BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 17:41 |
Vorige deel: [Bèta wiskunde] Huiswerk-en-vragentopic Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde. Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld! Links: Opmaak: • http://betahw.mine.nu/index.php: site van GlowMouse om formules te kunnen gebruiken in je posts (op basis van Latexcode wordt een plaatje gegenereerd dat je vervolgens via het aangegeven linkje kunt opnemen). Een uitleg over LaTeX-code kun je hier vinden, en je kunt deze site gebruiken om een hele post met verschillende stukken Latex-code erin ineens te laten parsen door betahw.mine.nu. Wiskundig inhoudelijk: • http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren. • http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search. • http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie. • http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is. • http://www.wolframalpha.com Meest geavanceerde rekenmachine van het internet. Handig voor het berekenen van integralen, afgeleides, etc... OP | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 18:16 |
Daar hebben we tegenwoordig de volg-knop voor | |
thabit | donderdag 3 februari 2011 @ 18:21 |
Dat is allemaal veel te ingewikkeld voor eenvoudige stervelingen zoals ik. | |
GlowMouse | donderdag 3 februari 2011 @ 18:59 |
maar wel verplicht, want tvp's worden weggehaald. | |
koffiegast | donderdag 3 februari 2011 @ 19:48 |
Hoe bereken ik de geadjugeerde matrix (of beter nog: conjugate transpose) B.v. : [1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0] en hoe kan ik van diezelfde matrix heel simpel diens determinant en inverse berekenen (gezien de hoeveelheid 0en moet dit toch wel minder erg zijn?) | |
Habork | donderdag 3 februari 2011 @ 19:50 |
Heb je hier iets aan? http://nl.wikipedia.org/wiki/Geadjugeerde_matrix http://nl.wikipedia.org/wiki/Minor_%28wiskunde%29 | |
Dickbride | donderdag 3 februari 2011 @ 19:51 |
[1 0 0 0 ^H 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0] = [1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0] ! | |
koffiegast | donderdag 3 februari 2011 @ 20:22 |
Ik snap de uitleg van adjugeerde + minor niet. Ik wil gewoon graag de stappen zien die je moet nemen ![]() Ik weet dat de matrix hetzelfde is als zijn geadjugeerde matrix, maar dat heb ik in matlab gedaan, ik wil het ook graag uit de hand kunnen ![]() | |
thabit | donderdag 3 februari 2011 @ 20:38 |
De geadjugeerde matrix is toch niet dat ding zelf maar juist min zichzelf? | |
RabbitHeart | vrijdag 4 februari 2011 @ 00:49 |
Ik heb de volgende functie: f(x) = 1/pi * e^(-x^2) . Hoe integreer je dit? ![]() Het is al een tijdje geleden dat ik dit met wiskunde heb gehad, | |
BasementDweller | vrijdag 4 februari 2011 @ 00:51 |
De integraal hiervan is niet uit te drukken in standaardfuncties... | |
RabbitHeart | vrijdag 4 februari 2011 @ 00:51 |
You've got to be kidding! | |
VanishedEntity | vrijdag 4 februari 2011 @ 05:24 |
Nope, BD is absofsckinglutely right, maarrrr..... Je kan wèl een gesloten uitdrukking voor de oppervlakte vinden. Moet je wel even slim te werk gaan. Here goes: f(x) = 1/pi*e(-x^2), hoog open deur gehalte uiteraard geldt dan ook f(y) = 1/pi*e(-y^2). Let op: dit heeft nu niets met y=f(x) te maken. Vermenigvuldig die uitdrukkingen met elkaar: f(x)*f(y) = 1/pi*e(-x^2) * 1/pi*e(-y^2) = 1/pi2 * e(-x^2) * e(-y^2) = 1/pi2 * e-(x^2) - (y^2) Neem hierover de dubbelintegraal van limsup naar liminf voor x gevolgd door y Opp = -infInt+inf -infInt+inf 1/pi2 * e-(x^2) - (y^2) dx dy Je zou denken: daar kan ik he-le-maal niets mee ![]() ![]() Opp = 0Int2pi 0Intinf 1/pi2 * e- r^2 * r dr dphi En deze uitdrukking is vrij eenvoudig te integreren. Note to self: beter op de integratieintervallen letten ![]() [ Bericht 0% gewijzigd door VanishedEntity op 05-02-2011 01:56:50 ] | |
RabbitHeart | vrijdag 4 februari 2011 @ 06:50 |
Haha dank voor de uitwerking. Nu weet ik gelukkig wel dat het niet aan mezelf lag dat ik die functie niet kon integreren ![]() Ik ben meer een computergeek ![]() | |
koffiegast | vrijdag 4 februari 2011 @ 12:24 |
iemand die me hierbij kan helpen? Ik snap de wiki uitleg totaal niet ![]() | |
BasementDweller | vrijdag 4 februari 2011 @ 13:50 |
Het is eigenlijk heel simpel. Het i,j-de element van de cofactor matrix van matrix A, is + of - de determinant van A waaruit rij i en kolom j verwijderd zijn (de minor). Of het plus of min is bepaal je door (-1)^(j+i) te berekenen. De geadjugeerde matrix is de getransponeerde van de cofactor matrix. | |
Siddartha | zaterdag 5 februari 2011 @ 11:34 |
Hoe bewijs ik : f(x,y,z) = 1/(x-z-y) continu is op D, met D open. En D:={(x,y,z)|zx>xy+z2} | |
Hanneke12345 | zaterdag 5 februari 2011 @ 16:06 |
(Edit: O is oneindig, hij wil 't symbooltje niet laten zien ;x) "Met een rechterhalflijn in R bedoelen we een interval van de vorm (a, O ). Laat zien dat T = {lege verzameling, R, rechterhalflijnen} een topologie is. " Dat de lege verzameling en X (= R) in T zitten is triviaal, dat als U en V open in T, dan de doorsnede ook, want als U = (a, O) en V = (b, O) dan U door V = (max{a,b} , O). Maar de ik twijfel over de vereniging. Ik zou dan het liefst zeggen stel {U_a}a \in A in T, dan zijn er a_i zodat U_a = (a_i, O), en dan is de vereniging van alle {U_a} = (min{a_i}, O). Maar volgens mij gebruik ik dan compactheid, mag ik dit zomaar zeggen? [ Bericht 6% gewijzigd door Hanneke12345 op 05-02-2011 20:14:57 ] | |
herlinde | zaterdag 5 februari 2011 @ 18:18 |
Hallo Is er een wiskunde fanaat onder jullie die zich geroepen om alle mogelijkheden (= 5!) van volgorde met de getallen 1 2 3 4 5 even in een lijstje te zetten. Dus bijvoorbeeld 12345, 23145, 31245, Alvast bedankt, Herlinde | |
FedExpress | zaterdag 5 februari 2011 @ 18:35 |
hier dan maar dezelfde vraag: en dat kan je niet zelf omdat? | |
BasementDweller | zaterdag 5 februari 2011 @ 18:35 |
| |
thabit | zaterdag 5 februari 2011 @ 21:10 |
Nee, mag je niet zomaar zeggen, de verzameling A hoeft immers geen minimum te hebben. | |
herlinde | zaterdag 5 februari 2011 @ 21:33 |
Merci!!!!
| |
Hanneke12345 | zondag 6 februari 2011 @ 00:54 |
Ik gebruik nu infimum, een rij op R altijd een infimum heeft (volgens een studiegenoot, that si ;x), maakt het iets minder dubieus, maar ik ben nog altijd niet overtuigd. Dan ga je er namelijk vanuit dat je een rij alpha_i kan maken (en dus maar aftelbaar oneindig veel elementen hebt), geloof ik? En bovendien als je nou iets hebt als (-n, \infty) met n dus van 1 tot oneindig, ofzo. Dan krijg je in de vereniging een (-\infty, \infty). Is dat eigenlijk geen probleem? | |
thabit | zondag 6 februari 2011 @ 01:00 |
Elke niet-lege van onder begrensde deelverzameling van R heeft een infimum. Als A geen ondergrens heeft, dan is de bijbehorende vereniging gewoon R. | |
Hanneke12345 | zondag 6 februari 2011 @ 01:15 |
Ohja, wacht. ![]() | |
.aeon | maandag 7 februari 2011 @ 10:29 |
Hoe doe ik dat hier? Of is het gewoon (0,..,0), want een homogeen stelsel kan je in principe toch zonder consequenties transformeren? De rechterzijde blijft altijd 0. Ik snap het niet ![]() | |
Haushofer | maandag 7 februari 2011 @ 11:45 |
De matrix die je krijgt is een 4x3 matrix, met op de eerste rij (1 2 -2), tweede rij (1 3 -2), derde rij (1 4 3) en vierde rij (2 5 6). Het gaat hier om 4 vergelijkingen in 3 onbekenden x,y,z. Wat je moet zien uit te vinden, is of deze 4 vergelijkingen allemaal onafhankelijk zijn, of niet. Zie bv hier ![]() Een aardig voorbeeldje is misschien het volgende: stel dat je 3 vergelijkingen hebt in 2 onbekenden (x,y). Elke vergelijking stelt dan een lijn voor in het vlak. Als dit stelsel geen oplossingen heeft, dan betekent dat dat de 3 lijnen elkaar niet kruisen. Als dit stelsel 1 unieke oplossing heeft, dan betekent dat dat de 3 lijnen elkaar kruisen in 1 punt. Dat betekent dat de 3 lijnen niet lineair onafhankelijk zijn. Als het stelsel oneindig veel oplossingen heeft, dan betekent dat dat de 3 lijnen parallel zijn, en samenvallen. Jouw geval beschrijft 4 vlakken. De vraag is, analoog aan hierboven, of deze 4 vlakken gemeenschappelijke punten hebben. | |
ajacied4lf | maandag 7 februari 2011 @ 18:14 |
Kent iemand een gemakkelijke manier om de grootste gemene deler en het kleinste gemene veelvoud te berekenen? | |
-J-D- | maandag 7 februari 2011 @ 18:27 |
De GGD kan je vinden met het algoritme van Euclides. Voor KGV kan je de volgende formule gebruiken: ![]() | |
ajacied4lf | maandag 7 februari 2011 @ 18:30 |
Ok, ik zal het proberen. Heb morgen een vaardigheidstoets, zonder GR dus. | |
BasementDweller | dinsdag 8 februari 2011 @ 12:30 |
Ik wil laten zien dat de sigma algebra J1 gegenereerd door (a,b] met a,b in Q gelijk is aan de sigma algebra J2 gegenereerd door (-inf,a] met a in Q. Als je een element neemt uit J1 bestaat het uit een aftelbare verenigingen, doorsnedes en complementen van elementen van de vorm (x,y] met x,y in Q. Er geldt (x,y] = (-inf,y] (doorsnede) (-inf,x]c wat duidelijk een element is van J2, ook weer nadat je er verenigingen, doorsnedes en complementen van neemt. Dus J1 is een deelverzameling van J2. Andersom weer hetzelfde verhaal, dus J1=J2. Klopt dit / kan je het wat beter formuleren? Dank ![]() | |
thabit | dinsdag 8 februari 2011 @ 12:36 |
