Ja. Je rekent ten onrechte met i = 0,05 terwijl je i = 1,05 moet gebruiken, vergelijk je eerdere berekening. Check.quote:
Dank, dat klinkt logisch!quote:Op vrijdag 23 januari 2015 17:59 schreef thenxero het volgende:
[..]
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) dG(y) is de standaard definitie van convolutie in de kansrekening. De integraal is een Stieltjes integraal. Als G absoluut continu is (dat is wat anders dan 'gewoon' continu) dan kan je gebruikten dat dG(y) = g(y)dy om het als gewone Riemann/Lebesgue integraal te schrijven (dit is in feite de Radon-Nikodym stelling). Maar soms heb je geen absolute continuďteit, en dus geen pdf's, en dan moet je het wel opschrijven op de Stieltjes manier. Vandaar dat deze definitie gangbaar is in de kansrekening.
Ik doe er wel eentje voor. De rest gaat op dezelfde manier.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 11:36 schreef mary1995 het volgende:
[ afbeelding ]
Het groen gemarkeerde zijn de antwoorden. Ik weet alleen niet hoe ze hierop komen.
Zelf had ik het volgende:
Omdat er vier steden zijn dacht ik dus: 100/4=25
0.25*0.36=0.09
etc. Maar dat klopt dus niet. Iemand een idee hoe het wel moet?
De aanname is dat welstand onafhankelijk is van de stad waarin je woont. Dit betekent dat voor iedere stad geldt dat 31% 'gewoon' is (het getal rechts). Dan moet dus voor iedere stad gelden dat 31% van de inwoners 'gewoon' is. Stad A heeft maar 36% van de totale inwoners. 31% hiervan is 11.16%. Zo kun je ook de andere steden oplossenquote:Op zaterdag 24 januari 2015 11:36 schreef mary1995 het volgende:
[ afbeelding ]
Het groen gemarkeerde zijn de antwoorden. Ik weet alleen niet hoe ze hierop komen.
Zelf had ik het volgende:
Omdat er vier steden zijn dacht ik dus: 100/4=25
0.25*0.36=0.09
etc. Maar dat klopt dus niet. Iemand een idee hoe het wel moet?
quote:Op zaterdag 24 januari 2015 11:42 schreef Ensemble het volgende:
[..]
Ik doe er wel eentje voor. De rest gaat op dezelfde manier.
De kans dat iemand in stad A woont is 0.36. En de kans dat iemand gewoon is is 0.31.
Doordat welstand onafhankelijk is van de stad waar je in woont geldt:
P(woont in stad A en is gewoon) = P(woont in stad A) * P(is gewoon) = 0.36 * 0.31 = 0.1116.
Beide bedankt!! Waarom denk ik altijd te moeilijk XD terwijl het zo simpel isquote:Op zaterdag 24 januari 2015 11:43 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
De aanname is dat welstand onafhankelijk is van de stad waarin je woont. Dit betekent dat voor iedere stad geldt dat 31% 'gewoon' is (het getal rechts). Dan moet dus voor iedere stad gelden dat 31% van de inwoners 'gewoon' is. Stad A heeft maar 36% van de totale inwoners. 31% hiervan is 11.16%. Zo kun je ook de andere steden oplossen
Dat is uiteindelijk wat je meestal in de praktijk doet, maar dat is dus niet het hele verhaal. Meestal wordt het in een introductie in de kansrekening op die manier uitgelegd om zo de onderliggende maattheorie te vermijden. Dat is namelijk een abstract en fundamenteel gebied in de wiskunde die de kansrekening strikt opbouwt vanaf een aantal axioma's. Dat is een beetje zwaar om mee te beginnen. Vanuit didactisch oogpunt is het daarom wel logisch om eerst maattheorie over te slaan, maar soms dus ook een beetje verwarrend. Dat ligt dus niet aan jouquote:Op vrijdag 23 januari 2015 22:56 schreef defineaz het volgende:
[..]
Dank, dat klinkt logisch!
In het boek wat we gebruiken slaan ze zulke issues helaas helemaal over, en wordt bijvoorbeeld gedefinieerd:
E[X] =∫ x dF(x) =
∫ xf(x) dx als X continu is
Σx xP[X = x] als X discreet is
wat ik zelf een beetje triest vond
Ja natuurlijk .. maar die redenering is lelijk opgeschreven.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 12:24 schreef netchip het volgende:
Klopt het dat de som van twee polynomen die de x-as snijden ook de x-as snijdt?
Ik had namelijk zo beredeneerd:
a = c
b = c
a + b = 2c
c = 0 (want snijpunt met x-as)
a + b = 0
Dit kwam gewoon in me op.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 12:42 schreef Anoonumos het volgende:
[..]
Ja natuurlijk .. maar die redenering is lelijk opgeschreven.
f(a) = 0
g(a) = 0
(f + g)(a) = f(a) + g(a) = 0
Maar goed waar hebben we het over0 + 0 = 0
Oh... Kan je me nog helpen met 1 vraag?quote:Op vrijdag 23 januari 2015 22:36 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja. Je rekent ten onrechte met i = 0,05 terwijl je i = 1,05 moet gebruiken, vergelijk je eerdere berekening. Check.
Nouja, in principe zijn ook random variabelen mogelijk die 'een combinatie van discreet en continu' zijn. (Ik zet het tussen aanhalingstekens, want ik denk dat je dat strikt genomen zou moeten zeggen dat ze continu zijn) Als je bijvoorbeeld een variabele X definieert die 50% kans heeft om 1 te zijn, en 50% kans heeft om (bijvoorbeeld) een exponentiele distributie te hebben. Voor zulke dingen moeten je wel iets meer weten over de Stieltjesintegraal (hoewel je er met een beetje intuitie en logisch nadenken ook wel uit moet komen).quote:Op zaterdag 24 januari 2015 11:58 schreef thenxero het volgende:
[..]
Dat is uiteindelijk wat je meestal in de praktijk doet, maar dat is dus niet het hele verhaal. Meestal wordt het in een introductie in de kansrekening op die manier uitgelegd om zo de onderliggende maattheorie te vermijden. Dat is namelijk een abstract en fundamenteel gebied in de wiskunde die de kansrekening strikt opbouwt vanaf een aantal axioma's. Dat is een beetje zwaar om mee te beginnen. Vanuit didactisch oogpunt is het daarom wel logisch om eerst maattheorie over te slaan, maar soms dus ook een beetje verwarrend. Dat ligt dus niet aan jou.
Er klopt geen hout van wat je doet, maar ik heb even geen zin om te proberen je kromme gedachten te reconstrueren. Je moet niet zomaar allerlei variabelen invoeren, want dan raak je het overzicht kwijt en dan krijg je dit soort ellende. Ik zou het als volgt doen.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 14:25 schreef Medevil het volgende:
[..]
Oh... Kan je me nog helpen met 1 vraag?
Vader leent voor zijn huis 3.000. Hij betaalt 5% rente over zijn 3-jarige hypotheek. Jaarlijks betaalt hij een vast bedrag aan de bank en tegelijkertijd lost hij een gedeeltelijk af met dat bedrag. Aan het einde van het derde jaar is zijn restschuld 0.
Bereken het vaste bedrag en geef de jaarlijkse aflossingen.
Je moet deze aanname maken, anders is de bewering onjuist. Neem bijvoorbeeld f(x) = x2 en g(x) = 2x + 2, dan hebben f(x) en g(x) beide een (reëel) nulpunt, terwijl h(x) = f(x) + g(x) geen (reële) nulpunten heeft, daar h(x) ≥ 1 voor elke x ∈ R.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 13:35 schreef Hahatsjoe het volgende:
Dan ga je er dus wel vanuit dat de polynomen de x-as snijden in hetzelfde punt.
Mag je deze aanname maken?
Dat weet ik, het was ook een vraag gericht aan netchip om te bevestigen dat hij deze voorwaarde ook begreep.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 20:04 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je moet deze aanname maken, anders is de bewering onjuist. Neem bijvoorbeeld f(x) = x2 en g(x) = 2x + 2, dan hebben f(x) en g(x) beide een (reëel) nulpunt, terwijl h(x) = f(x) + g(x) geen (reële) nulpunten heeft, daar h(x) ≥ 1 voor elke x ∈ R.
Waarom zou je deze aanname moeten maken?quote:Op zaterdag 24 januari 2015 13:35 schreef Hahatsjoe het volgende:
Dan ga je er dus wel vanuit dat de polynomen de x-as snijden in hetzelfde punt.
Mag je deze aanname maken?
Zie het bericht van Riparius twee berichten boven dat van jouquote:Op zaterdag 24 januari 2015 23:18 schreef netchip het volgende:
[..]
Waarom zou je deze aanname moeten maken?
Uhu, maar dat is een voorbeeld... Ik snap nu de waarom nog steeds niet.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 23:36 schreef Tochjo het volgende:
[..]
Zie het bericht van Riparius twee berichten boven dat van jou
Je begrijpt dat één tegenvoorbeeld voldoende is om de algemene geldigheid van een bewering te weerleggen?quote:Op zaterdag 24 januari 2015 23:41 schreef netchip het volgende:
[..]
Uhu, maar dat is een voorbeeld... Ik snap nu de het waarom nog steeds niet.
Dat snap ik.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 23:56 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je begrijpt dat één tegenvoorbeeld voldoende is om de algemene geldigheid van een bewering te weerleggen?
Dat is niet aangetoond en trouwens evenmin juist. Wat wel is aangetoond is dat de bewering dat h(x) = f(x) + g(x) een (reëel) nulpunt zou hebben als f(x) en g(x) elk een reëel nulpunt hebben in zijn algemeenheid niet juist is.quote:Op zaterdag 24 januari 2015 23:57 schreef netchip het volgende:
[..]
Dat snap ik.Maar hoe is nu aangetoond dat mijn bewering alleen geldt als de grafieken van de twee polynomen dezelfde snijpunten met de x-as hebben?
Ah, oké, dank je voor de verheldering!quote:Op zondag 25 januari 2015 00:01 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat is niet aangetoond en trouwens evenmin juist. Wat wel is aangetoond is dat de bewering dat h(x) = f(x) + g(x) een (reëel) nulpunt zou hebben als f(x) en g(x) elk een reëel nulpunt hebben in zijn algemeenheid niet juist is.
Graag gedaan. Maar waarom was je zo geďnteresseerd in dit triviale vraagstukje?quote:Op zondag 25 januari 2015 00:04 schreef netchip het volgende:
[..]
Ah, oké, dank je voor de verheldering!
Ik lag vanochtend na te denken of de som van twee polynomen met reële nulpunten ook per definitie reële nulpunten heeft. Ik bedacht toen dat 'bewijs' dat dus fout blijkt te zijn, en ik wilde graag weten of die klopte.quote:Op zondag 25 januari 2015 00:10 schreef Riparius het volgende:
[..]
Graag gedaan. Maar waarom was je zo geďnteresseerd in dit triviale vraagstukje?
Als jouw bewering juist zou zijn geweest dan zou elk polynoom van een reële variabele een reëel nulpunt hebben, maar je weet heel goed dat dit niet klopt omdat een kwadratische functie als grafiek een parabool heeft, en die kan geheel onder of geheel boven de x-as liggen, en dan zijn er geen reële nulpunten.quote:Op zondag 25 januari 2015 00:15 schreef netchip het volgende:
[..]
Ik lag vanochtend na te denken of de som van twee polynomen met reële nulpunten ook per definitie reële nulpunten heeft. Ik bedacht toen dat 'bewijs' dat dus fout blijkt te zijn, en ik wilde graag weten of die klopte.
Jij keurde mijn bewijs toen af, ik toonde aan dat f in limiet naar zowel positief als negatief oneindig ging om me vervolgens te beroepen op de tussenwaardestelling voor continue functies. Heb je nog ooit uitgelegd waarom dat fout was?quote:Op zondag 25 januari 2015 00:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Als jouw bewering juist zou zijn geweest dan zou elk polynoom van een reële variabele een reëel nulpunt hebben, maar je weet heel goed dat dit niet klopt omdat een kwadratische functie als grafiek een parabool heeft, en die kan geheel onder of geheel boven de x-as liggen, en dan zijn er geen reële nulpunten.
Het is overigens wél zo dat elk reëel polynoom van oneven graad tenminste één reëel nulpunt heeft. Probeer dat maar eens te bewijzen.
Ja, dat heb ik destijds aangegeven. Het probleem was uiteraard niet dat je je op de tussenwaardestelling beriep, maar de manier waarop je meende aan te kunnen tonen dat een reëel polynoom P(x) van oneven graad van teken wisselt, in casu dat er een X0 > 0 bestaat zodanig dat voor een willekeurige r > X0 het teken van P(r) en P(-r) tegengesteld is. In eerste instantie begreep je kennelijk niet dat je daarvoor de driehoeksongelijkheid moest gebruiken, en vervolgens trok je een conclusie die je niet kunt trekken zoals ik ook heb aangegeven alvorens de uitwerking te geven die ik in gedachten had.quote:Op zondag 25 januari 2015 03:21 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Jij keurde mijn bewijs toen af, ik toonde aan dat f in limiet naar zowel positief als negatief oneindig ging om me vervolgens te beroepen op de tussenwaardestelling voor continue functies. Heb je nog ooit uitgelegd waarom dat fout was?
Het probleem is dat je kennelijk niet weet hoe je een meetkundige reeks met een eindig aantal termen sommeert, en als gevolg daarvan begrijp je kennelijk ook niet dat een oneindige meetkundige reeks convergeert dan en slechts dan als de absolute waarde van de reden van de meetkundige reeks kleiner is dan 1.quote:Op maandag 26 januari 2015 11:37 schreef Andijvie_ het volgende:
Hallo,
Ik heb tweetal vragen:
Wat wordt er bedoeld met convergeren en divergeren en hoe kun je dat weten/berekenen, evenals het feit dat 1/x kleiner moet zijn dan 1 en x groter moet zijn dan 1? Daarnaast... waarom klapt het ongelijkheidsteken om, het is toch geen deling met een negatief getal?
