
MyloXylo | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:17 |
Nee, deze niet. De formules van Simpson en de somformules zijn gegeven. Deze dubbele hoek-identiteiten of verdubbelingsformules, zoals ik ze ken, zijn niet gegeven. De verdubbelingsformules zijn natuurlijk wel direct af te leiden uit de somformules. | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 10:28 |
Ja, precies. De formule voor sin(2t) volgt zo direct uit sin(t+u) dat dat voor mij valt onder toepassen. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 11:31 |
sin(t+u), u=t sin(2t) = sin(t)cos(t)+cos(t)sin(t) = 2sin(t)cos(t)? Hoe zit het dan met cos2(t) + sin2(t) = 1 en cos(2t) = 2cos2(t)-1? | |
Rickertman96 | dinsdag 12 mei 2015 @ 13:34 |
![]() Kan je hier ook gewoon h=1000d^-0,25 x 0,6 doen? Hoe herleiden ze die 1e regel naar die 2e dan? | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 13:58 |
Die moet je gewoon uit je hoofd leren, maar als je bedenkt hoe dat eruit ziet in de eenheidscirkel is het logisch. cos (t+t) = costcost - sintsint = cos2t-sin2t Uit cos2(t) + sin2(t) = 1 volgt dat sin2(t) = 1 - cos2(t), en als je dat invult krijg je cos (2t) = cos2t - (1 - cos2t) = 2cos2t -1 | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 14:06 |
Beetje moeilijk antwoorden zonder de precieze vraag erbij te kunnen lezen, maar de herleiding van regel 1 naar regel 2 kan ik nog wel uitleggen. Volgende gelijkheden zijn allemaal equivalent: Aan de onderste kun je wel zien dat dat dus niet equivalent is met die jij opschrijft. | |
Rickertman96 | dinsdag 12 mei 2015 @ 15:56 |
Tnx. Daar ging t om ja. Nog iets: ![]() Vraag 7 van: http://static.examenblad.nl/9336112/d/ex2012/vw-1024-a-12-1-o.pdf Als ik dat invoer op mn GR (y1) en zero gebruik ivm snijpunt met de t-as kom ik uit op 2,109? Terwijl er 0,55 staat | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 16:21 |
Ik krijg er wel gewoon 0,55 (0,5493...) uit. Waarschijnlijk vergeet je een exponent, hoe voer je 'm precies in op je GR? | |
Rickertman96 | dinsdag 12 mei 2015 @ 16:32 |
Oh blijkbaar moesten er nog 2 haakjes om de exponenten, thx! | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 16:44 |
Bij vragen die met de GR opgelost mogen/moeten worden, moet ook een uitleg geplaatst worden over hoe je dit aanpakt met je GR. Daar staat in het correctievoorschrift altijd iets in de trant van fnInt(f(x),x,ondergrens,bovengrens), maar als ik de fnInt functie gebruik, krijg ik het volgende scherm:![]() Hiermee kan ik integralen nummeriek benaderen door gewoon de boven- en ondergrens, functie en differentiaal in te vullen. Moet ik me dan ook aan de standaardnotatie van fnInt(...) houden, of mag ik het gewoon zo noteren? | |
PizzametKebab | dinsdag 12 mei 2015 @ 17:18 |
Als je een integraal met GR oplost mag je volgens mij gewoon zeggen: FnInt geeft: 2442,2334 En dat is alles. Wiskunde examen gaat opzich wel lukken hoop ik, alleen bewijzen ![]() | |
royvandijk | dinsdag 12 mei 2015 @ 17:27 |
Ik doe altijd gewoon integraal opschrijven en dan: optie FnInt geeft x = .... | |
PizzametKebab | dinsdag 12 mei 2015 @ 17:37 |
Ja dus geen x, want die heb je al als het goed is. FnInt geeft de oppervlakte en dat is geen x waarde. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 17:49 |
Dat verschilt bij mij heel erg. Zo nu en dan heb je een bewijs voor 3pt., die uit twee stappen bestaat. Andere keren moet je weer iets van 4 of 5pt bewijzen en die gaan vaak wat beter bij mij. Constructies vind ik het vervelendst, maar die komen zelden terug. | |
royvandijk | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:01 |
Ik snap dit niet:![]() Kan iemand dit uitleggen? BVD | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:17 |
Snap je hem achterstevoren wel? (Ik bedoel: als de primitieve differentieert, zie je dan dat ie klopt?) | |
royvandijk | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:42 |