't Is voldoende om te laten zien dat elk element in de gegeven voortbrengende verzameling voor J1 ook in J2 zit en vice versa, zoiets hoef je niet uitgebreid te lopen onderbouwen. Anderzijds is een zinsnede als "Andersom weer hetzelfde verhaal" syntactisch incorrect en bovendien te kort door de bocht. | |
Dale. | dinsdag 8 februari 2011 @ 14:56 |
Vraagje... is toch gewoon "n" omdat er helemaal geen subscript is aangegeven? | |
GlowMouse | dinsdag 8 februari 2011 @ 14:58 |
Nee, je telt n wel een paar keer op. | |
Dale. | dinsdag 8 februari 2011 @ 15:22 |
Ok heb me even ingelezen maar wordt het dan zo, als ik het zou willen uitschrijven? | |
thabit | dinsdag 8 februari 2011 @ 15:25 |
Dat, maar dan zonder subscripts. | |
Dale. | dinsdag 8 februari 2011 @ 15:26 |
ja ok ![]() | |
BasementDweller | dinsdag 8 februari 2011 @ 16:49 |
Ik krijg volgens mij heel wat anders hoor: En dus: [ Bericht 32% gewijzigd door BasementDweller op 08-02-2011 17:06:55 ] | |
-J-D- | dinsdag 8 februari 2011 @ 18:36 |
En? Hoe ging het? | |
TheLoneGunmen | dinsdag 8 februari 2011 @ 18:46 |
Zij ![]() ![]() ![]() Met ![]() Als ik het niet misversta moet ik dus bewijzen dat ![]() Iemand ideeën? | |
pfefferkatze | dinsdag 8 februari 2011 @ 21:20 |
![]() Snap echt geen klote van b ![]() Wat moet je als ![]() ![]() | |
GlowMouse | dinsdag 8 februari 2011 @ 21:22 |
Je kunt de waarnemingen in het midden van de range kiezen, of uniform over de range verdelen. | |
pfefferkatze | dinsdag 8 februari 2011 @ 21:22 |
Bij A was de bereking overigens: (100+270+250+420+680)/38. Dus de gemiddelde van de ranges maal de frequentie, en dan delen door het aantal observaties. | |
GlowMouse | dinsdag 8 februari 2011 @ 21:26 |
Ja, vul in de defintie ax+(1-a)y in voor x. Vanwege convexiteit van F_j weet je dat F_j(ax+(1-a)y) <= aF_j(x) + (1-a)F_j(y). Voor F_j(x) en F_j(y) kun je de aanname gebruiken dat ze in LC zitten. | |
San_Andreas | dinsdag 8 februari 2011 @ 21:39 |
GGD(a, 0) = a, GGD(a, b) = GGD(b, a mod b). | |
123hopsaflops | woensdag 9 februari 2011 @ 13:22 |
Als je nummers trekt volgens een normale distributie, wat is dan de distributie van de som? Ik kan het zo snel niet uitrekenen of (proberen te) bewijzen, maar mijn gevoel zegt dat dat ook een normale distributie oplevert. | |
San_Andreas | woensdag 9 februari 2011 @ 13:26 |
klopt, wel met nieuwe sigma. | |
TheLoneGunmen | woensdag 9 februari 2011 @ 13:31 |
http://en.wikipedia.org/w(...)ted_random_variables | |
123hopsaflops | woensdag 9 februari 2011 @ 14:35 |
Dankje! | |
TheLoneGunmen | woensdag 9 februari 2011 @ 14:59 |
He bedankt GM ![]() | |
xxiessiexx | donderdag 10 februari 2011 @ 15:28 |
In Breda is een nieuwe woonboulevard gepland. Op deze boulevard zullen de volgende winkels zich vestigen: Praxis, Gamma, Hornbach, Beter Bed, Terheijden Meubels, Kwantum en IKEA. In het onderstaande overzicht is aangegeven wat het verwachte aantal bezoekers is voor elk van de winkels per piekperiode (zaterdag tussen 11.00 en 12.00 uur), daarnaast is van een ander filiaal van dezelfde winkel het bezoekersaantal gegeven evenals de gemiddelde parkeerbehoefte en de daarbij behorende standaarddeviatie.![]() a) Bepaal op basis van bovenstaande gegevens de verwachte gemiddelde parkeerbehoefte evenals de verwachte standaarddeviatie voor de nieuwe winkels. Geef dit weer in een tabel. b) Bepaal voor elke winkel hoeveel parkeerplaatsen moeten worden aangelegd om ervoor te zorgen dat een klant die aankomt in de piekperiode bij die winkel met 98% zekerheid een parkeerplaats kan vinden. Vraag b gaat het om. Ik weet niet hoe ik dat kan berekenen. | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 15:32 |
Ken je de Chebychevongelijkheid? | |
xxiessiexx | donderdag 10 februari 2011 @ 16:17 |
Nee ![]() Ik denk dat ik iets met de binomiale verdeling moet doen maar ik weet niet wat. | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 16:26 |
Als je per se een kansverdeling wilt pakken, zou ik eerder een poisson- of gammaverdeling pakken. Bij binomiaal valt geen goed verhaal te vinden. Als X zo'n verdeling heeft, zoek je k zodat P(X <= k) = 0.98. | |
xxiessiexx | donderdag 10 februari 2011 @ 16:41 |
Nouja, per se...mij is niet heel veel meer dan dat aangeleerd ![]() Maar het kan dus zo zijn dat de x een stuk groter is dan het gemiddelde? Bijv. bij een gemiddelde parkeerbehoefte van 90: x=110 gemiddelde=90 Dan is p voor het eerst de 0,98 gepasseerd. Dus dan zou 110 parkeerplaatsen het juiste antwoord zijn? Of doe ik nu iets enorm fout? ![]() | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 16:53 |
Klopt. Maar dan geldt wel standaardafwijking = 90. | |
Adames | donderdag 10 februari 2011 @ 16:54 |
Integreren met substitutieregel, maar geen idee hoe ik moet beginnen. Verder op de pagina staan er nog tientallen, zoals bijvoorbeeld deze. Als ik eenmaal weet waar ik moet beginnen kan ik gelijk verder oefenen. | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 16:55 |
Die eerste: y9 kun je wel primitiveren, dus pak y=1+x. Die tweede: die wortel x maakt het lastig, dus probeer y = wortel x. | |
Adames | donderdag 10 februari 2011 @ 16:56 |
Die eerste dacht ik wel dat ik kon, leek me niet moeilijk. Maar bij de antwoorden keek ik bij het verkeerde. Dus dacht dat ik iets totaal verkeerd deed. Nu weggehaald, maar je bent te snel. Bedankt ![]() | |
xxiessiexx | donderdag 10 februari 2011 @ 17:15 |
Wut ![]() Aargh ![]() | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 17:15 |
Dat zeg ik, gamma. | |
xxiessiexx | donderdag 10 februari 2011 @ 17:21 |
Ik ken de hele gammaverdeling niet. Wij krijgen bij statistiek alleen de normale, de binomiale en de poissonverdeling. Ik zie dat de gammaverdeling een continue verdeling is en dat kan hier volgens mij helemaal niet want het moet discreet verdeeld zijn. | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 17:25 |
Je hebt gelijk, in dat geval zou ik voor de poissonverdeling gaan. Je zou eigenlijk de standaarddeviatie ook mee willen nemen bij de bepaling van de parameter; dat kan met maximum likelihood als je dat wat zegt. | |
xxiessiexx | donderdag 10 februari 2011 @ 18:29 |
Dat zegt me uiteraard ook helemaal niks ![]() ![]() ![]() | |
Adames | donderdag 10 februari 2011 @ 18:29 |
Kan je me verder helpen? Dus: Dan is het volgens mij zo dat Maar dan .. Limiet omrekenen naar [ Bericht 4% gewijzigd door Adames op 10-02-2011 18:48:36 ] | |
GlowMouse | donderdag 10 februari 2011 @ 19:04 |
Dan vervang je in je oorspronkelijke integraal dx door -2 wortel(x) dy en wortel(x) door y, en houd je integraal +2cos(y) dy over. [ Bericht 3% gewijzigd door GlowMouse op 10-02-2011 20:08:00 ] | |
Riparius | donderdag 10 februari 2011 @ 20:06 |
Je integreert over het interval [0, π], dus x is niet-negatief. Kies als substitutie: (1) x = z2 Dan is: (2) dx/dz = 2z En dus: (3) dx = 2z∙dz Uit (1) volgt dat x = 0 voor z = 0 en x = π voor z = √π, dus je nieuwe integratie-interval is [0, √π]. Substitutie van (1) en (3) levert dan: (4) ∫0π cos(√x)/√x∙dx = ∫0√π 2∙cos z∙dz = [2∙sin z]0√π = 2∙sin(√π) | |
Adames | donderdag 10 februari 2011 @ 21:53 |
Erg bedankt. Ik heb het trucje door. De rest lukt zo te zien ook prima nu. | |
minibeer | vrijdag 11 februari 2011 @ 01:50 |
![]() Antwoord: b. Deel de factor m in beide leden weg. Deel daar cosa, dan wordt het linkerlid tan(a). Deel nog door g en je vindt het gewenste resultaat. Maar hoe kom je dan bij dy/dx? Ik heb er gewoon tan(a) staan ![]() | |
GlowMouse | vrijdag 11 februari 2011 @ 01:53 |
In deze specifieke situatie zal tan(a) wel gelijk zijn aan dy/dx he? Hangt van het verhaaltje af, maar dat zien wij hier niet. | |
minibeer | vrijdag 11 februari 2011 @ 17:26 |
ja het was best wel logisch sorry ![]() a was de hoek van een functie. Er geldt: y = f(x), waarbij f onbekend is. Omdat geldt dat de tangens van de hoek gelijk is aan overstaande/aanliggende en de afgeleide ook, is dat hetzelfde... Ik ben het analyse enzo een beetje kwijt merk ik wel... In ieder geval bedankt ![]() | |
GlowMouse | vrijdag 11 februari 2011 @ 17:29 |
Een functie heeft geen hoek. | |
minibeer | vrijdag 11 februari 2011 @ 17:37 |
ik zeg het toch, ik ben die analyse een beetje kwijt ![]() a is de hoek van functie f op punt (x, f(x)). (klopt deze formulering?) | |
GlowMouse | vrijdag 11 februari 2011 @ 17:39 |
"a is de hoek die de raaklijn van de functie f in het punt (x,f(x)) maakt met de x-as" | |
minibeer | vrijdag 11 februari 2011 @ 17:41 |
![]() | |
BasementDweller | vrijdag 11 februari 2011 @ 22:59 |
Stel je doet een oneindige cointossing experiment gemodelleerd door (Omega, F, P) waarbij de sigma algebra F gegenereerd wordt door de verzameling van alle eindig dimensionale cilinders. Zo'n cilinder ziet er uit als volgt: Ab1,...,bk {(x1,x2,....) in Omega : x1=b1,...,xk=bk} met k=1,2... en b1,...,bk = {0,1}k (bijv. 0=kop 1=munt) _____________ Als er eindig veel 1'en voorkomen in de uitkomst x dan kan je schrijven x=(x1,x2,...,xn,0,0,...) (vanaf een bepaalde uitkomst komen alleen nog maar 0'en voor). Nu probeer ik te laten zien dat dit een event is, maar daar loop ik op vast omdat je dan eigenlijk een oneindigdimensionale cilinder nodig hebt (omdat je oneindig veel nullen wil hebben na de n-de toss). Ik vermoed dat ik iets moet doen met het complement van zo'n cilinder... maar kom er niet uit wat zo'n complement precies inhoudt. Kan iemand me hierbij helpen? | |
thabit | vrijdag 11 februari 2011 @ 23:12 |
Kun je die ruimte niet gewoon schrijven als oneindige doorsnede van eindigdimensionale cylinders? | |
BasementDweller | vrijdag 11 februari 2011 @ 23:28 |
