quote:
Op woensdag 6 augustus 2014 13:58 schreef motorbloempje het volgende:Ja, dat dus. Sowieso komen heel veel van de papers die ik vond en las uit de medische hoek, waar echt ethische commissies naar moeten kijken. Omdat ik zelf niet met 'kwetsbare groepen' ga werken, zo op 't eerste oog (kinderen, (demente) ouderen, zieken) hoef ik geen 'ethical clearance' te krijgen omdat mijn vragen en aanwezigheid en hun deelname ze geen direct gevaar opleveren (althans, dat hoop ik
! ) maar toch is het voor de organisaties en personen in kwestie een geruststelling om te weten dat je hun veiligheid op alle vlakken (dus ook zaken omtrent privacy bijvoorbeeld) serieus neemt.
Nu scheelt het dat ik 'vrij onderzoeker' ben op dit punt, en er is geen overheidsinstelling die mijn onderzoek mogelijk maakt en daarbij bepaalde verwachtingen heeft van de uitkomsten, maar ik zal wel veel werken met mensen die wellicht dat besef niet hebben, in die zin dat ze niet echt zullen weten wat een PhD of wetenschappelijk onderzoek in deze richting precies inhoudt of waar het toe kan leiden (dat laatste weet ik uiteraard zelf ook nog niet, al heb ik zo mijn hopen
).
Het is vast heel normaal om hier over in de 'stress' te schieten vlak voordat je als het goed is gaat beginnen met je dataverzameling, en ik ben ook écht wel wat zenuwachtig voor de daadwerkelijke actie en het 'intruden' en uiteindelijk 'verwerken' van iemands 'leven'/'ervaringen'.
Je hebt niet met een ethische commissie te maken; dat had ik ook niet en dat scheelt al een hoop. Wat ik tot nog toe heb gemerkt is dat het voor de deelnemers aan je onderzoek in ieder geval fijn is om te weten dat alle informatie strikt vertrouwelijk wordt behandeld. Ik leg dat altijd als volgt uit: we maken van je naam een nummertje en weten dan niet meer dat die informatie bij JOU hoort. Het is natuurlijk zaak dat je dat ook echt doet. Zorg dat je in een vroeg stadium van je onderzoek een bestand maakt waarin je namen koppelt aan nummers (en achtergrondgegevens) en gebruik vanaf dat moment alleen de nummers.
Ik heb wel eens te maken gehad met contactpersonen in het onderwijs die het vervelend vonden om achtergrondgegevens over leerlingen over te dragen (bijv. cito-scores, iq-gegevens). In zulke gevallen heb ik van meet af aan met leerlingnummers gewerkt. Namen heb je sowieso niet nodig, want een naam is als label net zo arbitrair als een nummer. Het enige wat belangrijk is, is dat je alle informatie over één persoon uiteindelijk aan elkaar kunt koppelen. Door met nummers te werken, haal je veel zorgen omtrent privacy al weg bij deelnemers aan je onderzoek.
Waar deelnemers wel regelmatig moeite mee hebben, is als het onderzoek verder reikt dan het afnemen van een vragenlijst. Leraren hadden begrijpelijk soms moeite dat hun les werd gefilmd. In zulke gevallen hielp het bijna altijd om die zorgen serieus te nemen en uit te leggen hoe de situatie eruit zou zien (bijv. waar de camera zou komen te staan) en wat er met de opnames zou gebeuren. Het was voor die docenten vaak al fijn om te weten dat alleen de onderzoeker of een assistent de beelden zou zien voor transcriptie en dat de beelden nooit aan anderen zouden worden getoond. We hebben het denk ik één keer meegemaakt dat een docent echt niet gefilmd wou worden en die heeft dus niet aan het onderzoek deelgenomen.
Een vergelijkbare situatie: een leerling had er eens moeite mee dat ik een audio-opname maakte van een interview. Dat was niet in het begin van het interview, maar middenin toen ze gevoelige informatie gaf. Ik heb de audio-opname toen even stopgezet, uitgelegd wat er met de opnames zou gebeuren en dat ze aan het eind van het interview alsnog mocht beslissen dat ik het interview niet in het onderzoek op zou nemen. Ik heb haar gegarandeerd dat alleen ik en niet een assistent naar het interview zou luisteren en dat haar naam niet direct gekoppeld zou worden aan het transcript. Dat was genoeg.
In kwalitatief onderzoek is het trouwens sowieso gebruikelijk om alle informatie waarmee je een persoon kunt identificeren te censureren. Ook in kwantitatief onderzoek noem ik nooit een specifieke school of instituut, al ontkom je er in sommige gevallen niet aan omdat bepaalde instituten heel uniek zijn en de beschrijving ervan al het instituut prijsgeeft. In dat geval is belangrijk dat tevoren duidelijk te maken aan het betreffende instituut.
Tot slot: wat je precies prijsgeeft over de aard van je onderzoek, zal per geval verschillen. Ik vertelde de leerlingen die deelnamen aan mijn promotie-onderzoek (dat over buitenschools lezen en schrijven in brede zin ging) dat het ging over "dingen die ze doen als ze niet op school zitten". Dat was tegelijkertijd specifiek en vaag genoeg. Maar goed, je moet niet de illusie hebben dat je bijvoorbeeld bij een klasobservatie geen invloed hebt op de resultaten. Je bent aanwezig en dus oefen je invloed uit. Het is in ieder geval belangrijk zo duidelijk mogelijk te zijn in je artikelen over de specifieke setting van je onderzoek.
I make it a thing, to glance in window panes and look pleased with myself.