Ayrton Senna - Juan Manuel Fangio Ayrton Senna![]()
quote:
Ayrton Senna, geboren op 21 maart 1960 in São Paulo. Senna kwam uit een steenrijke familie. Hij kreeg zijn eerste kart toen hij vier jaar oud was. Zijn vader, chef van een leveranciersfirma voor de autoindustrie, bezat bovendien ook enkele boerderijen met een oppervlakte van 500.000 hectometer. Zijn eerste kartwedstrijd reed Senna in 1973, toen hij 13 jaar oud was. In 1977 werd hij kartkampioen in de Pan-Amerika Cup. In 1979 en 1980 werd hij telkens tweede in het wereldkampioenschap karting.
Dit opende hem de weg naar Engeland, waar hij in 1981 Brits Formule Ford 1600 kampioen werd. Bovendien studeerde hij op de universiteit van Sao Paulo Economische Wetenschappen. Dit deed hij enkel voor zijn vader, die de racerij toen niet serieus nam.
Nadat hij in de Formule Ford 1600 heerste, had hij de keus in welke klasse hij wou beginnen rijden. Toch had hij zin om alles op te geven omdat hij geen sponsors meer vond. Maar tenslotte kreeg hij van zijn oude sponsor Banjeri toch nog 7000 pond. Vanaf nu reed Ayrton in de Formule Ford 2000. Daar heerste hij opnieuw; 21 overwinningen op 27 races.
In het daaropvolgende jaar reed hij in de Britse F3-klasse. Hij behaalde er 9 overwinningen, totdat het ongeluk ook hem eens parten speelde. Door ongevallen en opgaven viel hij achteruit. Zijn grootste concurrent Martin Brundle begon een aardige inhaalrace in het kampioenschap. In de laatste, beslissende race, kon Brundle de druk niet aan, en won Senna de race. Tijdens het seizoen teste Senna ook voor de toenmalige wereldkampioen Williams. Hij kreeg ook aanbiedingen van Brabham, McLaren en Lotus. Hij koos voor het tweederangs Toleman Hart-team. Zo kwam hij in zijn eerste F1-seizoen terecht.
In het jaar 1994 werd alles anders. Zijn carrière stond op een keerpunt. Nadat hij drie kampioenschappen in 1988, 1990 en 1991 won, stortte zijn team McLaren Honda op technisch vlak helemaal ineen. Vanaf 1992 heerste er maar één team; Williams Renault. Het was duidelijk dat Senna als beste coureur in de beste wagen wilde zitten, maar die plaats werd door Alain Prost bezet. En Senna wilde helemaal niet teammaat van Prost worden. In de ondermaatse McLaren vocht hij verbeten en won 5 Grand Prix, wat hem een mooie tweede plaats in het kampioenschap bezorgde. Zijn overwinningen had hij zeker aan zijn kwaliteiten als racer te danken, en zeker zijn kwaliteiten in regenraces. De titel ging naar Alain Prost.
Na lange verhandelingen kon Senna toch naar Williams. Na 2 jaar zonder topmateriaal kwam er eindelijk weer land in zicht. Maar bij de eerste Grand Prix al, kon iedereen zien dat de Williams niet meer de beste wagen was. Om even te verduidelijken. In de jaren 1992 en 1993 was Williams veruit het beste team wat betreft actieve ophanging. In die twee jaren haalden de Williams-coureurs de wereldtitel. In 1994 werden deze, maar ook andere technische hulpmiddelen verboden. Wat tot gevolg had, dat de aerodynamica meer in het hele spel betrokken werd. En plotseling kwam een middenklasser, Benetton, aan de top te staan. Benetton testte al jaren met de aerodynamica. Dit was een harde slag voor Williams. Schumacher won in zijn Benetton de eerste race. Hij moest er wel hard voor vechten met Senna, die tenslotte uitviel. Michael Schumacher won met een ronde voorsprong op Damon Hill.
Ook in de tweede race, in het Japanse Aida, won Michael Schumacher overlegen, nadat Senna al in de eerste bocht door Mika Hakkinen "erafgeschoten" werd. Voor de volgende race werkte Williams al aan een nieuwe aerodynamica die het team weer aan de top moest krijgen. De volgende race was in San Marino. Senna was heel optimistisch, zeker nadat hij vrijdagvoormiddag de snelste was. In de namiddag kwam dan de eerste schok; Rubens Barrichello bloog van de baan en knalde net boven de bandenmuur in een omheining. Hij had ongelooflijk veel geluk. Hij verstuikte enkel zijn hand, en brak een teen. Ook 's namiddags was Senna sneller dan rivaal Schumacher.
Zaterdag, toen de kwalificatie net 10 minuten bezig was, scheurde een deel van de voorvleugel van Roland Ratzenbergers Simtek-Ford. De Oostenrijker knalde met 300 km/u in een muur in de Villeneuve-bocht. Hij had echter geen geluk; hij brak zijn nek. Senna was betreurd. Hij wou weten wat er gebeurd was. Hij reed naar de ongevalsplaats om te kijken wat er gebeurde. Later kreeg hij een brief van de sportcomissarissen, dat hij daar niets te zoeken had; een onbegrijpelijke houding van de comissarissen. Ondanks dat Senna deze dag niet mee reed, behaalde hij de pole. Maar niemand wist dat die 65ste pole, zijn laatste zou zijn.
Voor de volgende Grand Prix van Monaco, wou Senna samen met Schumacher een coureursbespreking houden over veiligheid van de circuits.
Senna reed in de Warm Up meer dan een seconde sneller da nde rest van het veld. Hij moest zijn achterstand van 20 punten verkleinen. Dat wilde dus zeggen dat Senna moest winnen. Maar Senna wou eigenlijk niet starten. Op de startgrid zat hij een tijdlang stil in zijn wagen. Toen een ingenieur langskwam, lachtte hij nog even.
Bij de start trok Senna onmiddellijk van Schumacher weg. Maar achteraan het veld kon JJ Lehto zijn wagen niet van de grid bewegen. De Portugees Pedro Lamy reed in op de achterkant van de Fin. De coureurs kwamen er met de schrik vanaf. Maar 9 coureurs werden door rondvliegende delen gewond. Voor 6 ronden kwam de safety-car de baan op. In de 6de ronde werd de race weer vrijgegeven. Senno trok weer weg.
Om 14.17, in de 7de ronde, reed de Williams in de Tamburello-bocht rechtdoor en knalde met 320 km/u tegen een betonmuur. De race werd afgebroken. De hoop dat Senna nog zou uitstappen, dat hij een kans had, die werd stuk gemaakt. Toen de helpers over hem bogen, werd het voor iedereen duidelijk dat hij geen kans had. Hij werd met de helikopter naar een ziekenhuis in Bologna gebracht. Ondanks dat men wist dat hij geen kans zou hebben, werd de race tot einde gereden. Ook toen Michele Alboreto een wiel in de pits verloor, en daarmee een mechanicien verwonde, werd de race niet stilgelegd. Michael Schumacher won, maar dat interesseerde niemand. Men wachtte op nieuws uit het ziekenhuis. Om 18.45 kwam het bericht dat hij geen kans had, dat de hoofdverwondingen te groot waren. Het doodstijdstip werd op 18.30 gezet. 's Avonds verzamelden alle Senna-fans zich in de Tamburello-bocht, om van hun idool afscheid te nemen. In Brazilië was er massale rouw.
4 dagen na zijn crash in Imola werd Senna in zijn geboortestad Sao Paulo begraven, begeleid van zowat alle collega's en meer dan 35.000 fans.
"Magic", zoals hij genoemd werd, is zo gestorven zoals hij het wou, op zijn werkplaats. Zijn grootste wens was onsterfelijkheid. Hij was de onsterfelijkheid zeer na, maar bij zijn dood heeft hij die bereikt. Nu is hij onsterfelijk, hij is een legende!
Stats
Debuut : GP Brazilie 1984 (Rio de Janeiro)
Aantal GP's : 161
Punten : 614
Overwinningen : 41
Pole Posities : 65
Snelste Ronden : 19
Podiums : 80
F1 Teams
1984 : Toleman Hart
1985 : Lotus Renault
1986 : Lotus Renault
1987 : Lotus Honda
1988 : McLaren Honda
1989 : McLaren Honda
1990 : McLaren Honda
1991 : McLaren Honda
1992 : McLaren Honda
1993 : McLaren Ford
1994 : Williams Renault
Carrière
1977 : Kart, Zuid-Amerikaans kampioen
1978 : Kart, Zuid-Amerikaans en Braziliaans kampioen
1979 : Kart, Brazilaans kampioen
1980 : Kart, Braziliaans kampioen
1981 : Formule Ford 1600 - RAC kampioen
1982 : Formule Ford 2000 - Brits en Europees kampioen
1983 : Formule 3, Brits kampioen
1984 : Formule 1
1985 : Formule 1
1985 : Formule 1
1986 : Formule 1
1987 : Formule 1
1988 : Wereldkampioen Formule 1
1989 : Formule 1
1990 : Wereldkampioen Formule 1
1991 : Wereldkampioen Formule 1
1992 : Formule 1
1993 : Formule 1
1994 : Formule 1
WK Klasseringen
1984 : 9de met 13 punten
1985 : 4de met 38 punten
1986 : 4de met 50 punten
1987 : 3de met 57 punten
1988 : Wereldkampioen met 94 punten
1989 : 2de met 60 punten
1990 : Wereldkampioen met 78 punten
1991 : Wereldkampioen met 96 punten
1992 : 4de met 50 punten
1993 : 2de met 73 punten
1994 : geen punten
F1 Overwinningen
1985 : GP Portugal, Belgie
1986 : GP Spanje, Verenigde Staten
1987 : GP Monaco, Verenigde Staten
1988 : GP San Marino, Canada, Verenigde Staten, Groot-Brittannie, Duitsland, Hongarije, Belgie, Japan
1989 : GP San Marino, Monaco, Mexico, Duitsland, Belgie, Spanje
1990 : GP Verenigde Staten, Monaco, Canada, Duitsland, Belgie, Italie
1991 : GP Verenigde Staten, Brazilie, San Marino, Monaco, Hongarije, Belgie, Australie
1992 : GP Monaco, Hongarije, Italie
1993 : GP Brazilie, Europa, Monaco, Japan, Australie
Juan Manuel Fangio![]()
quote:
Op 24 Juni 1911 wordt de zoon van een metselaar, Lorento Fangio, geboren te Balcarce in Argentinië. Lorento Fangio was een Italiaanse immigrant. Zijn zoon zal hij Juan Manuel noemen.