Je bedoelt de ruimte van alle elementen in Omega met eindig veel 1'en (noem het even B)? Dan krijg je dus Volgens mij klopt dat niet ![]() | |
thabit | vrijdag 11 februari 2011 @ 23:32 |
Nee, maar die x waarvan je wilt laten zien dat het een event is, kun je {x} niet schrijven als oneindige doorsnede van cylinders? | |
BasementDweller | vrijdag 11 februari 2011 @ 23:44 |
Ja, de oneindige doorsnede over k in |N van cilinders waarbij de eerste n tosses variëren en de n+k-de toss 0 is? Alleen hoe noteer ik dit ![]() | |
thabit | vrijdag 11 februari 2011 @ 23:56 |
Zij, voor k>=n, v_k de k-dimensional vector met v_i = b_i voor 1 <= i <= n en v_i = 0 voor n+1 <= i <= k. Dan is {x} de doorsnede van A_{v_k} over alle k>=n. Zoiets? | |
BasementDweller | zaterdag 12 februari 2011 @ 00:01 |
Ja, zo is wel netjes. Bedankt man! | |
Hanneke12345 | zaterdag 12 februari 2011 @ 17:26 |
![]() Ik snap deze uitwerking niet. De eerste, dw\dz lukte mij ook nog wel. Maar met dat (dw\dz)x bedoelen ze toch de afgeleide van dw\dz naar x, neem ik aan? Waarom valt dan de eerste term gewoon weg? Ik zou denken dat je iets krijgt als : ![]() Edit: onder de breukstreep voor de x moet natuurlijk elke keer ook nog een \partial staan! | |
thabit | zaterdag 12 februari 2011 @ 17:31 |
Ik denk dat je deze vraag het best aan een natuurkundige kunt stellen, die vinden dit soort krankzinnige notaties volkomen logisch. | |
Haushofer | zaterdag 12 februari 2011 @ 17:36 |
Niet "naar x", maar "met x constant". De |x,y betekent dan "met x EN y constant". Dat is relevant, want w hangt via y=h(z) van z af. Verder lijkt het me gewoon de kettingregel toepassen ![]() | |
Hanneke12345 | zaterdag 12 februari 2011 @ 18:36 |
Ah, dat maakt 't verhaal inderdaad anders. ![]() | |
Haushofer | zaterdag 12 februari 2011 @ 21:44 |
Is het voor een vak vectoranalyse oid? | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 15:59 |
Ik wil de DV y':= dy/dx = xy + 1, met y(1) = e1/2 oplossen met variatie van constanten. y'(x) = c'(x) z(x) + c(x) z'(x) = c'(x) z(x) + x z(x) c(x) = c' z + x y = 1 + xy. Dus c' z=1 en dus ![]() | |
Haushofer | zondag 13 februari 2011 @ 17:02 |
Als ik de homogene vergelijking oplos, krijg ik d[ln(y)]/dx = x, dus y = e1/2x^2 + C. Als ik dan vervolgens de inhomogene vergelijking wil oplossen, door y te vervangen door y*f(x), dan krijg ik voor f de vergelijking df/dx = 1 - xf En die laat zich, als ik bv dit documentje bekijk, inderdaad niet zo eenvoudig oplossen; je krijgt zoiets als f = De-1/2x^2 + e-1/2x^2 int e1/2x^2 dx Of ik zie iets over het hoofd, of het valt inderdaad niet analytisch op te lossen. | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 17:15 |
Maal C, niet +C toch? | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 18:48 |
Nog wat anders... het is waarschijnlijk een domme vraag, maar ik zie het niet. Als je een simpele DV hebt als : dy/dx = -2y, dan is de oplossing uiteraard y = C e-2x. Dat kan je bepalen met scheiden van variabelen: int 1/y dy = int -2 dx en oplossen, en je krijgt het juiste antwoord. Maar als ik de variabelen op deze manier scheidt: int -1/2y dy = int dx, dan krijg ik een heel ander antwoord: - Log(2y) = x + C -2y = ex+C = A ex y= -(A ex)/2 ![]() Welke stap klopt hier niet? | |
GlowMouse | zondag 13 februari 2011 @ 19:16 |
Bij differentieren van Log(2y) vergeet je de kettingregel. | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 19:22 |
Inderdaad ![]() | |
Haushofer | zondag 13 februari 2011 @ 20:42 |
Ja ![]() | |
Krankjorum | zondag 13 februari 2011 @ 22:20 |
In a class on probability, a statistics professor flips two balanced coins. Both fall to the floor and roll under his desk. A student in the first row informs the professor that he can see both coins. He reports that at least one of them shows tails. What is the probability that the other coin is also tails? Dus... leek mij gewoon 0.50, omdat het gooien van twee munten onafhankelijk van elkaar is. Staat er in de uitwerkingen het volgende: Let H denote heads and T tails. Probabilities of possible outcomes are: P(HH) = .25, P(HT) = .25, P(TH) = .25, P(TT) = .25 Vervolgens komen ze met .25/(.25+.25+.25) = .333 Aangezien 1 van de 2 munten 'tails' aangeeft, zijn er volgens de uitwerkingen nog maar 3 in plaats van 4 mogelijkheden (HH vervalt) en is 1 van die mogelijkheden TT, dus zou het antwoord 1/3 zijn. Mijn vraag: Waarom is het antwoord 0.5 hier fout? Of is deze vraag gewoon op twee verschillende manieren te beantwoorden? | |
thabit | zondag 13 februari 2011 @ 22:22 |
Het antwoord 0.5 is fout omdat 1/3 goed is en 0.5 niet 1/3 is. Waarom 1/3 goed is, geef je zelf al aan. | |
GlowMouse | zondag 13 februari 2011 @ 22:25 |
Ik wil 0.5 wel verdedigen. De student maakt immers de keuze om te zeggen dat "at least one of them shows tails". Bij 1x heads en 1x tails is de kans kleiner dat hij dat zegt dan bij 2x tails. | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 22:36 |
Wat flauw | |
GlowMouse | zondag 13 februari 2011 @ 22:37 |
Niet echt, dit is een wezenlijk onderdeel van het kansexperiment. | |
Mind_State | zondag 13 februari 2011 @ 22:38 |
Let H denote heads and T tails. Probabilities of possible outcomes are: P(HH) = .25, P(HT) = .25, P(TH) = .25, P(TT) = .25 Vervolgens komen ze met .25/(.25+.25+.25) = .333 Is dit niet gewoon de kans van 2 willekeurige munten ? als we uitgaan van 1 munt omdat de leerling aangeeft dat de andere munt is (At least one of them is tails) is de kans dat de enige andere munt ook munt is gewoon 50 % oftewel .5 immers zijn er maar 2 kansen of je gooit kop of je gooit munt, dus een kans van 1 uit 2. | |
GlowMouse | zondag 13 februari 2011 @ 22:40 |
Je kunt hier als leek beter geen uitspraak over doen. | |
Mind_State | zondag 13 februari 2011 @ 22:41 |
Wiskunde is een raar iets.. maar oke.. zou je dan kunnen uitleggen hoe je op een kans van 1/3 komt als er maar uitkomsten mogelijk zijn ? | |
GlowMouse | zondag 13 februari 2011 @ 22:41 |
Het aantal uitkomsten zegt niets over de kans, een kans is een maat van vertrouwen dat een bepaalde uitkomst zich voordoet. | |
Mind_State | zondag 13 februari 2011 @ 22:45 |
Kansberekening is echt een van de onderdelen van wiskunde waar ik de logica gewoon niet in kan vinden, op de middelbare school niet, en nu nog steeds niet. | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 22:48 |
Er zijn drie uitkomsten die nog mogelijk zijn: HT TH en TT ![]() Omdat het "eerlijke" munten zijn is de kans op al deze mogelijkheden even groot: 1/3. | |
Mind_State | zondag 13 februari 2011 @ 22:53 |
Oke dat maakt het inderdaad een stuk duidelijker. Maar dan zegt het aantal uitkomsten dus toch wel wat over de kans, ik zat al te filosoferen welke factoren er dan nog meer van invloed zouden kunnen zijn. | |
thabit | zondag 13 februari 2011 @ 22:55 |
Het feit dat alle uitkomsten evenveel kans hebben, dat is niet automatisch zo. | |
BasementDweller | zondag 13 februari 2011 @ 22:56 |
In het algemeen is het misschien niet zo dat het aantal uitkomsten iets zegt over de kans op één van die uitkomsten, maar in dit geval wel. Waarom deze vraag intuïtief lastig is ligt denk ik aan het volgende: In het "dagelijkse leven" zou je geen onderscheid maken tussen HT en TH waardoor je deze twee als dezelfde event zou beschouwen. Dan zijn er nog maar twee mogelijkheden met even grote kans, "kop en munt" of "2 maal munt", beide met kans 1/2. En daar ga je dan de mist in ![]() | |
Krankjorum | zondag 13 februari 2011 @ 23:05 |
Ik snap gewoon niet waarom 1/2 fout kan zijn, aangezien het om nog maar 1 munt gaat, de andere is al bekend en kan dan toch eigenlijk gewoon buiten beschouwing gelaten worden? Aan de andere kant snap ik de beredenering voor het antwoord 1/3 ook. | |
Riparius | zondag 13 februari 2011 @ 23:10 |
Die logica is er echt, alleen strookt het niet met jouw intuïtie, en dat is heel wat anders. Het probleem hier staat ook wel bekend als de Boy or Girl paradox. Dergelijke problemen staan erom bekend dat ze heel wat controverse genereren, vooral van leken. Een andere klassieker in dit genre is het Monty Hall probleem, in het Nederlands ook wel bekend als het Willem Ruis probleem. | |
thabit | zondag 13 februari 2011 @ 23:12 |
Een van de grote problemen is de interpretatie van de vraag. Kansrekening gaat over kansruimten en kansruimten zijn bepaalde soorten verzamelingen en behoren zich dus aan de axioma's van de verzamelingenleer te houden. Uit deze axioma's is echter op geen enkele manier af te leiden dat munten elementen van een verzameling zouden zijn. | |
freiss | zondag 13 februari 2011 @ 23:13 |
Er is alleen niet bekend welke munt bekend is. | |
koffiegast | zondag 13 februari 2011 @ 23:23 |
Daar ben ik weer eens, ik heb issues met exponenten als noemer in een breuk. Ik moet laten zien dat bij de sigmoid function: sigm(net) = (2/ (1+exp(-net/T)))-1 het volgende geldt: -sigm(net) = sigm(-net). Mijn issue is die exponent met -net/T. Als ik een bepaalde waarde voor net kies, laten we zeggen net = 0: -sigm(0): -((2/(1+exp(0)))-1) = (-2/(1+exp(0))) + 1 sigm(-0): (2/(1+exp(0)))-1 Vervolgens had ik bij beide +1 opgeteld: -sigm(0): (-2/(1+exp(-0))) + 2 sigm(-1): (2/(1+exp(0))) exp omgeschreven: -sigm(0): (-2/(1+1)) + 2 sigm(-1): (2/(1+1)) waarbij het eenvoudig te zien is dat 1=1. Nou heb ik al berekend dat dit ook geldt voor andere waarden voor net, zoals 1 of -1. Maar ik heb geen flauw idee hoe ik dus zo'n afleiding doe met die exp(-net/T) er nog in. Ik kan wel b.v. naar het volgende gaan: 2 = 2(1+exp(net/T)) + (-2/(1+exp(-net/T)))(1+exp(net/T)) => 1 = (1+exp(net/T)) + (-1/(1+exp(-net/T)))(1+exp(net/T)) maar hoe doe ik nu dus (1+exp(-net/T)) * (1+exp(net/T)) ? Ik snap dat exp(-net/T) * exp(net/T) -> exp(-net/T + net/T) = exp(0) hebt en dat exp(-net/T) hetzelfde is als 1/(exp(net/T)). Maar hoe dan met die 1+ nog in de noemer? Ik ben te onhandig met breuken dat ik niet zie hoe ik het verder moet doen. | |
Krankjorum | zondag 13 februari 2011 @ 23:34 |
Ik snap het denk ik. | |
BasementDweller | maandag 14 februari 2011 @ 00:03 |
Misschien een betere uitleg: Je hebt munt 1 en munt 2. De uitkomst van munt 1 staat links en van munt 2 rechts. Dan zijn de uitkomsten: HT, TH, HH, TT. Stel (!) de student ziet alleen munt 1, en ziet dat het T is. De uitkomsten waarbij munt 1 H is kunnen dus weggestreept worden: HT, TH, HH, TT. De kans op TT is dus 1/2. Stel nu dat de student beide munten ziet en concludeert dat minstens één van de twee is T. Dan geldt: HT, TH, HH, TT, en dus de kans op TT is 1/3. Jou antwoord van 1/2 klopt dus alleen als de student maar 1 munt had gezien. In de vraagstelling staat dat hij ze allebei ziet, en dus klopt die 1/2 niet. | |
koffiegast | maandag 14 februari 2011 @ 16:46 |
Iemand ![]() Het is echt enorm weggevallen bij me. Ik heb even dat duwtje in de goede richting nodig hoe ik die tellers met 1+exp(iets) weghaal of van elkaar afhaal. | |
GlowMouse | maandag 14 februari 2011 @ 17:01 |
Ik snap niet wat je doet, ik zou zo beginnen: sigm(net) = 2/ (1+exp(-net/T)) - 1 dus sigm(-net) = 2/ (1+exp(net/T)) - 1 Je wilt sigm(-net) herschrijven tot 1 - 2/ (1+exp(-net/T)). Als je nu in de breuk van sigm(-net) teller en noemer met exp(-net/T) vermenigvuldigt, krijg je 2exp(-net/T) / (1+exp(-net/T)) - 1 = (2exp(-net/T) - 1 - exp(-net/T) ) / (1+exp(-net/T)) kom je zo verder? [ Bericht 2% gewijzigd door GlowMouse op 14-02-2011 17:07:19 ] | |
koffiegast | maandag 14 februari 2011 @ 17:22 |
Ik snap je stap van sigm(-net) teller en noemer met exp(-net/T) vermenigvuldigen niet echt: 2exp(-net/T) / (1+exp(-net/T)) - 1 Hoe kun je nou precies enkel die 2 vermenigvuldigen met exp(-net/T)? Het lijkt mij dat je de hele boel keer exp(-net/T) moet doen, dus dat je dit krijgt: 1-2/(1+exp(-net/T)) -> exp(-net/T) - (2exp(-net/T))/(1+exp(-net/T)), maar dan blijf ik weer met die 1 in de noemer zitten. Of zit ik nu verkeerd? | |
GlowMouse | maandag 14 februari 2011 @ 17:24 |
Als je 1 + 2/3 hebt dan is dat 1 + 4/6 en niet 2 + 4/6. | |
koffiegast | maandag 14 februari 2011 @ 17:39 |
Ja dat snap ik, Ik weet niet.. ik zag het ff niet ![]() ik denk dat ik hem heb: ik neem voor het gemak a=exp(-net/T) sigm(-net) =2/(1+exp(net/T) - 1 & -sigm(net) = -1( 2/(1+a) - 1) = 1- 2/(1+a) sigm(-net) -> (2a/ (1+a)) - 1 -> 2a/(1+a) = 2-2/(1+a) -> 2a = 2(1+a)-2 -> a = 1(1+a)-1 -> a = 1+a-1 -> a = a Volgensmij klopt dit. Bedankt voor de duwtje in de juiste richting! | |
Krankjorum | maandag 14 februari 2011 @ 19:43 |
Top! Bedankt, helemaal duidelijk zo ![]() Nog een vraagje ![]() Uit een onderzoek naar het aantal mannelijke en vrouwelijke medewerkers in een bedrijf blijkt dat 65 % van de medewerkers man is, 54 % van de medewerkers in de productie werkt en de kans dat een medewerker een mannelijke productiewerker is gelijk is aan 36 %. Als een willekeurig geselecteerde medewerker niet in de productie werkt, wat is de kans dat deze medewerker een vrouw is (twee decimalen)? | |
GlowMouse | maandag 14 februari 2011 @ 19:52 |
A = man B = in productie P(A) = 0.65 P(B) = 0.54 P(A en B) = 0.36 P(A' | B') = P(A' en B') / P(B') = (1-P(A of B)) / P(B') = (1 - P(A) - P(B) + P(A en B)) / P(B') = (1-0.65 - 0.54 + 0.36) / 0.46. Waarbij je 'en' moet zien als de doorsnede (zowel A als B treden op) en 'of' als vereniging (A of B of (A en B) treden op). [ Bericht 13% gewijzigd door GlowMouse op 14-02-2011 19:57:40 ] | |
Dale. | maandag 14 februari 2011 @ 21:39 |
Wat is ook alweer de juiste benaming voor index verschuiving bij sommaties? | |
GlowMouse | maandag 14 februari 2011 @ 21:48 |
Je bedoelt bijvoorbeeld k vervangen door k' met k' = k+2? Dat is een substitutie. | |
Dale. | maandag 14 februari 2011 @ 22:01 |
Ja klopt maar geloof dat ik een ander woord heb gehoord. Maar maakt eigenlijk niets uit, weet je misschien een goeie weblink m.b.t. uitleg van sommaties en substitutie (index verschuiving)? | |
Riparius | maandag 14 februari 2011 @ 23:28 |
Je zult toch beter moeten uitleggen wat je nu eigenlijk bedoelt. Misschien een bewijs voor een sommatieformule met behulp van volledige inductie? | |
Krankjorum | dinsdag 15 februari 2011 @ 00:00 |
Dank ![]() | |
Geerd | dinsdag 15 februari 2011 @ 00:05 |
Als ik zo is door dit topic scrol voel ik me best dom ![]() ![]() | |
Dale. | dinsdag 15 februari 2011 @ 00:15 |
| |
Riparius | dinsdag 15 februari 2011 @ 00:48 |
Wat je hier doet is op een hele rare manier goochelen om iets wat evident is te verkrijgen. Meestal duiden dat soort notaties op begripsverwarringen. In je eerste uitdrukking is j een index die loopt van een beginwaarde j = i t/m een eindwaarde j = n. Dat betekent dus dat we (n - i) + 1 maal 1 sommeren, en de uitkomst is dan inderdaad (n - i + 1), daar heb ik die tussenstappen helemaal niet voor nodig. Maar de eerste tussenstap in je plaatje is sowieso onzinnig. Immers, j was een index en i de startwaarde van die index. Maar dan kun je niet zomaar gaan doen alsof (j + i -1) nu een index is die loopt van 0 t/m n. Aangezien alle termen gelijk zijn aan één zou de som dan (n + 1) moeten zijn, maar dát klopt niet! De eerste tussenstap is dus onzin. De tweede tussenstap klopt wel: Als we de index j laten lopen van j = i t/m j = n en alle termen in de som zijn gelijk - en gedefinieerd voor elk niet-negatief geheel getal - dan kunnen we net zo goed j met (i-1) verlagen en dus de index laten lopen van j = i - (i - 1) = 1 t/m j = n - (i - 1) = n - i + 1. | |
TheLoneGunmen | woensdag 16 februari 2011 @ 20:16 |
Hoe bewijs ik (zo constructief mogelijk, dus niet meteen met ongerijmdes strooien ook geen topologisch bewijs aub) dat elke continue functie van R2 naar R altijd punten a,b kent waarvoor geldt: a<b of b<a maar wél f(a)=f(b). [Niet injectief dus] | |
thabit | woensdag 16 februari 2011 @ 20:38 |
Mag je wel de tussenwaardestelling gebruiken? | |
GlowMouse | woensdag 16 februari 2011 @ 20:41 |
Hoe definieer je a<b? Als het elementsgewijs is (a1 < b1 én a2 < b2): hoe zit het met f(x) = x1 + x2? | |
BasementDweller | woensdag 16 februari 2011 @ 21:51 |
Is een algebra een sigma algebra die alleen gesloten is onder eindige verenigingen? Zoiets meen ik ter herinneren van hoorcollege maar vind ik niet terug in mijn boek... | |
thabit | woensdag 16 februari 2011 @ 21:54 |
http://nl.wikipedia.org/wiki/Algebra_van_verzamelingen | |
BasementDweller | woensdag 16 februari 2011 @ 21:56 |
Ah, enkel paarsgewijs. Dank. | |
thabit | woensdag 16 februari 2011 @ 21:57 |
Als het voor elk tweetal verzamelingen is, dan natuurlijk ook voor eindige aantallen. | |
TheLoneGunmen | woensdag 16 februari 2011 @ 22:13 |
Alleen de constructieve denk ik... de benaderende.... Ja op een coordinaat moeten ze duidelijk aanwijsbaar verschillend zijn. | |
thabit | woensdag 16 februari 2011 @ 23:01 |
Teken een cirkel met straal 1 en middelpunt 0 in het vlak. En bekijk de punten (-1, 0) en (1, 0). Als f daar gelijke waarden aanneemt, dan ben je klaar, dus neem aan dat dat niet zo is. Zowel op de bovenste helft als op de onderste helft van de cirkel bevindt zich een punt met waarde (f(-1, 0) + f(1, 0)) / 2. Die kun je wel vinden met een benaderingsproces. | |
TheLoneGunmen | woensdag 16 februari 2011 @ 23:19 |
Klopt het dat je dus de tussenwaardestelling (althans de versie die ik mag gebruiken) gebruikt voor de bovenste cirkelhelft en voor de onderste en dat je dus een benadering vindt tot twee keer dezelfde waarde (maar dus met een ander domein)? Thanks ![]() | |
thabit | woensdag 16 februari 2011 @ 23:22 |
Ja. ![]() | |
TheLoneGunmen | woensdag 16 februari 2011 @ 23:23 |
Kan het ook helemaal zonder de tussenwaardestelling? Want dat ze beide een bepaalde waarde kunnen benaderen zegt in de constructieve wiskunde niet dat deze ook gelijk zijn.... | |
Dikbuik | donderdag 17 februari 2011 @ 10:48 |
Is het mogelijk dat een transfer function de frequentie van een signaal verandert? Mijn systeem is 2e orde LTI. Stel mijn input signaal heeft een frequentie van 1Hz; is dan de output frequentie ook altijd 1Hz? Is het uberhaubt mogelijk dat een TF de frequentie van het signaal verandert? | |
TheLoneGunmen | donderdag 17 februari 2011 @ 21:21 |
Ik ben het even helemaal kwijt. Stel X is poisson verdeeld (parameter k) , wat is dan de pdf van 2X? Die van X is gewoon f(x)= e^-k k^x/x! is dat dan 2f(x) of gewoon f(x) of? | |
GlowMouse | donderdag 17 februari 2011 @ 21:25 |
Pak Y = 2X. Er geldt P(Y=y) = P(2X = y) = P(X=y/2) als y even niet/negatief, 0 anders. | |
TheLoneGunmen | donderdag 17 februari 2011 @ 21:45 |
Bedankt voor je reply GlowMouse. Dus fY(x)=fX(x/2)? Ik vraag het overigens omdat ik P[S=s] wil uitrekenen voor S=X1+2X2+2X3 met de Xi poisson verdeeld met parameter i. Nu staat deze opgave in een hoofdstuk over convoluties, dus dat is de techniek die ik wil gebruiken. Dus dan convolueer ik eerst X1 en 2X2 (zeg Z=X1+2X2). Dan dus fZ(z)=integraal fX2((z-x)/2)fX1(x)dx En dan nog een keer convolueren met de 3X3 | |
GlowMouse | donderdag 17 februari 2011 @ 21:51 |
ik zou 2X3 pakken | |
TheLoneGunmen | donderdag 17 februari 2011 @ 21:53 |
Neh was een typo. S=X1+2X2+3X3 Voor de rest is mijn plan goed? Bedankt voor je hulp | |
TheLoneGunmen | donderdag 17 februari 2011 @ 22:09 |
Oja en gewoon sommeren want 't is discreet. Je let niet op GlowMouse :p | |
BasementDweller | vrijdag 18 februari 2011 @ 14:32 |
Waarom is de verwachtingswaarde zo gedefinieerd dat de som van xipi absoluut moet convergeren, zoals hier ook wordt aangegeven http://en.wikipedia.org/w(...)le.2C_countable_case . Wat gaat er mis als je in dat geval zegt E(x)=ln(2) ? Waarom doet de verwachtingswaarde dan niet meer wat we willen dat het doet? | |
ijsklont | vrijdag 18 februari 2011 @ 16:43 |
Als je een rij a_n hebt zodat de som convergeert, maar niet absoluut convergeert, kun je voor elke waarde c een herordening van de rij a_n vinden zodat de som van die herordening naar c convergeert. Zie bijvoorbeeld http://en.wikipedia.org/wiki/Riemann_series_theorem. Het staat trouwens ook uitgelegd op de pagina die je aanhaalde, onder het continue geval. | |
BasementDweller | vrijdag 18 februari 2011 @ 19:53 |
Cool, die stelling kende ik nog niet. Ik vroeg het ook aan de prof maar wikipedia legt het beter uit ![]() | |
Dale. | vrijdag 18 februari 2011 @ 21:34 |
Ja klopt. Bleek dat ik het per ongeluk verkeerd had overgeschreven en daardoor niet meer snapte ![]() | |
BasementDweller | zaterdag 19 februari 2011 @ 14:24 |
Als X waardes in |N aanneemt, waarom geldt dan E(X) = Som_{k=1}^inf P(X>=k) ? | |
GlowMouse | zaterdag 19 februari 2011 @ 14:27 |
E(X) = Som_{k=1}^inf k P(X=k) = 1 * P(X=1) + 2*P(X=2) + 3*P(X=3) + .... P(X=2) tel je nu tweemaal, in Som_{k=1}^inf P(X>=k) ook (namelijk bij P(X>=1) en bij P(X>=2). | |
BasementDweller | zaterdag 19 februari 2011 @ 14:32 |
Aaaaah, thanks | |
GlowMouse | zaterdag 19 februari 2011 @ 14:37 |
Bij een continue stochast kun je het bewijzen met partiële integratie: integraal x f(x) dx = [x (F(x)-1)] + integraal 1 - F(x) dx | |
BasementDweller | zaterdag 19 februari 2011 @ 15:15 |
Dat was de volgende opgave, haha | |
BasementDweller | zaterdag 19 februari 2011 @ 16:47 |
Alleen waarom neem je als primitieve F(x)-1... hoe bepaal je dat de integratieconstante -1 moet zijn? | |
GlowMouse | zaterdag 19 februari 2011 @ 16:48 |
Ik wil graag dat [x (F(x)-c)] wegvalt. | |
BasementDweller | zaterdag 19 februari 2011 @ 16:50 |
Waarom mag je die constante dan zelf handig kiezen? Bovendien hangt het toch van de verdeling af of x(1-F(x)) als x->inf naar 0 gaat? | |
GlowMouse | zaterdag 19 februari 2011 @ 17:10 |
Zo werkt partiële integratie, je moet één factor primitiveren en daarna mag je de andere factor differentiëren. Je mag zelf de primitieve handig kiezen. En x(1-F(x)) niet naar 0 als x->inf, kan inderdaad, maar ik vermoed dat de verwachting dan ook niet bestaat. | |
Uchiha1911 | zaterdag 19 februari 2011 @ 19:36 |
Ugh.. ik zit met een probleempje guys. Maandag heb ik een proefwerk over exponentiële en logaritmische functies, maar ik loop op een puntje vast. Gegeven is de functie f(x)= (x^2 - 3)e^x Vraag: Voor welke waarden van p heeft de vergelijking f(x) = p precies twee oplossingen? Ik heb echt geen idee meer hoe dit berekent kan worden, en het antwoorden boek biedt ook geen hulp. Anyone? Also, wanneer je de uitkomen van een oplossing wil controleren (x= ..) en x is dan een logaritmische functie, bijvoorbeeld 3^log(32), hoe kan je deze dan in je (grafische) rekenmachine invoeren? Wordt deze dan gewoon ingevuld als (log(32)/log(3))? Bij voorbaat dank! | |
minibeer | zaterdag 19 februari 2011 @ 21:42 |
die eerste zou ik ook niet weten. ik schat dat je moet kijken waar de functie daalt en stijgt, en dan een conclusie kan trekken. Als f convergeert op een punt (wat niet oneindig of -oneindig is, heeft f(x) = p volgens mij voor alle x twee oplossingen, behalve als x het punt is waarnaar f convergeert) maar je moet op je rekenmachine idd 10log(5)/10log(2) doen om 2log(5) te berekenen. ![]() [ Bericht 6% gewijzigd door minibeer op 19-02-2011 21:55:06 ] | |
Mind_State | zaterdag 19 februari 2011 @ 22:28 |
Schrijf in standaardvormik kom tot Maar hoe kom ik nu verder ? Het antwoord zou 6w6 moeten zijn maar ik kom er maar niet op. | |
BasementDweller | zaterdag 19 februari 2011 @ 22:40 |
Mind_State | zaterdag 19 februari 2011 @ 23:12 |
Klopt deze beredenering dan ? want jou stap na | |
Riparius | zaterdag 19 februari 2011 @ 23:37 |
Nee. √3/2 is niet hetzelfde als √(3/2). 12 = 6∙2 = 6∙√4 | |
minibeer | zondag 20 februari 2011 @ 00:18 |
zijn er eigenlijk regels voor wat het meest vereenvoudigd is? Ik zou namelijk eerder 216 als meest vereenvoudigd noemen. Of is het maar wat het beste uitkomt? | |
Mind_State | zondag 20 februari 2011 @ 00:28 |
er is een standaardvorm die bestaat uit Bedankt Basement, denk dat ik hem begrijp, ga er morgen ff verder mee stoeien met andere opgaven. | |
Uchiha1911 | zondag 20 februari 2011 @ 00:32 |
Thanks. Enig idee hoe ik dit uit een geplotte grafiek dan af kan leiden? Natuurlijk kan ik zien waar een grafiek daalt of stijgt, maar hoe komt het antwoord er dan uit te zien? Ik vind de vraagstelling erg raar, maar dat is waarschijnlijk mede omdat de vraag me uberhaupt niet duidelijk is. | |
Riparius | zondag 20 februari 2011 @ 00:40 |
We hebben: (1) f(x) = (x2 - 3)∙ex We bepalen nu eerst de afgeleide van de functie. Daarvoor vinden we: (2) f'(x) = 2x∙ex + (x2 - 3)∙ex = (x2 + 2x - 3)∙ex Om de (locale) minima en maxima van de functie te bepalen kijken we voor welke waarde(n) van x de afgeleide nul is. Een e-macht kan niet nul zijn, dus f'(x) kan alleen nul zijn als geldt: (3) x2 + 2x - 3 = 0 En dus: (4) x = -3 of x = 1 Nu is voorts de kwadratische veelterm x2 + 2x - 3 negatief voor -3 < x < 1 en positief voor x < -3 of x > 1. En aangezien ex positief is voor elke (reële) x, volgt dus uit (2) dat ook f'(x) negatief is voor -3 < x < 1 en positief voor x < -3 of x > 1. We kunnen nu concluderen dat f(x) een maximum bereikt voor x = -3 en een minimum voor x = 1. Substitutie in (1) levert: (5) f(-3) = 6∙e-3 en f(1) = -2∙e Nu helpt het om een plaatje te tekenen. Hier is de grafiek van f(x) op het interval [-6, 2] ![]() De vraag is nu voor welke waarden van p de horizontale lijn y = p de grafiek van f snijdt (of raakt) in precies twee punten, dan zijn er immers twee waarden van x zodanig dat f(x) = p. Merk op dat f(x) voor x = 1 een absoluut minimum -2∙e bereikt, zodat de waarde p = -2∙e niet voldoet, en dat f(x) voor x = -3 een locaal maximum bereikt dat geen absoluut maximum is. Omdat f(x) onbegrensd monotoon stijgt voor x > 1 is er wel een tweede snijpunt voor p = 6∙e-3. Maar voor 0 < p < 6∙e-3 hebben we in totaal drie snijpunten vanwege het locale maximum bij x = -3. Deze waarden van p voldoen dus ook niet. Nu is de lijn y = 0 een horizontale asymptoot van de grafiek van f, dus voor -2∙e < p ≤ 0 hebben we wel twee snijpunten. Zo vinden we dus dat f(x) = p precies twee (reële) oplossingen heeft indien: (6) -2∙e < p ≤ 0 of p = 6∙e-3 [ Bericht 2% gewijzigd door Riparius op 20-02-2011 17:31:35 ] | |
Uchiha1911 | zondag 20 februari 2011 @ 12:56 |
Wat een geweldige uitleg, bedankt! Het is me allemaal vrij duidelijk, alleen hetgeen wat in de quote hierboven staat ontgaat me een beetje. Het is me niet helemaal duidelijk hoe je nu aan het antwoord komt (ook al staat het hierboven volledig beschreven ![]() Is hier een nadere verklaring voor? | |
sitting_elfling | zondag 20 februari 2011 @ 13:52 |
Stel, ik heb 2 modellen die ik test op normality via de Jarque Bera test. Een heeft een p-waarde die net een beetje hoger is dan 0.05 en de ander zit bijna tegen de 0.99 aan. Beide zijn voldoende om de nul hypothesis niet te kunnen weigeren en voldoen dus aan de normaliteit norm. Het verschil tussen beide is alleen enorm (wat ook terug te zien valt in het plaatje). Hoe haal ik er uit waar dit grote verschil zit? | |
BasementDweller | zondag 20 februari 2011 @ 13:55 |
Uit het plaatje zie je direct dat als je PRECIES twee snijpunten wil hebben, dat je dan tussen het minimum en nul moet gaan zitten met je y=p, of boven het lokale maximum bij x=-3. Want daartussenin snijdt de lijn y=p de grafiek 3 maal, en dat wil je niet. Dat is het idee wat Riparius netjes heeft uitgewerkt. | |
BasementDweller | zondag 20 februari 2011 @ 14:31 |
Hoe verschilt de projective plane, gedefinieerd als: P² := { l : l \subset |R^3 een lijn door de oorsprong }, van R^3 zelf? Want ieder punt in R^3 ligt op een lijn die door de oorsprong gaat. | |
ijsklont | zondag 20 februari 2011 @ 14:41 |
Het projectieve vlak kun je zien als alle lijnen die door de oorsprong gaan. Je identificieert als het ware alle punten die op dezelfde lijn door de oorsprong liggen met elkaar. Als je dus een punt x != 0 in R^3 hebt, dan wordt dat met -x geidentificeerd in het projectieve vlak. | |
Borizzz | zondag 20 februari 2011 @ 17:50 |
Maar partieel integreren moet je wel doordacht aanpakken. Anders ben je alleen maar verder van huis ![]() | |
Uchiha1911 | zondag 20 februari 2011 @ 18:25 |
Stupid me, heb de grafiek verkeerd geïnterpreteerd, zie het nu ook! =) | |
BasementDweller | zondag 20 februari 2011 @ 19:02 |
Wat wil je daarmee zeggen? | |
Borizzz | zondag 20 februari 2011 @ 20:33 |
Dat ik mijzelf vroeger, toen ik partieel integreren nog niet onder de knie had, flink vast heb gerekend doordat ik f'en g onhandig koos. | |
BasementDweller | zondag 20 februari 2011 @ 21:53 |
Dat stadium ben ik ondertussen gelukkig voorbij ![]() | |
minibeer | donderdag 24 februari 2011 @ 20:32 |
Ik heb een herkansing logica over een paar weken, maar het is allemaal een beetje weggezakt. Dit bewijs is erg makkelijk, maar ik weet niet meer hoe je het formeel moet noteren.![]() | |
GlowMouse | donderdag 24 februari 2011 @ 20:58 |
Wat heeft S ermee te maken? Het volgt direct uit RR-1 = R-1R = I. | |
minibeer | vrijdag 25 februari 2011 @ 05:02 |
O, niks, die was nodig voor andere opgaven die ik niet heb gekopieerd ![]() Maar is dat hoe jij het formele bewijs zou leveren? In ieder geval alvast bedankt. EDIT: Wacht, ik kan mijn vraag beter zo stellen: Mag je R-1 ook opschrijven als: {(a,b) | aRb}-1 In dat geval kan ik de bewijzen namelijk wel formeel noteren ![]() [ Bericht 9% gewijzigd door minibeer op 25-02-2011 17:55:41 ] | |
Knuck-les | zaterdag 26 februari 2011 @ 12:45 |
Oke een vraag: Bekijk de functie: f(x,y) = Sin[x]*Sqrt[Abs[y]]*(x^2 - y^2)/(x^2 + y^2) als (x,y)=! (0,0) f(x,y) = 0 als (x,y) =(0,0) Bepaal de lineaire benadering L(x,y) aan f rond het punt (x,y)=(0,0). Oke nu weet ik dat wanneer je de lineaire benadering in een punt wilt weten je de functie nodig hebt.: f(x,y) = f(a,b)+fx(a,b)*(x-a)+fy(a,b)(y-b) Verder weet ik ook dat de partiële afgeleiden zijn: ((x^2 - y^2) Sqrt[Abs[y]] Cos[x])/(x^2 + y^2) - (2 x (x^2 - y^2) Sqrt[Abs[y]] Sin[x])/(x^2 + y^2)^2 + (2 x Sqrt[Abs[y]] Sin[x])/(x^2 + y^2) en -((2 y (x^2 - y^2) Sqrt[Abs[y]] Sin[x])/(x^2 + y^2)^2) - (2 y Sqrt[Abs[y]] Sin[x])/(x^2 + y^2) + ((x^2 - y^2) Sin[x] Derivative[1][Abs][y])/(2 (x^2 + y^2) Sqrt[Abs[y]]) Hoe bepaal ik dan de benadering rond het punt (0,0)? opdracht moet worden gemaakt in mathematica dus vandaar de verotte opmaak van de afgeleides | |
BasementDweller | zaterdag 26 februari 2011 @ 13:02 |
Strikt gesproken heb je voor IN het punt (x,y)=(0,0) helemaal geen lineaire benadering nodig, je weet immers dat f(x,y)=0. De formule f(x,y) die je gaf geeft eigenlijk een benadering voor de functie f(x,y) met x,y "dicht" bij (0,0), oftewel rond het punt (0,0). Kwestie van andere formulering, maar er wordt gewoon hetzelfde bedoeld. | |
BasementDweller | zaterdag 26 februari 2011 @ 16:27 |
-ben eruit- [ Bericht 48% gewijzigd door BasementDweller op 27-02-2011 18:53:52 ] | |
vriendelijkevriend | maandag 28 februari 2011 @ 11:34 |
Kan iemand mij helpen het volgende wat handiger te formuleren: Ik heb: 0 <= a <= c 0 <= b <= c Hieruit volgt volgens mij: 0 <= |a-b| <= c Is er een rekenregel voor ongelijkheden o.i.d. zodat die laatste stap wat minder uit de lucht komt vallen? Ik schrijf liever niet in mijn verhaaltje "intuïtief lijkt het niet zo gek en als je wat getalletjes invult klopt het steeds" ![]() | |
GlowMouse | maandag 28 februari 2011 @ 11:49 |
Je moet aantonen dat a-b <= c en b-a <= c. a-b = a+(-b) <= c+0. | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 16:30 |
hoe heet zo'n E, maar dan rond, als een euro teken met één horizontale streep ¤ ?  = E [0, A] dat gaat over de range van waarin  zich kan bevinden ofzo? edit; iets langer nadenken bracht me al op epsilon, maar ik heb em ook net gevonden in mijn wiskundeboek. ![]() [ Bericht 27% gewijzigd door One_conundrum op 28-02-2011 16:38:27 ] | |
GlowMouse | maandag 28 februari 2011 @ 16:39 |
http://en.wikipedia.org/wiki/Element_%28mathematics%29 Hij heeft geen naam volgens mij. Epsilon is het in ieder geval niet. | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 16:49 |
mjaa mijn wiskunde boek zegt dat het een variant is van de griekse letter epsilon. niet hetzelfde inderdaad. Ik begrijp echter nog steeds niet echt wat het nou inhoudt. Wat betekent dit nou dan; Â = E [0, A] | |
GlowMouse | maandag 28 februari 2011 @ 16:51 |
Heb je de voorbeeldjes op http://en.wikipedia.org/wiki/Element_%28mathematics%29 gezien? | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 16:52 |
dat ben ik nu nog wat aan het uitpluizen ja. dus;  is an element of [0, A] ; Dat zijn de minimale en maximale waarde van  ? | |
Haushofer | maandag 28 februari 2011 @ 17:01 |
Als X E [A,B], dan betekent dat dat X alle waarden van het interval "A tot en met B" kan aannemen. Dus als X E [0,1], dan betekent dat dat X alle waarden in het interval [0,1] kan aannemen. De rechte haken geven aan dat de grenswaarden 0 en 1 ook tot het interval behoren. De minimale waarde is dan 0, en de maximale waarde 1. Als er bv staat dat X E (0,1] dan reken je 0 niet en 1 wel tot het interval. X kan dan nooit de waarde 0 aannemen, maar wel de waarde 1. De maximale waarde van X is dus 1, maar de minimale waarde van X is wat lastiger. | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 17:04 |
haai, dus in mijn geval kan  elke waarde tussen 0 en A zijn? | |
GlowMouse | maandag 28 februari 2011 @ 17:04 |
Niet 'alle waarden kan aannemen', maar 'een van de waarden aanneemt'. | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 17:32 |
kan iemand mijn vorige statement nog even op correctheid beoordelen? | |
BasementDweller | maandag 28 februari 2011 @ 18:28 |
Klopt, en dat is weer hetzelfde als [0,A] is de verzameling van alle (reële?) getallen groter of gelijk aan 0 en kleiner of gelijk aan A. Die "epsilon" geeft aan dat A^ een element van die verzameling is. Voor dat getal A^ geldt dus ook dat ie groter of gelijk aan 0 is en kleiner of gelijk aan A. [ Bericht 51% gewijzigd door BasementDweller op 28-02-2011 18:34:59 ] | |
thabit | maandag 28 februari 2011 @ 18:35 |
't Is niet gezegd dat het elke waarde kan zijn: er staat immers " is an element of [0, A]", niet "let  be an element of [0, A]". | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 19:04 |
dusdus het is of 0, of A ? | |
BasementDweller | maandag 28 februari 2011 @ 19:10 |
Nee, hij bedoelt: A is geen willekeurige waarde tussen 0 en A, maar een vast getal wat tussen 0 en A ligt. (subtiel verschil ![]() | |
thabit | maandag 28 februari 2011 @ 19:12 |
 is een getal met 0 <=  <= A, maar hoeft niet per se elke willekeurige waarden tussen 0 en A te kunnen aannemen. Voorbeeld: 0,5 is een element van [0, 1]. Dit betekent niet dat 0,5 elk willekeurig getal tussen (en inclusief) 0 en 1 kan zijn, het is een specifiek getal op dat interval. Zeg je in plaats daarvan "Zij x een element van [0,1]." (let op de aanvoegende wijs), dan kan x wel elk willekeurig getal van 0 t/m 1 zijn. | |
One_conundrum | maandag 28 februari 2011 @ 19:19 |
Dus  E [0, A] betekent? edit; ow, ik had die tekst boven de quote gemist. Ok. Dank allen ![]() | |
Kabouter_Plofkop | dinsdag 1 maart 2011 @ 19:25 |
Vraagje, hoop dat iemand het duidelijk uit kan leggen. Het binomium van Newton snap ik nu voor een groot deel, dat ik het uitreken om de binomiaalcoëfficient te berekenen. Eén ding blijft me onduidelijk en ik kan niet echt een duidelijke uitleg vinden. Hoe kan ik nou als ik een som uit moet rekenen de x en y (of a en b, net hoe je het wilt noemen) bepalen vanuit het binomium? Ik heb als opgaven: a. 8 (boven de sigma) Sigma ( k=0 onder sigma) ( 8 boven k ) b. 8 (boven de sigma) Sigma ( k=0 onder sigma) ( 8 boven k ) (-1) ^ k Zou iemand mij op weg kunnen helpen? | |
thabit | dinsdag 1 maart 2011 @ 19:45 |
De termen zoals die in het binomium voor (x+y)^8 voorkomen zijn (8 boven k) x^k y^(8-k). Bij (a) moet dat gelijk zijn aan (8 boven k). Wat zijn x en y dan? Bij (b) moet het (8 boven k) (-1)^k zijn, wat zijn hier x en y? | |
Kabouter_Plofkop | dinsdag 1 maart 2011 @ 19:51 |
Ja, ik heb dus de hele rij van n=8 van de driehoek van pascal opgetelt en dan kom ik uit op 256. betekend dus 2^8. Maar ik vermoed dat dit niet de manier is om het uit te rekenen.. ![]() Ik ben mezelf volgens mij blind aan het staren op het moment, echte uitleg is er niet? | |
GlowMouse | dinsdag 1 maart 2011 @ 19:51 |
Geef eens antwoord op de vraag van thabit. | |
Kabouter_Plofkop | dinsdag 1 maart 2011 @ 20:01 |
Bij a kom ik uit op x^0 * 2^8. En voor b ben ik enorm aan het puzzelen maar ik kom er niet uit, begin me langzaam aan af te vragen of k nou gewoon zo dom ben of het niet zie. -1^n blijft altijd -1 uitkomen. Som van (8 boven k) is 256. Dus dan zou er uit y^8-k -256 moeten komen, correct? | |
thabit | dinsdag 1 maart 2011 @ 20:06 |
Nee, niet correct. x en y zijn getallen die je moet invullen. Aan jou de taak om uit te vogelen welke getallen dat zijn. ![]() | |
Kabouter_Plofkop | dinsdag 1 maart 2011 @ 20:27 |
Ik kom er echt helemaal niet meer uit en ik ben mezelf gewoon blind aan het staren. Ik denk dat ik wel weet waar het probleem zit, ik weet gewoon helemaal niet wat ik nou eigenlijk aan het berekenen ben. Iedere keer kom ik maar uit op 256. Want de som van alle getallen in de driehoek met n=8 is 256. Bij (b) bijvoorbeeld, moet ik dan eigenlijk gewoon (8 boven k) * (-1)^k uitrekenen? Of wat bedoelen ze met (-1)^k? Ik ben aan het werk vanuit het basisboek wiskunde van craats, opzich goede uitleg voor de meeste onderdelen. Maar bij dit onderdeel schiet het voor mij toch tekort.. | |
thabit | dinsdag 1 maart 2011 @ 20:30 |
Voor oneven k geldt (-1)^k = -1 en voor even k geldt (-1)^k = 1. | |
Knuck-les | dinsdag 1 maart 2011 @ 21:13 |
Iemand hier ervaring met wolfram mathematica? ik heb namelijk de volgende opgave: "We willen iets preciezer naar de waarden kijken die Delta(x,y) op de cirkels x^2+y^2=rn^2 aanneemt. Daarvoor parametriseren we de cirkel x^2+y^2=rn^2 als x(t)=rn^2*cos(t), y(t)=rn^2sin(t), en bekijken de grafiek van En(t)=Delta(x(t),y(t))=Delta (rncos(t),rn^2 sin(t)). Definieer de functie En(t) als E[t_,n_]:= ... , en teken de grafieken van E n(t) voor n=0,1,2,3 in één figuur." nu heb ik de functie gedefinieerd als: f[n_] := 2^-n Delta x[t_] := f[n]*Cos[t] Delta y[t_] := f[n]*Sin[t] E[t_, n_] := (Delta x[t])^2 + (Delta y[t])^2 Nu weet ik ten eerste niet of dit correct is, maar met het plotten krijg ik steeds een foutmelding. De invoer is: Plot[Evaluate[ Table[E[t, n] == f[n]^2, {n, 0, 3}] {t, -1, 1}, {y, -1, 1}]] nu weet ik niet wat er in de plek van de t & y moet komen bij het commando. Maar wat ik ook doe ik blijf een foutmelding krijgen dat de 'Objects of unequal length' zijn. Iemand enig idee? [ Bericht 7% gewijzigd door Knuck-les op 01-03-2011 21:29:19 ] | |
Fingon | woensdag 2 maart 2011 @ 14:40 |
Is deze oplossing van Tweede Orde D.V. correct? We hebben daar eigenlijk nooit een dergelijke opgave van gehad in het boek, alleen maar separabele D.V.s en aan de andere kant is deze manier wel een groot deel van de stof. Dit is mijn allereerste poging dit blok lol. ![]() ![]() | |
ijsklont | woensdag 2 maart 2011 @ 16:22 |
Ik zou zeggen, vul je oplossing in in de orginele DV en kijk of aan de randvoorwaarden voldaan zijn. | |
Fingon | woensdag 2 maart 2011 @ 17:29 |
Inderdaad, en hij klopt nog ook ![]() ![]() Pak van m'n hart. | |
BasementDweller | woensdag 2 maart 2011 @ 19:33 |
Ik heb geen idee omdat er denk ik een heel stuk van de vraag mist. Waarom doe je bijvoorbeeld E[t, n] == f[n]^2 ? Wat betekent y? En zorgt het gebruik van E niet voor conflict met het getal van Euler? | |
-Dries- | woensdag 2 maart 2011 @ 22:36 |
Ik heb twee opgaven waar ik helemaal niet uit kom. Kan iemand mij een uitleg geven van de volgende vraagstukken?![]() Ik heb geen idee waar te beginnen. Help! | |
thabit | woensdag 2 maart 2011 @ 22:54 |
Weet je wat een McLaurinreeks is? | |
San_Andreas | woensdag 2 maart 2011 @ 23:01 |
Je weet hem van 1 / (1 - x), nu kan je hem ook achterhalen van 1 / (1 + x), vanuit deze kan je 1 / (1 + x2) acherhalen, van deze kan je weer naar x / (1 + x2) | |
BasementDweller | woensdag 2 maart 2011 @ 23:26 |
Dit zal inderdaad de bedoeling zijn. Of je kijkt gewoon even naar de definitie van de McLaurin reeks, stuk makkelijker ![]() | |
-Dries- | woensdag 2 maart 2011 @ 23:58 |
Uiteraard had ik dat al wel gedaan ![]() Kan iemand mij ook helpen met de wortelbenadering? | |
thabit | donderdag 3 maart 2011 @ 00:05 |
De functie is f(x) = wortel(x), nu moet je nog een 'handig' punt a kiezen waaromheen je een Taylorreeks ontwikkelt. Je wilt f(65) benaderen, dus a zal ergens in de buurt van 65 moeten liggen. | |
San_Andreas | donderdag 3 maart 2011 @ 00:15 |
Dit heb ik dus nooit gesnapt, dan kies je toch het punt 65 zelf? of niet? | |
thabit | donderdag 3 maart 2011 @ 00:20 |
Nee, 't is juist de bedoeling om f(65) te benaderen mbv een Taylorreeks, en die begint met f(a) + ... . 't Is dus handig als je f(a) exact kunt uitrekenen. | |
San_Andreas | donderdag 3 maart 2011 @ 03:03 |
dus je kiest het punt 65 - epsilon ? | |
Fsmxi | donderdag 3 maart 2011 @ 03:13 |
lijkt mij dat je a 64 kiest (sqrt(64)=8) | |
minibeer | donderdag 3 maart 2011 @ 03:43 |
oftewel, in SA's formulering, epsilon = 1 ![]() maar verder is 64 inderdaad handig ja ![]() [ Bericht 11% gewijzigd door minibeer op 03-03-2011 23:12:51 ] | |
Bolkesteijn | donderdag 3 maart 2011 @ 05:09 |
De toetsingsgrootheid van de Jarque Bera test wordt als volgt berekend: ![]() Er zijn dus drie factoren die van invloed kunnen zijn, het aantal waarnemingen (n), de scheefheid (S) of de kurtosis (K). Een of meer van die factoren moeten dus verschillen. ![]() | |
BasementDweller | donderdag 3 maart 2011 @ 17:23 |
Als je een rekenmachine mag gebruiken kies je gewoon het punt 65 zodat je "taylorreeks" wortel(65) + 0 is ![]() | |
Jac0bus | vrijdag 4 maart 2011 @ 12:15 |
![]() Vraag: tweede diktes t1 en t2 kruisen elkaar zoals te zien is in het plaatje. In plaats van scherpe hoeken tussen de twee zijn het ronde randen met allebei dezelfde radius R. Hoe groot is de diameter D van de grootste cirkel die in het kruispunt past, als functie van t1, t2 en R? | |
pfefferkatze | vrijdag 4 maart 2011 @ 14:10 |
Ik begrijp echt niet hoe je dit moet berekenen...![]() Ik heb het geprobeerd met theorie uit het boek (al een half uur) maar ik kom er totaal niet uit, het klopt steeds niet in ieder geval. En vervolgens moet je dan (lijkt mij) die b en a (4 en 2) invullen, maar wat dan? ![]() Dus met Ln. laat maar ik faalde met de primitieve | |
BasementDweller | vrijdag 4 maart 2011 @ 14:14 |
De primitieve is fout. Neem maar eens de afgeleide (met quotiëntregel), en je krijgt niet de integrand terug. Hint: substitueer u=x^2+4x | |
pfefferkatze | vrijdag 4 maart 2011 @ 15:25 |
Dit begrijp ik ook al niet (berekenen):![]() en dan substitueer ik u=ln(x), dus krijg ik uiteindelijk ![]() Dan de primitieve daarvan, dat lijkt me gewoon 5u^4, vervolgens weer u terugsubstitueren, en F(b)-F(a) doen en dan komt er 25 uit, maar dat klopt niet? Waar zit ik fout, of is alles fout ![]() Nooit een wiskunde A'er wiskunde B laten maken. | |
thabit | vrijdag 4 maart 2011 @ 15:32 |
Je grenzen kloppen niet, die moeten 2 en 5 zijn. | |
pfefferkatze | vrijdag 4 maart 2011 @ 15:35 |
Ja dat staat er (bij dat 20u³ du bedoel je?) maar het is amper te lezen. | |
thabit | vrijdag 4 maart 2011 @ 15:42 |
Daar staan e-machten, da's niet goed, als x van e2 naar e5 loopt, dan loopt u van 2 naar 5. | |
pfefferkatze | vrijdag 4 maart 2011 @ 15:45 |
Oh dan was het best simpel, daar waar ik gekomen was alleen dan i.p.v. voor b en a niet e2 en e5 maar 2 en 5 invullen ![]() Dank! | |
BasementDweller | vrijdag 4 maart 2011 @ 23:55 |
Ik heb twee DV's: dx/dt = y-1 en dy/dt=-xy. Volgens mijn boek is de DV voor de baan dx/dy=(dx/dt)/(dy/dt)=(y-1)/ (-xy). Is een oplossing x(y) hiervan dan een "baan"? En hoe kan je checken of een baan gesloten is? Uit mijn boek word ik niet veel wijzer. ![]() | |
Ronalld | zaterdag 5 maart 2011 @ 00:00 |
Hoi. Ik verwacht niet veel reactie op dit tijdstip, maar toch: Als wiskunde-n00b moet ik nu spontaan chi-kwadraattoetsen kunnen uitvoeren. Het gaat om een dobbelsteen die 60 keer geworpen is, en vervolgens wordt er gekeken of hij afwijkt. Nu moet ik een p-waarde berekenen middels ![]() Maar dan met andere waarden. 5,6 is in mijn geval 11,8. Ik snap alleen niet wat er op de plek van de "5" moet staan, en hoe het vervolgens berekend of bepaald kan worden. Iemand tips? | |
GlowMouse | zaterdag 5 maart 2011 @ 00:44 |
Dat is het aantal vrijheidsgraden. Je hebt 6x een frequentie (aantal keren 1, aantal keren 2, etc), maar het aantal keren 6 volgt al uit de andere frequenties en het aantal worpen, waardoor je één vrijheidsgraad kwijtraakt. Weer 5 dus. | |
Ronalld | zaterdag 5 maart 2011 @ 00:57 |
Oke, bedankt.. Dan heb ik nu de formule: P(x^2(5) 11,8). Hoe bereken ik dat? ![]() | |
GlowMouse | zaterdag 5 maart 2011 @ 01:04 |
Met een chi-kwadraattabel. | |
Ronalld | zaterdag 5 maart 2011 @ 01:23 |
Hebbes! Bedankt! ![]() | |
sitting_elfling | zaterdag 5 maart 2011 @ 01:39 |
Punt is dat die factoren niet heel erg verschillen. Miniem. Als je immers een hoge probability hebt, heb je ook een lage JB. Dus die verschillen zijn allemaal op 3/4 cijfers achter de komma. Voorbeeldje: ![]() | |
minibeer | zaterdag 5 maart 2011 @ 04:47 |
even offtopic: GlowMouse, heb je wiskunde gestudeerd ofzo? Want je weet bijna alle vragen te beantwoorden, best indrukwekkend. Viel me op ![]() | |
Jac0bus | zaterdag 5 maart 2011 @ 10:19 |
Niemand? | |
Siddartha | zaterdag 5 maart 2011 @ 11:29 |
Kun je eens laten zien wat je zelf al bedacht hebt? | |
BasementDweller | zaterdag 5 maart 2011 @ 11:38 |
Ik denk pythagoras... wortel[(R+D)^2 - ((t2 + 2R)/2)^2 ] - R = t1/2 [ Bericht 0% gewijzigd door BasementDweller op 05-03-2011 12:33:15 ] | |
BasementDweller | zaterdag 5 maart 2011 @ 11:45 |
Iemand | |
hello_moto1992 | zaterdag 5 maart 2011 @ 13:28 |
volgens mij studeert hij econometrie | |
GlowMouse | zaterdag 5 maart 2011 @ 13:36 |
Moet je naar thabit kijken. | |
GlowMouse | zaterdag 5 maart 2011 @ 13:40 |
Wat als dy/dt=0? Met dx/dt en dy/dt kun je een cirkeltje krijgen, met x(y) niet meer (want bij één y kan maar één x horen). Een baan lijkt me gesloten als zowel dx/dt als dy/dt een periode hebben. | |
BasementDweller | zaterdag 5 maart 2011 @ 13:48 |
dy/dt=0 => x=0 of y=0 x=0 => dx/dt=0 => y=1 y=0 => dx/dt=-1 => x=-t + C... Verder precies wat ik ook dacht, als je x als functie van y hebt krijg je nooit een gesloten baan. Waarom ze die DV dan een DV voor de baan noemen is me een raadsel. Misschien willen ze dat ik t -> (x(t), y(t)) bepaal? | |
GlowMouse | zaterdag 5 maart 2011 @ 13:59 |
Je kunt eens kijken bij een cirkel, die is goed te snappen x(t) = cos(t) y(t) = sin(t) dx/dt = -sin(t) dy/dt = cos(t) dx/dy = (dx/dt) / (dy/dt) = -y/x | |
minibeer | zaterdag 5 maart 2011 @ 14:10 |
bij thabit viel het me ook op ja ![]() maar econometrie dus, ok | |
BasementDweller | zaterdag 5 maart 2011 @ 14:41 |
Oja dat helpt wel. Dan krijg je als oplossing x^2 + y^2 = constant ![]() Ik zit nog in mijn bachelor wiskunde, dus ik moet nog een paar jaartjes meedraaien voordat ik thabit/GM mag aanraken. ![]() [ Bericht 3% gewijzigd door BasementDweller op 05-03-2011 15:03:06 ] | |
Bapu22 | zaterdag 5 maart 2011 @ 20:44 |
Hallo, ik ben nieuw hier en heb een vraagje. Ik zit in vwo 5 en moet als opdracht de volgende stelling bewijzen: de vier hoeken van een vierhoek liggen op een cirkel (en vormen dus een koordenvierhoek) als de overliggende hoeken samen 180 graden zijn. Zou iemand mij kunnen helpen met het bewijzen van deze stelling? Alvast bedankt. | |
Rick.Gulmans | zaterdag 5 maart 2011 @ 20:46 |
4 hoek op circel, dus de diagonalen zijn de diameter | |
San_Andreas | zondag 6 maart 2011 @ 06:34 |
hulplijn tekenen, verbind 2 tegenovergestelde hoeken met elkaar door middel van het tekenen van een lijn mocht dat niet werken (het was het eerste wat in mij opkwam) probeer dan van 3 hoeken (zelf te kiezen) de cirkel te bepalen waarop de 3 hoeken liggen. Dit zou je ondertussen al moeten kunnen | |
koffiegast | zondag 6 maart 2011 @ 12:59 |
Hoe heet het ook alweer dat je bijvoorbeeld een grafiek hebt met bepaalde punten en dat je die punten vervolgens allemaal rond 1 bepaalde punt ronddraait met een bepaalde graad? Ik dacht projectie, maar dat is fout gedacht. Ik wil dus zeg maar een reeks punten verplaatsen in een graph (of nog beter enkel hun coordinaties) ten opzichte van 1 positie (bv 0,0 coordinatie). | |
GlowMouse | zondag 6 maart 2011 @ 13:01 |
rotatie | |
thabit | zondag 6 maart 2011 @ 13:25 |
Begin maar eens met dit door te nemen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Middelpuntshoek_en_omtrekshoek | |
cherrycoke | zondag 6 maart 2011 @ 20:47 |
een makkelijk misschien voor jullie, maar voor mij ik kom er niet uit. als per jaar je klok 2 minuten meer voor gaat lopen, hoeveel gaat je klok dan meer lopen per uur? hoe ga je dit berekenen? | |
minibeer | zondag 6 maart 2011 @ 21:06 |
Als je klok op een jaar twee minuten voorloopt, loopt hij op een half jaar 1 minuut voor. Hetzelfde idee kan je toepassen, maar dan met uren. ![]() | |
Fsmxi | zondag 6 maart 2011 @ 21:15 |
Ga na hoeveel uren er in een jaar zitten. (Hoeveel uren zitten er in een dag?) | |
Bram_van_Loon | zondag 6 maart 2011 @ 21:19 |
http://www.math4all.nl/MathAdore/vb-gb23-ex1b.html Als je Firefox gebruikt, let dan op met flashblocker en NoScript, anders zie je het plaatje niet. ;-) | |
Fsmxi | maandag 7 maart 2011 @ 13:25 |
Er is een functie Gevraagd is dz/dx te vinden dmv dz/dx = - Fx/Fz. Als ik dit doe kom ik uit op Ik zie het niet? ![]() EDIT: Fuck, lompe faal ![]() [ Bericht 9% gewijzigd door Fsmxi op 07-03-2011 13:33:37 ] | |
martymarty1 | maandag 7 maart 2011 @ 18:10 |
Hallo, ik ben op school met een project bezig. nu wil ik een symetrische vleugel vorm maken(dus geen lift), zijn er formules / simulatoren om deze zo hydrodynamisch mogelijk te ontwerpen? ik ben dus benieuwd wat de ideale lengte/breedte verhouding is en wat de weerstand zal zijn enz.. bvd en groeten martin | |
marleenhoofd- | maandag 7 maart 2011 @ 20:12 |
Hoi, ik heb een vraag. Stel je hebt een parametrisatie voor een punt op een polynoom, hoe bewijs je dan dat alle punten in die vorm te schrijven zijn? Bijv: (xy+xz+yz)^2 -4xyz(x+y+z)=0 een parametrisatie voor geheeltallige oplossingen is: (a^2b^2, (a-b)^2a^2, (a-b)^2b^2 met ggd(a,b)=1 Ik moet bewijzen dat dit de de volledige oplossingsverzameling is. En ander voorbeeld: x^2-2y^2=z^3 alle rationale oplossingen kun je als volgt schrijven: (r(r^2-2s^2),(r^2-2s^2)s,^2-2s^2) Hoe toon je aan dat je ze allemaal hebt? Alvast bedankt. | |
thabit | maandag 7 maart 2011 @ 20:16 |
Tja, hoe kom je aan die parametrisaties? Die komen ergens vandaan (en niet uit een hoge hoed). Probeer daar eerst maar eens over na te denken. Bij die eerste opgave krijg je overigens zo niet alle geheeltallige oplossingen, maar alleen degenen met ggd(x,y,z) = 1. | |
BasementDweller | maandag 7 maart 2011 @ 20:31 |
Waarom geldt voor een measurable map T:X->X' automatisch T-1(emptyset) = emptyset? Het enige dat je weet is dus dat per definitie T-1 (A') in de sigma alg. van A zit.... | |
thabit | maandag 7 maart 2011 @ 20:36 |
Geldt dat niet gewoon voor elke functie? | |
BasementDweller | maandag 7 maart 2011 @ 20:38 |
Oh duh. ![]() | |
marleenhoofd- | maandag 7 maart 2011 @ 21:11 |
Ja, goede vraag. Waarschijnlijk zijn ze gevonden met de koordmethode, ik heb dit proberen toe te passen, maar de oplossingen komen wat mij betreft redelijk uit de lucht vallen. Het antwoord zal wel iets zijn in de richting van: met de koordmethode kun je alle oplossingen vinden en die zijn allemaal van die vorm. Helaas zie ik nog niet echt hoe dit werkt. | |
thabit | maandag 7 maart 2011 @ 21:42 |
In beide gevallen is (0,0,0) een singulier punt op het oppervlak X. Elk rationaal punt P op X ligt op een lijn door 0 en P, deze lijn heeft rationale coefficienten als je hem parametriseert. Trek je nu een lijn door (0,0,0) waarvan de parametrisatie rationale coefficienten heeft, dan zal deze lijn X in (0,0,0) en nog wat punten snijden. Kun je eens nagaan of er naast (0,0,0) telkens maar 1 snijpunt is? | |
marleenhoofd- | maandag 7 maart 2011 @ 22:18 |
Bedankt, ik zie nog niet helemaal meteen wat ik nu precies moet doen maar ik ga het morgenochtend met deze uitleg nog eens proberen 14.gif. | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 15:30 |
![]() hun antwoord: 41412 / (1392 / 4) = 119 mijn antwoord: je kan het niet bepalen, immers je hebt te weinig info om de onderstaande berekening op te lossen 3/12 * 1/n * 41412 + 9/12 * 1/m * (167040 - 41412) = 1392 hier n het aantal werknemers voor de maanden jan-mrt en m het aantal werknemers voor de maanden apr-dec [ Bericht 2% gewijzigd door San_Andreas op 09-03-2011 16:07:29 ] | |
Siddartha | woensdag 9 maart 2011 @ 15:36 |
Het boek doet: De kosten die je in de maanden jan-maart hebt gemaakt delen door de kosten per werknemer per 3 maanden. Kosten per werknemer per 3 maanden zijn natuurlijk de kosten per werknemer per jaar gedeeld door 4. Wat jij doet: Je deelt de kosten van alle werknemers in de maanden jan-maart door 4 (waarom?), en deelt dat door het totale aantal werknemers. Plus nog wat, maar je ziet al dat je de fout ingaat, toch? | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 16:05 |
omdat het voor 3 van de 12 maanden is dus vermenigvuldig ik met 3 / 12 = 0,25. En dat "nog wat" is de overige 9 maanden. Het gegeven gemiddelde is immers per jaar. Lijkt mij te kloppen. | |
Siddartha | woensdag 9 maart 2011 @ 16:10 |
Die 41412,- is puur van de maanden jan-maart. | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 16:22 |
daarom met 3/12 vermenigvuldigen | |
Siddartha | woensdag 9 maart 2011 @ 16:28 |
Ok: De vraag is : Hoeveel werknemers heeft de sales-afdeling in de maanden jan-maart ongeveer? De (nuttige) gegevens: Kosten per werknemer per jaar: 1392 Totale Kosten werknemers in de maanden jan-maart: 41412 Oplossing: Een werknemer kost per jaar 1393, dus per 3 maanden 1393/4. In de 3 maanden jan-maart hebben we 41412 in totaal aan werknemers uitgegeven. Dus 1392/4 x n = 41412. Oftewel, n= 41412/(1392/4) | |
Mind_State | woensdag 9 maart 2011 @ 17:29 |
Waar ga ik mis en waarom ? | |
thabit | woensdag 9 maart 2011 @ 17:34 |
wortel(3)3 is niet 3. | |
Mind_State | woensdag 9 maart 2011 @ 17:36 |
![]() | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 18:02 |
nee, hij kost GEMIDDELD per jaar 1393. Sommige werknemers kosten dus meer per jaar, sommige minder. | |
BasementDweller | woensdag 9 maart 2011 @ 18:10 |
Klopt, maar wat maakt dat uit dan? Ze vragen toch om "ongeveer"... | |
FedExpress | woensdag 9 maart 2011 @ 18:15 |
dat doet er toch totaal niet toe? Of ik nu 4 werknemers heb die exact 1393 per jaar verdienen of 1 van 1200, 1 van 1400, 1 van 1500 en 1 van 1472, het totaal aantal werknemers blijft 4... | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 18:17 |
ja, maar ik wil juist weten hoeveel werknemers ik heb! | |
BasementDweller | woensdag 9 maart 2011 @ 18:19 |
Wat snap je hier niet aan
| |
FedExpress | woensdag 9 maart 2011 @ 18:24 |
zit je hier nou te trollen of wat? | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 18:44 |
omdat er staat dat het GEMIDDELD is. Daarmee weet je dus niet hoeveel de werknemers in de periode jan-mrt kosten per jaar. Het is namelijk een gemiddelde. Ik heb niet direct die afleiding. bemoei je er effe niet mee | |
San_Andreas | woensdag 9 maart 2011 @ 18:47 |
laat maar zitten | |
BasementDweller | woensdag 9 maart 2011 @ 19:13 |
Je bedoelt dat het een gemiddelde is over het hele jaar, en dat de kosten van werknemers in de periode jan-maart misschien heel anders is dan tussen april-dec? Dat kan inderdaad, maar je met de gegevens die je hebt is dit de beste schatting van het aantal werknemers in die periode. Je kan er een stuk naast zitten maar er werd ook alleen maar gevraagd om wat een aantal werknemers "ongeveer" was. Als je het precies had moeten uitrekenen kom je inderdaad gegevens te kort. | |
GlowMouse | woensdag 9 maart 2011 @ 19:33 |
Ga maar verder in vraag over vraag uit numerieke test | |
Mind_State | vrijdag 11 maart 2011 @ 11:08 |
De vraag is: Is het uiteindelijke antwoord nu [ Bericht 5% gewijzigd door Mind_State op 11-03-2011 11:19:20 ] | |
thabit | vrijdag 11 maart 2011 @ 11:11 |
Tip: \sqrt[3]{14/75}. Nog een tip: gebruik \cdot ipv *. | |
Mind_State | vrijdag 11 maart 2011 @ 11:19 |
ahhh dat is hem.. bedankt.. ik had die hele site met latex-codes uit de OP al bekeken maar kon het niet vinden.. zal het proberen te gebruiken allemaal.. zo ziet het er een stuk beter uit |