Ja dan wel :S Maar andersom niet | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:45 |
Het is lastig uitleggen hoe je dit precies moet doen. Mijn docent leerde me vroeger "gewoon wat gokken, en kijken of je in de buurt komt" en dat blijkt bij het primitiveren van goniometrische en exponentiële functies nogal eens te werken. Je weet dat (e-ax)' = -ae-ax. We kunnen de exponent van e niet veranderen, dus we zullen aan de voorkant iets moeten zetten om de goede functie te krijgen. Omdat je iets met xe-ax zoekt, probeer je xe-ax en die blijkt het meteen te doen. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:46 |
Is het niet op te lossen met partieel primitiveren? Volgens mij komt dat trouwens niet terug op het examen. | |
MyloXylo | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:48 |
Is dit 2012-1 ? Want als dat zo is, dan is het niet erg dat je dit niet geprimitiveerd krijgt. In de vraag voorafgaand aan deze wordt de primitieve gegeven en moet je laten zien dat die juist is (door te differentiëren). Je hoeft de primitieve alleen maar toe te passen en niet zelf te bedenken. | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:49 |
Jawel, maar om dat te gaan uitleggen maakt het niet direct inzichtelijker. | |
GeorgeArArMartin | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:52 |
Ja. Je hoeft dit soort integralen inderdaad niet te kunnen oplossen. De primitieve is al gegeven, je hoeft 'm alleen in te vullen. Maar in principe kun je het op dezelfde manier als de integraal van ln(x) uitwerken. | |
Borizzz | dinsdag 12 mei 2015 @ 18:56 |
Je lost dit soort integralen op met partieel integreren. Maar dat zit inderdaad niet in de huidige examenstof. | |
royvandijk | dinsdag 12 mei 2015 @ 19:22 |
Oke, bedankt voor de antwoorden. Desondanks heb ik nog een 8.9 voor dit examen! Wtf... Is dit examen nou zo makkelijk of ben ik zo goed? Of heeft dit proefwerk per toeval alleen onderwerpen wat ik goed snap? | |
PizzametKebab | dinsdag 12 mei 2015 @ 19:34 |
Ik denk dat je niet streng genoeg nakijkt. | |
Borizzz | dinsdag 12 mei 2015 @ 20:00 |
Geef de vraag eens en de door jou gegeven antwoorden? Zelf ik eens vertellen hoeveel punten ik jou zou geven. | |
Rickertman96 | dinsdag 12 mei 2015 @ 20:37 |
Deed/Doe jij examen btw? | |
Janneke141 | dinsdag 12 mei 2015 @ 20:38 |
Ik heb wel ooit examen gedaan, ja. Waar heb ik die kwade PI aan verdiend? | |
Rickertman96 | dinsdag 12 mei 2015 @ 20:39 |
Oh was meer vanwege het voetbalforum haha. Niet op jou | |
royvandijk | dinsdag 12 mei 2015 @ 23:50 |
Ik heb zo nagekeken:
| |
GeorgeArArMartin | woensdag 13 mei 2015 @ 17:39 |
Is 42/3 een "gelijkwaardige" uitdrukking van 161/3? | |
-J-D- | woensdag 13 mei 2015 @ 17:51 |
Ja want 161/3 = (42)1/3 = 42/3 | |
GeorgeArArMartin | woensdag 13 mei 2015 @ 17:55 |
Dankje! Moet je tussendoor echt expliciet noteren "een primitieve van a is ax"? Ik heb namelijk gewoon integraal, boven en ondergrens ingevuld f(x)dx = [ax]boven en ondergrens, zoals bij de SE's... | |
GeorgeArArMartin | woensdag 13 mei 2015 @ 17:59 |
![]() pagina 12 Ik heb gewoon de stelling van Pyth. gebruikt, en kom op hetzelfde uit. Maar ik heb dus eerst 5 als 10/2 genoteerd en daarna de rest vermenigvuldigt met twee (=wortel(4)), in verschillende stappen dus. Maakt dat uit? Had ik trouwens moeten noteren dat "De afstand van het middelpunt van de bol tot de oorspronkelijke bovenkant van het materiaal is"? Ik heb namelijk snel een schets gemaakt en dan de zijden benoemd en daarmee gewerkt. Wel verwezen naar de schets. | |
MyloXylo | woensdag 13 mei 2015 @ 19:05 |
Het gaat erom dat jij laat zien dat je weet wat de primitieve is. Als je goed primitiveert is het echt wel gewoon goed hoor. Ik heb het ook zo zoals jij het gedaan hebt. | |
GeorgeArArMartin | woensdag 13 mei 2015 @ 19:06 |
Ik hoop het. M'n docent heeft wel vaker dingen fout gerekend waarvan ik dacht ~mwaaah |