zeer zeer interessant artikel.
quote:
'Vals gevoel van veiligheid'
De huidige rust in de wereldeconomie is bedrieglijk, stelt de Bank voor Internationale Betalingen. De kwetsbaarheid van het systeem lijkt juist toe te nemen.
Door onze redacteur Maarten Schinkel
AMSTERDAM, 28 JUNI. Zijn we terug aan het einde van de jaren zestig, en staat de wereldeconomie opnieuw voor een periode van oplopende inflatie, een stagnerende economie en een schuldencrisis? In haar jaarlijkse verslag over de mondiale economie en de financiële sector, dat gisteren is gepubliceerd, schrikt de Bank voor Internationale Betalingen (BIB), de 'bank der centrale banken', niet terug voor deze vergelijking.
Net als destijds groeit de wereldeconomie sterk - met uitzondering van Europa en Japan. De internationale kredietgroei is fenomenaal, dankzij rentevoeten die wereldwijd al jaren uitzonderlijk laag zijn. De positie van de Amerikaanse dollar is ondanks een recent herstel wankel. Veel, ditmaal meest Aziatische, landen voeren een uiterst expansief monetair beleid en zien hun valutareserves stijgen als gevolg van hun poging de waarde van hun munten niet te laten stijgen. Dat heeft veel weg van de nadagen van het naoorlogse Bretton Woods-stelsel waarin de vaste dollarkoppeling uiteindelijk faalde.
Als gevolg van het wereldwijd soepele geldbeleid spoelen er enorme hoeveelheden geld door het financiële systeem, wat kan leiden tot zeepbellen op de financiële markten en in vastgoed. De oplopende overheidstekorten doen, in de woorden van de BIB, denken aan ,,de gezamenlijke invloed van de Vietnamoorlog en de Great Society'' - president Johnsons uitbreiding van het Amerikaanse sociale stelsel in de jaren zestig. En de prijs van grondstoffen, met name olie, rijst net als toen de pan uit.
De parallel is de laatste jaren al vaker getrokken, maar dat nu ook 's werelds centrale bankiers hem opwerpen, is bijzonder.
Buiten Europa groeit de wereldeconomie voorspoedig, de banksector en het financiële systeem zijn versterkt en tot nu toe zijn de gevolgen van een stijgende olieprijs overkomelijk gebleken. En er zijn lessen geleerd van de jaren zeventig. ,,Toch gaan deze uitzonderlijke prestaties gepaard met het groeiend gevoel van ongerustheid dat dit niet kan voortduren,'' schrijft de BIB. Dat geldt alleerst voor de onevenwichtigheden in het internationale economische systeem zelf. Met name het forse tekort op de Amerikaanse betalingsbalans, dat op termijn kan resulteren in een wanordelijke val van de Amerikaanse dollar.
Maar het geldt evengoed voor de financiële markten, waar de handel een ongekende complexiteit heeft bereikt. Er wordt al jaren gehandeld in zogenoemde kredietderivaten, waarbij het risico dat een debiteur een lening niet terugbetaalt apart wordt verhandeld van de lening zelf. Die kredietderivaten zijn vervolgens gebundeld in zogenoemde collateralized debt obligations (CDO's), waarvan de complexiteit nog veel groter is. En deze CDO's hoeven nu ook niet meer echt te bestaan om toch verhandeld te worden. Alleen al vorig jaar kwam voor 600 miljard dollar aan deze 'synthetische CDO's' op de markt. En deze worden weer
gebundeld tot nieuwe, meta-CDO's.
Toen een afwaardering van autoconcerns Ford en General Motors in april een schok door deze markt joeg, bleken veel professionele beleggers zelf niet eens te weten wat ze nu precies in huis hadden gehaald. De BIB maakt zich bezorgd hoe deze markt, die al vele duizenden miljarden dollars groot is, zich zal gedragen in echte stress-situaties zoals een zware recessie.
De BIB realiseert zich dat een groot deel van de kenmerken van de wereldeconomie op dit moment te herleiden is tot de grote liquiditeit in het globale financiële systeem. De rentes op de geld- en obligatiemarkten zijn zeer laag, hetgeen sparen ontmoedigt, lenen aanwakkert en de prijzen van bijvoorbeeld vastgoed opjaagt. Banken en beleggers zijn bovendien naarstig op zoek naar hogere rendementen dan op de geld- en obligatiemarkt te behalen zijn, en nemen daarbij meer risico's en begeven zich op nieuwe, jonge markten.
De bij de BIB aangesloten centrale banken realiseren zich dat hun eigen, uiterst soepele, monetaire beleid van de afgelopen jaren daar aan ten gondslag ligt. Een voor de hand liggend antwoord is dat de rentes wereldwijd worden opgeschroefd om de economische groei op krediet, en het stijgen van de prijzen van financiële activa en onroerend goed, te beteugelen.
Zo simpel is het echter niet. Het tot rust brengen van de internationale geldstorm en het terugdringen van de internationale onevenwichtigheden is, in de woorden van de BIB, een ,,delicaat proces''. De rentes zouden omhoog moeten, maar de inflatie is wereldwijd nog zo laag dat dit niet plotseling kan. De macro-economische aanbevelingen klinken inmiddels bekend: China moet zijn munt revalueren, Europa en Japan moeten door structurele veranderingen hun binnenlandse vraag duurzaam aanjagen, en de Verenigde Staten moeten hun begrotingstekort terugdringen en hun spaarquote opvoeren om het tekort op de betalingsbalans terug te dringen, waarbij het langzaam opschroeven van de rente geboden is.
Het is volgens de BIB onmogelijk om te voorspellen of het herstel van het evenwicht in de wereldeconomie op een ordelijke of een wanordelijke manier zal verlopen. In dat laatste geval is de complexiteit van de moderne financiële markten een riskante factor. De markt voor kredietderivaten zou bijvoorbeeld ,,mogelijk kunnen verdwijnen'' als beleggers zich plotseling zouden afkeren van alle risico's. Het verdwijnen van een markt, waarbij de handel droog ligt en er geen enkele manier meer is om de waarde van financiële activa te beapelen, is een nachtmerriescenario. In het geval van de kedietderivatenmarkt kan dat ook in andere markten grote verstoringen geven. Zo ver hoeft het niet te komen, zo stelt de BIB. ,,Maar de klok tikt''.