[ afbeelding ]
Dezelfde vraag hier:
[ afbeelding ]
Waarom zou | x˛ | < 1 moeten zijn zodat het convergeert?
Kan me niet voorstellen dat dit niet gewoon duidelijk staat uitgelegd op de hoorcollegeslides/verplichte literatuur. Als je geen zin hebt om te lezen, kijk dan die webcasts.quote:Op dinsdag 27 januari 2015 14:42 schreef RustCohle het volgende:
Hoi, kan iemand mij uit de brand helpen met een matrix multiplicatie?;
[ afbeelding ]
Ik snap de multiplicatie, maar ik snap niet hoe je de matrix kan opschrijven als een functie..? Op het einde staat overigens dat het een 1 x 1 matrix is, maar het is toch een 3x3 matrix (kijkend naar de matrix vóór het = teken van de functie)?
Nee in de hoorcollegeslides worden, voor mij, de makkelijkste dingen behandeld (waaronder matrix multiplicatie, geen omschrijving van matrix --> functie en andersom). In de literatuur wordt er zijlangs erover gesproken. In de webcast wordt er eveneens niet over gesproken!quote:Op dinsdag 27 januari 2015 14:47 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Kan me niet voorstellen dat dit niet gewoon duidelijk staat uitgelegd op de hoorcollegeslides/verplichte literatuur. Als je geen zin hebt om te lezen, kijk dan die webcasts.
Ik snap niet waar jij een functie ziet. Wat hier staat is: matrix * kolomvector1 = kolomvector2quote:Op dinsdag 27 januari 2015 15:13 schreef RustCohle het volgende:
[..]
Nee in de hoorcollegeslides worden, voor mij, de makkelijkste dingen behandeld (waaronder matrix multiplicatie, geen omschrijving van matrix --> functie en andersom). In de literatuur wordt er zijlangs erover gesproken. In de webcast wordt er eveneens niet over gesproken!
Hoe kom je op dit:quote:Op dinsdag 27 januari 2015 15:15 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
Ik snap niet waar jij een functie ziet. Wat hier staat is: matrix * kolomvector1 = kolomvector2
rijvector1 * kolomvector2 = getal. Alle letters a t/m f en x, y en z zijn gewoon getallen.
Ik denk dat ik zijn probleem begrijp. Een 1*3 matrix wordt vermenigvuldigd met een 3*3 matrix. Dan krijg je dus een 1*3 matrix als resultaat. Echter telt die docent getallen vanuit verschillende kolommen bij elkaar op en maakt hij er een 1*1 matrix van. Dat komt op mij ook wat raar over.quote:Op dinsdag 27 januari 2015 17:53 schreef Aardappeltaart het volgende:
Als er ineens letters worden gebruikt in plaats van getallen moet je in gedachte houden wat je zou doen als er getallen zouden staan. Het ziet er misschien ingewikkelder uit, maar de vermenigvuldiging werkt hetzelfde. En je moet een plus en een lege ruimte (dus nieuwe kolom) niet verwarren.
Probeer 'm eens met de definitie van de tangens in een driehoek, dan zie je 'm waarschijnlijk meteen.quote:Op dinsdag 27 januari 2015 20:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)
Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
Er komt in zijn post nergens een 1x3 matrix keer een 3x3 matrix voor.quote:Op dinsdag 27 januari 2015 20:22 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Ik denk dat ik zijn probleem begrijp. Een 1*3 matrix wordt vermenigvuldigd met een 3*3 matrix. Dan krijg je dus een 1*3 matrix als resultaat. Echter telt die docent getallen vanuit verschillende kolommen bij elkaar op en maakt hij er een 1*1 matrix van. Dat komt op mij ook wat raar over.
De tangens en de cotangens van eenzelfde hoek zijn elkaars inverse en tevens is de cotangens van een hoek gelijk aan de tangens van het complement van die hoek. Wat denk je daarvan?quote:Op dinsdag 27 januari 2015 20:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)
Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
quote:Op dinsdag 27 januari 2015 20:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)
Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
wat bedoel je ?quote:Op zaterdag 31 januari 2015 21:13 schreef thabit het volgende:
Edit: laat maar, antwoord is al gegeven.
x = r cos θ + 1quote:Op zaterdag 31 januari 2015 20:53 schreef ronaldoo12 het volgende:
Kan iemand mij aub met deze vraag helpen:
[ afbeelding ]
Ik ben tot hier gekomen maar kom er niet uit :
[ afbeelding ]
Het goeie antwoord moet zijn 3/2 pi
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |