Een dag in het spoor van Johan Boskamp, in België van het scherm verdwenen: “Ik voel me goed. Of het zijn mijn laatste stuiptrekkingen”
Hoe zou het nog zijn met Johan Boskamp (71)? In alle stilte verdween hij dit seizoen helemaal van het Vlaamse scherm. Dus trok Onze Man een dag in zijn spoor mee naar Nederland, waar de krasse zeventiger wél nog op de buis komt. Nu al een verklarend woordje bij het Boskampiaans verderop: een ‘postpaard’ hijgt, een ‘roos in je hol’ is een compliment en de ‘warme bakker’ staat synoniem voor het crematorium…
9.02 uur - “Tuut-tuut-tuut. Heb jij je gordel niet aan?”
Twee minuten in de Audi van Boskamp en één ding is al duidelijk: Johannes B. – Jan in Nederland, veelal Johan in België – volgt zijn eigen verkeersregels. Een stoplicht dat net van oranje op rood springt, betekent doorrijden. En een gordel hindert. “Ik moest er een keer snel uit om een oud vrouwtje te helpen. En dat lukte niet, door die gordel. Sindsdien nooit meer om gehad. (lacht) Dat getuut houdt dadelijk wel op, hoor.”
Met een reiskoffertje en twee hemden op de achterbank zet Boskamp vanuit Relegem koers naar Nederland, waar hij donderdag, vrijdag én zaterdag analist speelt. In België verdween hij stilletjes van het scherm. Zijn overstap van Extra Time naar VTM, vier jaar geleden, veroorzaakte deining. Deze zomer werd er echter met geen woord over gerept. Bossie doet nu het omgekeerde van Jan Mulder: in België wonen, maar alleen nog in Nederland werken, waar hem van directe familie enkel nog zijn jongere broer Aad rest. “Het verschil is dat ze mij wel nog vragen in België. Alleen had ik er geen zin meer in. Wegens mijn gezondheid. Leg ik je dadelijk uit.”
10.07 uur - “Waar is mijn gebak! En waar is Jantje? Ik sta hier al een uur”
Tussenstop bij Jako in Lier, al eeuwig en een dag de kledingsponsor van Boskamp. Twee dozen op zijn naam staan aan de ingang. “Louter voor mijn kleinkinderen. Zelf hoef ik niets. Ik weeg er 118, maar ik wil 20 kilo kwijt tegen februari. En dan zal ik wel nieuwe kleren nodig hebben”, zegt hij aan baas Jan Jacobs bij een koffie met twee melkjes. Zonder gebak.
“Twee jaar geleden is er al twee keer een bloedklontje uit gehaald en werd er telkens een stent gezet. Maar ik bleef altijd zo moe, joh. Ik dacht dat ik te veel werkte. Dus stopte ik eerst met de Belgische nationale ploeg omdat ik niet meer buiten wilde staan terwijl de mensen thuis lekker aan de koffie zaten. Vorig seizoen veranderde er veel bij VTM – mensen die vertrokken – en hield ik het voor bekeken. Er is alleen niet over gecommuniceerd. In Nederland schroefde ik het ook terug, van honderd naar vijftig tv-optredens per jaar. Als ik een trap opliep, leek ik wel een postpaard. Nu sta ik niet meer zo te hijgen. Ik voel me goed, man, niet normaal. Ze hebben het gevonden. Twee maanden geleden hing mijn lichaam vol zilverpapier en kreeg ik de elektrische stoel. Schokken. Sindsdien ben ik als herboren. Ik ben zelfs weer aan het fitnessen thuis. Lopen en steppen.” Hoewel de afstand van zijn auto tot de deur geen tien meter bedraagt, rijdt Boskamp zijn wagen toch tot voor de deur om zijn twee dozen in te laden. Kwestie van zijn kunstheup en kunstknie toch een beetje te sparen. “Ik heb nog steeds de conditie van een wijkagent, hè.”
10.55 uur - “Lul, dit is een voorrangsweg!”
Onderweg naar Breda is onze chauffeur afgeleid omdat hij met kleine oogjes door zijn
smartphone scrolt. Tot een botsing met een dwarsligger komt het niet. Net niet. “Niet overdrijven, Koentje. Die auto moest gewoon stoppen”, zegt Boskamp, terwijl hij Radio Nostalgie een streepje luider zet. Normaal gezien zingt Bossie mee met Neil Diamond en Nederlandstalige klassiekers terwijl hij drop en pepermunt verstouwt. Die voorraad is op. “Op de terugweg sla ik nieuwe in.” In de deur zit iets anders. “Schijtrollen. Heb ik altijd bij. Ben jij nog nooit in een bosje moeten stoppen? Koffie is een laxeermiddel, man.”
Pieter Boone, eindredacteur van Extra Time, belt. Het gesprek begint met: “Jij belt me al een week niet terug.” En eindigt met: “Ik heb weer een roos in je hol gestopt. Er zaten wel netels aan.” Op Boskamp staat geen filter. Waarom ook? “Bij Genk wilden ze Maarten Vandevoordt beschermen na zijn flater tegen Napoli. Mocht ie niet praten. Onzin. Laat hem zijn gedacht zetten. Ik wil zien hoe hij reageert. Wordt hij alleen maar sterker van. Wat een gelul. Dat overbeschermen blokkeert de ontwikkeling. Zet je hem in de eerste ploeg, dan denken ze toch dat hij het aankan? Dan hoort de rest er ook bij.”
12.10 uur - “Drie emmers heb ik onder mijn tv gezet voor Ajax”
Tijd om te lunchen bij DLM, Dé Lease Maatschappij, zijn autosponsor. De melk en drinkyoghurt bij het broodje bewijzen dat we in Nederland zijn. “Ik kom om mijn kerstcadeau”, roept hij. Ook hier speelt hij bij zijn entree de bulderende, uitvergrote versie van zichzelf. “Hier heb ik mijn auto vandaan. Maar vooraleer ik die Audi kreeg, gaven ze me een auto die ik met een blikopener nog niet open kreeg.”
Wie niet voor ‘zijn’ Feyenoord is – en hier blijkt iedereen wel supporter van een club te zijn – krijgt een veeg uit de pan. En dan zeker Ajax, dat de avond voordien verloor van Valencia. “Ik heb drie emmers onder mijn tv moeten zetten. Lydia moest nog een dweil nemen of het huis was overstroomd. Wat een jankers zeg, die Ajacieden.”
Net als bij Jako vraagt Boskamp geen euro om op tv te verschijnen met een DLM-logo. Wel iets anders. “Jan heeft een zwak voor minderbedeelden”, zegt baas Eric R. Kok. “Dat stelde hij ook als voorwaarde toen hij ambassadeur werd van DLM: dat we iets voor een goed doel zouden doen. Twee jaar terug hebben we honderd kansarme kinderen meegenomen naar de Efteling en de dag van hun leven bezorgd. Jan is heel aaibaar. Moeilijk te doorgronden wel. Je weet nooit wat hij echt meent. Belt mijn zoon me op dat Jan hier is en ontevreden is. Ik kom speciaal naar hier, maar dan blijkt dat het weer een grapje is. Wat wel duidelijk is: hij heeft een klein hart.”
Vandaar dat er in Zuid-Afrika weeskinderen met Jako-spullen rondlopen. Vandaar ook dat Boskamp minstens twee keer per jaar van telefoonnummer verandert. “Er zijn een heleboel mensen die ik niet ken die me dingen vragen. Die zelfs tot aan mijn deur komen.” En neen zeggen blijkt moeilijk.
13.17 uur - “Niemand lacht met mijn moeder”
De auto gaat richting Hilversum, waar hij straks de Europa League gaat verslaan. In Nederland werkt Boskamp als analist voor RTL en
Ziggo Sport. Bij Veronica, naast René van der Gijp en Johan Derksen, is hij de schietschijf. Boskamp staat er synoniem voor grapjes over bamischijven. “Mijn eigen schuld. Als ik wat eet met die gasten, nemen ze stiekem een foto. Ik reageer niet op die grapjes over mijn gewicht. Interesseert me geen reet. Het is een spelletje. Ik vind het hartstikke leuk, ik bescheur me met die gasten.”
Het is zelfs een van de redenen waarom hij liever in Nederland komt. “In België is het me soms te braaf. Als ik bijvoorbeeld Marcie zie (Degryse, nvdr.), weet ik wie hij graag mag en wie niet. Het mag weleens losbranden. Een beetje vuil spuiten, heerlijk toch? Voetbal stelt toch niets voor? En ze mogen met mij lachen. Maar niemand beledigt mijn moeder of mijn familie. De laatste keer dat ik een koek uitdeelde, een jaar of acht terug, was toen er een Franstalige wat zei over mijn moeder. Tja, dan wordt het zwart voor mijn ogen.”
