Eerst zorgen dat de grondtallen van de logaritmen in beide leden gelijk worden. Hiervoor maak je gebruik van de rekenregel:quote:Op woensdag 19 september 2012 22:08 schreef OhNoes het volgende:
Even nog een vraagje, ik moet y uitdrukken in x.
2 log y = 4 log x
Dankjequote:Op woensdag 19 september 2012 22:28 schreef Riparius het volgende:
[..]
Eerst zorgen dat de grondtallen van de logaritmen in beide leden gelijk worden. Hiervoor maak je gebruik van de rekenregel:
blog a = glog a / glog b
Dus krijgen we:
2log y = 2log x / 2log 4
Nu is 2log 4 = 2, dus hebben we:
2log y = ½∙2log x
Nu breng je de factor ½ onder het log teken. We maken dus gebruik van de rekenregel:
p∙glog a = glog ap
Dus krijgen we:
2log y = 2log x1/2
En dus:
y = x1/2
Met deze regel kun je een logaritme altijd omzetten naar een logaritme met ieder ander gewenst grondtal. Ik kies hier voor omzetten naar grondtal 2 omdat het linkerlid grondtal 2 heeft en ik de grondtallen in linker- en rechterlid aan elkaar gelijk wil maken.quote:Op woensdag 19 september 2012 22:36 schreef OhNoes het volgende:
[..]
Dankje
Klein vraagje nog, op het begin gebruik je deze regel
blog a = glog a / glog b
Hoe kom je nu aan grondgetal 2?
Of kan je elk grondgetal naar keuze dan invullen
2log y = 2log x / 2log 4
Volgens dit document lijkt me dat je het derde boek op de 4e pagina nodig hebt. Maar je kunt het natuurlijk beter navragen aan een docent.quote:Op woensdag 19 september 2012 22:29 schreef Trinitrobenzeen het volgende:
Kan iemand mij misschien vertellen hoe het boek voor Wiskunde A op VWO 6 niveau heet? Ik snap de indeling van Getal & Ruimte niet echt.
Zal ik ook zeker doen, wou alleen nu alvast wat uitzoeken, hartstikke bedankt (7)quote:Op woensdag 19 september 2012 22:42 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Volgens dit document lijkt me dat je het derde boek op de 4e pagina nodig hebt. Maar je kunt het natuurlijk beter navragen aan een docent.
Welke is k a en welke is k b?quote:Op vrijdag 21 september 2012 20:33 schreef Amoeba het volgende:
Het zijn somrijen, ofwel je neemt de som van alle gehele getallen tussen k=a en k=b, voor de functie beschreven in de somrij.
De Griekse hoofdletter Σ (sigma) is hier gebruikt als somteken. Bij vraag 5 bijvoorbeeld is het de bedoeling dat je de som bepaalt van de uitdrukkingen van de gedaante 1,04k waarbij je k laat lopen van 0 t/m 27.quote:Op vrijdag 21 september 2012 20:25 schreef eMazing het volgende:
Beste mensen,
zouden jullie mij kunnen helpen met vraag 5 en 6? Het probleem is, dat ik niet weet waar deze symbolen voor staan.
http://i.imgur.com/GdxNw.jpg
De termen waarvan je de som moet bepalen vormen een zogeheten meetkundige reeks. Weet je hoe je de som bepaalt van een (eindige) meetkundige reeks?quote:Wat ik heb gedaan:
1.04 * (1.04^28 : 0.04). ANS x 100. Waarom is dit fout? Dit is vraag 5 waar ik het nu over heb.
Ja, t1 x (1-r^(n) / 1-r)quote:Op vrijdag 21 september 2012 21:04 schreef Riparius het volgende:
[..]
De Griekse hoofdletter Σ (sigma) is hier gebruikt als somteken. Bij vraag 5 bijvoorbeeld is het de bedoeling dat je de som bepaalt van de uitdrukkingen van de gedaante 1,04k waarbij je k laat lopen van 0 t/m 27.
[..]
De termen waarvan je de som moet bepalen vormen een zogeheten meetkundige reeks. Weet je hoe je de som bepaalt van een (eindige) meetkundige reeks?
De formule is op zich wel in orde (maar gebruik sub- en superscript en geen letter x als teken voor vermenigvuldiging), maar je struikelt hier ook meteen over je starre interpretatie van de formule. Die k is een index die de opeenvolgende termen van een label voorziet, maar het hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn dat de eerste term de index k = 1 heeft. Dat mag ook best k = 1000 zijn of zo.quote:Op vrijdag 21 september 2012 21:12 schreef eMazing het volgende:
[..]
Ja, t1 ∙ ((1-rn)/(1-r))
Maar zo makkelijk is het niet? Bij de ene is het getal onder het sigma teken 0, bij de andere 1. Hoe moet ik dit aanpakken?
Ik zou persoonlijk niet met zulke formules gaan kutten, maar eerst de eigenwaarden van die matrix uitrekenen.quote:Op vrijdag 21 september 2012 19:12 schreef Dale. het volgende:
Vraagje... ik heb de volgende matrix A:
[ afbeelding ]
Hiervan moet ik [ afbeelding ] bepalen. Om dit uit te rekenen moet ik eerst [ afbeelding ] voor bepalen. Hieruit krijg ik (wel m.b.v. wolfram alpha, http://www.wolframalpha.c(...)2C+-1%2C+0%5D%5D%5Ek, maar ook gecontroleerd voor de gevallen k = {0..4}) het volgende:
[ afbeelding ]
Nu krijg ik dus voor [ afbeelding ] het volgende...
[ afbeelding ]
Nu kom ik voor een aantal elementen van de matrix wel op het correcte antwoord, [ afbeelding ], [ afbeelding ], [ afbeelding ]
Echter als ik nu [ afbeelding ] uitwerk krijg ik:
[ afbeelding ]
Terwijl dit [ afbeelding ] zou moeten zijn... Waar maak ik de fout? Of klopt de uitwerking van Wolfram Alpha niet (alhoewel die wel dus iig voor de eerste 5 k's, 0..4, klopt).
Wat moet ik met t1 doen? En is het niet (1 - 1.0428 - 1)/(1 - 1.04)? Dus de 1 en de r omgedraaid? Zo staat de formule namelijk in mijn boek.quote:Op vrijdag 21 september 2012 21:25 schreef Riparius het volgende:
[..]
Zo vind je voor de som van de eerste reeks (opgave 5) dus:
(1,0428 - 1)/(1,04 -1)
Dit moet je uiteraard nog met die factor 100 vermenigvuldigen die voor het somteken staat.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |