FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 17:04
Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde.

Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld!

Opmaak:
• met de [tex]-tag kun je Latexcode in je post opnemen om formules er mooier uit te laten zien (uitleg).

Links:
http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren.
http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search.
http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie.
http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is.
http://www.wolframalpha.com Meest geavanceerde rekenmachine van het internet. Handig voor het berekenen van integralen, afgeleides, etc...

OP


Handig:
Riparius heeft ooit een PDF geschreven over goniometrische identiteiten. Deze kun je hier downloaden:
www.mediafire.com/view/?2b214qltc7m3v0d

[ Bericht 6% gewijzigd door Amoeba op 19-09-2012 22:40:35 ]
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 19:32
Reken uit zonder reken machine
2 log 32
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 19:32
het antwoord is 5, maar ik wil de uitwerkingen, ik ben even helemaal de draad kwijt. Stom, logaritmes zijn helemaal niet zo moeilijk namelijk
GlowMousewoensdag 19 september 2012 @ 19:33
2x = 32, dan is x toch niet zo lastig te vinden?
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 19:35
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 19:33 schreef GlowMouse het volgende:
2x = 32, dan is x toch niet zo lastig te vinden?
2*2*2*2*2 = 5

Maar is hier ook een rekenregel voor, lijkt me wel toch.
Kan hem niet vinden en weet het niet meer, is al lang geleden die logaritmes
GlowMousewoensdag 19 september 2012 @ 19:38
die is er niet
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 19:40
quote:
14s.gif Op woensdag 19 september 2012 19:38 schreef GlowMouse het volgende:
die is er niet
Oke, weet ik genoeg. Dankje :*
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 19:46
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 19:35 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Maar is hier ook een rekenregel voor, lijkt me wel toch.
Kan hem niet vinden en weet het niet meer, is al lang geleden die logaritmes
Gebruik superscript om het grondtal van de logaritme aan te geven. Je hebt:

2log 32 = 2log 25 = 5

In het algemeen is glog gp = p, immers glog gp is de exponent waartoe je het grondtal g moet verheffen om gp te krijgen.

[ Bericht 1% gewijzigd door Riparius op 19-09-2012 19:54:25 ]
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 19:46
quote:
17s.gif Op woensdag 19 september 2012 19:40 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Oke, weet ik genoeg. Dankje :*
Niet zo haastig ...
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 19:59
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 19:46 schreef Riparius het volgende:

[..]

Gebruik superscript om het grondtal van de logaritme aan te geven. Je hebt:

2log 32 = 2log 25 = 5

In het algemeen is glog gp = p, immers glog gp is de exponent waartoe je het grondtal g moet verheffen om gp te krijgen.
Oke.

10 log 0,0001 = x

10log 10-4 = x
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 20:00
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 19:59 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Oke.

10 log 0,0001 = x

10log 10-4 = x
Dan moet je het wel even afmaken:

10log 10-4 = -4
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:01
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:00 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dan moet je het wel even afmaken:

10log 10-4 = -4
Ja oke, leek me wel overduidelijk dus had het niet getypt x]
Maar even kijken om die grondgetallen gelijk te maken dus
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:08
2log1/16 = x

Dus hier kijk moet je kijken hoeveel in het kwadraat 16 is, en daar dan een min voor pleuren?
Oftewel

24 = 16
2-4 = 1/16

x = -4

toch? :P

Maar dat komt eigenlijk op hetzelfde neer als

2log1/16 = x <--> 2x = 1/16
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 20:15
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:08 schreef OhNoes het volgende:
2log1/16 = x

Dus hier kijk moet je kijken hoeveel in het kwadraat 16 is, en daar dan een min voor pleuren?

Niet helemaal: je zoekt een macht van 2 die gelijk is aan 1/16.
quote:
Oftewel

24 = 16
2-4 = 1/16

x = -4

toch? :P

Maar dat komt eigenlijk op hetzelfde neer als

2log1/16 = x <--> 2x = 1/16
Dat is juist. Volgens de definitie van de logaritme is glog a de exponent waartoe je g moet verheffen om a te krijgen, dus:

glog a = b is equivalent met gb = a
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:18
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:15 schreef Riparius het volgende:

[..]

Niet helemaal: je zoekt een macht van 2 die gelijk is aan 1/16.

[..]

Dat is juist. Volgens de definitie van de logaritme is glog a de exponent waartoe je g moet verheffen om a te krijgen, dus:

glog a = b is equivalent met gb = a
Ik ken/kan die termen allemaal niet zo goed dus beetje gek verwoord, maar dat bedoelde ik inderdaad
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:20
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:15 schreef Riparius het volgende:

[..]

Niet helemaal: je zoekt een macht van 2 die gelijk is aan 1/16.

[..]

Dat is juist. Volgens de definitie van de logaritme is glog a de exponent waartoe je g moet verheffen om a te krijgen, dus:

glog a = b is equivalent met gb = a
Volgende vraag

2log x = -2

x = 2-2

Hoe reken je een negatieve macht uit zonder rekenmachine?
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 20:22
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:20 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Volgende vraag

2log x = -2

x = 2-2

Hoe reken je een negatieve macht uit zonder rekenmachine?
Maak gebruik van de rekenregel:

a-p = 1/ap
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:23
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Maak gebruik van de rekenregel:

a-p = 1/ap
Dat was hem.
Sorry, als ik eenmaal dingen begin te vragen worden mijn hersens lui en vergeten ze de meest simpele dingen :(
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:53
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Maak gebruik van de rekenregel:

a-p = 1/ap
Hoe splits je een logaritme?

Zeg maar:

Log (x + 2)
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 20:56
Niet.
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:57
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:56 schreef Amoeba het volgende:
Niet.
Kan dus alleen als binnen de haakjes het product staat van 2 getallen? of het quotiënt dus
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 20:58
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:57 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Kan dus alleen als binnen de haakjes het product staat van 2 getallen? of het quotiënt dus
Correct.
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:59
maar log (x + 2) = 0 moet je dus uitrekenen op deze manier

10 log (x + 2) = 0

10 log y = 0

y = 100

y = 1

x + 2 = 1

x = -1
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 20:59
Ik kauw mezelf gewoon het antwoord voor, eens even kijken of het goed is
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 20:59
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:56 schreef Amoeba het volgende:
Niet.
log(a + b) = log a + log(1 + b/a)
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:00
Maar ben je letterlijk te lam om De Rekenregels Voor Logaritmen op te zoeken? We zijn geen huiswerkmaakinstituut hier.
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 21:01
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:59 schreef OhNoes het volgende:
maar log (x + 2) = 0 moet je dus uitrekenen op deze manier

10 log (x + 2) = 0

10 log y = 0

y = 100

y = 1

x + 2 = 1

x = -1
Dat is correct, maar die substitutie is hier niet echt nodig.
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:02
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 20:59 schreef Riparius het volgende:

[..]

log(a + b) = log a + log(1 + b/a)
Dat is toch alweer wat verder gevorderd... Dat behandelen ze helemaal nog niet op het vwo (of havo). Vergeef mij. :')
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 21:03
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:02 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Dat is toch alweer wat verder gevorderd... Dat behandelen ze helemaal nog niet op het vwo (of havo). Vergeef mij. :')
Je zou toch moeten zien dat a(1 + b/a) = a + b
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:04
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:01 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dat is correct, maar die substitutie is hier niet echt nodig.
Ik mis een regel. y = x + 2
Formeel ben je toch verplicht om dit te definieren?
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:05
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:03 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je zou toch moeten zien dat a(1 + b/a) = a + b
Dat zag ik pas na m'n post. :') En dan heb je nog steeds een logaritme met zowel a als b. Ik dacht dat OhNoes doelde op een splitsing van x en 2..
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 21:05
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:04 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Ik mis een regel. y = x + 2
Formeel ben je toch verplicht om dit te definieren?
Absoluut, dat had ik over het hoofd gezien.
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 21:08
quote:
15s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:00 schreef Amoeba het volgende:
Maar ben je letterlijk te lam om De Rekenregels Voor Logaritmen op te zoeken? We zijn geen huiswerkmaakinstituut hier.
Het is allemaal herhaling, heb het al een jaar of 1,5 niet meer gedaan.
Kan wel die regeltjes allemaal dom gaan lezen, maar door het te doen leer je sneller van.
Je pakt dingen ook sneller op als je interactie over het onderwerp hebt met anderen, ipv alleen maar lezen lezen lezen.
Maargoed, je hoeft niet te helpen als je niet wilt. :{
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:08
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:05 schreef Riparius het volgende:

[..]

Absoluut, dat had ik over het hoofd gezien.
Ik zei vandaag nog dat je altijd scherp was. _O-

Kan de beste overkomen. :*
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 21:08
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:04 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Ik mis een regel. y = x + 2
Formeel ben je toch verplicht om dit te definieren?
Formeel, formeel..
Het is maar huiswerk, zolang ik het snap.
Denk ik schrijf het even allemaal lang uit voor de duidelijkheid x]
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:09
quote:
13s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:08 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Het is allemaal herhaling, heb het al een jaar of 1,5 niet meer gedaan.
Kan wel die regeltjes allemaal dom gaan lezen, maar door het te doen leer je sneller van.
Je pakt dingen ook sneller op als je interactie over het onderwerp hebt met anderen, ipv alleen maar lezen lezen lezen.
Maargoed, je hoeft niet te helpen als je niet wilt. :{
Het zijn echt basisvraagjes. Zodra je op Google zoekt naar het vetgedrukte kom je al je antwoorden tegen.. Door zelf te doen leer je het meeste.
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:10
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:08 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Formeel, formeel..
Het is maar huiswerk, zolang ik het snap.
Denk ik schrijf het even allemaal lang uit voor de duidelijkheid x]
Wiskundig gezien moet het allemaal wel kloppen he...
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 21:10
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:08 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Formeel, formeel..
Het is maar huiswerk, zolang ik het snap.
Denk ik schrijf het even allemaal lang uit voor de duidelijkheid x]
Wacht maar tot je gaat programmeren en vergeet een variabele te declareren ...
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 21:13
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:10 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Wiskundig gezien moet het allemaal wel kloppen he...
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 21:10 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wacht maar tot je gaat programmeren en vergeet een variabele te declareren ...
Ja, oke.
Maar de y was eigenlijk niet eens nodig.
(x+2) voldeed ook wel, weet niet waarom ik hem toevoegde ..
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 21:16
Als je hem toevoegt, doe het dan wel goed. Nu is het, formeel gezien, een warboel.
thenxerowoensdag 19 september 2012 @ 21:56
Als een wiskundige aan de slag gaat mag het in het begin ook best een warboel zijn. Uiteindelijk zul je wel alle ballen moeten verzamelen ;)
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 22:08
Even nog een vraagje, ik moet y uitdrukken in x.

elog(y/2) = -x
elog y = elog (2) - x
y = e e log(2) - x

Nu keek ik naar het antwoord, en was het: y = 2 * e -x

Dus ik ging verder uitwerken
y = e e log(2) - x
y = e e log(2) * e - x
y = 2 * e - x

Nou, helemaal mooi, dat kwam uit.
Maar nu bij de volgende kom ik er niet uit hoe ik nou verder moet uitwerken.

2 log y = 4 log x
y = 2 4 log x

Antwoord moet zijn y = √x

Dus ik keek al even naar

y1 = 2 4 log x
1 = 4log x
x = 41
x = 4
2 4 log 4

Hier kwam ik vast te zitten, want:
4 log 4 = 1
2 4 log 4
21
oke nu snap ik mezelf niet meer
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 22:09
volgens mij zit de fout hier ergens

y1 = 2 4 log x
1 = 4log x
x = 41
x = 4
2 4 log 4
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 22:11
Grondgetallen y en 2 zijn niet gelijk, dus dat was sowieso een fout.
Maar hoe dan verder? :?
VanishedEntitywoensdag 19 september 2012 @ 22:12
gebruik alog(x) = ln(x) / ln(a)
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 22:16
Gebruik voor het natuurlijke logaritme, dus met het getal van Euler als grondtal, de term ln(x).

Waarom laat je ineens x weg? 4log(x) ≠ 1.
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 22:18
quote:
3s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:12 schreef VanishedEntity het volgende:
gebruik alog(x) = ln(x) / ln(a)
Dit. Wederom had je even de rekenregels voor logaritmen op kunnen zoeken..

Je bedoelt vast log(x)/log(a)?
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 22:18
quote:
3s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:12 schreef VanishedEntity het volgende:
gebruik alog(x) = ln(x) / ln(a)
In mijn boek staat dit:

Als g = 10 schrijven we log a in plaats van 10 log a; log a heet de gewone logaritme van a.
Als g = e (= 2,7182818...) schrijven we ln a in plaats van e log a; ln a heet de natuurlijke logaritme van a. op het getal e komen we uitgebreid terug in hoofdstuk 4.

Is het dan niet
log x / log a - en dus niet, wat jij zegt - e log x / e log a?
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 22:21
Schrijf eens ln(a) voor elog(a) ! Dat is er niet voor niets.
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 22:26
quote:
1s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:21 schreef Amoeba het volgende:
Schrijf eens ln(a) voor elog(a) ! Dat is er niet voor niets.
Oke, sorry

Maar 2 4 log x

is

2 log x / log 4

Is dit dan gelijk aan

2 log x / 2 log 4

?
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 22:28
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:08 schreef OhNoes het volgende:
Even nog een vraagje, ik moet y uitdrukken in x.

2 log y = 4 log x

Eerst zorgen dat de grondtallen van de logaritmen in beide leden gelijk worden. Hiervoor maak je gebruik van de rekenregel:

blog a = glog a / glog b

Dus krijgen we:

2log y = 2log x / 2log 4

Nu is 2log 4 = 2, dus hebben we:

2log y = ½∙2log x

Nu breng je de factor ½ onder het log teken. We maken dus gebruik van de rekenregel:

p∙glog a = glog ap

Dus krijgen we:

2log y = 2log x1/2

En dus:

y = x1/2
Trinitrobenzeenwoensdag 19 september 2012 @ 22:29
Kan iemand mij misschien vertellen hoe het boek voor Wiskunde A op VWO 6 niveau heet? Ik snap de indeling van Getal & Ruimte niet echt.
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 22:34
Nee.


xn/xm=xn-m
VanishedEntitywoensdag 19 september 2012 @ 22:34
alog(x) = ln(x) / ln(a) is de kortste manier om de techniek van het veranderen van logaritmische grondtallen te laten zien, bijv. 2log(x) = 10log(x) / 10log(2) .

Als we die techniek op het rechterlid gebruiken krijgen we:

2log(y) = 4log(x)

2log(y) = 2log(x) / 2log(4)

wat we verder kunnen vereenvoudigen tot 2log(y) = 2log(x) / 2

2log(y) = 1/2 * 2log(x)

en met de regel ln(ab) = b*ln(a) kunnen we daarvan maken

2log(y) = 2log(x1/2) = 2log(√x)

2log(y) = 2log(√x)

nu in beide leden de logaritmen wegwerken

y = √x
OhNoeswoensdag 19 september 2012 @ 22:36
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:28 schreef Riparius het volgende:

[..]

Eerst zorgen dat de grondtallen van de logaritmen in beide leden gelijk worden. Hiervoor maak je gebruik van de rekenregel:

blog a = glog a / glog b

Dus krijgen we:

2log y = 2log x / 2log 4

Nu is 2log 4 = 2, dus hebben we:

2log y = ½∙2log x

Nu breng je de factor ½ onder het log teken. We maken dus gebruik van de rekenregel:

p∙glog a = glog ap

Dus krijgen we:

2log y = 2log x1/2

En dus:

y = x1/2
Dankje

Klein vraagje nog, op het begin gebruik je deze regel

blog a = glog a / glog b

Hoe kom je nu aan grondgetal 2?
Of kan je elk grondgetal naar keuze dan invullen

2log y = 2log x / 2log 4
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 22:37
Ja het klopt wel, omdat de grondtallen gelijk zijn. Daarmee zei ik het eigenlijk ook fout met mijn logx/loga omdat dit het Briggse logaritme is.
Amoebawoensdag 19 september 2012 @ 22:38
Het maakt inderdaad niet uit welk logaritme je pakt. VE nam het natuurlijke, ik het Briggse om je de rekenregel aan te wijzen. Riparius gaf 'm in z'n geheel...
Ripariuswoensdag 19 september 2012 @ 22:40
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:36 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Dankje

Klein vraagje nog, op het begin gebruik je deze regel

blog a = glog a / glog b

Hoe kom je nu aan grondgetal 2?
Of kan je elk grondgetal naar keuze dan invullen

2log y = 2log x / 2log 4
Met deze regel kun je een logaritme altijd omzetten naar een logaritme met ieder ander gewenst grondtal. Ik kies hier voor omzetten naar grondtal 2 omdat het linkerlid grondtal 2 heeft en ik de grondtallen in linker- en rechterlid aan elkaar gelijk wil maken.
lyolyrcwoensdag 19 september 2012 @ 22:42
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:29 schreef Trinitrobenzeen het volgende:
Kan iemand mij misschien vertellen hoe het boek voor Wiskunde A op VWO 6 niveau heet? Ik snap de indeling van Getal & Ruimte niet echt.
Volgens dit document lijkt me dat je het derde boek op de 4e pagina nodig hebt. Maar je kunt het natuurlijk beter navragen aan een docent.
Trinitrobenzeenwoensdag 19 september 2012 @ 22:44
quote:
0s.gif Op woensdag 19 september 2012 22:42 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Volgens dit document lijkt me dat je het derde boek op de 4e pagina nodig hebt. Maar je kunt het natuurlijk beter navragen aan een docent.
Zal ik ook zeker doen, wou alleen nu alvast wat uitzoeken, hartstikke bedankt (7)
Thasdonderdag 20 september 2012 @ 04:43
Als je kan laten zien dat een joint probability density function (volgens Wikipedia "simultane verdeling" in NL) tot de exponentiële familie/klasse behoort, heb je dan ook meteen laten zien dat dat voor de individuele probability density function ook geldt? Het lijkt me namelijk van wel, maar ik vertrouw mezelf niet :')
Dale.vrijdag 21 september 2012 @ 19:12
nvm

[ Bericht 99% gewijzigd door Dale. op 22-09-2012 22:18:08 ]
kutkloon7vrijdag 21 september 2012 @ 19:25
Iemand ervaring met dit boek over analyse?
Ik zag dat het bij de aanbevolen boeken stond voor het vak functies en reeksen, wat ik dit jaar volg. Ik zag ook dat er een ander boek bij stond waarvan ik toevallig weet dat ik er niet echt wat mee kan (te ingewikkeld, gebruikt definities en technieken die ik niet ken).

Ik loop wat achter met het vak (en analyse in het algemeen), dus ik vroeg me af of dit boek misschien zou helpen. Maar als iemand anders aanraders heeft hoor ik het natuurlijk ook graag :)
thenxerovrijdag 21 september 2012 @ 19:31
Je krijgt toch gewoon een dictaat bij dat vak?

Ik heb geen ervaring met die boeken, maar ik zie wel dat de inhoudsopgave wel een hele hoop andere onderwerpen bevat dan hoe het vak een paar jaar geleden gegeven werd. Fourierreeksen werden maar heel kort behandeld (2 weken ofzo), dus het lijkt me een beetje overbodig om daar een heel boek voor te kopen.
#ANONIEMvrijdag 21 september 2012 @ 20:25
Beste mensen,

zouden jullie mij kunnen helpen met vraag 5 en 6? Het probleem is, dat ik niet weet waar deze symbolen voor staan.

http://i.imgur.com/GdxNw.jpg

Wat ik heb gedaan:

1.04 * (1.04^28 : 0.04). ANS x 100. Waarom is dit fout? Dit is vraag 5 waar ik het nu over heb. Bij vraag 6 heb ik dezelfde methode gebruikt alleen dan ^30 ipv ^31 want dan is k = 1 ipv k = 0.

Help mij!
Amoebavrijdag 21 september 2012 @ 20:33
Het zijn somrijen, ofwel je neemt de som van alle gehele getallen tussen k=a en k=b, voor de functie beschreven in de somrij.
#ANONIEMvrijdag 21 september 2012 @ 21:00
quote:
7s.gif Op vrijdag 21 september 2012 20:33 schreef Amoeba het volgende:
Het zijn somrijen, ofwel je neemt de som van alle gehele getallen tussen k=a en k=b, voor de functie beschreven in de somrij.
Welke is k a en welke is k b?
Ripariusvrijdag 21 september 2012 @ 21:04
quote:
0s.gif Op vrijdag 21 september 2012 20:25 schreef eMazing het volgende:
Beste mensen,

zouden jullie mij kunnen helpen met vraag 5 en 6? Het probleem is, dat ik niet weet waar deze symbolen voor staan.

http://i.imgur.com/GdxNw.jpg
De Griekse hoofdletter Σ (sigma) is hier gebruikt als somteken. Bij vraag 5 bijvoorbeeld is het de bedoeling dat je de som bepaalt van de uitdrukkingen van de gedaante 1,04k waarbij je k laat lopen van 0 t/m 27.
quote:
Wat ik heb gedaan:

1.04 * (1.04^28 : 0.04). ANS x 100. Waarom is dit fout? Dit is vraag 5 waar ik het nu over heb.
De termen waarvan je de som moet bepalen vormen een zogeheten meetkundige reeks. Weet je hoe je de som bepaalt van een (eindige) meetkundige reeks?
#ANONIEMvrijdag 21 september 2012 @ 21:12
quote:
0s.gif Op vrijdag 21 september 2012 21:04 schreef Riparius het volgende:

[..]

De Griekse hoofdletter Σ (sigma) is hier gebruikt als somteken. Bij vraag 5 bijvoorbeeld is het de bedoeling dat je de som bepaalt van de uitdrukkingen van de gedaante 1,04k waarbij je k laat lopen van 0 t/m 27.

[..]

De termen waarvan je de som moet bepalen vormen een zogeheten meetkundige reeks. Weet je hoe je de som bepaalt van een (eindige) meetkundige reeks?
Ja, t1 x (1-r^(n) / 1-r)

Maar zo makkelijk is het niet? Bij de ene is het getal onder het sigma teken 0, bij de andere 1. Hoe moet ik dit aanpakken?
Ripariusvrijdag 21 september 2012 @ 21:25
quote:
0s.gif Op vrijdag 21 september 2012 21:12 schreef eMazing het volgende:

[..]

Ja, t1 ∙ ((1-rn)/(1-r))

Maar zo makkelijk is het niet? Bij de ene is het getal onder het sigma teken 0, bij de andere 1. Hoe moet ik dit aanpakken?
De formule is op zich wel in orde (maar gebruik sub- en superscript en geen letter x als teken voor vermenigvuldiging), maar je struikelt hier ook meteen over je starre interpretatie van de formule. Die k is een index die de opeenvolgende termen van een label voorziet, maar het hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn dat de eerste term de index k = 1 heeft. Dat mag ook best k = 1000 zijn of zo.

Je kunt de formule voor de som van de termen van een (eindige) meetkundige reeks beter in woorden onthouden, als volgt: de som van een (eindige) meetkundige reeks is gelijk aan het verschil van de 'eerstvolgende' term en de eerste term, gedeeld door het verschil van de reden en één.

Zo vind je voor de som van de eerste reeks (opgave 5) dus:

(1,0428 - 1)/(1,04 -1)

Dit moet je uiteraard nog met die factor 100 vermenigvuldigen die voor het somteken staat.
thabitvrijdag 21 september 2012 @ 21:49
quote:
7s.gif Op vrijdag 21 september 2012 19:12 schreef Dale. het volgende:
Vraagje... ik heb de volgende matrix A:

[ afbeelding ]

Hiervan moet ik [ afbeelding ] bepalen. Om dit uit te rekenen moet ik eerst [ afbeelding ] voor bepalen. Hieruit krijg ik (wel m.b.v. wolfram alpha, http://www.wolframalpha.c(...)2C+-1%2C+0%5D%5D%5Ek, maar ook gecontroleerd voor de gevallen k = {0..4}) het volgende:

[ afbeelding ]

Nu krijg ik dus voor [ afbeelding ] het volgende...

[ afbeelding ]

Nu kom ik voor een aantal elementen van de matrix wel op het correcte antwoord, [ afbeelding ], [ afbeelding ], [ afbeelding ]

Echter als ik nu [ afbeelding ] uitwerk krijg ik:
[ afbeelding ]

Terwijl dit [ afbeelding ] zou moeten zijn... Waar maak ik de fout? Of klopt de uitwerking van Wolfram Alpha niet (alhoewel die wel dus iig voor de eerste 5 k's, 0..4, klopt).
Ik zou persoonlijk niet met zulke formules gaan kutten, maar eerst de eigenwaarden van die matrix uitrekenen.
DeGemaskerdeMuchachozaterdag 22 september 2012 @ 11:43
Vraagje: schrijf in standaardvorm:
√(4/27)

Waar ik op uitkom: √(4/27) = √4/√27 x √27/√27 = √108/27
√108/27 = (36/27)√3 = (12/9)√3

Het antwoord moet zijn (2/9)√3

Beats me..
thenxerozaterdag 22 september 2012 @ 12:10
\sqrt{\frac{4}{27}} = \frac{2}{\sqrt{27}} = \frac{2}{3\sqrt{3}} = \frac{2}{9}\sqrt{3}

Je maakt ergens de fout dat \sqrt{36} = 36 . Als je dat fixt wordt je antwoord 6x zo klein, en dan ben je er. Maar zoals je ziet is het makkelijker om grote getallen te vermijden.

[ Bericht 2% gewijzigd door thenxero op 22-09-2012 12:16:24 ]
DeGemaskerdeMuchachozaterdag 22 september 2012 @ 12:21
Aah top, dat is het. Wederom bedankt voor je hulp!
#ANONIEMzaterdag 22 september 2012 @ 14:19
quote:
0s.gif Op vrijdag 21 september 2012 21:25 schreef Riparius het volgende:

[..]

Zo vind je voor de som van de eerste reeks (opgave 5) dus:

(1,0428 - 1)/(1,04 -1)

Dit moet je uiteraard nog met die factor 100 vermenigvuldigen die voor het somteken staat.
Wat moet ik met t1 doen? En is het niet (1 - 1.0428 - 1)/(1 - 1.04)? Dus de 1 en de r omgedraaid? Zo staat de formule namelijk in mijn boek.
thenxerozaterdag 22 september 2012 @ 14:39
\frac{a-b}{c-d} = \frac{b-a}{d-c}
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 14:46
quote:
14s.gif Op zaterdag 22 september 2012 14:39 schreef thenxero het volgende:
\frac{a-b}{c-d} = \frac{b-a}{d-c}
Want:

\frac{a-b}{c-d} = \frac{-1(a-b)}{-1(c-d)}
DeGemaskerdeMuchachozaterdag 22 september 2012 @ 15:19
Loop weer ergens tegen aan:
Ontbind in factoren:
(15a^5 - 8b^4)(15a^5 + 8b^4)
= 15a(15a^5 + 8b^4) -8b^4(15a^5 + 8b^4)
= 225a^10 + ? - ? - 64b^8

Welke regels hanteer ik bij 15a * 8b^4, en -8b^4 * 15a^5?
thenxerozaterdag 22 september 2012 @ 15:23
Ik snap je vraag niet echt. Maar als je die haakjes wil uitwerken kan je opmerken dat je met een merkwaardig product te maken hebt: (x+y)(x-y) = x² - xy + xy - y² = x² - y² .
Fsmxizaterdag 22 september 2012 @ 15:23
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 15:19 schreef DeGemaskerdeMuchacho het volgende:
Loop weer ergens tegen aan:
Ontbind in factoren:
(15a^5 - 8b^4)(15a^5 + 8b^4)
= 15a(15a^5 + 8b^4) -8b^4(15a^5 + 8b^4)
= 225a^10-64b^8

Welke regels hanteer ik bij 15a * 8b^4, en -8b^4 * 15a^5?
Kwestie (a+b)(a-b)=a^2-b^2
Dus (15a^5)^2-(8b^4)^2 = 225a^10-64b^8

[ Bericht 0% gewijzigd door Fsmxi op 22-09-2012 17:07:10 ]
DeGemaskerdeMuchachozaterdag 22 september 2012 @ 15:27
aaah :) mijn dank is groot
Ripariuszaterdag 22 september 2012 @ 15:48
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 14:19 schreef eMazing het volgende:

[..]

Wat moet ik met t1 doen?
Dit is de eerste term. En aangezien je termen van de gedaante 1,04k zijn met k = 0..27 heb je dus t1 = 1,040 = 1.
quote:
En is het niet (1 - 1.0428 - 1)/(1 - 1.04)?
Nee, want hier pruts je er een extra term -1 bij die hier niet hoort. Je kunt de uitdrukking voor de som van de termen uiteraard wel opschrijven als

(1 - 1,0428)/(1 - 1,04)

quote:
Dus de 1 en de r omgedraaid? Zo staat de formule namelijk in mijn boek.
Je moet je niet zo vastbijten in formules, en vooral niet in formules die je (nog) niet begrijpt. Gebruik nu maar mijn formulering in woorden om een meetkundige reeks te sommeren, dan is de kans op vergissingen een stuk kleiner.

Nog beter is het als je ook echt begrijpt waarom de somformule voor een meetkundige reeks is zoals die is. Laten we zeggen dat we een meetkundige reeks hebben met n termen genaamd t1 t/m tn. De som is dan:

(1) S = t1 + t2 + ... + tn-1 + tn

Vermenigvuldig je nu beide leden van (1) met de reden r van deze meetkundige reeks, dan schuiven alle termen een plaatsje op, want r is immers het vaste getal waarmee je een term moet vermenigvuldigen om de volgende term te verkrijgen. Dus hebben we:

(2) r∙S = t2 + t3 + ... + tn + tn+1

Trekken we nu de leden van (1) af van de leden van (2), dan vallen in het rechterlid bijna alle termen tegen elkaar weg, behalve tn+1, want die zit niet in (1), en t1, want die zit niet in(2). Dus krijgen we:

(3) r∙S - S = tn+1 - t1

Nu kun je in het linkerlid van (3) S buiten haakjes halen en hebben we:

(4) (r - 1)∙S = tn+1 - t1

En beide leden delen door r - 1 (mits r ongelijk is aan 1) geeft dan:

(5) S = (tn+1 - t1)/(r - 1)

En je ziet, dit is precies wat ik hierboven in woorden heb weergegeven: de som van een (eindige) meetkundige reeks is gelijk aan het verschil van de 'eerstvolgende' term en de eerste term, gedeeld door het verschil van de reden en één.

Omdat elke volgende term wordt verkregen door de voorafgaande term met de reden r te vermenigvuldigen, geldt in het algemeen:

(6) tn = t1∙rn-1

En dus ook (vervang n door n+1):

(7) tn+1 = t1∙rn

Substitueren we nu (7) in onze somformule (5), dan krijgen we dus:

(8) S = (t1∙rn - t1)/(r - 1)

En t1 buiten haakjes halen in (8) geeft dan:

(9) S = t1∙(rn - 1)/(r - 1)

Uiteraard kunnen we teller en noemer van de breuk in (9) met -1 vermenigvuldigen, zodat we krijgen:

(10) S = t1∙(1 - rn)/(1 - r)

En zie daar, we hebben de 'klassieke' vorm van de somformule zoals die waarschijnlijk ook in je boek staat. Vaak wordt overigens ook de letter a gebruikt voor de eerste term t1. Maar, zoals gezegd, je moet niet proberen dit soort formules uit het hoofd te leren en dan 'blind' met het verstand op nul maar wat in gaan zitten vullen, want daar leer je niets van en dan gaat het meestal ook nog fout. Mijn ervaring is dat je, zoals gezegd, het beste de somformule in woorden kunt onthouden.
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 16:06
Wel een verdomd heldere uitleg dit. Mijn dank, ik wist dit zo ook niet.
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 16:12
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 15:23 schreef Fsmxi het volgende:

[..]

Kwestie (a+b)(a-b)=a^2-b^2
Dus (15a^5)^2-(8b^4)^2=225^10-64^8
Van je laatste regel klopt dus geen fuck vriend.
#ANONIEMzaterdag 22 september 2012 @ 16:44
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 15:48 schreef Riparius het volgende:

Bedankt.

Klopt het trouwens als ik zeg dat een afgeleide altijd in een haakjesformule moet worden geschreven xy(xy + xy + xy), tenzij dit niet kan?
Ripariuszaterdag 22 september 2012 @ 16:50
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 16:44 schreef eMazing het volgende:

[..]

Bedankt.

Klopt het trouwens als ik zeg dat een afgeleide altijd in een haakjesformule moet worden geschreven xy(xy + xy + xy), tenzij dit niet kan?
Ik begrijp je vraag niet. Ben je nu bezig met differentiaalrekening of bedoel je hier iets anders met afgeleide? Indien iets anders, wat dan precies? De uitdrukking die je geeft is te vereenvoudigen tot:

3∙x2y
thenxerozaterdag 22 september 2012 @ 16:56
quote:
1s.gif Op zaterdag 22 september 2012 16:12 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Van je laatste regel klopt dus geen fuck vriend.
Jawel hoor, gewoon wat a'tjes voor de ^ plaatsen :P
Fsmxizaterdag 22 september 2012 @ 17:05
quote:
1s.gif Op zaterdag 22 september 2012 16:12 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Van je laatste regel klopt dus geen fuck vriend.
substitutie a=15a^5 en b= 8b^4
a^2 wordt dus (15a^5)^2, dus 15^2*(a^5)^2-(8)^2*(b^4)^2=225a^10-64b^8

O wacht, zie inderdaad dat ik a's en b's vergen ben, faal aan mijn kant :')
#ANONIEMzaterdag 22 september 2012 @ 17:12
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 16:50 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik begrijp je vraag niet. Ben je nu bezig met differentiaalrekening of bedoel je hier iets anders met afgeleide? Indien iets anders, wat dan precies? De uitdrukking die je geeft is te vereenvoudigen tot:

3∙x2y
Die vraag was een beetje vaag, maar ik denk dat ik het antwoord al weet.

Ik zou nog een vraag willen stellen over die som formule van de image: http://i.imgur.com/GdxNw.jpg

Bij vraag 6 doe ik:

( 1-1.02^(30) ) / (1-1.02)

ANS x 500

Hier komt dan 20284.04 uit, terwijl het antwoord in de buurt ligt: 20689.72. Ik weet zeker dat ik geen invoerfout heb gemaakt, dus wat heb ik verkeerd gedaan? Omdat k=1 mag n gewoon 30 zijn toch? (ipv n+1 = 31) Wat doe ik fout?
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 17:42
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 17:12 schreef eMazing het volgende:

[..]

Die vraag was een beetje vaag, maar ik denk dat ik het antwoord al weet.

Ik zou nog een vraag willen stellen over die som formule van de image: http://i.imgur.com/GdxNw.jpg

Bij vraag 6 doe ik:

( 1-1.02^(30) ) / (1-1.02)

ANS x 500

Hier komt dan 20284.04 uit, terwijl het antwoord in de buurt ligt: 20689.72. Ik weet zeker dat ik geen invoerfout heb gemaakt, dus wat heb ik verkeerd gedaan? Omdat k=1 mag n gewoon 30 zijn toch? (ipv n+1 = 31) Wat doe ik fout?
Jouw vraag weet ik wel te beantwoorden. Je schrijft een functie gewoonlijk in zijn meest simpele vorm op. Soms is dit wat vaag, maar probeer te vereenvoudigen daar waar dat kan. Dus inderdaad, 3x2y is hier een betere oplossing.

Heb je nu Riparius zijn uitleg gelezen of niet?


quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 16:56 schreef thenxero het volgende:

[..]

Jawel hoor, gewoon wat a'tjes voor de ^ plaatsen :P
En b'tjes mag ik hopen. ;) Kwam echt een beetje knullig over... Maar dat doet niets af aan mijn stelling. Wat voor het = teken staat is niet hetzelfde als wat na het = teken staat, dus klopt het niet. Dus niks 'Jawel hoor'. :P

[ Bericht 27% gewijzigd door Amoeba op 22-09-2012 18:22:13 ]
Ripariuszaterdag 22 september 2012 @ 17:44
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 17:12 schreef eMazing het volgende:

[..]

Die vraag was een beetje vaag, maar ik denk dat ik het antwoord al weet.

Ik zou nog een vraag willen stellen over die som formule van de image: http://i.imgur.com/GdxNw.jpg

Bij vraag 6 doe ik:

( 1-1.02^(30) ) / (1-1.02)

ANS x 500

Hier komt dan 20284.04 uit, terwijl het antwoord in de buurt ligt: 20689.72. Ik weet zeker dat ik geen invoerfout heb gemaakt, dus wat heb ik verkeerd gedaan? Omdat k=1 mag n gewoon 30 zijn toch? (ipv n+1 = 31) Wat doe ik fout?
Er zijn 30 termen want k = 1..30. Maar de eerste term is hier 1,021 = 1,02 en niet 1. De som van de reeks bedraagt dus

(1,0231 - 1,02)/(1,02 - 1) = (1,0231 - 1,02)/0,02.

Dit moet je uiteraard nog met de factor 500 vermenigvuldigen die voor het somteken staat.
#ANONIEMzaterdag 22 september 2012 @ 18:46
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 17:42 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Jouw vraag weet ik wel te beantwoorden. Je schrijft een functie gewoonlijk in zijn meest simpele vorm op. Soms is dit wat vaag, maar probeer te vereenvoudigen daar waar dat kan. Dus inderdaad, 3x2y is hier een betere oplossing.

Heb je nu Riparius zijn uitleg gelezen of niet?

[..]

En b'tjes mag ik hopen. ;) Kwam echt een beetje knullig over... Maar dat doet niets af aan mijn stelling. Wat voor het = teken staat is niet hetzelfde als wat na het = teken staat, dus klopt het niet. Dus niks 'Jawel hoor'. :P

Is een eindoplossing van x(x + 2x) simpeler dan x2 + 2x2 dan?

@Riparius, bedankt.
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 19:22
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 18:46 schreef eMazing het volgende:

[..]

Is een eindoplossing van x(x + 2x) simpeler dan x2 + 2x2 dan?

@Riparius, bedankt.
Ja. x(x+2x) is gelijk aan 3x2. Je mag zelf 'beslissen' wat je makkelijker vindt maat. :')
#ANONIEMzaterdag 22 september 2012 @ 19:51
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 19:22 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Ja. x(x+2x) is gelijk aan 3x2. Je mag zelf 'beslissen' wat je makkelijker vindt maat. :')
Haha oke, ja het antwoordenprogramma rekent nu alleen het antwoord met haakjes goed, dus ik dacht dat daar misschien een wiskundige prioriteitsregel voor was.

Ik heb nog één vraag voordat ik stop met jullie lastigvallen: http://i.imgur.com/pYP8A.jpg

Hoe pak ik dit aan? -7x / x2, daarvan weet ik niet wat daar uitkomt?
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 19:59
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 19:51 schreef eMazing het volgende:

[..]

Haha oke, ja het antwoordenprogramma rekent nu alleen het antwoord met haakjes goed, dus ik dacht dat daar misschien een wiskundige prioriteitsregel voor was.

Ik heb nog één vraag voordat ik stop met jullie lastigvallen: http://i.imgur.com/pYP8A.jpg

Hoe pak ik dit aan? -7x / x2, daarvan weet ik niet wat daar uitkomt?
Je gebruikt hierbij de quotiëntregel. Onthoud dit met de regel:

1. nat - tan

Ofwel:
noemer * afgeleide teller - teller * afgeleide noemer

Dit verschil deel je door:
noemer2

Ik ga even het antwoord in een spoiler editten. :*


f(x) = \frac{8x^6+8x^4 - 7x}{x^2}
f'(x) =\frac{x^2(48x^5+32x^3 - 7) -2x(8x^6+8x^4 - 7x) }{x^4}
f'(x) =\frac{(48x^5+32x^3 - 7) - 2(8x^5+8x^3 - 7) }{x^2}
f'(x) = \frac{32x^5+16x^3+7}{x^2}

De laatste regel niet helemaal 'gecontroleerd', maar ik ben er wel van overtuigd dat het goed is. :P

En \frac{-7x}{x^2} = -7x^{-1} , en daarvan bepaal je op de normale wijze de afgeleide. Ofwel 7x-2


En mocht je geïnteresseerd zijn in het bewijs van de quotiëntregel:
http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1531

[ Bericht 16% gewijzigd door Amoeba op 22-09-2012 20:08:52 ]
thenxerozaterdag 22 september 2012 @ 20:01
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 19:51 schreef eMazing het volgende:

[..]

Haha oke, ja het antwoordenprogramma rekent nu alleen het antwoord met haakjes goed, dus ik dacht dat daar misschien een wiskundige prioriteitsregel voor was.

Ik heb nog één vraag voordat ik stop met jullie lastigvallen: http://i.imgur.com/pYP8A.jpg

Hoe pak ik dit aan? -7x / x2, daarvan weet ik niet wat daar uitkomt?
Is dit tegenwoordig universitaire stof? :P
#ANONIEMzaterdag 22 september 2012 @ 20:14
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 19:59 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Je gebruikt hierbij de quotiëntregel. Onthoud dit met de regel:

1. nat - tan

Ofwel:
noemer * afgeleide teller - teller * afgeleide noemer

Dit verschil deel je door:
noemer2

Ik ga even het antwoord in een spoiler editten. :*

f(x) = \frac{8x^6+8x^4 - 7x}{x^2}
f'(x) =\frac{x^2(48x^5+32x^3 - 7) -2x(8x^6+8x^4 - 7x) }{x^4}
f'(x) =\frac{(48x^5+32x^3 - 7) - 2(8x^5+8x^3 - 7) }{x^2}
f'(x) = \frac{32x^5+16x^3+7}{x^2}

De laatste regel niet helemaal 'gecontroleerd', maar ik ben er wel van overtuigd dat het goed is. :P

En \frac{-7x}{x^2} = -7x^{-1} , en daarvan bepaal je op de normale wijze de afgeleide. Ofwel 7x-2

En mocht je geïnteresseerd zijn in het bewijs van de quotiëntregel:
http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1531

`
Holy shit, ik ben een mongool dat ik deze regel ben vergeten. Bedankt man.
VanishedEntityzaterdag 22 september 2012 @ 20:15
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 19:59 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Je gebruikt hierbij de quotiëntregel. Onthoud dit met de regel:

1. nat - tan

Ofwel:
noemer * afgeleide teller - teller * afgeleide noemer

Dit verschil deel je door:
noemer2

Ik ga even het antwoord in een spoiler editten. :*

f(x) = \frac{8x^6+8x^4 - 7x}{x^2}
f'(x) =\frac{x^2(48x^5+32x^3 - 7) -2x(8x^6+8x^4 - 7x) }{x^4}
f'(x) =\frac{(48x^5+32x^3 - 7) - 2(8x^5+8x^3 - 7) }{x^2}
f'(x) = \frac{32x^5+16x^3+7}{x^2}

De laatste regel niet helemaal 'gecontroleerd', maar ik ben er wel van overtuigd dat het goed is. :P

En \frac{-7x}{x^2} = -7x^{-1} , en daarvan bepaal je op de normale wijze de afgeleide. Ofwel 7x-2

En mocht je geïnteresseerd zijn in het bewijs van de quotiëntregel:
http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1531

veelste veel werk :{w . Gewoon elke term apart uitdelen en met de machtsregel differentiëren (8>
Amoebazaterdag 22 september 2012 @ 20:19
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 20:15 schreef VanishedEntity het volgende:

[..]

veelste veel werk :{w . Gewoon elke term apart uitdelen en met de machtsregel differentiëren (8>
Dat kan ook.. Ik dacht dat het 'de bedoeling' was het op deze wijze te doen, en ik heb verder toch niet echt iets nuttigs te doen. :P
Ripariuszaterdag 22 september 2012 @ 20:40
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 september 2012 19:51 schreef eMazing het volgende:

[..]

Haha oke, ja het antwoordenprogramma rekent nu alleen het antwoord met haakjes goed, dus ik dacht dat daar misschien een wiskundige prioriteitsregel voor was.
Dat is het grote nadeel van dergelijke geautomatiseerde toetsen. Er gaat niets boven een echte docent die ook echt les geeft en zelf de gemaakte opgaven nakijkt en weer bespreekt. De makers hebben waarschijnlijk niet eens de moeite genomen een beetje intelligente parser te schrijven zodat alle correcte antwoorden ook inderdaad goed worden gerekend. En nee, als je bij dit soort opgaven haakjes weg kunt werken, dan moet je dat ook doen, tenzij de opgave iets anders vraagt of tenzij het laten staan van de haakjes een vervolgopgave juist eenvoudiger maakt.
quote:
Ik heb nog één vraag voordat ik stop met jullie lastigvallen: http://i.imgur.com/pYP8A.jpg

Hoe pak ik dit aan? -7x / x2, daarvan weet ik niet wat daar uitkomt?
Deze zou je uit het blote hoofd op moeten kunnen schrijven, want je ziet natuurlijk direct dat dit gelijk is aan 8x4 + 8x2 - 7x-1 zodat de afgeleide dus wordt 32x3 + 16x + 7x-2. Maar wat zegt het programma als je dit antwoord precies zo invoert?
flopsieszondag 23 september 2012 @ 16:14
 f(x) = \sqrt{x^2+x+4}+x voor  x \leq -1
 f(x) = \frac{2x^3-2x^2-4x}{(x^2-1)(x-2)}  voor  x > -1, x \neq 1, x \neq 2
 f(x) = 4 voor  x =2

is f continu op  (-\infty,1) \cup (1,\infty) ?

Ik kan laten zien dat f continu is op x=-1 en x=2, maar hoe laat ik zien dat f continu (of niet) is op zo'n open interval?

Alvast bedankt
thenxerozondag 23 september 2012 @ 16:56
Heb je een stelling die zegt dat wortels continu zijn? En polynomen? etc

Om dit helemaal met een epsilon delta bewijs te doen is niet makkelijk, maar met zulke stellingen voorhanden ben je zo klaar.
MouzurXzondag 23 september 2012 @ 16:59
Ze zeggen hier:
sin(x+y) = sin(x)*cos(y) + cos(x)*sin(y)

Maar wat is y?
Hiervoor werd er alleen gebruikt van:
Sin(1/3pi) = de y coordinaat van het punt in de bovenste hoek etc.

Maar nu gaan ze x+y doen? Ik dacht dat je bij sin een hoek moest invullen? Wat is X dan en wat is Y?
flopsieszondag 23 september 2012 @ 17:05
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 16:56 schreef thenxero het volgende:
Heb je een stelling die zegt dat wortels continu zijn? En polynomen? etc

Om dit helemaal met een epsilon delta bewijs te doen is niet makkelijk, maar met zulke stellingen voorhanden ben je zo klaar.
Ja die heb ik, ik mag zeggen dat polynomen continu zijn op hun domein en wortels ook(zolang de uitdrukking binnen de wortel groter of gelijk is aan 0)
flopsieszondag 23 september 2012 @ 17:10
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 16:56 schreef thenxero het volgende:
Heb je een stelling die zegt dat wortels continu zijn? En polynomen? etc

Om dit helemaal met een epsilon delta bewijs te doen is niet makkelijk, maar met zulke stellingen voorhanden ben je zo klaar.
Ook weet ik dat de functie niet continu is op x=1 zelf, maar hoe laat ik zien dat ie op elk ander punt wel continu is?
Ripariuszondag 23 september 2012 @ 17:14
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 16:59 schreef MouzurX het volgende:
Ze zeggen hier:
sin(x+y) = sin(x)*cos(y) + cos(x)*sin(y)

Maar wat is y?
Hiervoor werd er alleen gebruikt van:
Sin(1/3pi) = de y coordinaat van het punt in de bovenste hoek etc.

Maar nu gaan ze x+y doen? Ik dacht dat je bij sin een hoek moest invullen? Wat is X dan en wat is Y?
De regel die je hier geeft voor de sinus van de som van twee hoeken (resp. rotaties) is een zogeheten additietheorema. Ik ben er zelf niet voor om de (rotatie)hoeken aan te duiden met x of y, want dit geeft vaak aanleiding tot begripsverwarring, dat blijkt hier wel weer.

De sinus van een (rotatie)hoek is meetkundig gedefinieerd als de y-coördinaat van het beeldpunt van (1;0) bij rotatie om de oorsprong over de gegeven hoek. Drukken we deze (rotatie)hoek uit in radialen, dan geldt bijvoorbeeld sin(π/3) = ½√3. Het is beter om Griekse kleine letters te gebruiken voor rotatiehoeken, dan kun je bijvoorbeeld schrijven:

cos(α+β) = cos α∙cos β - sin α∙sin β
sin(α+β) = sin α∙cos β + cos α∙sin β

Als je een bewijs wil zien voor deze identiteiten, dan moet je dit maar eens bestuderen.
Ripariuszondag 23 september 2012 @ 17:17
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 17:10 schreef flopsies het volgende:

[..]

Ook weet ik dat de functie niet continu is op x=1 zelf, maar hoe laat ik zien dat ie op elk ander punt wel continu is?
Je hoeft feitelijk alleen nog maar de continuïteit van je functie aan te tonen voor x = -1 en x = 2.
MouzurXzondag 23 september 2012 @ 17:53
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 17:14 schreef Riparius het volgende:

[..]

De regel die je hier geeft voor de sinus van de som van twee hoeken (resp. rotaties) is een zogeheten additietheorema. Ik ben er zelf niet voor om de (rotatie)hoeken aan te duiden met x of y, want dit geeft vaak aanleiding tot begripsverwarring, dat blijkt hier wel weer.

De sinus van een (rotatie)hoek is meetkundig gedefinieerd als de y-coördinaat van het beeldpunt van (1;0) bij rotatie om de oorsprong over de gegeven hoek. Drukken we deze (rotatie)hoek uit in radialen, dan geldt bijvoorbeeld sin(π/3) = ½√3. Het is beter om Griekse kleine letters te gebruiken voor rotatiehoeken, dan kun je bijvoorbeeld schrijven:

cos(α+β) = cos α∙cos β - sin α∙sin β
sin(α+β) = sin α∙cos β + cos α∙sin β

Als je een bewijs wil zien voor deze identiteiten, dan moet je dit maar eens bestuderen.
Dat maakt het veel duidelijker, dank je :)
thenxerozondag 23 september 2012 @ 18:34
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 17:05 schreef flopsies het volgende:

[..]

Ja die heb ik, ik mag zeggen dat polynomen continu zijn op hun domein en wortels ook(zolang de uitdrukking binnen de wortel groter of gelijk is aan 0)
Dan ben je er toch? Je moet continuïteit op x=-1 checken omdat je daar eigenlijk van de ene op de andere functie overstapt. Dan moeten de boven en onderlimiet wel dezelfde waardes geven. Op x=1 hoef je niet te kijken vanwege de vraagstelling, en op x=2 moet je even checken omdat je daar een punt toevoegt. De stellingen garanderen continuïteit op de rest van R.
#ANONIEMzondag 23 september 2012 @ 20:52
Beste mensen,

ik heb nog 3 vragen waar ik bepaalde stappen van niet begrijp: http://i.imgur.com/QPaDb.jpg

Vraag 4, 5 en 6.

Laat ik bij vraag 4 beginnen. Ik heb gegoogled op de change-of-base formule. Echter zijn alle voorbeelden die ik daar zie simpele gevallen zoals 3log(x) en deze is wat moeilijker. Hoe pas ik deze formule hier toe?

Vraag 5: bij de laatste stap is ln9 opeens weg (woprdt niet vereenvoudigd) en wordt ln3 een negatief getal (-1/5 ln3). Waarom? Wat gebeurt hier?

Vraag 6: Waarom verdwijnt (1/2) opeens en verandert 9x in -9x?

Sorry dat ik jullie lastigval met deze vragen. Ik lees de boeken door, maar vind dat het allemaal erg vaag is. Aan feedback van studiegenoten te horen ben ik niet de enige. Weet je iets niet, ben je fucked, of mag je lekker in de rij staan bij een werkcollege, wat eens per week is.

--
VanishedEntityzondag 23 september 2012 @ 21:01
vraag 4: Ik zou de 3*9log(x) omzetten naar een log met grondtal 3.

2*3log(x) - 3*9log(x) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/3log(9) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/2 = 3 ......... (Remembert; 3log(9) = 2 want 3*3 = 32 = 9)
2*3log(x) - (3/2)*3log(x) = 3
(1/2)*3log(x) = 3
3log(x) = 6
36 = x = 729


Vraag 5: dat hebben ze idioot ranzig uitgelegd zeg 8)7 :r. Zou ik nooit zo doen. Wat ik zou doen is:
e5x-1 = 3/9 = 1/3 =3-1 => 5x-1 = ln(3-1) => 5x-1 = -ln3 => 5x = 1 - ln3 => x = (1 - ln3)/5


Vraag6: ik zou het grondtal (1/2) omzetten naar een echte macht van 2, nl. 2-1. dan krijg je 2x+4 = (1/2)9-2x = 22x-9

[ Bericht 6% gewijzigd door VanishedEntity op 24-09-2012 01:48:27 ]
Unsubzondag 23 september 2012 @ 21:05
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 20:52 schreef eMazing het volgende:
Beste mensen,

ik heb nog 3 vragen waar ik bepaalde stappen van niet begrijp: http://i.imgur.com/QPaDb.jpg

Vraag 4, 5 en 6.

Laat ik bij vraag 4 beginnen. Ik heb gegoogled op de change-of-base formule. Echter zijn alle voorbeelden die ik daar zie simpele gevallen zoals 3log(x) en deze is wat moeilijker. Hoe pas ik deze formule hier toe?

Vraag 5: bij de laatste stap is ln9 opeens weg (woprdt niet vereenvoudigd) en wordt ln3 een negatief getal (-1/5 ln3). Waarom? Wat gebeurt hier?

Vraag 6: Waarom verdwijnt (1/2) opeens en verandert 9x in -9x?

Sorry dat ik jullie lastigval met deze vragen. Ik lees de boeken door, maar vind dat het allemaal erg vaag is. Aan feedback van studiegenoten te horen ben ik niet de enige. Weet je iets niet, ben je fucked, of mag je lekker in de rij staan bij een werkcollege, wat eens per week is.

--
En vraag 5: Ln(3)-ln(9) = Ln(3)-Ln(32) = Ln(3)-2Ln(3) = -Ln(3)

Vraag 6: (1/2)9-2x = (2-1)9-2x = 2-1*(9-2x) = 2-9+2x
Ripariuszondag 23 september 2012 @ 21:22
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 20:52 schreef eMazing het volgende:
Beste mensen,

ik heb nog 3 vragen waar ik bepaalde stappen van niet begrijp: http://i.imgur.com/QPaDb.jpg

Vraag 4, 5 en 6.

Laat ik bij vraag 4 beginnen. Ik heb gegoogled op de change-of-base formule. Echter zijn alle voorbeelden die ik daar zie simpele gevallen zoals 3log(x) en deze is wat moeilijker. Hoe pas ik deze formule hier toe?

Vraag 5: bij de laatste stap is ln9 opeens weg (wordt niet vereenvoudigd) en wordt ln3 een negatief getal (-1/5 ln3). Waarom? Wat gebeurt hier?

Vraag 6: Waarom verdwijnt (1/2) opeens en verandert 9x in -9x?

Sorry dat ik jullie lastigval met deze vragen. Ik lees de boeken door, maar vind dat het allemaal erg vaag is. Aan feedback van studiegenoten te horen ben ik niet de enige. Weet je iets niet, ben je fucked, of mag je lekker in de rij staan bij een werkcollege, wat eens per week is.

--
Er is echt niets vaags aan, en moeilijk is het ook niet. Dit had je allemaal op school moeten leren. Afgaande op je posts hier op FOK van de laatste tijd denk ik dat je gewoon een hoop essentiële basiskennis mist voor de opleiding die je bent gaan doen.
VanishedEntityzondag 23 september 2012 @ 21:44
Nou, ze laten daar wel een aantal stappen weg waardoor het voor een beginner ook zomaar uit de lucht lijkt te komen vallen. Zie mn opmerking over vraag 5; daar gaan ze in 1 keer van 5x-1 = ln(3/9) = ln3 - ln9 naar x = 1/5 - (1/5)*ln3 zonder de tussenstappen 5x-1 = ln(3/9) = ln(1/3) = ln(3-1) => 5x-1 = -ln3 => 5x = 1 - ln3 te laten zien.

Maar ik deel je conclusie dat eMazing teveel basiskennis ontbeert voor zn huidige opleiding, want deze opgaven moet je zonder veel moeite tot een goed einde kunnen brengen.
#ANONIEMzondag 23 september 2012 @ 21:54
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 21:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Er is echt niets vaags aan, en moeilijk is het ook niet. Dit had je allemaal op school moeten leren. Afgaande op je posts hier op FOK van de laatste tijd denk ik dat je gewoon een hoop essentiële basiskennis mist voor de opleiding die je bent gaan doen.
Essentiele basiskennis die misschien niet zo essentieel bleek voor mensen met wiskunde a. Toch bedankt.
Ripariuszondag 23 september 2012 @ 22:08
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 21:54 schreef eMazing het volgende:

[..]

Essentiele basiskennis die misschien niet zo essentieel bleek voor mensen met wiskunde a. Toch bedankt.
Tja, dan denk ik toch dat ze mensen die op school niet genoeg wiskunde hebben gedaan (lees: alleen wiskunde A) maar toch aan een opleiding willen beginnen met een aardige dosis wiskunde eerst een toelatingsexamen zouden moeten laten afleggen, of gewoon niet zouden moeten toelaten. Misschien denk je nu dat het even een paar weken doorbijten is en dat het dan verder allemaal smooth sailing wordt, maar dat is niet zo, het gebrek aan een solide basis zal je verderop ook opbreken.
#ANONIEMmaandag 24 september 2012 @ 00:33
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 22:08 schreef Riparius het volgende:

[..]

Tja, dan denk ik toch dat ze mensen die op school niet genoeg wiskunde hebben gedaan (lees: alleen wiskunde A) maar toch aan een opleiding willen beginnen met een aardige dosis wiskunde eerst een toelatingsexamen zouden moeten laten afleggen, of gewoon niet zouden moeten toelaten. Misschien denk je nu dat het even een paar weken doorbijten is en dat het dan verder allemaal smooth sailing wordt, maar dat is niet zo, het gebrek aan een solide basis zal je verderop ook opbreken.
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 21:01 schreef VanishedEntity het volgende:
vraag 4: Ik zou de 3*9log(x) omzetten naar een log met grondtal 3.

2*3log(x) - 3*9log(x) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/9log(3) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/2 = 3 ......... (Remembert; 9log(3) = 2 want 3*3 = 32 = 9)
2*3log(x) - (3/2)*3log(x) = 3
(1/2)*3log(x) = 3
3log(x) = 6
36 = x = 729

Vraag 5: dat hebben ze idioot ranzig uitgelegd zeg 8)7 :r. Zou ik nooit zo doen. Wat ik zou doen is:
e5x-1 = 3/9 = 1/3 =3-1 => 5x-1 = ln(3-1) => 5x-1 = -ln3 => 5x = 1 - ln3 => x = (1 - ln3)/5

Vraag6: ik zou het grondtal (1/2) omzetten naar een echte macht van 2, nl. 2-1. dan krijg je 2x+4 = (1/2)9-2x = 22x-9
Dank jullie wel.

Ik snap dat mijn basiskennis inderdaad achterloopt. Echter kan ik het beter proberen te snappen. Het probleem ligt hem namelijk in het feit dat het niet duidelijk wordt uitgelegd. Nu snap ik deze dingen dus wel.

--
#ANONIEMmaandag 24 september 2012 @ 00:36
quote:
0s.gif Op zondag 23 september 2012 21:01 schreef VanishedEntity het volgende:
vraag 4: Ik zou de 3*9log(x) omzetten naar een log met grondtal 3.

2*3log(x) - 3*9log(x) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/9log(3) = 3

2*3log(x) - 3*3log(x)/2 = 3 ......... (Remembert; 9log(3) = 2 want 3*3 = 32 = 9)
2*3log(x) - (3/2)*3log(x) = 3
(1/2)*3log(x) = 3
3log(x) = 6
36 = x = 729

cht van 2, nl. 2-1. dan krijg je 2x+4 = (1/2)9-2x = 22x-9
Zou je me deze stap uit kunnen leggen? Wat is de logica dat je opeens bij een quotient komt bij die 2e log?
Ripariusmaandag 24 september 2012 @ 01:58
quote:
0s.gif Op maandag 24 september 2012 00:36 schreef eMazing het volgende:

[..]

Zou je me deze stap uit kunnen leggen? Wat is de logica dat je opeens bij een quotient komt bij die 2e log?
Dat is weer gewoon de rekenregel voor het veranderen van het grondtal van een logaritme toepassen, alleen doet VanishedEntity het wel verkeerd om. We hebben:

blog a = glog a / glog b

Hier is b = 9, a = x, g = 3, dus hebben we:

9log x = 3log x / 3log 9 = ½∙3log x

Je kunt bovenstaande rekenregel ook in de volgende elegante vorm opschrijven, die je wellicht beter kunt onthouden:

glog b ∙ blog a = glog a

Voor een beter begip van deze regel is het goed om eens te zien waarom deze regel eigenlijk geldt. Laten we zeggen dat:

(1) glog b = x en blog a = y

Volgens de definitie van de logaritme is glog b de macht waartoe je g moet verheffen om b te krijgen en is blog a de macht waartoe je b moet verheffen om a te krijgen. Dus is (1) equivalent met:

(2) gx = b en by = a

Maar dan geldt dus:

(3) (gx)y = by = a

Maar aangezien volgens de rekenregels voor machten geldt:

(4) (gx)y = gxy

hebben we dus:

(5) gxy = a

Maar als je nu g tot de macht xy moet verheffen om a te krijgen dan betekent dit volgens de definitie van de logaritme niets anders dan:

(6) xy = glog a

En aangezien volgens (1) x = glog b en y = blog a kunnen we voor (6) dus schrijven:

(7) glog b ∙ blog a = glog a

Aangezien b ≠ 1 en dus glog b ≠ 0 kunnen we beide leden van (7) delen door glog b en krijgen we inderdaad:

(8) blog a = glog a / glog b

Je ziet dus dat (7) en daarmee ook (8) niets anders is dan een eenvoudige consequentie van de bekende rekenregel (4) voor machten en de definitie van de logaritme.
VanishedEntitymaandag 24 september 2012 @ 02:01
We maken hier gebruik van de techniek/formule van/voor het veranderen grondtallen van logaritmen;

blog(x) = alog(x)/alog(b).

Op die manier kunnen we die vervelende 3*9log(x) herschrijven naar eentje met grondtal 3 zodat er aan de linkerkant van de vgl. er veul makkelijker mee te werken valt. Zodoende komen we van 3*9log(x) op 3*3log(x) / 3log(9) oftewel 3*3log(x)/2 .

PS: aub ook even de lijnen

2*3log(x) - 3*3log(x)/9log(3) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/2 = 3 ......... (Remembert; 9log(3) = 2 want 3*3 = 32 = 9)

verbeteren naar

2*3log(x) - 3*3log(x)/3log(9) = 3
2*3log(x) - 3*3log(x)/2 = 3 ......... (Remembert; 3log(9) = 2 want 3*3 = 32 = 9)

in de door jouw gequootte replies van mij in de jouwe.
Gwniemandmaandag 24 september 2012 @ 11:56
Weet iemand hoe je dit moet intypen in je rekenmachine?

e^ 1(4.2)(0.5)

Waar staat dat die E voor? ik kom daar niet uit...
Amoebamaandag 24 september 2012 @ 12:01
e is het getal van Euler.


Als het je boeit:
Stel dat f(x) = ax
Stel dat f'(x) = ax
Dan geldt:

a = e ≈ 2,72

En wat je macht betreft, dat begrijp ik niet helemaal. e zit boven je deeltoets op je GR. second dus.

Wat bedoel je met je macht?

[ Bericht 11% gewijzigd door Amoeba op 24-09-2012 12:22:09 ]
Gwniemandmaandag 24 september 2012 @ 12:23
Nou, het is eigenlijk van statistiek en de formule is..

P(X>30) = e ^(-Lambda * x) = e ^-(4.2) (0.5) = 0.1225

Het gemiddelde is 4.2

Maar het punt is, ik begrijp niet wat ik voor die E moet invullen, ik neem aan dat er een getal ofzo moet komen te staan?
Gwniemandmaandag 24 september 2012 @ 12:27
oh ik heb het al!!

e= 2.71828
Amoebamaandag 24 september 2012 @ 12:28
quote:
0s.gif Op maandag 24 september 2012 12:23 schreef Gwniemand het volgende:
Nou, het is eigenlijk van statistiek en de formule is..

P(X>30) = e ^(-Lambda * x) = e ^-(4.2) (0.5) = 0.1225

Het gemiddelde is 4.2

Maar het punt is, ik begrijp niet wat ik voor die E moet invullen, ik neem aan dat er een getal ofzo moet komen te staan?
Wat heb jij een achterlijk kutte notatie zeg.

e-λ * x
Waarbij geldt:
λ = 4.2
x = ½

Dan schrijf je:

e-4.2 * ½. = e-2.1 ≈ 0,1225
Amoebamaandag 24 september 2012 @ 12:29
quote:
0s.gif Op maandag 24 september 2012 12:27 schreef Gwniemand het volgende:
oh ik heb het al!!

e= 2.71828
Ook dit is niet waar!

e ≈ 2.71828
Getal van Euler

Lees dat eens door als je tot een beter inzicht betreffende het getal van Euler wilt komen.
Gwniemandmaandag 24 september 2012 @ 12:36
Jawel, sorry was onduidelijk want ben beetje in de stress. Maar e is in mijn geval natuurlijke logaritme (poisson verdeling).

13.75 - X
0.613= ________
6

x= 10.07

Hoe kan je berekenen dat X 10.07 is?
Gwniemandmaandag 24 september 2012 @ 12:38
ggrrr

ik bedoel dus

0.613 = 13.75 - X / 6

X= 10.07
Amoebamaandag 24 september 2012 @ 13:38
Serieus? :')

Je kunt die simpele vergelijking niet oplossen?
GoodGawdmaandag 24 september 2012 @ 15:38
quote:
0s.gif Op maandag 24 september 2012 12:38 schreef Gwniemand het volgende:
ggrrr

ik bedoel dus

0.613 = 13.75 - X / 6

X= 10.07
Je gaat die formule omschrijven totdat dat X aan de rechterkant overblijft.

0.613 = ( 13.75 - X ) / 6

1) Eerst wil je die 6 weghebben. Het tegenovergesteld van delen is vermenigvuldiggen. Dus de rechterkant vermendivuldig je met 6. En pief paf poef, weg is de 6.

Maarrrr, wat je rechts doet moet je links ook doen. dus:

0,613 * 6 = 13,75 - X

Dit heb je nu.

2) 13,75 naar de andere kant halen, dat is dus aan beide kanten 13,75 erafhalen:

(0,613 * 6 ) - 13,75 = - X

-10.072 = -X

oftewel X = 10,072


SPOILER
Ik zou wel de basics eerst onder de knie krijgen als ik jou was.
Amoebamaandag 24 september 2012 @ 16:22
En je vergelijking correct opschrijven.

Nu lijkt er te staan:

0,613 = 13,75 - \frac{x}{6}
DeGemaskerdeMuchachomaandag 24 september 2012 @ 18:46
Ok, ik kom er totaal niet meer uit, werk de haakjes uit en vereenvoudig: (a-b)^4 + (a+b)^4
Wat ik op papier heb:

= a(a^3 + 3a^2b + 3ab^2 + b^3) -b(a^3 + 3a^2b + 3ab^2 +b^3) a(a^3 + 3a^2b + 3ab^2 +b^3) b(a^3 + 3a^2b + 3ab^2 +b^3)

= a^4 +3a^3b +3a^2b^2 + ab^3 -a^3b -3a^2b^2 -3ab^3 -b^4 +a^4 +3a^3b +3a^2b^2 +ab^3 +a^3b +3a^2b^2 +3ab^3 +b^4

Ik krijg zo het idee dat dit makkelijker moet kunnen. (als het ál klopt wat ik ervan gemaakt heb)...
VanishedEntitymaandag 24 september 2012 @ 19:04
Gebruik de driehoek van Pascal voor die binomiale expansies; dan krijg je voor de linkerterm

a4 +4*a3b +6*a2b2 +4*ab3 +b4

en voor de rechterterm

a4 -4*a3b +6*a2b2 -4*ab3 +b4

bij elkaar optellen levert dan 2a4 + 12a2b2 + 2b4 op.
DeGemaskerdeMuchachomaandag 24 september 2012 @ 19:17
Aha, dat wordt even goed studeren zie ik! Dankje!

Edit: Het valt mee, snap em! Nogmaals dank :)

[ Bericht 30% gewijzigd door DeGemaskerdeMuchacho op 24-09-2012 19:27:37 ]
Moos.maandag 24 september 2012 @ 20:55
Eigenlijk is het natuurkunde maar goed, het heeft betrekking tot wiskunde. In mijn boek hebben ze het over coödinatentransformatie, dus hoe je van een kromme lijn een rechte maakt, zodat je de constante uit een grafiek kan halen. Dit doen ze door 1 gedeeld door x te doen. Als voorbeeld nemen ze een omgekeerd evenredig verband dus:

y=c/x >> y=c*(1/x)

Maar waarom mag dit? Hoe komen ze opeens bij die 1/x?
Ron.Jeremymaandag 24 september 2012 @ 20:58
quote:
0s.gif Op maandag 24 september 2012 20:55 schreef Moos. het volgende:
Eigenlijk is het natuurkunde maar goed, het heeft betrekking tot wiskunde. In mijn boek hebben ze het over coödinatentransformatie, dus hoe je van een kromme lijn een rechte maakt, zodat je de constante uit een grafiek kan halen. Dit doen ze door 1 gedeeld door x te doen. Als voorbeeld nemen ze een omgekeerd evenredig verband dus:

y=c/x >> y=c*(1/x)

Maar waarom mag dit? Hoe komen ze opeens bij die 1/x?
Delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde:

y = c / (x/1) -> y = c * (1/x)
GoodGawdmaandag 24 september 2012 @ 21:33
Laat maar. Ik ben gekke henkie :')

[ Bericht 5% gewijzigd door GoodGawd op 24-09-2012 21:37:34 (edit) ]
DeGemaskerdeMuchachodinsdag 25 september 2012 @ 00:09
Volgende probleem. Bereken de volgende som:

70
(sigma) (7k - 2)
k=10

Wat ik doe: 0,5n (a1 + an)

Dus 35 (68 + 488)
35*556 = 19.460

Waar gaat dit fout?
Ripariusdinsdag 25 september 2012 @ 01:24
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 00:09 schreef DeGemaskerdeMuchacho het volgende:
Volgende probleem. Bereken de volgende som:

70
(sigma) (7k - 2)
k=10

Wat ik doe: 0,5n (a1 + an)

Dus 35 (68 + 488)
35*556 = 19.460

Waar gaat dit fout?
Je moet iets verder kijken dan je neus lang is: k loopt van 10 t/m 70, dus hoeveel termen zijn er?
#ANONIEMdinsdag 25 september 2012 @ 12:28
In mijn statistiekboek staat:

Variantie berekenen, een voorbeeld:

quote:
s²= 441.6865 / (115-1)
= 41.6865 / 114
en dan nog een stukje verder..

HOEZO IS DIE 4 VAN 400 WEG?! :') :') :')

Vertel me aub dat het een drukfout is :'(
thabitdinsdag 25 september 2012 @ 12:30
Natuurlijk is dat een drukfout.
#ANONIEMdinsdag 25 september 2012 @ 12:30
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 12:30 schreef thabit het volgende:
Natuurlijk is dat een drukfout.
Ik snap er niet echt heel veel van, dus bedankt. Dan ligt het niet aan mij :')
Amoebadinsdag 25 september 2012 @ 15:52
quote:
3s.gif Op maandag 24 september 2012 20:58 schreef Ron.Jeremy het volgende:

[..]

Delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde:

y = c / (x/1) -> y = c * (1/x)
Het klopt wel wat je zegt. Maar in feite is dit gewoon de rekenregel:

  \frac{a}{b}*c  = \frac{ac}{b}
dynamietdinsdag 25 september 2012 @ 17:12
Hoe kan het volgende met de hand worden uitgerekend?
\normalsize \sum_{n=0}^\infty  nx^n = \frac 34

[ Bericht 50% gewijzigd door dynamiet op 25-09-2012 17:31:45 ]
DeGemaskerdeMuchachodinsdag 25 september 2012 @ 17:29
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 01:24 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je moet iets verder kijken dan je neus lang is: k loopt van 10 t/m 70, dus hoeveel termen zijn er?
61
61/2 = 30,5

30,5*556 = 16.958 :) thanks
Ripariusdinsdag 25 september 2012 @ 17:45
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 17:12 schreef dynamiet het volgende:
Hoe kan het volgende met de hand worden uitgerekend?
\normalsize \sum_{n=0}^\infty  nx^n = \frac 34
Dit klopt niet, want de uitdrukking in het linkerlid is afhankelijk van x en dus geen constante. Je had eerst wat anders staan. Als elke term van je reeks is op te vatten als het product van een term uit een rekenkundige reeks en een term met hetzelfde rangnummer uit een meetkundige reeks, dan heb je een zogeheten reken-meetkundige rij. Google daar maar eens op of kijk even hier (maar: er zitten nogal wat typo's in de afleiding in dit linkje. Zie ook hier).

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 25-09-2012 18:40:19 ]
dynamietdinsdag 25 september 2012 @ 17:47
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 17:45 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dit klopt niet, want de uitdrukking in het linkerlid is afhankelijk van x en dus geen constante. Je had eerst wat anders staan. Als elke term van je reeks is op te vatten als het product van een term uit een rekenkundige reeks en een term met hetzelfde rangnummer uit een meetkundige reeks, dan heb je een zogeheten reken-meetkundige rij. Google daar maar eens op of kijk even hier (maar: er zitten nogal wat typo's de afleiding in dit linkje. Zie ook hier.
Idd fout van mij, dit had het moeten zijn:
\normalsize \sum_{n=0}^\infty  n \frac 13^n = \frac 34

Je link lijkt erg nuttig, hier zal ik even verder mee spelen.
Ripariusdinsdag 25 september 2012 @ 18:22
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 17:47 schreef dynamiet het volgende:

[..]

Idd fout van mij, dit had het moeten zijn:
\normalsize \sum_{n=0}^\infty  n \frac 13^n = \frac 34

Je link lijkt erg nuttig, hier zal ik even verder mee spelen.
Het kan ook eleganter als je van differentiaalrekening en integraalrekening gebruik maakt. Stel even x in de plaats van 1/3, dan zijn de termen van je reeks van de gedaante:

(1) n∙xn

Dit zou je moeten doen denken aan een afgeleide, immers als we xn+1 differentiëren naar x dan krijgen we (n+1)∙xn. Dit is niet helemaal hetzelfde als n∙xn, maar we hebben wel:

(2) n∙xn = (n+1)∙xn - xn

En dus hebben we (voor |x| < 1) ook:

(3) Σ n∙xn = Σ (n+1)∙xn - Σ xn

waarbij we de som steeds nemen over n = 0..∞

Als je dus de som kunt bepalen van elk van de beide reeksen in het rechterlid van (3), dan heb je ook de som van de reeks in het linkerlid van (3). Welnu, de tweede reeks in het rechterlid van (3) is eenvoudig, want dit is een meetkundige reeks met eerste term x0 = 1 en reden x, dus hebben we:

(4) Σ xn = 1/(1-x) (|x| < 1)

Maar nu de eerste reeks in het rechterlid van (3). Als we deze termsgewijs primitiveren dan krijgen we als algemene term xn+1, want de afgeleide hiervan is immers (n+1)∙xn. Maar een reeks met als algemene term xn+1 is weer een meetkundige reeks, in dit geval met als eerste term x1 = x en weer x als reden. Dus hebben we:

(5) Σ xn+1 = x/(1-x) (|x| < 1)

En beide leden van (5) differentiëren naar x geeft dan:

(6) Σ (n+1)∙xn = 1/(1-x)2 (|x| < 1)

Dus vinden we op grond van (3), (4) en (6) dat:

(7) Σ n∙xn = 1/(1-x)2 - 1/(1-x) (|x| < 1)

En substitueren van x = 1/3 in (7) geeft dan:

(8) Σ n∙(1/3)n = 1/(2/3)2 - 1/(2/3) = 9/4 - 3/2 = 9/4 - 6/4 = 3/4

QED

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 25-09-2012 18:33:16 ]
dynamietdinsdag 25 september 2012 @ 19:40
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 18:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Het kan ook eleganter als je van differentiaalrekening en integraalrekening gebruik maakt. Stel even x in de plaats van 1/3, dan zijn de termen van je reeks van de gedaante:

(1) n∙xn

Dit zou je moeten doen denken aan een afgeleide, immers als we xn+1 differentiëren naar x dan krijgen we (n+1)∙xn. Dit is niet helemaal hetzelfde als n∙xn, maar we hebben wel:

(2) n∙xn = (n+1)∙xn - xn

En dus hebben we (voor |x| < 1) ook:

(3) Σ n∙xn = Σ (n+1)∙xn - Σ xn

waarbij we de som steeds nemen over n = 0..∞

Als je dus de som kunt bepalen van elk van de beide reeksen in het rechterlid van (3), dan heb je ook de som van de reeks in het linkerlid van (3). Welnu, de tweede reeks in het rechterlid van (3) is eenvoudig, want dit is een meetkundige reeks met eerste term x0 = 1 en reden x, dus hebben we:

(4) Σ xn = 1/(1-x) (|x| < 1)

Maar nu de eerste reeks in het rechterlid van (3). Als we deze termsgewijs primitiveren dan krijgen we als algemene term xn+1, want de afgeleide hiervan is immers (n+1)∙xn. Maar een reeks met als algemene term xn+1 is weer een meetkundige reeks, in dit geval met als eerste term x1 = x en weer x als reden. Dus hebben we:

(5) Σ xn+1 = x/(1-x) (|x| < 1)

En beide leden van (5) differentiëren naar x geeft dan:

(6) Σ (n+1)∙xn = 1/(1-x)2 (|x| < 1)

Dus vinden we op grond van (3), (4) en (6) dat:

(7) Σ n∙xn = 1/(1-x)2 - 1/(1-x) (|x| < 1)

En substitueren van x = 1/3 in (7) geeft dan:

(8) Σ n∙(1/3)n = 1/(2/3)2 - 1/(2/3) = 9/4 - 3/2 = 9/4 - 6/4 = 3/4

QED
Heel erg bedankt! Hier heb ik wat aan :)
Anoonumosdinsdag 25 september 2012 @ 22:43
Als e een idempotent in een commutatieve ring R is dan is (1-e) dat ook en er is een isomorfisme:
R -> R/eR X R/(1-e)R

Dit is me gelukt te bewijzen met de Chinese reststelling.
Hoe laat ik nu zien dat de idempotenten van R bijectief corresponderen met de decomposities van R als bovenstaand product?
Het lukt me niet te laten zien dat R/eR uniek is voor een idempotent e.
Ripariuswoensdag 26 september 2012 @ 02:58
quote:
0s.gif Op dinsdag 25 september 2012 19:40 schreef dynamiet het volgende:

[..]

Heel erg bedankt! Hier heb ik wat aan :)
Het kan korter, bedenk ik me net. Je hebt namelijk:

(1) Σ n∙xn = x∙Σ n∙xn-1

Welnu, we weten dat :

(2) Σ xn = 1/(1-x) (|x| < 1)

Beide leden van (2) differentiëren naar x geeft:

(3) Σ n∙xn-1 = 1/(1-x)2 (|x| < 1)

En beide leden van (3) met x vermenigvuldigen levert dus:

(4) Σ n∙xn = x/(1-x)2 (|x| < 1)

Substitutie van x = 1/3 in (4) geeft dan:

(5) Σ n∙(1/3)n = (1/3)/(2/3)2 = (1/3)∙(9/4) = 3/4

ΟΕΔ

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 27-09-2012 21:21:21 ]
gogoswedenwoensdag 26 september 2012 @ 20:00
iemand hier die wolfram alpha app gekocht heeft?

Is het het geld waard?

(link voor android, hij is er ook voor iOS: klik )
thenxerowoensdag 26 september 2012 @ 20:24
quote:
4s.gif Op woensdag 26 september 2012 20:00 schreef gogosweden het volgende:
iemand hier die wolfram alpha app gekocht heeft?

Is het het geld waard?

(link voor android, hij is er ook voor iOS: klik )
Ik heb hem niet maar gezien de ratings is het geen miskoop. Sowieso is het maar ¤3,17. Als je de gewone wolfram alpha fijn vindt, dan zal je dat ook wel waarderen. Denk alleen dat het niet heel erg veel toevoegt t.o.v. de gewone site.
gogoswedenwoensdag 26 september 2012 @ 20:41
quote:
0s.gif Op woensdag 26 september 2012 20:24 schreef thenxero het volgende:

[..]

Ik heb hem niet maar gezien de ratings is het geen miskoop. Sowieso is het maar ¤3,17. Als je de gewone wolfram alpha fijn vindt, dan zal je dat ook wel waarderen. Denk alleen dat het niet heel erg veel toevoegt t.o.v. de gewone site.
ik zit er een beetje over in dat het met een mobiel toetsenbord natuurlijk veel kutter werken is.
Physicsdonderdag 27 september 2012 @ 02:05
Ik moet de sample mean en covariance uitrekenen van een variabele (vector) x_1 conditioneel op twee variabelen (vectoren) x_2,x_3 met MATLAB. Er is niet genoeg bewijs om aan te nemen dat de variabelen individueel of gezamenlijk normaal verdeeld zijn. Hoe werkt dat (formule/idee, MATLAB code tikken lukt zelf nog wel)?

[ Bericht 2% gewijzigd door Physics op 27-09-2012 10:22:55 ]
Amoebadonderdag 27 september 2012 @ 07:11
quote:
4s.gif Op woensdag 26 september 2012 20:00 schreef gogosweden het volgende:
iemand hier die wolfram alpha app gekocht heeft?

Is het het geld waard?

(link voor android, hij is er ook voor iOS: klik )
Ik heb 'm gepiraat. Geen slechte app, maar de site is beter.
gogoswedendonderdag 27 september 2012 @ 08:12
quote:
1s.gif Op donderdag 27 september 2012 07:11 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Ik heb 'm gepiraat. Geen slechte app, maar de site is beter.
hmm even kijken wat ik zal doen dan.
GlowMousedonderdag 27 september 2012 @ 10:50
quote:
0s.gif Op donderdag 27 september 2012 02:05 schreef Physics het volgende:
Ik moet de sample mean en covariance uitrekenen van een variabele (vector) stochastische vector x_1 conditioneel op twee variabelen (vectoren)stochastische vectoren x_2,x_3 met MATLAB. Er is niet genoeg bewijs om aan te nemen dat de variabelen stochasten individueel of gezamenlijk normaal verdeeld zijn. Hoe werkt dat (formule/idee, MATLAB code tikken lukt zelf nog wel)?
Zonder parametrisch model wordt dat lastig. Of x2/x3 moeten discreet zijn en je voor elke combinatie (x2,x3) veel waarnemingen x1 hebt.
Physicsdonderdag 27 september 2012 @ 10:52
quote:
0s.gif Op donderdag 27 september 2012 10:50 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Zonder parametrisch model wordt dat lastig. Of x2/x3 moeten discreet zijn en je voor elke combinatie (x2,x3) veel waarnemingen x1 hebt.
Nee ik heb een 24x3 data matrix, dus voor elk paar (x2,x3) heb ik één x1.
GlowMousedonderdag 27 september 2012 @ 10:56
Oh, de stochasten zijn niet vectorwaardig. Dan vraag ik me af over wat voor covariantie je het hebt.
Physicsdonderdag 27 september 2012 @ 13:53
Het blijkt nogal een vage vraag te zijn. Uit q-q plots en chi-squared plots is er geen bewijs voor normaliteit, integendeel. En dan in de laatste vraag moeten we opeens de assumptie doen (staat niet bij de opgave) dat de data multivariaat normaal verdeeld is.

Hoe bedoel je dat de stochasten niet vectorwaardig zijn?
GlowMousedonderdag 27 september 2012 @ 14:16
quote:
0s.gif Op donderdag 27 september 2012 13:53 schreef Physics het volgende:
Hoe bedoel je dat de stochasten niet vectorwaardig zijn?
Je stochast is univariaat, en je vector bestaat uit waarnemingen.
Physicsdonderdag 27 september 2012 @ 15:03
quote:
0s.gif Op donderdag 27 september 2012 14:16 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Je stochast is univariaat, en je vector bestaat uit waarnemingen.
Dat klopt, en hoezo zou er dan geen covariantie kunnen zijn tussen de stochasten?
GlowMousedonderdag 27 september 2012 @ 15:05
Tussen welke stochasten?
Physicsdonderdag 27 september 2012 @ 15:35
quote:
0s.gif Op donderdag 27 september 2012 15:05 schreef GlowMouse het volgende:
Tussen welke stochasten?
x_1,x_2,x_3

De data matrix is 24x3 met elke kolom de waarnemingen behorend bij stochast x_i
GlowMousedonderdag 27 september 2012 @ 16:06
quote:
0s.gif Op donderdag 27 september 2012 15:35 schreef Physics het volgende:

[..]

x_1,x_2,x_3
Je had het over "gegeven x_2, x_3", en dan is de covariantie 0 want dan zijn x_2 en x_3 constanten.
Mathemaatvrijdag 28 september 2012 @ 20:22
Weet iemand een goed boek over functionaalanalyse?
Hoplahoplazaterdag 29 september 2012 @ 10:19
Ik heb een vraag over verzamelingenleer en dan in het bijzonder over relaties tussen verzamelingen:

Wanneer is er nou sprake van een transitieve relatie? En geldt deze relatie ook voor een relatie met daarin slechts één element. Wat ik begrepen heb is dat voor een transitieve relatie altijd geldt:<a, b>, <b, c> en dus <c, a>, maar iemand merkte op dat een enkele element (dus bijvoorbeeld <a, b>) ook transitief is.
thabitzaterdag 29 september 2012 @ 11:02
quote:
0s.gif Op zaterdag 29 september 2012 10:19 schreef Hoplahopla het volgende:
Ik heb een vraag over verzamelingenleer en dan in het bijzonder over relaties tussen verzamelingen:

Wanneer is er nou sprake van een transitieve relatie? En geldt deze relatie ook voor een relatie met daarin slechts één element. Wat ik begrepen heb is dat voor een transitieve relatie altijd geldt:<a, b>, <b, c> en dus <c, a>, maar iemand merkte op dat een enkele element (dus bijvoorbeeld <a, b>) ook transitief is.
Misschien moet je de vraag opnieuw stellen zodra je weer nuchter bent, want hier is geen chocola van te maken.
Hoplahoplazaterdag 29 september 2012 @ 12:00
quote:
0s.gif Op zaterdag 29 september 2012 11:02 schreef thabit het volgende:

[..]

Misschien moet je de vraag opnieuw stellen zodra je weer nuchter bent, want hier is geen chocola van te maken.
Mijn vraag is: wanneer is er sprake van transitiviteit? En hoe zit het met een relatie R als er maar één relatie in zit, dus {<a, b>}. Want ik heb begrepen dat bij transitiviteit een driehoeksrelatie speelt, maar dat is blijkbaar niet het enige.
thenxerozaterdag 29 september 2012 @ 12:31
Je vraag blijft vaag. Transitiviteit heb je als aRb en bRc impliceert aRc voor alle elementen a,b,c, waarbij R een relatie is.

Wat is een driehoeksrelatie? Behalve dan drie mensen die een relatie met elkaar hebben. Wat bedoel je met dat er één element in een relatie zit?

Geef anders eens een voorbeeld.
thabitzaterdag 29 september 2012 @ 12:40
In de voorwaarde "als aRb en bRc, dan ook aRc" hoeven a, b, en c niet verschillend te zijn. Is dat wat je met je vraag bedoelt?
thenxerozaterdag 29 september 2012 @ 12:45
Als er één element in je verzameling zit, en dat element heeft een relatie met zichzelf, dan is er sprake van transitiviteit. Want aRb, bRc, aRc worden dan allemaal aRa. En uiteraard:
aRa en aRa ==> aRa.
thabitzaterdag 29 september 2012 @ 12:48
Ook als dat element geen relatie met zichzelf heeft, geldt de implicatie "aRa en aRa -> aRa".
thenxerozaterdag 29 september 2012 @ 12:49
Klopt :)
Hoplahoplazaterdag 29 september 2012 @ 15:31
quote:
0s.gif Op zaterdag 29 september 2012 12:45 schreef thenxero het volgende:
Als er één element in je verzameling zit, en dat element heeft een relatie met zichzelf, dan is er sprake van transitiviteit. Want aRb, bRc, aRc worden dan allemaal aRa. En uiteraard:
aRa en aRa ==> aRa.
Maar als er nou alleen aRb in een relatie zit, dan is er geen sprake van transitiviteit? (Misschien heb ik het niet helemaal goed begrepen hoor.)

Misschien maak ik trouwens een denkfout... Is het zo dan een relatie per definitie op alle elementen in een verzameling slaat? Dus niet dat het slechts enkele elementen heeft?
thabitzaterdag 29 september 2012 @ 15:38
Een relatie slaat op elk paar elementen van de verzameling, en voor elk paar kan de relatie wel of niet gelden. Simpel voorbeeld: neem de verzameling van reële getallen, met als relatie "<" (a is kleiner dan b). Voor elk paar getallen a en b kun je zeggen of a<b wel of niet geldt, zo geldt 1<2 wel, maar 4<3 geldt niet, etc.
thenxerozaterdag 29 september 2012 @ 15:54
Precies. Dus "aRb zit in een relatie" is nogal vaag. Je zegt ook niet: 1<2 zit in een relatie.

Misschien bedoel je dat de relatie aRb slechts voor twee verschillende elementen a en b geldt. Bijvoorbeeld:

Stel je hebt de verzameling X={1,2} en als relatie R heb je <. Dan geldt dus alleen 1<2 (niet 1<1, 2<1, 2<2). Als je wil checken op transitiviteit (dus: a<b en b<c ==> a<c), dan zie je dat je de premisse van de implicatie niet waar kan maken.

Een regel uit de logica is dat "A==>B" waar is als A niet waar is. Dus inderdaad heb je in dit voorbeeld transitiviteit. (en dit verhaal kan je ook weer algemeen maken)

Is dat wat je bedoelt?

[ Bericht 37% gewijzigd door thenxero op 29-09-2012 16:03:24 ]
GoodGawdzaterdag 29 september 2012 @ 21:28
Stond hier gister niet een puzzel met 4 van die sterretjes erin? Repost? :p I like puzzles.
lyolyrczaterdag 29 september 2012 @ 21:35
quote:
0s.gif Op zaterdag 29 september 2012 21:28 schreef GoodGawd het volgende:
Stond hier gister niet een puzzel met 4 van die sterretjes erin? Repost? :p I like puzzles.
Daar stond de puzzel, maar hij is inmiddels weggehaald: [Bèta overig] Huiswerk- en vragentopic

Volgens mij was het een 8*8 raster met 4 sterretjes op de diagonaal van linksboven naar rechtsonder. Ik meen dat de opdracht was om het raster in vier gelijkvormige delen op te delen, zodanig dat in elk deel een ster voorkwam en alle delen elkaar raakten.
Ripariusmaandag 1 oktober 2012 @ 20:10
Voor iedereen die er belang in stelt: ik heb mijn post met het elementaire bewijs met vectoren van de somformules voor cos(α + β) en sin(α + β) bewerkt tot een PDF die hier is te bekijken en desgewenst is te downloaden. Met dank aan Amoeba voor het vervaardigen van het plaatje.
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 18:57
Kan iemand mij misschien helpen met het volgende?
Schrijf als een exponentiele functie met grondtel e de groei van ¤3000 tegen 5% rente per jaar.

Nu is de groei dus y = 3000 * 1,05x

Maar het grondgetal moet e zijn, hoe krijg ik dat ingodsnaam voor elkaar
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:09
Als je dus bedenkt dat ep gelijk is aan je functie, waarbij p een uitdrukking is in x. Lukt het dan?

En bedenk dat:

3000 = eln(3000)

The way to go. :)
GlowMousedinsdag 2 oktober 2012 @ 19:09
En gebruik dat:

(a^b)^c = a^{bc}
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:20
Waarom had ik die ep nodig?
Ik heb nu dit

y = 3000 * 1,05x
ep = eln3000 * eln1,05x
y = eln3000 + ln(1,05x)
y = eln(3150x)
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:25
iets zegt me dat dat niet goed is
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:27
Je tweede regel is in feite niet goed. Het is niet ln(1.05x)


Je moet begrijpen dat je in feite een uitdrukking krijgt waarbij e het grondtal is, en waarbij p een uitdrukking is in x. Als je e tot de macht p verheft krijg je dus in feite y.

Je wilt y omschrijven naar een vorm ep
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:30
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:27 schreef Amoeba het volgende:
Je tweede regel is in feite niet goed. Het is niet ln(1.05x)
e ln (1,05)x = eln1,05x toch?
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:31
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:30 schreef OhNoes het volgende:

[..]

e ln (1,05)x = eln1,05x toch?
Nee. log(ab) = b*log(a)
Ripariusdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:35
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 18:57 schreef OhNoes het volgende:
Kan iemand mij misschien helpen met het volgende?
Schrijf als een exponentiele functie met grondtel e de groei van ¤3000 tegen 5% rente per jaar.

Nu is de groei dus y = 3000 * 1,05x

Maar het grondgetal moet e zijn, hoe krijg ik dat ingodsnaam voor elkaar
Je hebt uiteraard:

1,05 = eln(1,05)

Verder kun je gebruik maken van de rekenregel:

(ap)q = apq

Wat krijg je dan?

Je zou ook nog kunnen zeggen dat

3000 = eln(3000)

Dan kun je daarna nog gebruik maken van de rekenregel:

ap∙aq = ap+q

Wat krijg je dan?
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:36
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:31 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Nee. log(ab) = b*log(a)
Ohja, dat maakt dus

y = e ln(3150) * x ?
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:37
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:36 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Ohja, dat maakt dus

y = e ln(3150) * x ?
Correct. (als ik me niet vergis :P )

[ Bericht 1% gewijzigd door Amoeba op 02-10-2012 20:09:07 ]
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:38
Dan is de regel (ap)q = apq toch niet gebruikt?
Ripariusdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:40
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:36 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Ohja, dat maakt dus

y = e ln(3150) * x ?
Nee.
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:43
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:40 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee.
Hoe moet het dan?
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:47
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:38 schreef OhNoes het volgende:
Dan is de regel (ap)q = apq toch niet gebruikt?
Jawel. Bij (eln(1.05))x = eln(1.05)x
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:48
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:47 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Jawel. Bij e^ln(1.05)^x = e^ln(1.05)x
Daar gebruik je toch log(ab) = b*log(a) ?
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:48
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:48 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Daar gebruik je toch log(ab) = b*log(a) ?
Nee.
Ripariusdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:49
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:43 schreef OhNoes het volgende:

[..]

Hoe moet het dan?
Ik zal je maar even uit je lijden verlossen, want dit wordt een gebed zonder end. Ik verbaas me iedere dag meer over het volstrekte gebrek aan basale wiskundekennis bij mensen die vervolgopleidingen gaan doen waar je die kennis gewoon nodig hebt, maar goed dat is een andere discussie (Bram, kom er maar in ...).

Je hebt:

y = 3000∙1,05x = 3000∙(eln(1,05))x = 3000∙ex∙ln(1,05) = eln(3000)∙ex∙ln(1,05) = eln(3000)+x∙ln(1,05).

That's all.
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:49
Oh wacht, ik zie 'm. Je mag niet zomaar de vermenigvuldiging binnen het logaritme gebruiken omdat er met x vermenigvuldigd wordt.

(kut te laat. :') )
OhNoesdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:52
Ohja nu zie ik hem ook haha wat stom, bedankt beiden :)
Amoebadinsdag 2 oktober 2012 @ 19:55
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:40 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee.
Maar als we gebruiken dat.

y = ln(3000) + ln(1.05)x
y = ln(3000) + ln(1.05x)
ln(a) + ln(b) = ln(ab)
met a = 3000
b = 1.05x

Zou je in feite kunnen zeggen dat de uitkomst ook gelijk mag zijn aan (andere situatie...)

y = eln(3000*1.05^x)

Toch?
Ripariusdinsdag 2 oktober 2012 @ 19:59
quote:
0s.gif Op dinsdag 2 oktober 2012 19:55 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Maar als we gebruiken dat.

y = ln(3000) + ln(1.05)x
y = ln(3000) + ln(1.05x)
ln(a) + ln(b) = ln(ab)
met a = 3000
b = 1.05x

Zou je in feite kunnen zeggen dat de uitkomst ook gelijk mag zijn aan (andere situatie...)

y = eln(3000*1.05^x)

Toch?
Ja, dat kan, maar dan moet je twee machten berekenen in plaats van één en heeft het gebruik van logaritmen en de omzetting naar een e-macht dus praktisch gesproken geen zin.

Tevreden trouwens over mijn PDF met jouw plaatje erin?
MichielPHvrijdag 5 oktober 2012 @ 12:58
In een stuk code van Google kwam ik dit tegen:
1rotation = (rotation % 360 + 360) % 360;
Voegt dit nog iets toe, vergeleken met
1rotation = rotation % 360;

Ik zie het namelijk niet.
GlowMousevrijdag 5 oktober 2012 @ 13:08
Ik ken % niet precies, maar wellicht is er een verschil als rotation < 0.
MichielPHvrijdag 5 oktober 2012 @ 13:30
quote:
0s.gif Op vrijdag 5 oktober 2012 13:08 schreef GlowMouse het volgende:
Ik ken % niet precies, maar wellicht is er een verschil als rotation < 0.
% is de modulus, dus het restgetal. 359 % 361 = 359; 361 % 360 = 1.
Kan zelf geen getallen vinden waarbij het resulteert verschilt, ook niet onder de nul.

[ Bericht 3% gewijzigd door MichielPH op 05-10-2012 13:35:37 ]
GlowMousevrijdag 5 oktober 2012 @ 14:30
1
2
3
var rotation = -10;
alert(rotation % 360);
alert((rotation % 360 + 360) % 360);

Dit geeft bij mij -10 en 350, grappenmaker.
thabitvrijdag 5 oktober 2012 @ 14:31
quote:
0s.gif Op vrijdag 5 oktober 2012 12:58 schreef MichielPH het volgende:
In een stuk code van Google kwam ik dit tegen:
[ code verwijderd ]

Voegt dit nog iets toe, vergeleken met
[ code verwijderd ]

Ik zie het namelijk niet.
In sommige programmeertalen heeft de rest x%y bij deling hetzelfde teken als x (in andere programmeertalen heeft het hetzelfde teken als y). Dat stuk code zorgt ervoor dat er altijd een getal in {0, ..., 359} uitkomt.
MichielPHvrijdag 5 oktober 2012 @ 23:36
quote:
0s.gif Op vrijdag 5 oktober 2012 14:31 schreef thabit het volgende:

[..]

In sommige programmeertalen heeft de rest x%y bij deling hetzelfde teken als x (in andere programmeertalen heeft het hetzelfde teken als y). Dat stuk code zorgt ervoor dat er altijd een getal in {0, ..., 359} uitkomt.
Exact! Ik had het geprobeerd in Excel, en daar waren de beide formules gelijk. In Eclipse' debugger kreeg je inderdaad nog negatieve getallen. Dank!
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 13:46
Hallo fokkers,

Ik ben bezig met mijn huiswerk (Wiskunde) en ik kom niet uit de volgende opgave:

Bepaal de stationaire punten van de onderstaande functie:
(bepaal de waarden van x waarvoor de eerste afgeleide gelijk is aan nul).
Bepaal de functie waarde in deze stationaire punten en bepaal of deze punten locale maxima of minima zijn met behulp van de tweede afgeleide.
h(x) = 4x + 1/x


Ik weet dat ik allereerst de 1e afgeleide moet bepalen, dit is h(x)` = 4 + -1x^-2 . (1/x is gelijk aan 1 tot de macht -1x)
Ook weet ik dat nu de punten moet zoeken waarbij de formule 0 wordt.
Dit snap ik echter niet. Hoe bepaal ik op basis van deze afgeleide de stationaire punten?
thenxerozaterdag 6 oktober 2012 @ 14:04
Los op:
 4 - \frac{1}{x^2} = 0

Wel vreemd dat je al leert differentiëren als je dat niet kan oplossen...
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 14:21
Wiskunde is niet mijn sterkste vak.

Als ik deze formule oplos kom ik uit op X = 0,5.
Is nu de conclusie dat X = 0,5 en X = -0,5 de stationaire punten zijn van deze functie?
thenxerozaterdag 6 oktober 2012 @ 14:29
Ja, zo simpel is het
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 14:32
Bedankt voor je hulp
Amoebazaterdag 6 oktober 2012 @ 14:38
Je moet het begrijpen. Door de x-coordinaat van de functie in te vullen in je afgeleide bepaal je de helling van de functie op dat punt. Stationair betekent horizontaal, dus is dy/dx 0. Daarom moet je dus oplossen waar de afgeleide functie de x-as snijdt.
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 15:21
Om het volledig af te ronden:

h(x)´´= 2x-3

Invullen levert een minimum en maximum op van -16 en 16
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 15:21
2x^-3
Amoebazaterdag 6 oktober 2012 @ 15:34
We missen een berekening?

Oh, ik zie het al. Edit de volgende keer je post.
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 16:25
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 13:46 schreef RealMadrid10 het volgende:
Hallo fokkers,

Ik ben bezig met mijn huiswerk (Wiskunde) en ik kom niet uit de volgende opgave:

Bepaal de stationaire punten van de onderstaande functie:
(bepaal de waarden van x waarvoor de eerste afgeleide gelijk is aan nul).
Bepaal de functie waarde in deze stationaire punten en bepaal of deze punten locale maxima of minima zijn met behulp van de tweede afgeleide.
h(x) = 4x + 1/x


Maak even een grafiek van je functie (klik) dan zie je beter wat de bedoeling is. En je moet natuurlijk wel per stationair punt afzonderlijk aangeven of het een (locaal) minimum of een (locaal) maximum betreft, dat heb je zo te zien nog niet gedaan. Daarvoor kun je een tekenschema maken van de eerste afgeleide, of gebruik maken van de tweede afgeleide zoals hier wordt gevraagd.
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 16:29
Enkele opgaven verder loop ik nog tegen een andere kleine vraag aan mbt partiële afgeleiden.
Ik ga hier niet de opgave neer typen maar een voorbeeld.

VB: Y = F(C,M) 100 C^0,5 M^0,5

Bereken de partiële afgeleide wanneer C varieert en M is constant en omgekeerd.

Moet een dergelijke functie op de reguliere manier afgeleid worden, dus 100 C^0,5 en M^0,5 op de normale manier ( A * N * X ^ (N-1)) voor elk van de 2 onderdelen berekenen en herschrijven hierbij rekening houdend met of C of M constant is?
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 16:35
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 16:29 schreef RealMadrid10 het volgende:
Enkele opgaven verder loop ik nog tegen een andere kleine vraag aan mbt partiële afgeleiden.
Ik ga hier niet de opgave neer typen maar een voorbeeld.

VB: Y = F(C,M) 100 C^0,5 M^0,5

Bereken de partiële afgeleide wanneer C varieert en M is constant en omgekeerd.

Moet een dergelijke functie op de reguliere manier afgeleid worden, dus 100 C^0,5 en M^0,5 op de normale manier ( A * N * X ^ (N-1)) voor elk van de 2 onderdelen berekenen en herschrijven hierbij rekening houdend met of C of M constant is?
Doe eens wat aan je notatie en gebruik superscript voor exponenten. Je hebt:

Y = 100∙C0,5∙M0,5

Nu moet je inderdaad doen of M resp. C constanten zijn om ∂Y/∂C en ∂Y/∂M te bepalen.
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 16:36
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 16:25 schreef Riparius het volgende:

[..]

Maak even een grafiek van je functie (klik) dan zie je beter wat de bedoeling is. En je moet natuurlijk wel per stationair punt afzonderlijk aangeven of het een (locaal) minimum of een (locaal) maximum betreft, dat heb je zo te zien nog niet gedaan. Daarvoor kun je een tekenschema maken van de eerste afgeleide, of gebruik maken van de tweede afgeleide zoals hier wordt gevraagd.
Oke, als ik op de link klik wordt het locale minimum en het lokale maximum gegeven. Ik snap echter niet hoe dit berekend wordt.
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 16:38
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 16:36 schreef RealMadrid10 het volgende:

[..]

Oke, als ik op de link klik wordt het locale minimum en het lokale maximum gegeven. Ik snap echter niet hoe dit berekend wordt.
Die indruk had ik al. Weet je wat het maken van een tekenschema voor de eerste afgeleide inhoudt?
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 16:40
Nee sorry, nooit gehad.
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 16:52
Maar feitelijk hoef ik slechts te bepalen of de stationaire punten een lokaal minimum of een lokaal maximum zijn.
En wanneer ik de stationaire punten als X invul in de 2e afgeleide, en deze uitkomst lager of groter is dan 0 kan ik toch met zekerheid zeggen of dit een lokaal minimum of maximum is?
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 16:54
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 16:40 schreef RealMadrid10 het volgende:
Nee sorry, nooit gehad.
Wel, je had al gevonden dat h'(x) = 0 voor x = -1/2 of voor x = -1/2. Teken nu een horizontale getallenlijn en geef daarop de punten x = -1/2 en x = 1/2 aan. Zet daar nullen boven en zet + en - tekens boven de lijn daar waar de eerste afgeleide positief resp. negatief is, en een asterisk bij x = 0 waar de afgeleide niet gedefinieerd is. Dan krijg je dus zoiets:

1
2
3
++++++++++++++++++++0------------*------------0++++++++++++++++++++
____________________|____________|____________|____________________
                  -1/2           0           1/2

Nu zie je dat de eerste afgeleide h'(x) wisselt van positief naar negatief als we (komende van links) de waarde x = -1/2 passeren. Dat betekent dat de curve, dus de grafiek van h(x) zelf, stijgt (positieve afgeleide) totdat we bij x = -1/2 zitten en dat de curve daarna weer daalt, omdat de afgeleide voorbij x = -1/2 negatief is. Zo kun je zien dat de curve kennelijk een locaal hoogste punt bereikt voor x = -1/2. De waarde van dit locale maximum is h(-1/2) = -4. Op dezelfde manier kun je uit het tekenschema aflezen dat de functie bij x = 1/2 juist een locaal minimum bereikt, want net links van x = 1/2 is de afgeleide nog negatief, dus daalt de curve van h(x), maar net voorbij x = 1/2 is de afgeleide weer positief, dus stijgt de curve van h(x) daar weer. Ergo: we hebben een locaal minimum voor x = 1/2 en de waarde daarvan is h(1/2) = 4.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 08-10-2012 05:02:07 ]
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 16:57
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 16:52 schreef RealMadrid10 het volgende:
Maar feitelijk hoef ik slechts te bepalen of de stationaire punten een lokaal minimum of een lokaal maximum zijn.
En wanneer ik de stationaire punten als X invul in de 2e afgeleide, en deze uitkomst lager of groter is dan 0 kan ik toch met zekerheid zeggen of dit een lokaal minimum of maximum is?
Ja, maar begrijp je ook waarom h(x) voor x = x0 een locaal maximum bereikt als h'(x0) = 0 en h''(x0) < 0 ?
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 17:05
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 16:57 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ja, maar begrijp je ook waarom h(x) voor x = x0 een locaal maximum bereikt als h'(x0) = 0 en h''(x0) < 0 ?
Ja, want als een converse functie een minimum heeft is dat een globaal minimum en als een concave functie een maximum heeft is dat een globaal maximum.
Als F` = 0 is er sprake van een lokaal maximum als F´´ kleiner is als 0 en een lokaal minimum als F´´ groter is als 0.
GlowMousezaterdag 6 oktober 2012 @ 17:05
convexe
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 17:08
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:05 schreef RealMadrid10 het volgende:

[..]

Ja, want als een converse functie een minimum heeft is dat een globaal minimum en als een concave functie een maximum heeft is dat een globaal maximum.
Je bedoelt hier ongetwijfeld convexe.
quote:
Als F' = 0 is er sprake van een lokaal maximum als F´´ kleiner is als 0 en een lokaal minimum als F´´ groter is als 0.
Ja, maar ik heb het idee dat je hier gewoon oplepelt wat er in je boek staat zonder dat je het echt begrijpt. Hierboven zei je nog dat je niet begreep hoe WolframAlpha de locale minima en maxima van je functie berekende.
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 17:09
quote:
14s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:05 schreef GlowMouse het volgende:
convexe
Klopt!

Wat is echter nog steeds niet begrijp is hoe ik met behulp van de 2e afgeleide zou moeten kunnen berekenen dat het locale maximum en locale minimum -4 respectievelijk 4 is.
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 17:11
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:08 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je bedoelt hier ongetwijfeld convexe.

[..]

Ja, maar ik heb het idee dat je hier gewoon oplepelt wat er in je boek staat zonder dat je het echt begrijpt. Hierboven zei je nog dat je niet begreep hoe WolframAlpha de locale minima en maxima van je functie berekende.
Klopt maar dit is toch een van die dingen die je uit je hoofd moet leren en altijd kunt toepassen?
Keiner dan 0 lokaal max.
Groter dan 0 lokaal min.
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 17:20
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:09 schreef RealMadrid10 het volgende:

[..]

Klopt!

Wat is echter nog steeds niet begrijp is hoe ik met behulp van de 2e afgeleide zou moeten kunnen berekenen dat het locale maximum en locale minimum -4 respectievelijk 4 is.
Als je hebt gevonden voor welke waarde(n) van x je functie h(x) een minimum of een maximum bereikt, dan kun je de waarde van dat minimum resp. maximum toch gewoon berekenen door de gevonden waarde(n) van x in te vullen in het functievoorschrift van je functie h(x) ? Wat begrijp je hier niet aan? De verticale positie van een punt op de grafiek voor elke x = x0 is immers de functiewaarde h(x0).

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 07-10-2012 01:54:24 ]
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 17:22
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:11 schreef RealMadrid10 het volgende:

[..]

Klopt maar dit is toch een van die dingen die je uit je hoofd moet leren en altijd kunt toepassen?
Keiner dan 0 lokaal max.
Groter dan 0 lokaal min.
Nee, je moet bij wiskunde nooit kritiekloos dingen uit het hoofd leren. Je moet begrijpen waarom iets is zoals het is. Dat is iets heel anders. Dus nu de hamvraag: kun je uitleggen waarom dit zo is?
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 17:34
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, je moet bij wiskunde nooit kritiekloos dingen uit het hoofd leren. Je moet begrijpen waarom iets is zoals het is. Dat is iets heel anders. Dus nu de hamvraag: kun je uitleggen waarom dit zo is?
Ja.

De eerste afgeleide bepaalt de richtingscoëfficiënt.
De tweede afgeleide bepaalt of de grafiek toenemend daalt/stijgt of afnemend daalt/stijgt.
Wanneer je op zoek gaat naar het locale minimum of maximum stel je eerste de eerste afgeleide op 0.
Invullen in de tweede afgeleide met een uitkomst kleiner dan 0 houdt in dat de grafiek moet stijgen omdat de eerste afgeleide nooit negatief kan zijn.
En dat de eerste afgeleide 0 is wil zeggen dat deze in punt X=0 horizontaal loopt.
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 17:58
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 17:34 schreef RealMadrid10 het volgende:

[..]

Ja.

De eerste afgeleide bepaalt de richtingscoëfficiënt.
Dat klopt nog, maar preciezer is het om te spreken van de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de curve in elk punt van de grafiek van de functie.
quote:
De tweede afgeleide bepaalt of de grafiek toenemend daalt/stijgt of afnemend daalt/stijgt.
Dat is op zijn minst erg onduidelijk uitgedrukt, en ik zou een dergelijk antwoord bij een examen niet goed rekenen.

Maar inderdaad geeft de afgeleide van de afgeleide in een punt x = x0 aan of de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek daalt of stijgt in de omgeving van dat punt x = x0. Kijk nog eens naar het tekenschema van de afgeleide h'(x) van je functie h(x) = 4x + 1/x hierboven. De afgeleide h'(x) gaat van positief naar negatief bij x = -1/2 en daalt dus in de omgeving van x = -1/2, en dat impliceert dat h''(-1/2) < 0. Omgekeerd gaat de afgeleide h'(x) van negatief naar positief bij x = 1/2. De afgeleide h'(x) stijgt dus in de omgeving van x = 1/2 en dat impliceert dat h''(1/2) > 0.
quote:
Wanneer je op zoek gaat naar het locale minimum of maximum stel je eerste de eerste afgeleide op 0.
Invullen in de tweede afgeleide met een uitkomst kleiner dan 0 houdt in dat de grafiek moet stijgen omdat de eerste afgeleide nooit negatief kan zijn.
En dat de eerste afgeleide 0 is wil zeggen dat deze in punt X=0 horizontaal loopt.
Deze redenering rammelt. Als je eerst de waarden van x hebt bepaald waarvoor de eerste afgeleide gelijk is aan nul, dan is het een dooddoener om te zeggen dat de eerste afgeleide voor die waarden van x niet negatief kan zijn. En je bewering de tweede afgeleide met een uitkomst kleiner dan 0 houdt in dat de grafiek moet stijgen is onjuist. Tenslotte moet je niet zeggen dat de grafiek van een functie horizontaal loopt in het punt x = 0 als de afgeleide (ergens) nul is want dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Je bedoelt hier kennelijk dat de grafiek van een functie horizontaal loopt in een punt x = x0 als de eerste afgeleide van die functie nul is voor x = x0.

[ Bericht 1% gewijzigd door Riparius op 06-10-2012 22:26:36 ]
RealMadrid10zaterdag 6 oktober 2012 @ 20:47
Oke, ik leer graag van je. Maar ik begrijp nou nog steeds niet hoe ik zonder het schema wat jij uitgetekend hebt kunt berekenen dat het exacte lokale maximum en minimum -4/4 is.
Ik kom dus tot de 16 en -16 zoals ik eerder gepost heb. Hieruit kan ik dus vaststellen dat het om een lokaal maximum en minimum gaat (want groter of kleiner dan 0 op basis van 2e afgeleide). Hoe bereken ik nu vanuit die 16/-16 (of anders) dat het exacte punt -4/4 betreft?
Amoebazaterdag 6 oktober 2012 @ 20:52
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 20:47 schreef RealMadrid10 het volgende:
Oke, ik leer graag van je. Maar ik begrijp nou nog steeds niet hoe ik zonder het schema wat jij uitgetekend hebt kunt berekenen dat het exacte lokale maximum en minimum -4/4 is.
Ik kom dus tot de 16 en -16 zoals ik eerder gepost heb. Hieruit kan ik dus vaststellen dat het om een lokaal maximum en minimum gaat (want groter of kleiner dan 0 op basis van 2e afgeleide). Hoe bereken ik nu vanuit die 16/-16 (of anders) dat het exacte punt -4/4 betreft?
Je weet toch wat de x-coördinaat van het stationaire punt (x=x0) is?

De oplossing van je functie voor een bepaalde waarde van x zal je dus een y-coördinaat opleveren. Dus moet je x0 in je originele functie invullen. Dit levert dan je gewilde coördinaat op.
Ripariuszaterdag 6 oktober 2012 @ 22:07
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 oktober 2012 20:47 schreef RealMadrid10 het volgende:
Oke, ik leer graag van je. Maar ik begrijp nou nog steeds niet hoe ik zonder het schema wat jij uitgetekend hebt kunt berekenen dat het exacte lokale maximum en minimum -4/4 is.
Ik kom dus tot de 16 en -16 zoals ik eerder gepost heb. Hieruit kan ik dus vaststellen dat het om een lokaal maximum en minimum gaat (want groter of kleiner dan 0 op basis van 2e afgeleide). Hoe bereken ik nu vanuit die 16/-16 (of anders) dat het exacte punt -4/4 betreft?
Je hebt gevonden dat h''(x) = 2x-3 en kennelijk bereken je dan vervolgens h''(-1/2) = -16 en h''(1/2) = 16. Maar dat wordt niet gevraagd. Aangezien h'(-1/2) = h'(1/2) = 0 heb je voldoende aan de vaststellingen dat h''(-1/2) < 0 en h''(1/2) > 0 om te concluderen dat h(x) voor x = -1/2 een locaal maximum bereikt en voor x = 1/2 een locaal minimum. Maar om de waarde van dat locale maximum bij x = -1/2 resp. de waarde van dat locale minimum bij x = 1/2 te berekenen moet je dan uiteraard x = -1/2 resp. x = 1/2 substitueren in je functievoorschrift h(x) = 4x + 1/x. Dan vind je h(-1/2) = -4 en h(1/2) = 4.
RealMadrid10zondag 7 oktober 2012 @ 13:42
Helder(e) en duidelijk(e) antwoord(en) Bedankt!
RealMadrid10zondag 7 oktober 2012 @ 13:49
De reden dat ik deze stof niet goed begrijp is omdat het door de leraar in recordtempo behandeld wordt en er nauwelijks oefenmateriaal voor handen is.
Daarnaast mist ik op dit gebied de ´basis´ om het direct goed te kunnen begrijpen. Ik moet dus veel bijspijkeren om het te kunnen bijbenen.

Vandaar de soms domme vragen.
Amoebazondag 7 oktober 2012 @ 14:16
quote:
0s.gif Op zondag 7 oktober 2012 13:49 schreef RealMadrid10 het volgende:
De reden dat ik deze stof niet goed begrijp is omdat het door de leraar in recordtempo behandeld wordt en er nauwelijks oefenmateriaal voor handen is.
Daarnaast mist ik op dit gebied de ´basis´ om het direct goed te kunnen begrijpen. Ik moet dus veel bijspijkeren om het te kunnen bijbenen.

Vandaar de soms domme vragen.
Ik denk dat je derde argument juist je hoofdargument is.
Maryn.zondag 7 oktober 2012 @ 15:33
Ik wil graag het volgende differentieren gif.latex?\frac{\mathrm{df}%20}{\mathrm{d}%20t}:
gif.latex?f%20=%20S-ke^{-r(T-t)}

S valt weg.
Nu gebruik ik chainrule: u = -r(T-t).
Dus so far heb ik:
gif.latex?f'=%20-k%20e^{-r(T-t)}%20u'

Maar hoe ga ik nu verder met u?

thanks
Ripariuszondag 7 oktober 2012 @ 16:18
quote:
0s.gif Op zondag 7 oktober 2012 15:33 schreef Maryn. het volgende:
Ik wil graag het volgende differentieren [ afbeelding ]:
[ afbeelding ]

S valt weg.
Nu gebruik ik chainrule: u = -r(T-t).
Dus so far heb ik:
[ afbeelding ]

Maar hoe ga ik nu verder met u?

thanks
Wel, de kettingregel in de notatie van Leibniz zegt:

df/dt = df/du ∙ du/dt

Je hebt df/du al bepaald en je hebt u = -r(T-t), dus nu is het niet moeilijk om ook du/dt te bepalen. Uiteraard vervang je daarna in de uitdrukking voor df/dt je u weer door -r(T-t). Ik denk dat je probleem vooral ontstaat doordat je de notaties f' en u' van Lagrange voor je afgeleiden gebruikt zonder daarbij aan te geven wat je onafhankelijke variabele is bij elk van deze afgeleiden.
Maryn.zondag 7 oktober 2012 @ 17:48
Thanks.. hoe kun je onafhankelijke variabele aangeven.. wat bedoel je?

Ok nu dus:
df/du = -r(T-t) = -rT + rt = r

dus antwoord is dan
http://latex.codecogs.com/gif.latex?f'=%20-rke^{(T-t)}

Zijn mijn stappen zo goed?

Ik moet zeggen dat ik niet bekend ben met Lagrange.. dus snap je misschien niet helemaal.
Ripariuszondag 7 oktober 2012 @ 19:03
quote:
0s.gif Op zondag 7 oktober 2012 17:48 schreef Maryn. het volgende:
Thanks.. hoe kun je onafhankelijke variabele aangeven.. wat bedoel je?
Ik bedoel hiermee dat je bijvoorbeeld u'(t) schrijft in plaats van u'. Zo zie je dat u (en dus ook de afgeleide als deze geen constante is) afhangt van de (onafhankelijke) variabele t.

quote:
Ok nu dus:
df/du = -r(T-t) = -rT + rt = r
Nee, dit is niet goed, je hebt du/dt = r.
quote:
dus antwoord is dan
http://latex.codecogs.com/gif.latex?f'=%20-rke^{(T-t)}

Zijn mijn stappen zo goed?
Dit linkje werkt niet in FOK. Ik zal het even voordoen, maar dan wat uitgebreider dan je het gewoonlijk op zou schrijven. Zo uitgebreid hoef je het niet op te schrijven, maar het is goed om eens een keer te zien hoe het nu precies in elkaar zit. We hebben:

(1) f = S - k∙e-r(T-t)

Nu zien we dat het handig is om de exponent van deze e-macht als een eenheid te beschouwen, dus komen we op de volgende substitutie:

(2) u = -r(T-t)

Invullen van (2) in (1) geeft dan:

(3) f = S - k∙eu

Nu vertelt de kettingregel in de notatie van Leibniz ons dat we hebben:

(4) df/dt = df/du ∙ du/dt

We zijn geïnteresseerd in het bepalen van df/dt, en (4) geeft aan dat we df/dt kunnen vinden door eerst df/du en du/dt te bepalen en deze met elkaar te vermenigvuldigen. Welnu, uit (3) volgt dat:

(5) df/du = -k∙eu

En uit (2) volgt:

(6) du/dt = r

En dus vinden we met behulp van (4) dat:

(7) df/dt = -k∙eu∙r = -k∙r∙eu

Maar ja, nu zit die u nog in onze uitdrukking voor df/dt. We weten echter dat volgens (2) u = -r(T-t), dus kunnen we u in (7) weer vervangen door -r(T-t) en krijgen we:

(8) df/dt = -k∙r∙e-r(T-t)

Dit is wat omslachtig, maar nu zie je hopelijk hoe het precies werkt. Het is de bedoeling dat je zo bedreven wordt in het hanteren van de kettingregel bij het differentiëren, dat je de substitutie niet meer uit hoeft te voeren, maar dat je als het ware in je hoofd een 'mentale' substitutie uitvoert. Ook dit kunnen we symbolisch mooi weergeven in de notatie van Leibniz. Voor deze opgave heb je dan:

(9) df/dt = df/d(-r(T-t)) ∙ d(-r(T-t))/dt

En dus kun je direct opschrijven:

(10) df/dt = -k∙e-r(T-t)∙r

quote:
Ik moet zeggen dat ik niet bekend ben met Lagrange.. dus snap je misschien niet helemaal.
Lagrange (1736-1813) was een Frans wiskundige die de bekende notatie met primes voor de afgeleiden heeft ingevoerd, dus f'(x) voor de eerste afgeleide functie van f(x) naar x, f''(x) voor de tweede afgeleide functie van f(x) naar x en zo voort. Dit wordt natuurlijk gauw onoverzichtelijk en daarom schrijft men meestal f(n)(x) voor de n-de afgeleide functie van f(x) naar x indien n > 3. De onafhankelijke variabele (hier x) wordt ook wel weggelaten en dan schrijf je dus f' en f'' voor resp. de eerste en de tweede afgeleide functie van een functie f. Maar dan kun je niet meer zien naar welke variabele er is gedifferentieerd. De notatie van Leibniz heeft dat bezwaar niet: aan dy/dx kun je meteen zien dat het gaat om de afgeleide naar x van een (afhankelijke) variabele y die afhangt van een (onafhankelijke) variabele x.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 08-10-2012 05:15:27 ]
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 12:36
Riparius, weet jij nog zo'n mooi elementair puzzeltje waar we ons hoofd over kunnen breken? Denk aan die bol/driehoek/lijn door A(1, 1) snijpunten. Zoiets.
Ripariusmaandag 8 oktober 2012 @ 20:09
quote:
1s.gif Op maandag 8 oktober 2012 12:36 schreef Amoeba het volgende:
Riparius, weet jij nog zo'n mooi elementair puzzeltje waar we ons hoofd over kunnen breken? Denk aan die bol/driehoek/lijn door A(1, 1) snijpunten. Zoiets.
Die opgaven waren uit oude (school)boeken, dus dat is dan de eerste plaats waar je zou kunnen kijken. Ik heb pas ontdekt dat de UvA een deel van de collectie van het Nederlands Schoolmuseum online heeft gezet. Het gaat daarbij om een kleine 5000 titels uit voornamelijk de latere 19e eeuw. Er zitten uiteraard ook veel wiskunde titels bij, vooral (veel) vlakke meetkunde en algebra, maar ook goniometrie en analytische meetkunde en wat stereometrie (dat waren toen aparte schoolvakken). En voor de lagere school had je natuurlijk rekenkunde, veel rekenkunde (kom daar nu eens om). Differentiaal- en integraalrekening stond toen niet op het programma, dat kwam pas veel later (in de jaren '50 van de 20e eeuw).