Boskamp gaat zelfs een reisprogramma maken met RTL over de bevrijding in de Tweede Wereldoorlog, zijn andere passie. “Van Londen via Normandië tot Schiermonnikoog gaan we.” Wat vond hij dan van Marco van Basten die Sieg Heil zei op Fox-tv? “Zestig miljoen mensen die gedood zijn, daar kan je niet om lachen. Het was geeneens grappig. Maar iedereen heeft Marco verdedigd. Omdat die microfoon nog open stond. Als ze alles zouden uitzenden wat wij achter de schermen zeggen, dan schieten ze je helemaal af. Wij bij Veronica zouden verbrand zijn na zo’n uitspraak. Nu, het is een teken des tijds. Je mag tegenwoordig al niet meer zeggen dat een vrouw mooi is.” Dat laatste zei onze chauffeur in enigszins andere bewoordingen. Woorden die rijmen op ‘wekker’ en ‘lijf’.
15.02 uur - “Gertje Verheyen moet me tien procent”
Boskamp is net ingecheckt in bij Hotel De Witte Bergen in Hilversum. “Kom, we gaan een saté eten.” Maar dan: “Ik heb zo’n trek in een ijsje. Doe maar dat. Met fruit.”
De Aziatische dienster vraagt prompt om een selfie. “Mijn man is een grote fan van u. En ik kijk altijd mee en leer daardoor Nederlands.” Boskamp kijkt ons triomfantelijk aan. “Zie je wel dat ik verstaanbaar ben.” Een fooi van vijf euro volgt, net als een traktatie voor een tafel verder, waar Bert van Lingen zit, ex-assistent van Dick Advocaat bij de Rode Duivels. “Proost, Bertje.”
En zegt hij: “Gertje, die moet mij tien procent voor zijn werk als analist.” Gertje is Gert Verheyen, op zijn zestiende bij Lierse gelanceerd door de man die net een Fanta Cassis achterover sloeg. “Hij speelde nog in de jeugd bij Hoogstraten. Niemand wilde hem. Zijn vader Jan achtte hem ook niet goed genoeg en vond de school belangrijker. Maar hij zat bij de nationale selectie. Ik ging daar kijken. Hij was toen al zo groot als nu. Ik begreep niet dat anderen hem niet wilden. Dus haalde ik hem naar Lierse. Zodra hij zestien was, zette ik hem in de ploeg.”
15.39 uur - “Verschaeren op de bank, ik erger me kapot”
Van Gert Verheyen tot Geert De Vlieger, van Koen Daerden tot Marouane Fellaini: Boskamp had altijd een neus, oog én zwak voor jonge talenten. Vroeger ging hij overal de jeugd scouten. “Remco Evenepoel, een toptalent? Neen, een loper, goed voor de ploeg. Arnaud Bodart? Kwetsbaar op voorzetten van de zijkanten.”
Dan moet uitgerekend Boskamp toch smullen van Anderlecht? Paars-wit polste hem vorig seizoen zelfs nog even. “Ik ken Michael Verschueren sinds ie vier is. Maar ik wilde eerst wat zeggen aan Marc Coucke. Het bleef bij één telefoontje. (lacht) Ik erger me kapot als Yari Verschaeren niet mag meedoen. Je zoekt naar creativiteit, dan laat je hem toch altijd staan? Hem een minuut laten invallen tegen Charleroi: waar slaat dat op? Van hem weet je dat hij goed is. Want ik vraag me af: gaan al die andere jonge gasten zich nog verder doorontwikkelen? Lukt dat niet, dan moet je een nieuwe jongere klaar hebben zitten. Anders is dit allemaal voor niets.” Op dat moment was Verschaeren nog fit. “Twee maanden out, voor dat ventje is het waardeloos”, klinkt het enkele dagen later.
“En zijn die jonkies gelukkig als Vince speelt? Ze kijken enorm naar hem op. Als Kompany niet meespeelt, nemen ze veel meer initiatief. Doet hij mee, dan tikken ze breed naar Vince en zijn zij van de bal af. Je kan niet verwachten dat die jonge jongens de ploeg dragen. Mannen die, zelfs als ze slecht spelen, toch nog goed zijn voor de ploeg. Zo is er maar één: Kompany. Trebel de ploeg dragen? Geloofde ik nooit. Chadli ook niet. Eén zo’n dragende speler is te weinig. Iedereen vergeet wel dat Anderlecht ook al acht spelers haalde, hè. Neen, ik vond Kompany als speler-manager geen goed idee. Ik deed het zelf even bij RWDM (in 1981, nvdr.) en was zo blij dat het voorbij was. Je mag niet slecht spelen, hè.”