Al jong moet hij meehelpen om aardappelen te rapen. Hij krijgt dan ook van zijn vrienden de bijnaam El Chueco, de bochelaar, vanwege zijn smalle beentjes.
Juan Manuel hield echter van andere dingen. Eén van die dingen was mechanica. Op zijn 12de verlaat hij de school en gaat werken in een garage.
Tijdens zijn legerdienst is Fangio de chauffeur van een officier. Daarna begint hij voor eigen rekening te werken en opent een garage.
Op zijn 23ste waagt hij een kans en doet mee aan een regionale race. Hij kent veel problemen, en wordt tegengehouden met de zwarte vlag. Voor een eerste race helemaal niet goed. Zijn eerste wagen was dan ook een Ford-T.
Fangio begint met het verbouwen van Amerikaanse wagens en rijdt 's zondags af en toe eens met zijn juweeltjes. In 1939 doet hij mee aan de 300 Mijlen van Tres Arroyas. Wederom wordt hij tegengehouden door een zwarte vlag. Dit keer echter werd de race gestopt omdat een bekende Argentijn verongelukt was; Zatuszeck. De race werd onmiddellijk gestopt.
In 1940 mag Fangio meedoen aan de Gran Premio Internacional del Norte. Een race waarin meer dan 10.000 km verreden worden. Fangio zal deze uithoudingsrace winnen en verliest zelfs 7 kilo. Datzelfde jaar nog wordt hij Argentijns kampioen.
Ook in 1941 is hij weer Argentijns kampioen, maar de oorlog begon je ook in Argentinië te voelen. Er was niet meer genoeg brandstof en er zijn ook geen onderdelen meer om mee te doen aan wegraces, want de VS zijn in oorlog.
In 1947 organiseert kolonel Peron een klein kampioenschap van januari tot februari. De bedoeling is om Europeanen te lokken omdat die in hun landen wegens de winter niet kunnen rijden. Varzi en Villoresi zijn iedereen de baas, ook de grote Fangio kan er niks aan doen.
Nadat de Argentijnse racers een dergelijk slechte prestatie leverden besliste Peron om een Gordini en een Maserati te kopen via de Argentijnse Automobielclub.
In 1948 komen de Europeanen weer naar Italië en ontdekken Fangio. Wimille en Varzi nemen hem onder hun hoede en leggen hem alles uit over het vak. Fangio vertrekt naar Europa om mee te doen aan de Grand Prix van Reims op uitnodiging van Wimille.
In 1949 wint hij 7 Grand Prix. Hij woont in een geleend huisje van Varzi. Rijden doet hij met een Gordini en een Maserati.
In 1950 doet Fangio mee aan het eerste wereldkampioenschap Formule 1. Alfa Romeo neemt de Argentijn in dienst. Hij is op dat ogenblijk 39 jaar. Zijn teamgenoten zijn Farina en Fagioli. Juan Manuel Fangio wordt vice-kampioen met 3 overwinningen, 4 poles en 3 snelste ronden.
De Alfa's moeten het in 1951 opnemen tegen de Ferrari's. Fangio kan het rode geweld van zich afhouden en wint het kampioenschap met grote klasse. 3 overwinningen, twee 2de plaatsen, 4 poles en 5 snelste ronden in 7 wedstrijden.
In 1952 reed Fangio niet mee ondanks dat hij bij Maserati tekende. Een blessure in Monza aan het begin van dat jaar zorgt ervoor dat hij een jaar niets mag doen, dus ook niet racen.
Een jaar later, in 1953, moest Fangio vechten met een Maserati die het niet kon opnemen tegen de Ferrari's. Hij weet zich desondanks toch als tweede te plaatsen in het kampioenschap na Ascari, maar toch voor drie andere Ferrari-rijders (Farina, Hawthorn, Villoresi).
In 1954 tekent Fangio bij Mercedes. Spijtig genoeg zijn zowel Mercedes alsook Lancia niet klaar voor het seizoen. Mercedes beslist om Fangio uit te lenen aan Maserati zodat hij het kampioenschap niet verspeelt of dat hij geen punten tekort komt op het einde van het seizoen.
Tijdens de Grote Prijs van Argentinië waren de Ferrari's van Farina en Gonzalez de snelsten voor Fangio en de 3de Ferrari van Hawthorn. De Ferrari's rijden bij de start al onmiddellijk weg van het veld. In de 30ste ronde viel er regen. Fangio kan na een pitstop aan de leiding komen. Maar het circuit droogt weer op en de Ferrari's naderen weer. Niet veel later is er weer een heuse storm die over het circuit veegt. Fangio blijft aan de leiding en wint de eerste Grand Prix van het kampioenschap.
Ook de Grand Prix van België en Frankrijk wint Fangio. In Frankrijk komt Fangio al met zijn nieuwe Mercedes aan de start.
In Silverstone kan Fangio toch nog vierde worden, ondanks dat zijn banden nog niet getest waren en de Mercedes niet al te betrouwbaar bleek.
In Duitsland is Fangio weer heer en meester en wint overtuigend met bijna anderhalve minuut voorsprong op Froilan Gonzalez. Tot in Italië wint Fangio telkens met een grote voorsprong. In de laatste race, die van Spanje wordt hij derde.
Juan Manuel Fangio heeft met die zes overwinningen de titel behaald voor Gonzalez en Hawthorn.
Enkel Fangio wist met de Mercedes zo schitterende resultaten te behalen. De wagen was verre van perfect. Zo waren de Continental-banden niet goed en verbruikte de W196 te veel benzine. Maar hij had de titel op zak, en dat was het belangrijkste.
In 1955 was er de tweestrijd Fangio-Moss. Fangio won de strijd overtuigend in zijn Mercedes met 4 overwinningen, 3 poles en 3 snelste ronden.
Na het dodelijke ongeval van Alberto Ascari besliste Lancia om uit het kampioenschap te stappen. Het verkocht zijn materiaal aan Ferrari. Fiat steunde Ferrari vanaf dat moment.
In 1955 waren de Mercedes van Fangio en Moss onklopbaar. Maar Mercedes stapte op het einde van het kampioenschap net als Lancia uit het wereldkampioenschap en wel om volgende redenen; In Le Mans veroorzaakte een crash met Levegh (echte naam Pierre Bouillin) een groot aantal doden tussen de toeschouwers, maar ook Levegh stierf.
Mercedes had veel aan Fangio te danken.
Voor het seizoen 1956 tekende Fangio bij Ferrari. Ferrari had al zijn materiaal van Lancia gekregen, waaronder de D50 waarin Fangio kampioen zou worden.
Fangio kreeg verschillende teamgenoten waaronder Collins, Musso en Gendebien.
Als tegenstanders waren er de Maserati's met Moss, Behra en Villoresi, maar ook de Gordini met Manzon en Pilette.
Het kampioenschap was spannend. Het zal toch echter Fangio worden die kampioen wordt. En ook in 1957 wordt Fangio kampioen in een Maserati.
In 1958 kwam Fangio maar tweemaal aan de start aan het stuur van een Maserati. Fangio wilde met pensioen gaan vanaf de Grand Prix van Engeland. Maar hij zal nog in Frankrijk het besluit nemen om ermee te stoppen wat hij dan ook onmiddellijk doet.
Fangio werd in zijn laatste Grand Prix vierde. Door een probleem met de koppeling moest hij op het gehoor rijden. Hawthorn wint met bijna een ronde voorsprong op Fangio (4de). Op het podium vraagt men waarom Hawthorn Fangio niet inhaalde waarop Hawthorn antwoorde; "Je dubbelt Fangio niet!"
Fangio stierf in 1955. Hij zal altijd dé legende uit de F1 blijven. Hij heeft altijd zijn teamgenoten gedomineerd, en dat waren niet de minsten; Farina, Collins, Moss, Musso en zoveel anderen.
Stats
Debuut : GP Groot-Brittanië (Silverstone)
Aantal GP's : 51
Punten : 277.64
Overwinningen : 24
Pole Posities : 29
Snelste Ronden : 23
Podiums : 35
F1 Teams
1950 : Alfa Romeo
1951 : Alfa Romeo
1953 : Maserati
1954 : Maserati / Mercedes Benz
1955 : Mercedes Benz
1956 : Ferrari Lancia
1957 : Maserati
1958 : Maserati
Carrière
1940 : GP van het Noorden, 1ste - 1000 mijlen van Argentinië, 8ste - Argentijns wegracing kampioen
1941 : GP G. Vargas, 1ste - 1000 mijlen van Argentinië, 1ste - Argentijns wegracing kampioen
1949 : Won races in San Remo, Perpignan, Marseille, Pau, Albi en Monza
1950 : Formule 1
1951 : Wereldkampioen Formule 1
1953 : Formule 1
1954 : Wereldkampioen Formule 1
1955 : Wereldkampioen Formule 1
1956 : Wereldkampioen Formule 1
1957 : Wereldkampioen Formule 1
1958 : Formule 1
WK Klasseringen
1950 : 2de met 27 punten
1951 : Wereldkampioen met 31 punten
1953 : 2de met 29,5 punten
1954 : Wereldkampioen met 42 punten
1955 : Wereldkampioen met 40 punten
1956 : Wereldkampioen met 30 punten
1957 : Wereldkampioen met 40 punten
1958 : 14de met 7 punten
F1 Overwinningen
1950 : GP Monaco, België, Frankrijk
1951 : GP Zwitserland, Frankrijk, Spanje
1953 : GP Italië
1954 : GP Argentinië, België, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Italië
1955 : GP Argentinië, België, Nederland, Italië
1956 : GP Argentinië, Groot-Brittannië, Duitsland
1957 : GP Argentinië, Monaco, Frankrijk, Duitsland
Mario Andretti - Emerson FittipaldiMario Andretti![]()
quote:
Mario Andretti (28 februari 1940, Montona) was een Amerikaanse autocoureur.
Mario Andretti werd geboren in Italië, maar verhuisde in 1955 naar de Verenigde Staten. Daar ontwikkelde hij al snel een passie voor de autosport en nam in 1965 voor het eerst deel aan de Indianapolis 500, die hij vier jaar later won.
In 1968 debuteerde Andretti in de Formule 1 in een Lotus en won voor Ferrari in 1971 zijn eerste Grand Prix. In 1976 keerde hij terug naar Lotus, waar hij in 1978 op dominante wijze het wereldkampioenschap won met de revolutionaire Lotus 79.
In 1983 keerde Andretti terug naar de Verenigde Staten en nam nog tien jaar succesvol deel aan het Indycar-kampioenschap. In 1995 nam hij afscheid van de actieve autosport, maar testte in 2003 nog wel een auto voor het Indycar-team van zoon Michael. Na een zware crash stopte hij definitief met het racen.
Emerson Fittipaldi![]()
quote:
Emerson "Emmo" Fittipaldi (12 december 1946, Sao Paulo) was een Brazilaanse autocoureur.
Zoals zoveel Braziliaanse coureurs, startte Emerson Fittipaldi zijn autosportloopbaan in Engeland, in de Britse Formule Ford. Een jaar later, in 1970, debuteerde hij in de Formule 1, als vervanger van de omgekomen Jochen Rindt bij Lotus.
In 1972 versloeg Fittipaldi de regerend wereldkampioen Jackie Stewart, maar de Lotus van 1973 was teleurstellend en Fittipaldi vertrok aan het einde van dit jaar om bij McLaren te gaan rijden. Daar veroverde hij in 1974 zijn tweede wereldtitel.
Aan het einde van 1975 maakte Fittipaldi bekend dat hij McLaren zou verlaten om bij het team van zijn broer Wilson te gaan racen. Dit bleek een slechte beslissing. De wagen van het Fittipalditeam was niet competitief en gedurende vijf jaar kon Fittipaldi geen overwinning meer boeken.
In 1980 verliet Fittipaldi de Formule 1, om in 1984 te gaan rijden in de Indycars. Daar boekte hij grote successen, won de Indianapolis 500 in 1989 en 1993 en werd kampioen in 1989.
In 1996 maakte Fittipaldi een zware crash mee waarbij hij een nekwervel brak en na een vliegtuigongeluk in 1997 waarbij hij opnieuw zwaar gewond raakte, besloot Fittipaldi zijn actieve racecarrière te beëindigen. In 2003 maakte Fittipaldi zijn debuut als teammanager in de Indycars.
Niki Lauda - Michael SchumacherNiki Lauda![]()
quote:
Niki Lauda (22 februari 1949, Wenen) was een Oostenrijks autocoureur.
Niki Lauda debuteerde in de Formule 1 door in 1971 zich met het geld van zijn familie in te kopen bij het team van March. Zijn eerste resultaten waren bedroevend, maar hij wist toch al snel een stoeltje te bemachtigen bij BRM. Hij leerde het vak snel en in 1974 had hij zoveel indruk gemaakt, dat hij een contract kreeg aangeboden door Ferrari.
In 1975 won Lauda zijn eerste wereldtitel en leek in 1976 op weg naar zijn tweede, toen hij op 1 augustus van dat jaar tijdens de Duitse Grand Prix uit de bocht vloog en levend dreigde te verbranden toen het wrak vlam vatte. Zijn racecarrière leek voorbij, maar tot ieders verbazing zat Lauda enkele weken later alweer achter het stuur van zijn Ferrari en miste hij op slechts één punt de wereldtitel.
Na 1977, waarin Lauda zijn tweede wereldtitel veroverde, nam hij ontslag bij Ferrari en tekende bij Brabham. In 1979 besloot hij tijdens de trainingen voor de Grote Prijs van Canada dat het welletjes was en vertrok om zijn eigen luchtvaartmaatschappij te beginnen.
In 1982 werd hij terug naar de Formule 1 gelokt door McLaren, waar hij in 1984 zijn derde wereldkampioenschap won. Aan het einde van 1985 verliet Lauda voorgoed de Formule 1.
Lauda besteedde veel tijd en aandacht aan het verder opbouwen van zijn luchtvaartmaatschappij, Lauda Air, tot hij in 1992 als adviseur bij het team van Ferrari werd binnengehaald. Terwijl Jaguar meer invloed kreeg op Lauda Air, verhuisde Lauda zelf naar het Formule 1-team van Jaguar, waar hij het in 2001 en 2002 voor het zeggen kreeg. Aan het einde van 2002 werd hij ontslagen door moederbedrijf Ford.
Stats:
Debuut : GP Oostenrijk 1971 (Österreichring)
Aantal GP's : 171
Punten : 420,5
Overwinningen : 25
Pole Posities : 24
Snelste Ronden : 25
Podiums : 54
F1 Teams
1971 : March Ford
1972 : March Ford
1973 : BRM
1974 : Ferrari
1975 : Ferrari
1976 : Ferrari
1977 : Ferrari
1978 : Brabham Alfa Romeo
1979 : Brabham Alfa Romeo
1982 : McLaren Ford
1983 : McLaren Ford / McLaren TAG
1984 : McLaren TAG
1985 : McLaren TAG
Niki Lauda in 1978 - Brabham BT46
Carrière
1971 : Deelname aan het Formule 1 Wereldkampioenschap (1 race, opgave), 10de in het F2-kampioenschap
1972 : Formule 1
1973 : Formule 1
1974 : Formule 1
1975 : Wereldkampioen Formule 1
1976 : Formule 1
1977 : Wereldkampioen Formule 1
1978 : Formule 1
1979 : Formule 1
1982 : Formule 1
1983 : Formule 1
1984 : Wereldkampioen Formule 1
1985 : Formule 1, bouwt zijn eigen luchtvaartmaatschappij op
1991 : Door Ferrari ingehuurd als raadgever
2001 : Uitvoerend Directeur van Ford's Premier Automotive Group en ook teambaas van het Jaguar F1-team (tot begin 2003)
WK Klasseringen
1971 : geen punten
1972 : geen punten
1973 : 17de met 2 punten
1974 : 4de met 38 punten
1975 : Wereldkampioen met 64,5 punten
1976 : 2de met 68 punten
1977 : Wereldkampioen met 72 punten
1978 : 4de met 44 punten
1979 : 14de met 4 punten
1982 : 5de met 30 punten
1983 : 10de met 12 punten
1984 : Wereldkampioen met 72 punten
1985 : 10de met 14 punten
F1 Overwinningen
1974 : GP Spanje, Nederland
1975 : GP Monaco, België, Zweden, Frankrijk, Verenigde Staten
1976 : GP Brazilië, Zuid-Afrika, België, Monaco, Groot-Brittannië
1977 : GP Zuid-Afrika, Duitsland, Nederland
1978 : GP Zweden, Italië
1982 : GP Verenigde Staten, Groot-Brittannië
1984 : GP Zuid-Afrika, Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Italië
Michael Schumacher![]()
quote:
Michael Schumacher is een Formule 1 coureur. Hij werd geboren op 3 januari 1969 in Huerth-Hermuelheim in Duitsland.
Eddie Jordan zocht in 1991 een vervanger voor één van zijn rijders, Bertrand Gachot, die wegens een vechtpartij de gevangenis in moest. Stefan Johansson, Derek Warwick en Keke Rosberg waren eventuele vervangers, maar Eddie Jordan wachtte nog even af.
Een telefoontje van Willie Weber bracht hem in contact met Michael Schumacher. Eddie Jordan kende de jonge Duitser niet, maar koos uiteindelijk toch voor hem. Ze lieten hem op Silverstone testen: hij had direct de snelheid te pakken en de teamleden vertelden hem dat hij maar rustig aan moest doen, want hij reed nogal hard voor een beginneling! Michael maakt zijn debuut op Spa-Francorchamps en hij verbaasde de hele paddock door direct een zevende kwalificatietijd te realiseren.
Schumacher bleek al direct een groot talent en dat zag ook Flavio Briatore van Benetton. Hij kaapte hem weg voor de neus van een verbaasde Eddie Jordan, die dacht een waterdicht contract te hebben met Schumacher.