Het is heel interessant om te zien wat er toen allemaal wel en niet op het programma stond, want dat levert soms inzichten op die niet stroken met de communis opinio op dit gebied. Zo kwam ik bij de algebra inderdaad de wederkerige vergelijkingen tegen, terwijl nogal eens wordt beweerd dat die in Nederland nooit op het programma van de middelbare scholen hebben gestaan. En in een boekje van Molenbroek over goniometrie komen we zowaar De Moivre tegen. Ook in de 19e eeuw stonden complexe getallen dus al op het schoolprogramma, iets wat nu al lang is vergeten.

Achter in veel van die boekjes vind je 'gemengde vraagstukken', bedoeld als herhaling van de stof, maar daar zitten ook vaak oude examenopgaven bij. Direct linken naar een pagina werkt niet, maar kijk bijvoorbeeld eens achterin dit boekje voor wat vraagstukken. Zo maar een greep:

In een gegeven vierkant is een ander zoodanig geplaatst, dat de hoekpunten van het laatste in de zijden van het eerste liggen. Als nu het oppervlak van 't ingeschreven vierkant 2/3 is van het oppervlak van 't gegeven vierkant, vraagt men naar den hoek tusschen de zijden van het grootste en die van het kleinste vierkant (Eindexamen 1879).

Het is de bedoeling dat je dit exact oplost en de juistheid van je antwoord aantoont zonder gebruik van elektronische hulpmiddelen, want die had niemand in 1879.

Als je wat uitdagingen van recenter datum zoekt, dan moet misschien eens kijken naar de Pythagoras Olympiade. De actuele opgaven (sluitingsdatum 31 oktober 2012) staan hier.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 09-10-2012 02:21:33 ]
thenxeromaandag 8 oktober 2012 @ 20:29
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 20:09 schreef Riparius het volgende:

[..]
In een gegeven vierkant is een ander zoodanig geplaatst, dat de hoekpunten van het laatste in de zijden van het eerste liggen. Als nu het oppervlak van 't ingescheven vierkant 2/3 is van het oppervlak van 't gegeven vierkant, vraagt men naar den hoek tusschen de zijden van het grootste en die van het kleinste vierkant (Eindexamen 1879).
Vreemd... ik krijg geen exact antwoord.
Ripariusmaandag 8 oktober 2012 @ 20:31
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 20:29 schreef thenxero het volgende:

[..]

Vreemd... ik krijg geen exact antwoord.
Je zit toch niet stiekem een calculator of zo te gebruiken?
thenxeromaandag 8 oktober 2012 @ 20:33
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 20:31 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je zit toch niet stiekem een calculator of zo te gebruiken?
Ja, om te checken of het aan mij lag of dat er echt geen exacte uitdrukking voor is. Ik kwam uit op tan x = 1/(3+sqrt(3)). Hadden ze daar vroeger niet één of andere rekenlat voor? :P
Fsmximaandag 8 oktober 2012 @ 20:46
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 20:33 schreef thenxero het volgende:

[..]

Ja, om te checken of het aan mij lag of dat er echt geen exacte uitdrukking voor is. Ik kwam uit op tan x = 1/(3+sqrt(3)). Hadden ze daar vroeger niet één of andere rekenlat voor? :P
Achter in dat boekje staat toch hele tabel ofzo?
Ripariusmaandag 8 oktober 2012 @ 20:53
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 20:46 schreef Fsmxi het volgende:

[..]

Achter in dat boekje staat toch hele tabel ofzo?
Inderdaad, er waren goniometrische tafels en ik neem aan dat die ook op het examen gebruikt mochten worden of erbij werden geleverd. Maar niettemin is er een exact antwoord mogelijk bij het vraagstuk.
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 21:14
Zijn exacte antwoord is arcsin(¾√(2/3) + ¼√2) = 75°. Maar niet the way to go.
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 21:16
Alhoewel het wel een exact antwoord is. :r
GlowMousemaandag 8 oktober 2012 @ 22:17
Deze vraag zou ook nu nog op het vwo gesteld kunnen worden, met een iets eenvoudigere goniometrische identiteit zoals eentje met 45 graden.
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 22:22
Hieronder dan mijn uitwerking:

De driehoek is 2/3 keer zo groot als het vierkant met oppervlakte 1. Dat houdt in dat we een rechthoekige driehoek ABC hebben met een hypotenusa \sqrt{\frac{2}{3}}

Goed, nu hebben we:

a2 + b2 = 2/3
a + b = 1
dus a = 1-b

substitutie levert op:
(1-b)2 + b2 = 2/3
1 + b2 -2b + b2 = 2/3
6b2 -6b + 1 = 0

De ABC formule:

[D = b2 -4ac]
D = 36 - 24 = 12

dus b = \frac{6+\sqrt{12}}{12}
a = \frac{6-\sqrt{12}}{12}

b = 1/2 + 1/6√3
a = 1/2 - 1/6√3

Nu is dus onze hoek x dus gelijk aan:
tan x = b/a = 6b/6a

tan x = (3+√3)/(3-√3)
Vermenigvuldigen met 3+3√3:

(9+6√3 +3) / ( 9 - 3)
= (12+6√3 )/ 6

= 2+√3

Nu geldt dat:

tan(2x) = 2tan(x) / (1 - tan2(x))
tan(x) = 2+√3
Vul in:

tan(2x) = 2(2+\sqrt3)/(1-(2+\sqrt3)^2)
= 2(2+\sqrt3)/(1-(4+4\sqrt3 + 3))
= 2(2+\sqrt3)/(-6-4\sqrt3)
= -(2+\sqrt3)/(3+2\sqrt3)

Vermenigvuldigen met (2-\sqrt3)/(2-\sqrt3)

tan(2x) = -(2+\sqrt3)(2-\sqrt3)/((3+2\sqrt3)(2-\sqrt3))
= (4-3)/(6-6+4\sqrt3 - 3\sqrt3)
= -1/\sqrt3

Aangezien 0 < x < 90° en dus 0 < 2x < 180° is dan 2x = 150° en dus x = 75°.

Met dank aan Riparius voor het laatste stukje. :)

QuiteEasilyDone


[ Bericht 9% gewijzigd door Amoeba op 09-10-2012 16:00:11 ]
BankzakenExpertmaandag 8 oktober 2012 @ 22:34
Hoi, vandaag voor het eerst les in afgeleide functies gehad en ik ben nu hiermee aan het oefenen. Ik zoek de afgeleide van:

R2S + T

Moet de S in deze formule als constante behandeld worden?
Ik zelf denk zelf van wel en dat het dus: 2R moet zijn.
Want in principe staat er R2 x S + T als ik het goed heb.
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 22:37
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:34 schreef BankzakenExpert het volgende:
Hoi, vandaag voor het eerst les in afgeleide functies gehad en ik ben nu hiermee aan het oefenen. Ik zoek de afgeleide van:

R2S + T

Moet de S in deze formule als constante behandeld worden?
Ik zelf denk zelf van wel en dat het dus: 2R moet zijn.
Want in principe staat er R2 x S + T als ik het goed heb.
Correct. Maar dan is het niet 2R, maar 2SR.
thenxeromaandag 8 oktober 2012 @ 22:40
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:34 schreef BankzakenExpert het volgende:
Hoi, vandaag voor het eerst les in afgeleide functies gehad en ik ben nu hiermee aan het oefenen. Ik zoek de afgeleide van:

R2S + T

Moet de S in deze formule als constante behandeld worden?
Ik zelf denk zelf van wel en dat het dus: 2R moet zijn.
Want in principe staat er R2 x S + T als ik het goed heb.
Zonder verdere gegevens weet je niet of R,S, of T de variabele is (of dat er wellicht meerdere variabelen zijn). Als R de variabele is, dan is de afgeleide naar R gelijk aan 2RS. Als S de variabele is, dan R², en als T de variabele is dan is de afgeleide 1.
Ripariusmaandag 8 oktober 2012 @ 22:58
quote:
7s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:17 schreef GlowMouse het volgende:
Deze vraag zou ook nu nog op het vwo gesteld kunnen worden, met een iets eenvoudigere goniometrische identiteit zoals eentje met 45 graden.
Tja, dat is erg flauw (of misschien sarcastisch bedoeld als indicatie van het huidige niveau) want als de hoek van de zijde van het ingeschreven vierkant met het grote vierkant 45 graden bedraagt dan is de oppervlakte van het ingeschreven vierkant precies de helft van het grote vierkant en omgekeerd. En dat wist Plato ook al.
kutkloon7maandag 8 oktober 2012 @ 22:58
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:34 schreef BankzakenExpert het volgende:
Hoi, vandaag voor het eerst les in afgeleide functies gehad en ik ben nu hiermee aan het oefenen. Ik zoek de afgeleide van:

R2S + T

Moet de S in deze formule als constante behandeld worden?
Ik zelf denk zelf van wel en dat het dus: 2R moet zijn.
Want in principe staat er R2 x S + T als ik het goed heb.
Meestal staat er iets in de trant van:
Bereken de afgeleide van f(x) = 5x^2y

Hier is expliciet vermeld dat f een functie van x is, dus is het gewoonlijk de bedoeling om naar x te differentiëren, dat wil zeggen: de andere variabelen als constant beschouwen. Soms gebruikt men ook wel de notatie:
\frac{d}{dx}f of \frac{df}{dx} voor de afgeleide van f op x (wat hier opnieuw betekent: de afgeleide van f waarbij men alle variabelen behalve x als constant beschouwd)
BankzakenExpertmaandag 8 oktober 2012 @ 23:05
Nou, wij hebben vandaag 3 methoden kort behandeld: Som, Quotiënt en product.

Y = (f)R = Pr2 + Qr / r2S + T

Hierbij is Quotiënt van toepassing.

Afgeleide 1e gedeelte = 2PR + Q
Afgeleide 2e gedeelte = 2R? of 2SR
thenxeromaandag 8 oktober 2012 @ 23:17
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 23:05 schreef BankzakenExpert het volgende:
Nou, wij hebben vandaag 3 methoden kort behandeld: Som, Quotiënt en product.

Y = (f)R = Pr2 + Qr / r2S + T

Hierbij is Quotiënt van toepassing.

Afgeleide 1e gedeelte = 2PR + Q
Afgeleide 2e gedeelte = 2R? of 2SR
Heb je de reacties wel gelezen?
Ripariusmaandag 8 oktober 2012 @ 23:18
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 23:05 schreef BankzakenExpert het volgende:
Nou, wij hebben vandaag 3 methoden kort behandeld: Som, Quotiënt en product.

Y = (f)R = Pr2 + Qr / r2S + T

Hierbij is Quotiënt van toepassing.

Afgeleide 1e gedeelte = 2PR + Q
Afgeleide 2e gedeelte = 2R? of 2SR
Wel de haakjes correct gebruiken. Je bedoelt:

Y = f(r) = Pr2 + Qr / r2S + T

Y is dus een functie van r en het is de bedoeling om de afgeleide van Y naar r te bepalen, dus dY/dr (notatie van Leibniz) oftewel f'(r) (notatie van Lagrange). Maar je moet hier beter niet met de quotiëntregel gaan werken. Gebruik de quotiëntregel alleen als het niet anders kan. En ja, het kán anders.
BankzakenExpertmaandag 8 oktober 2012 @ 23:35
Oke, het is duidelijk.

De afgeleide van de noemer is 2RS.
Andere methoden als de quotiëntregel zullen we de volgende les wel krijgen dan.
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 23:40
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:58 schreef Riparius het volgende:

[..]

Tja, dat is erg flauw (of misschien sarcastisch bedoeld als indicatie van het huidige niveau) want als de hoek van de zijde van het ingeschreven vierkant met het grote vierkant 45 graden bedraagt dan is de oppervlakte van het ingeschreven vierkant precies de helft van het grote vierkant en omgekeerd. En dat wist Plato ook al.
Laat me je vertellen dat het niveau bedroevend is. Je denkt vast dat ik slechts een middelmatige leerling ben, maar van mijn school ben ik veruit de meest bedreven danwel gemotiveerde wiskundeleerling. Zelfs met een hoek van 45° zou 9/10 er nog niet uitkomen.

Goed, ik moet wel bekennen dat ik een van de weinige vwo'ers ben tussen de havisten. Desalniettemin blijft het niveau treurig.

En om nog even terug te komen op de lesstof: De Moivre en een inleiding tot complexe getallen wordt behandeld in wiskunde D, vwo. Optioneel dus.

[ Bericht 5% gewijzigd door Amoeba op 09-10-2012 00:31:44 ]
Ripariusmaandag 8 oktober 2012 @ 23:42
quote:
0s.gif Op maandag 8 oktober 2012 23:35 schreef BankzakenExpert het volgende:
Oke, het is duidelijk.

De afgeleide van de noemer is 2RS.
Andere methoden als de quotiëntregel zullen we de volgende les wel krijgen dan.
Nou, ik betwijfel of je hetgeen je tot nu toe geleerd hebt dan wel begrepen hebt, of is het de bedoeling veel moeilijker te doen dan nodig?

Ik neem aan dat je toch wel weet dat als:

f(r) = rn

dat dan geldt:

f'(r) = n∙rn-1

En je kent neem ik aan ook bepaalde rekenregels voor het werken met machten, bijvoorbeeld:

rm/rn = rm-n

Zo zou je kunnen zien dat je hebt:

f(r) = P∙r2 + (Q/S)∙r-1 + T

Probeer nu nog eens f'(r) te bepalen.
Amoebamaandag 8 oktober 2012 @ 23:47
Riparius, ik vrees dat zijn formule er zo uitziet:

f(r) = \frac{Pr^2 + Qr}{r^2S + T}

Of heb ik dit mis?
(Ondanks dat zijn haakjes anders impliceren, of beter gebrek aan)
Ripariusdinsdag 9 oktober 2012 @ 01:04
quote:
9s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:22 schreef Amoeba het volgende:
Hieronder dan mijn uitwerking:

[snip]

Met dank aan Riparius voor het laatste stukje. :)
De uitwerking is correct, maar het is duidelijk dat een algebraïsche aanpak nogal wat rekenwerk oplevert.

De tangens 2 + √3 óf 2 - √3 van de gevraagde hoek is geen 'standaardwaarde', zodat de hoek moest worden opgezocht in een goniometrische tafel. Tegenwoordig gebruiken we daar uiteraard de arctan functie op de rekenmachine voor, en dan vinden we vlot dat arctan(2 + √3) = 75° resp. dat arctan(2 - √3) = 15°. De zijden van het grote vierkant worden door de hoekpunten van het ingeschreven vierkant elk in twee delen verdeeld, en de opgave heeft dan ook twee mogelijke uitkomsten, omdat niet geheel duidelijk is of de hoek van de zijde van het ingeschreven vierkant met het grootste of met het kleinste deel van de zijde van het grote vierkant wordt bedoeld. Maar deze hoeken zijn uiteraard complementair. Het bewijs dat de gevraagde hoek inderdaad exact 15° (= 45° - 30°) dan wel 75° (= 45° + 30°) bedraagt kan dan worden geleverd door aan de hand van de som of verschilformules voor de tangens en de 'standaardwaarden' tan 30° = (1/3)∙√3 en tan 45° = 1 te laten zien dat tan 15° = 2 - √3 resp. dat tan 75° = 2 + √3.

Eenvoudiger gaat het met een meetkundige beschouwing. De vier rechthoekige driehoeken die met het ingeschreven vierkant het grote vierkant vormen hebben samen een oppervlakte van 1/3 deel van het grote vierkant. Voegen we nu in de figuur nog vier hiermee congruente rechthoekige driehoeken toe zodanig dat de schuine zijden van de toegevoegde driehoeken elk tegen één van de schuine zijden van de reeds aanwezige rechthoekige driehoeken komen te liggen, dan beslaan de 8 rechthoekige driehoeken samen 2/3 deel van de oppervlakte van het grote vierkant en resteert in het centrum van het grote vierkant nog een klein vierkant waarvan de zijden evenwijdig zijn met die van het grote vierkant. De oppervlakte van dit kleine vierkant bedraagt dus 1/3 deel van die van het grote vierkant zodat de lengte van de zijde van dit kleine vierkant zich tot die van het grote vierkant verhoudt als √(1/3) : √1 = (1/3)∙√3 : 1.

Trekken we nu een diagonaal van het ingeschreven vierkant, dan hebben we in de figuur een rechthoekige driehoek waarvan deze diagonaal de hypotenusa vormt. De lengte van de diagonaal van het ingeschreven vierkant, en dus van de hypotenusa van deze rechthoekige driehoek, is (2/3)∙√3 maal de zijde van het grote vierkant, terwijl de rechthoekszijden van deze rechthoekige driehoek gelijk zijn aan de resp. de zijde van het grote vierkant en de zijde van het kleine centrale vierkant, oftewel 1 maal en (1/3)∙√3 maal de zijde van het grote vierkant. Deze rechthoekige driehoek vormt dus de helft van een gelijkzijdige driehoek, zodat de scherpe hoeken van deze rechthoekige driehoek 60° en 30° zijn. Maar dan volgt uit de figuur direct dat de zijde van het ingeschreven vierkant met het langste deel van de zijde van het grote vierkant een hoek vormt van 60° - 45° = 15° resp. dat de zijde van het ingeschreven vierkant met het kortste deel van de zijde van het grote vierkant een hoek vormt van 45° + 30° = 75°, QED.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 09-10-2012 04:33:41 ]
Ripariusdinsdag 9 oktober 2012 @ 01:13
quote:
1s.gif Op maandag 8 oktober 2012 23:47 schreef Amoeba het volgende:
Riparius, ik vrees dat zijn formule er zo uitziet:

f(r) = \frac{Pr^2 + Qr}{r^2S + T}

Of heb ik dit mis?
(Ondanks dat zijn haakjes anders impliceren, of beter gebrek aan)
Ah, op die manier. Maar goed, dan had hij inderdaad haakjes moeten gebruiken. En dan wordt het uiteraard wel een kwestie van de quotiëntregel gebruiken en krijgen we:

f'(r) = (-QSr2 + 2PTr + QT)/(Sr2 + T)2

[ Bericht 5% gewijzigd door Riparius op 09-10-2012 01:45:06 ]
Ripariusdinsdag 9 oktober 2012 @ 17:43
quote:
9s.gif Op maandag 8 oktober 2012 22:22 schreef Amoeba het volgende:
Hieronder dan mijn uitwerking:

[snip]

Nog even een aanvulling. Ik bedacht dat het nog korter kan als je gebruik maakt van Pythagoras:
312ckky.png

De diagonalen AC en BD van het ingeschreven vierkant ABCD met een oppervlakte van 2/3 deel van de oppervlakte van het grote vierkant hebben een lengte van √2∙√(2/3) = (2/3)∙√3 maal de lengte van de zijde van het grote vierkant. Laten we nu vanuit punt A een loodlijn neer op de tegenoverliggende zijde van het grote vierkant en is P het voetpunt van deze loodlijn, dan heeft lijnstuk PC volgens Pythagoras een lengte van (1/3)∙√3 maal de lengte van de zijde van het grote vierkant, zodat PC = ½∙AC. De rechthoekige driehoek ACP is dus de helft van een gelijkzijdige driehoek, zodat ∠ACP = 60°. Nu is ook ∠ACD = 45° en dus is ∠DCP = ∠ACP - ∠ACD = 60° - 45° = 15°, QED.

[ Bericht 10% gewijzigd door Riparius op 09-10-2012 21:50:27 ]
flopsiesdinsdag 9 oktober 2012 @ 20:27
Ik heb een vraag over lineaire afhankelijkheid van vectoren ( lineaire algebra).

In mijn boek staat dat als je een matrix A en een vector x hebt en Ax=0, en je rij-reduceert deze matrix naar een matrix H zodat Hx=0, als de i'de kolom van H dan geen zogenaamde ''pivot'' heeft, dan is de i'de kolomvector van A lineair afhankelijk. Waarom is dit? Ik snap niet hoe je dat kunt zeggen over de kolomvectoren van A terwijl je kijkt naar H. Als je elementaire rij operaties uitvoert op A om H te krijgen, danverander je toch de kolomvectoren steeds?(bij elke rijoperatie verander je toch dezelfde component (bijvoorbeeld de x-component van alle vectoren) van alle kolomvectoren?)

danku
Maryn.dinsdag 9 oktober 2012 @ 21:06
quote:
0s.gif Op zondag 7 oktober 2012 19:03 schreef Riparius het volgende:

-
thankss!!
GlowMousedinsdag 9 oktober 2012 @ 22:16
quote:
0s.gif Op dinsdag 9 oktober 2012 20:27 schreef flopsies het volgende:
Ik heb een vraag over lineaire afhankelijkheid van vectoren ( lineaire algebra).

In mijn boek staat dat als je een matrix A en een vector x hebt en Ax=0, en je rij-reduceert deze matrix naar een matrix H zodat Hx=0, als de i'de kolom van H dan geen zogenaamde ''pivot'' heeft, dan is de i'de kolomvector van A lineair afhankelijk. Waarom is dit? Ik snap niet hoe je dat kunt zeggen over de kolomvectoren van A terwijl je kijkt naar H. Als je elementaire rij operaties uitvoert op A om H te krijgen, danverander je toch de kolomvectoren steeds?(bij elke rijoperatie verander je toch dezelfde component (bijvoorbeeld de x-component van alle vectoren) van alle kolomvectoren?)
Je vergeet te noemen dat x geen 0 mag zijn en dat H in echelonvorm moet staan.
Door ero's veranderen de kolomvectoren inderdaad, maar lineaire afhankelijkheden tussen de kolommen veranderen niet. Dat zie je zelf ook al omdat je dezelfde x gebruikt.
kutkloon7woensdag 10 oktober 2012 @ 13:48
Een vraag over getaltheorie. De opgave is: bereken de 70e decimaal van 1/141. Ik weet dat breuken een periodieke decimaalontwikkeling hebben, dus ik begon met het berekenen van de minimale periode (oftewel de orde van 10 modulo 141). Die moet een deler zijn van het aantal inverteerbare restklassen modulo 141, dus die heb ik berekend.

Dit is te berekenen met de Euler totiënt-functie, die multiplicatief is, dus ik heb gedaan: ϕ(141) = ϕ(3)ϕ(47). Dit zijn beide priemgetallen, en voor priemmachten geldt ϕ(pk) = pk - pk-1, dus ϕ(141) = 2 * 46 = 92. Dus ord141(100)|141.
Dus ik bereken achtereenvolgend: 102, 104, 1023, 1046, en jawel 1046 = 1 (mod 141). Dus de periode van 1/141 is 46.

Nou moet ik het 70e decimaal berekenen. Nu komt dat dus overeen met het 24e decimaal, maar dan moet ik alsnog 24 decimalen berekenen, ik weet niet of dat de bedoeling is. Weet iemand een betere manier? (Misschien ook in het voorgaande, dat was ook allemaal nog wat omslachtig en een beetje gevoelig voor rekenfouten)
flopsieswoensdag 10 oktober 2012 @ 16:04
quote:
0s.gif Op dinsdag 9 oktober 2012 22:16 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Je vergeet te noemen dat x geen 0 mag zijn en dat H in echelonvorm moet staan.
Door ero's veranderen de kolomvectoren inderdaad, maar lineaire afhankelijkheden tussen de kolommen veranderen niet. Dat zie je zelf ook al omdat je dezelfde x gebruikt.
Sorry maar ik zie dit dus niet ( dat de lineaire afhankelijkheiden tussen de kolommen niet veranderen). Zou je dit uit kunnen leggen?
thabitwoensdag 10 oktober 2012 @ 16:14
quote:
2s.gif Op woensdag 10 oktober 2012 13:48 schreef kutkloon7 het volgende:
Een vraag over getaltheorie. De opgave is: bereken de 70e decimaal van 1/141. Ik weet dat breuken een periodieke decimaalontwikkeling hebben, dus ik begon met het berekenen van de minimale periode (oftewel de orde van 10 modulo 141). Die moet een deler zijn van het aantal inverteerbare restklassen modulo 141, dus die heb ik berekend.

Dit is te berekenen met de Euler totiënt-functie, die multiplicatief is, dus ik heb gedaan: ϕ(141) = ϕ(3)ϕ(47). Dit zijn beide priemgetallen, en voor priemmachten geldt ϕ(pk) = pk - pk-1, dus ϕ(141) = 2 * 46 = 92. Dus ord141(100)|141.
Dus ik bereken achtereenvolgend: 102, 104, 1023, 1046, en jawel 1046 = 1 (mod 141). Dus de periode van 1/141 is 46.

Nou moet ik het 70e decimaal berekenen. Nu komt dat dus overeen met het 24e decimaal, maar dan moet ik alsnog 24 decimalen berekenen, ik weet niet of dat de bedoeling is. Weet iemand een betere manier? (Misschien ook in het voorgaande, dat was ook allemaal nog wat omslachtig en een beetje gevoelig voor rekenfouten)
Ik betwijfel of er manieren zijn die heel veel beter zijn dan dit. Waar komt de opgave vandaan?
GlowMousewoensdag 10 oktober 2012 @ 17:38
quote:
0s.gif Op woensdag 10 oktober 2012 16:04 schreef flopsies het volgende:

[..]

Sorry maar ik zie dit dus niet ( dat de lineaire afhankelijkheiden tussen de kolommen niet veranderen). Zou je dit uit kunnen leggen?
probeer het eens uit met een 2x2 matrix, en schrijf de tweede kolom als een constante maal de eerste kolom.
kutkloon7woensdag 10 oktober 2012 @ 23:41
quote:
0s.gif Op woensdag 10 oktober 2012 16:14 schreef thabit het volgende:

[..]

Ik betwijfel of er manieren zijn die heel veel beter zijn dan dit. Waar komt de opgave vandaan?
Uit een oud tentamen getaltheorie, opgave 2d.

En ik zie nu ook dat de vraag erboven is:
quote:
Wat is het kleinste getal a zodat:
1070 = a (mod 141)
Ik had de vraag even los opgeschreven, daarom had ik b niet gezien...
Nu wordt het opeens een stuk makkelijker :)

Dus, nu heb je 1070 = 37 (mod 141). Maar we willen eigenlijk 1069 (mod 141) weten. 1069 = 46 (mod 141). Dus dan hebben we voor het 70e decimaal:
460/141 = 3 + rest
Dus, het 70e decimaal (of is het nou de decimaal?) is 3. Dat klopt met wat wolfram alpha zegt (al moet je daar om de 68e vragen omdat ie de eerste 2 nullen niet meetelt).

(Ik ga er bij deze uitleg vanuit dat de lezer weet hoe je een breuk in decimale vorm kan zetten)

[ Bericht 10% gewijzigd door kutkloon7 op 11-10-2012 00:10:55 ]
dynamietdonderdag 11 oktober 2012 @ 17:12
Volgende probleem:

"Let f be a function from A to B, let S be a subset of B, then
f^{-1}(S):={ a\in A ; f(a)\in S}.

Prove the following: let G be a collection of subsets
of B, such that this collection is a sigma-algebra. Prove that the collection
of inverse images of elements of G is a sigma-algebra of subsets of A.
"

Ik zou echt niet weten hoe ik dit moet aanpakken, iemand een tip hoe ik kan starten?
thenxerodonderdag 11 oktober 2012 @ 19:33
quote:
0s.gif Op donderdag 11 oktober 2012 17:12 schreef dynamiet het volgende:
Volgende probleem:

"Let f be a function from A to B, let S be a subset of B, then
f^{-1}(S):={ a\in A ; f(a)\in S}.

Prove the following: let G be a collection of subsets
of B, such that this collection is a sigma-algebra. Prove that the collection
of inverse images of elements of G is a sigma-algebra of subsets of A.
"

Ik zou echt niet weten hoe ik dit moet aanpakken, iemand een tip hoe ik kan starten?
- Wat is het inversebeeld van de lege verzameling?
- Je moet checken (of weten) dat f-1 verenigingen en complementen "respecteert" (d.w.z. je mag ze omwisselen).
Fsmxizondag 14 oktober 2012 @ 15:34
Ik loop vast bij de volgende vergelijking
TfsZQ.png
(Dus Integraal(a,0) f(x) dx = f(a) )
Met tevens extra gegeven x=/=0
Hierbij moet a<0
Onbepaalde integraal van f(x) is -e1/x, dus levert dit up
-e1/0 - -e1/a = f(a)
Maar -e1/0 bestaat niet, of mag ik hier de (linker)limiet nemen (want je gaat vanuit a naar nul, dus vanuit links)
VanishedEntityzondag 14 oktober 2012 @ 16:07
Schrijf de integraal om naar een stieltjesintegraal met (1/x) als maat.
∫ e1/x/x2 =
∫ (e1/x) * 1/x2 =
∫e1/x d(-1/x) (want een primitieve van 1/x2 = -1/x)
= ∫ e-1/x d(1/x)
= F(x) = -e-1/x

Als x van boven nadert naar 0, dan nadert -1/x naar -∞, en nadert -e-1/x naar 0. Maar omdat 0 nu hier limsup is moet je ipv [F(x)]0a nu -[F(x)]a0 nemen, want dan kan je bovenstaande toepassen voor het evalueren van de limiet van x naar -∞ voor ex.

Dan blijft alleen limsup over om te evalueren en dat is een kwestie van botweg a invullen

[ Bericht 10% gewijzigd door VanishedEntity op 14-10-2012 16:21:49 ]
thenxerozondag 14 oktober 2012 @ 19:14
Die Stieltjes integraal is gewoon een fancy manier om de substitutie y=1/x te doen, toch? Ik zou niet veronderstellen dat de vraagsteller maattheorie gehad heeft.
VanishedEntityzondag 14 oktober 2012 @ 19:26
Dat hoeft ook niet (direct) want je mag er wel vanuit gaan dat Fsmxi de substitutietechiniek in 1 of andere vorm gehad heeft als hij dit soort integralen voor zn kiezen krijgt. De Stieltjesnotatie gebruik ik vooral omdat deze meer overzicht geeft bij het uitwerken van integralen die directe substitutie en/of partiële integratie behoeven.
thenxerozondag 14 oktober 2012 @ 20:04
quote:
12s.gif Op zondag 14 oktober 2012 19:26 schreef VanishedEntity het volgende:
Dat hoeft ook niet (direct) want je mag er wel vanuit gaan dat Fsmxi de substitutietechiniek in 1 of andere vorm gehad heeft als hij dit soort integralen voor zn kiezen krijgt. De Stieltjesnotatie gebruik ik vooral omdat deze meer overzicht geeft bij het uitwerken van integralen die directe substitutie en/of partiële integratie behoeven.
Ik wou hem er alleen op attenderen.
BankzakenExpertzondag 14 oktober 2012 @ 20:45
Hoi,

Ik zoek de partiële afgeleide van de volgende 2 functies waarbij A variabel is en B constant:

1
g(A,B) = (A-B)ea – b

Zelf denk ik dat het dit is:

(1-B) * ea – b + ea – b *-B * (A-B)

2
h(A,B) = ln(A+B) /(3A+3B)

Zelf denk ik dat het dit is:

1/A + B * (3A+3B) – 3 * ln(A+B) / (3A+3B)2

Zoals jullie vast wel zien maak ik gebruik van de product- en quotientregel!

Is dit juist?
VanishedEntityzondag 14 oktober 2012 @ 21:26
1.) G(a,b) = (a-b)*ea-b

δG/δa = ea-b + (a-b)*ea-b (de afgeleide van a naar a = 1)

vergelijk (x*ex)' = ex + x*ex = (1+x)*ex

2.) H(a,b) = ln(a+b)/(3a+3b) = ln(a+b)/3(a+b) = 1/3 * ln(a+b)/(a+b)

δH/δa = 1/3 * (1 - ln(a+b))/(a+b)2 = (1 - ln(a+b))/3(a+b)2 =

1 - ln(a+b)
-----------------------
3(a+b)2

vergelijk (x-1*lnx)' = (1-lnx)/x2

[ Bericht 4% gewijzigd door VanishedEntity op 14-10-2012 21:38:25 ]
BankzakenExpertzondag 14 oktober 2012 @ 22:12
Dus als ik het goed begrijp:

1

De afgeleide van ea-b = ea-b
De afgeleide van (a-b) = 1 en hoeft dus niet genoteerd te worden

2

Met betrekking tot de 2e kan ik je niet volgen.
Zo denk ik:

F(A,B) = ln(A+B)
F(A,B)´ = 1/ (a+b)
G(A,B) = 3A+3B
G(A,B)´ = 3
VanishedEntityzondag 14 oktober 2012 @ 22:49
Nee, goed kijken. Jij zoekt de partiële afgeleiden van de volgende 2 functies waarbij a variabel is en b constant. Anders gezegd; van de volgende 2 functies hoeft alleen de afgeleide naar a bepaald te worden. Vandaar dat ik niet de notatie dG(a)/da maar δG/δa gebruikt heb.

Als we dus de functie (a-b)*ea-b hebben en we moeten de afgeleide naar a bepalen, dan moeten we a als variabele beschouwen en b constant houden, oftewel alles waar een a in zit moet gedifferentieerd worden. Voor vraag 1 betekent dat zowel de productregel als de kettingregel gebruiken.
Dat houdt concreet in dat (a-b)*ea-b = (a-b)' *ea-b + (a-b)*(ea-b)' , en omdat de afgeleide van (a-b) naar a dus 1 is, reduceert dit tot ea-b + (a-b)*ea-b oftewel (1+a-b)*ea-b

Voor vraag 2 schijn je het stukje elementaire algebra dat ik op de noemer heb toegepast gemist te hebben.
Van ln(a+b)/(3a+3b) maak ik vervolgens ln(a+b)/(3(a+b)) om daarna op 1/3 * ln(a+b)/(a+b) uit te komen, zodat ik voor het differentieren naar a niet meer met die 3 hoef te rekenen. Die voeg ik dan later weer in de noemer zodra ik klaar ben met het toepassen van de quotiëntregel. Dit geeft:

(ln(a+b))' *(a+b) - (a+b)' *ln(a+b)
------------------------------------------------
3(a+b)(a+b)

=

(1/(a+b))*(a+b) - 1*ln(a+b)
-----------------------------------------
3*(a+b)2

=

1 - ln(a+b)
-----------------------------------------
3*(a+b)2

[ Bericht 1% gewijzigd door VanishedEntity op 15-10-2012 16:32:40 ]
BankzakenExpertmaandag 15 oktober 2012 @ 12:42
En wanneer we de afgeleide naar b willen (wordt niet gevraagd) verandert er in principe niets?
Ripariusmaandag 15 oktober 2012 @ 15:26
quote:
0s.gif Op maandag 15 oktober 2012 12:42 schreef BankzakenExpert het volgende:
En wanneer we de afgeleide naar b willen (wordt niet gevraagd) verandert er in principe niets?
Ja, toch wel, want je functie G(a,b) = (a-b)∙ea-b is niet symmetrisch in a en b zodat je ∂G/∂b niet kunt verkrijgen door a en b om te wisselen in de uitdrukking voor ∂G/∂a.
VanishedEntitymaandag 15 oktober 2012 @ 16:45
Mwoah, zoveel verandert er ook weer niet hoor. Het enige waar je extra rekening mee moet houden is de extra factor -1 die voortvloeit uit d(-b)/db = -1*db/db= -1 waardoor de factor (1+a-b) in δG/δb in teken omklapt. Dat speelt bij δH/δb geen rol omdat daar zowel a als b positief zijn.
kutkloon7maandag 15 oktober 2012 @ 22:51
Kan iemand me helpen met een beetje notatie? Uit een opgave:
"...gebruik het isomorfisme tussen A5 en Isom+(D)..."

Wat houdt deze laatste groep in?

Er staat verder geen context bij. Ik dacht zelf aan de dihedrale groep, maar dan zou er eigenlijk een getal bij moeten staan om aan te geven welke dihedrale groep er bedoeld wordt, en volgens mij is geen dihedrale groep isomorf met A5 (waarmee overigens de alternerende groep bedoeld wordt, de symmetriegroep met alle even permutaties).
knight18dinsdag 16 oktober 2012 @ 14:34
Ik moet x^2 + 3xy + y^2 = 5 impliciet gaan differentieren.
Ik twijfel echter tussen 2 antwoorden.
Namelijk: 2x +3 y + 3xy' + 2y' = 0
of 2x + 3y +3xy' + 2yy' =0
Ripariusdinsdag 16 oktober 2012 @ 15:19
quote:
0s.gif Op dinsdag 16 oktober 2012 14:34 schreef knight18 het volgende:
Ik moet x^2 + 3xy + y^2 = 5 impliciet gaan differentieren.
Dan moet je er wel bij vertellen welke variabele je als onafhankelijke variabele wil beschouwen.
quote:
Ik twijfel echter tussen 2 antwoorden.
Namelijk: 2x +3 y + 3xy' + 2y' = 0
of 2x + 3y +3xy' + 2yy' =0
Je beschouwt kennelijk y als functie van x. Bij het bepalen van de afgeleide van 3xy = 3x∙y(x) naar x pas je (correct) de productregel toe. Maar dan moet je dat ook doen bij y2 = y(x)∙y(x). Wat krijg je dan?
knight18dinsdag 16 oktober 2012 @ 15:38
quote:
0s.gif Op dinsdag 16 oktober 2012 15:19 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dan moet je er wel bij vertellen welke variabele je als onafhankelijke variabele wil beschouwen.

[..]

Je beschouwt kennelijk y als functie van x. Bij het bepalen van de afgeleide van 3xy = 3x∙y(x) naar x pas je (correct) de productregel toe. Maar dan moet je dat ook doen bij y2 = y(x)∙y(x). Wat krijg je dan?
In de opgave staat er : bepaal de eerste afgeleide van y (y') in het punt (1,1) door impliciet differetieren van x^2 + 3xy + y^2 = 5
Ripariusdinsdag 16 oktober 2012 @ 19:00
quote:
0s.gif Op dinsdag 16 oktober 2012 15:38 schreef knight18 het volgende:

[..]

In de opgave staat er : bepaal de eerste afgeleide van y (y') in het punt (1,1) door impliciet differentiëren van x2 + 3xy + y2 = 5
Dat is toch geen probleem? Impliciet differentiëren naar x geeft:

2x + 3y +3xy' + 2yy' = 0

Nu x = 1 en y = 1 substitueren en we krijgen:

2 + 3 + 3y' + 2y' = 0

Dus:

y' = -1

Nu kun je desgewenst ook gemakkelijk de vergelijking van de raaklijn aan de curve in het punt (1;1) opstellen.
OhNoesdinsdag 16 oktober 2012 @ 22:35
even een klein vraagje; (x*sqrtx)² = x² * x V x * x?
GlowMousedinsdag 16 oktober 2012 @ 22:36
quote:
0s.gif Op dinsdag 16 oktober 2012 22:35 schreef OhNoes het volgende:
even een klein vraagje; (x*sqrtx)² = x² * x V x * x?
De V is wat anders als het woordje 'en', aan beide kanten van de V moeten situaties staan, dus je bedoelt:
(x*sqrtx)² = x² * x V (x*sqrtx)² = x * x
en dat is een ware uitspraak.