16.54 uur - “Ik moet nog herstellen van die vorige gehaktbal”
Terwijl Boskamp meezingt op Driving home for Christmas van Chris Rea, draait hij de parking van de RTL-studio op in Hilversum. Niet zonder slag of stoot. “Een kras? Neen, joh, da’s vuil!” In de studio is het weerzien met iedereen hartelijk. Zo dadelijk moet er gepraat worden over PSV-Rosenborg en Porto-Feyenoord. “In de rust is het door reclame vaak maar twee minuten. Bij VTM in de Champions League was dat ook. Ik begrijp dat er reclame is, maar dan vraag je je af wat je daar doet. Hier praten we tenminste nog een uur vooraf. Zelfs dat is soms nog te kort.” Zijn sidekick is Theo Janssen, een soort lightversie van Boskamp. Ruwe bolster, vriendelijke vent, die met warmte praat over zijn tijd in Genk en onder Preud’homme bij Twente.
Het lijkt dat Boskamp amper voorbereid is, maar van Rosenborg zegt hij meteen dat Helland, de nummer tien, de enige is die kan voetballen. Tien minuten later scoort die.
Het eten laat hij aan zich passeren. “Ik moet nog herstellen van de gehaktbal van vorige keer. Die was vies, ja.” De drop op tafel niet. De rijst, is volgens een medewerker “met kots”. Later op de avond volgen nog chips - pickles heten hier ‘patatje joppie’ – en twee bergen loempia’s en bitterballen. Die gaan er wél in. De wedstrijden niet. PSV is niet om aan te zien.
20.53 uur - “Mijn kleinzoon bij Feyenoord”
Tijd voor de tweede match. Voor Boskamp op het scherm verschijnt, zingt hij in de studio Mijn Feyenoord, een clublied op de tonen van Sweet Caroline van Neil Diamond. “Niets is sterker dan dat ene woord! Feyenoord!”, galmt door de studio.
In januari gaat zijn 17-jarige kleinzoon Milan, een speler van Deinze, er een weekje meetrainen. “Ben ik hartstikke benieuwd naar.” En zal Feyenoord vanavond winnen van Porto? “Als ik mag liegen, zeg ik ja.” Uiteraard wint Porto, vooral omdat doelman Marsman geen beste avond heeft. In de coulissen regent het verwensingen, met meer dan een geslachtsdeel in de hoofdrol. “Haal die gozer eraf!”
Tot ons: “Feyenoord speelt zo slecht, ik erger me elke week de pleuris. Hoe ze twee jaar terug kampioen zijn geworden, dat is me nog steeds een raadsel. Maar ik mag dat zeggen. Het is mijn cluppie. Zeg jij dat, dan scheld ik je verrot.”
Voor de camera zijn Janssen en Boskamp geen supporters meer en is de analyse milder. Hier op RTL geen karikatuur-Boskamp die buldert, beuken op de rug geeft en zich gespeeld opwindt in opmerkingen van de presentator. Hier is de voetballiefhebber/kenner aan het woord.
23.51 uur - “Nog één keer op vakantie”
De avond zit er bijna op, maar Bossie bruist nog van de energie. “Het verschil met enkele maanden terug valt op. “Toen was hij bleek en stil”, zeggen de mensen van RTL. Boskamp is 71, maar zo oud lijkt hij niet. “Als ze gaan hangen, gaan ze hangen. Maar grijze haren? Misschien van ellende, maar ik kleur ze niet, hoor. Ik ben toch geen wijf?”, zegt hij verongelijkt. “Niet normaal hoe goed ik me weer voel. Of het moet een laatste stuiptrekking zijn. Dat ik morgen op mijn rug lig, met armen en voeten omhoog. Maar ondertussen ga ik ook naar Barça-Real. Wil je geloven dat ik dit seizoen nog niet naar die kleine(Messi, nvdr.) kon gaan kijken? Misschien kom ik voor de play-offs nog eens in België werken. Lekker ouwehoeren over voetbal, wat is er mooier? Zo lang ik dat kan, doe ik het.”
Het geld van zijn tv-werk vloeit toch naar zijn kleinkinderen. “Als zij lachen, ben ik gelukkig. Nog één keer wil ik met ze op vakantie. Twee jaar terug gingen we naar Californië, maar de laatste keer konden we alleen naar Terschelling. Omdat ik niet durfde vliegen. Stel dat er wat gebeurde. Rond mij vallen mensen weg als raketten. Niet dat ik schrik heb. Er is maar één ding zeker: we gaan allemaal naar de warme bakker. Maar in de tussentijd heb ik me toch maar mooi geamuseerd.”