In 1994 en 1995 haalde Schumacher samen met Benetton het wereldkampioenschap binnen, waarna hij samen met Ross Brawn en Rory Byrne naar Ferrari vertrok.
In 1998 was Ferrari niet goed genoeg, in 1999 verpestte een zwaar ongeluk op Silverstone een mogelijke wereldtitel voor de Duitser. Maar vanaf 2000 braken goede jaren aan: hij wist in 2000, 2001 , 2002, 2003 en 2004 wereldkampioen te worden. Daarmee heeft hij de legendarische Argentijn Juan Manuel Fangio, die in zijn carrière vijf titels op zijn naam wist te zetten, ruimschoots overtroffen.
Op 12 oktober 2003 sleepte hij op het circuit in Japan na een moeilijke race het laatste punt binnen dat hem zijn zesde wereldtitel gaf.
In het seizoen 2004 was hij alweer oppermachtig. Op 29 augustus, na 14 van de 18 races - waarvan hij er 12 won - was hij alweer zeker van de overwinning.
Nagenoeg alle records in de Formule 1-wereld staan nu op zijn naam. Slechts een belangrijk record ontbreekt nog:het meeste aantal pole-posities, dat nog steeds op naam van Ayrton Senna staat.
Zijn broer Ralf rijdt eveneens in de Formule 1.
Gilles Villeneuve - Alain ProstGilles Villeneuve![]()
quote:
Gilles Villeneuve werd op 18 Januari 1950 in Quebec geboren. Hij maakte zijn eerste race-ervaringen in sneeuwmobiel-races en in de Formule Atlantic.
In 1976 domineerde hij het Atlantic-kampioenschap met zijn team Ecurie Canada, dat zo grote financiële problemen had, dat hij de race in Mosport als toeschouwer moest volgen - het team kon zijn inschrijvingsgeld niet betalen. Ondanks deze slechte omstandigheden zo goede prestaties te brengen bracht hem veel erkenning en een startplaats bij McLaren.
Zijn F1-debuut in 1977 in Silverstone als teammaat van James Hunt en Jochen Mass viel samen met het eerste optreden van de Renault-turbomotor. Tegen het einde van het seizoen 1977 had Villeneuve de naam van een veelbelovend talent geschapen. Teddy Mayer wou hem echter niet meer in het team hebben, waarschijnlijk ook door de druk van sponsor Marlboro. Zo zou de jonge Villeneuve zonder wagen komen te zitten in 1978. In augustus 1977 echter kwam een telefoontje vanuit Maranello. Als Ferrari's interesse aan Villeneuve bekend werd, wisselde Niki Lauda in oktober, in Canada, het team. Zo begon voor Gilles een korte, maar toch succesvolle, carrière.
In zijn eerste race voor Ferrari (GP Canada 1977, Mosport) kwam hij door een olievlek van de weg af. In de volgende race, in Fuji, ging hij weer van de baan, ten koste van enkele mensenlevens.
In het daarop volgende jaar, behaalde Villeneuve de eerste van zijn 6 overwinningen in de Formule 1, namelijk in Canada. In 1979 werd hij 2de in het wereldkampioenschap na zijn teamgenoot Jody Scheckter. Hij vocht dat jaar vooral met de sterke wagens van Lotus, die het Ground Effect* geperfectioneerd hadden. Daarbij kwam nog dat Gilles niet zorgzaam met zijn materiaal omsprong. Zo ontstond de legende van Gilles Villeneuve, die maar 6 overwinningen boekte, maar door zijn spectaculaire rijstijl veel begrip kreeg.
*In de jaren '80 werden door de teams speciale grondplaten gebruikt, die de lucht van voor naar achter aanzogen, en daarmee de wagen regelrecht op de baan drukten.
Gilles Villeneuves alles-of-niets-motto was wereldberoemd. Een voorbeeld: Bij een raceweekeinde in Watkins Glen vond de eerste kwalificatiesessie op een nat wegdek plaats. Gilles zorgde voor gefronsde wenkbrauwen bij de concurrentie, omdat hij 11 seconden sneller reed dan de rest van het veld.
Villeneuves meesterlijkste periode begon in 1979 in Dijon. Jean-Pierre Jabouille (Renault) behaalde de eerste overwinning van een turbomotor. Het zag er lange tijd naar uit, dat René Arnoux tweede zou eindigen, wat een dubbel-overwinning van Renault zou betekenen. Villeneuve echter, probeerde dit te verhinderen en leverde een mooi duel met Arnoux, waarbij beide piloten alle registers openden: drifts, rokende banden, wiel-tegen-wiel. niemand zal het vergeten. Uiteindelijk lukte het Villeneuve met zijn langzamere Ferrari juist voor Arnoux te eindigen. Het was misschien wel het mooiste gevecht om een tweede plaats in de geschiedenis van de F1.
Zoals vele andere piloten was Villeneuve een mengeling van de verschillendste karaktereigenschappen. Hij nam altijd hoge risico's, of het nu bij het vliegen, sneeumobiel-racen of in het dagelijkse verkeer,.. een klassieke risicomens. Ondanks dat zeiden zijn concurrenten dat hij zich op het circuit altijd eerlijk gedroeg, en nooit de veiligheid van anderen in gevaar wilde brengen. Deze combinatie van eigenschappen maakte hem populair, zowel bij de fans alsook bij de rijders. Hij is vandaag nog een held voor alle fans in Canada, Italië en overal op de wereld.
Gilles' goede racegevoel, liet hem maar éénmaal in de steek. Dat leidde misschien ook tot zijn tragische dood. In de laatste ronde in Imola 1982 schoof Pironi onverwachts voor bij zijn op-kop-rijdenden teammaat Villeneuve, die langzamer geworden was, omdat hij zeker was van zijn overwinning. Maar in nu won Pironi, in plaats van Villeneuve. Villeneuve was er ongewoond kwaad over. Twee weken later in Zolder scheen hij nog altijd over zijn weggegeven overwinning te lijden. Op de weg naar de pits, na een snelle kwalificatie-ronden, reed hij tegen de veel tragere wagen van Jochen Mass op. Villeneuve's uitloopronden waren altijd even snel als zijn snelle ronden. Mass reed opzij, om hem door te laten, met de veronderstelling dat Gilles een snelle ronde zou gaan rijden. Daardoor werd de pitingang geblokkeerd, en Gilles knalde op Mass' wagen.
Door de botsing vloog de Ferrari door de lucht. Men probeerde Villeneuve nog ter plaatse te reanimeren. Maar zijn verwondingen waren dodelijk. Villeneuve stierf nog dezelfde avond in een ziekenhuis in de buurt.
Voor velen was zijn dood een schok. De bedroefdheid over het verlies van de Canadees zat diep. Zelfs Arnoux, zijn aartsrivaal van de Dijon-race, gaf toe dat hij twee dagen lang huilde.
Villeneuves zoon Jacques heeft tot nu toe al meer races gewonnen dan Gilles, maar om een legende te worden, moet hij nog een lange weg afleggen.
Stats
Debuut : GP Groot-Brittannië 1977 (Silverstone)
Aantal GP's : 67
Punten : 107
Overwinningen : 6
Pole Posities : 2
Snelste Ronden : 8
Podiums : 13
F1 Teams
1977 : McLaren Ford / Ferrari
1978 : Ferrari
1979 : Ferrari
1980 : Ferrari
1981 : Ferrari
1982 : Ferrari
Carrière voor de F1
1966 - 1972 : sneeuwmobiel-races in Canada
1973 : deelname Formule Ford 1600-kampioenschap, Winnaar Québec Automobile Championat
1974 : 16de in de Canadese Formule Atlantic
1975 : 5de in de Canadese Formule Atlantic
1976 : IMSA GTS Amerikaans Kampioen, deelname Europees F1-kampioenschap, Formule Atlantic-kampioen
WK Klasseringen
1977 : geen punten
1978 : 9de met 17 punten
1979 : 2de met 53 punten
1980 : 14de met 6 punten
1981 : 7de met 25 punten
1982 : 15de met 6 punten
F1 Overwinningen
1978 : GP Canada
1979 : GP Zuid-Afrika, GP Verenigde Staten Oost, GP Verenigde Staten West
1981 : GP Monaco, GP Spanje
Alain Prost![]()
quote:
Alain Marie Pascal Prost, (24 februari 1955 in Saint-Chamond, Loire, Frankrijk), is een van de meest succesvolle Formule 1 coureurs allertijden. Tijdens zijn Formule 1 carrière tussen 1980 en 1993 won hij 51 maal een Grand Prix. Dit record werd in 2001 door Michael Schumacher gebroken. Prost won ook 4 keer de coureurstitel.
De rivaliteit tussen Prost en Ayrton Senna wordt door velen gezien als een van de meest interessante tussen coureurs die duidelijk een klasse beter waren dan de rest in hun tijd.
Tussen 1997 en 2001 was hij de eigenaar en manager van het Prost Grand Prix raceteam. Het team ging bankroet begin 2002.
Recentelijk nieuws:
quote:
Alain Prost maakt comeback
Uitgegeven: 8 december 2004 14:07
PARIJS - Voormalig formule-1-wereldkampioen Alain Prost maakt komend jaar een comeback als autocoureur. De Fransman gaat voor Audi deelnemen aan de 24 Uur van Le Mans.
Prost vormt een team met zijn landgenoten Stephane Sarrazin en Emmanuel Collard. De 24 Uur van Le Mans is in het weekeinde van 18-19 juni. Alain Prost wordt in februari 50.