Je mag niet meer radenquote:Op maandag 26 september 2011 18:01 schreef superky het volgende:
Hoi,
Ik heb een vraagje
Wat bedoelen ze eigenlijk met: in viervoud inleveren?
Bedoelen ze misschien in 4 kopietjes inleveren? Alvast bedankt voor je antwoord
groet,
De bedoeling van een titratie is dat je de concentratie van een stof gaat bepalen met een oplossing van een andere stof waarvan je de concentratie precies kent.(Het klopt daarom ook niet dat de concentratie van natronloog zo onnauwkeurig wordt gegeven!) Doordat je die concentratie van die andere stof precies kent en je ook nauwkeurig bepaalt hoeveel je ervan toevoegt, kun je berekenen hoeveel er van de ene stof aanwezig was.quote:Op maandag 26 september 2011 21:43 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb een vraag over een titratie die ik moet doen. Ik moet het mierenzuurgehalte bepalen in wc-
eend.
Nu is de vraag:
Leid zelf een berekenigsformule af voor het berekenen van het mierenzuurgehalte% (m/m) in Wc-eend. Bereken hoeveel gram wc-eend moet worden afgewogen voor een natronloogverbruik van ca. 30 ml. (concentratie NaOH = ca. 0,1 mol/l).
reactievergelijking: HCOOH + OH ------> Hcoo + H2O
Ik snap de hele vraag niet, en heb geen idee wat ik moet doen. Wie kan me op weg helpen?
Alvast bedankt
SPOILER2Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Heb je een voorbeeld voor mij, liefst eentje die je zelf niet zo goed begrijpt? Dan wil ik het best voor je uitleggenquote:Op vrijdag 7 oktober 2011 13:36 schreef snellehenk het volgende:
Kan iemand me uitleggen, hoe je een goede VLS maakt?
Ik weet wel hoe het gaat, maar ik vergeet er steeds een paar, of de richting van de krachten staan verkeerd.
quote:Op vrijdag 7 oktober 2011 13:40 schreef zoem het volgende:
[..]
Heb je een voorbeeld voor mij, liefst eentje die je zelf niet zo goed begrijpt? Dan wil ik het best voor je uitleggen
Ja hoorquote:Op maandag 10 oktober 2011 14:16 schreef snellehenk het volgende:
[..]
[ afbeelding ]
sorry voor mijn late reactie, maar ik had wat problemen met mijn computer,
zou je er alsnog voor mij naar willen kijken?
Niet echt bèta eigenlijk. Maar wat zoek je precies? Dit is nogal algemeen...quote:Op maandag 10 oktober 2011 20:32 schreef bjanaan het volgende:
Kan hier iemand wat vinden over oud premier Dries van Agt ik heb alleen iets op Wiki gevonden. Maar dat is ook niet veel..
Biografie.quote:Op maandag 10 oktober 2011 20:36 schreef zoem het volgende:
[..]
Niet echt bèta eigenlijk. Maar wat zoek je precies? Dit is nogal algemeen...
Het is sowieso van belang om eerst uit te schrijven welke reactie er gaat plaatsvinden. Het is mij niet duidelijk wat calciumcarbonaat met natronloog moet gaan doen. Volgens mij reageren die twee namelijk niet met elkaar. Weet je zeker dat je stofnamen correct hebt overgenomen?quote:Op donderdag 13 oktober 2011 13:29 schreef daantje1044 het volgende:
ff een vraag ter controle of ik het nu goed doe met die berekeningsformule.
sorry voor de opmaak: link in de op werkt niet
De vraag is: leid zelf een berekeningsformule af voor het berekenen van de massa die er aan calciumcarbonaat moet worden ingewogen voor een natronloogverbruik van 25 ml ( concentratie NaOH = 0,1 mol/l)
nu heb ik dus als berekenings formule: Vnatronloog * [OH-] * MWCaCO3.
Is deze formule juist?
Dat verklaart een hoop! Dit betekent dat ook bekend moet zijn hoeveel zuur je toevoegt, anders kun je niet bepalen hoeveel CaCO3 je moet toevoegen.quote:Op donderdag 13 oktober 2011 14:26 schreef daantje1044 het volgende:
het gaat om een terugtritatie met natronloog sorry. CaCo3 wordt eerst opgelost in een overmaat zuur :
CaCo3 + 2H+ -------> Ca + H2CO3
H2CO3 ---------> H2O + CO2
daarna wordt het CO2 uitgekookt. Omdat er meer zuur wordt toegevoegd dan nodig is, kan het restant H+ teruggetriteerd worden met een natriumhydroxide- oplossing.
SPOILER: antwoord in deze spoiler2Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
CO2 kan reageren met OH-, dat geeft HCO3-. Zonder uitkoken zou de titratie daarom niet meer kloppen.quote:Op donderdag 13 oktober 2011 17:32 schreef daantje1044 het volgende:
ok dank je wel! weer wat wijzer geworden!
Nog 1 vraag uit nieuwsgierigheid. Waarom kook je de CO2 uit? Gaat de titratie anders niet werken?
Weet je niet (ongeveer) de concentratie van de zoutzuuroplossing? Je moet namelijk weten hoeveel mol zoutzuur er is, waaruit je kunt beredeneren hoeveel mol NaOH er nodig is om HCl totaal te neutraliseren.quote:Op maandag 17 oktober 2011 15:33 schreef daantje1044 het volgende:
Sorry, alweer een vraag, begrijp het gewoon echt niet:
Moet een practicum voorbereiden voor het opnemen van titratiecurven, berekenen van de equivalentiepunten en het bepalen van de omslaggebieden van een aantal zuur-base indicatoren.
Het practicum voer ik uit met natriumhydroxide oplossing en de volgende stoffen: zoutzuur, azijnzuur en fosforzuur.
Nu moet ik berekenen hoeveel ml NaOH (aq) er theoretisch nodig is om de eindpunten te bereiken. Ik heb dus geen idee hoe ik dat moet berekenen.
De gegevens die ik heb. ( ik ga uit van de reactie met zoutzuur):
Ik moet 25 ml zoutzuuroplossing gebruiken. concentratie NaOH is 0,1 mol/l.
En de pH meter wordt gekalibreerd met buffer pH= 7,00 en pH = 4,00.
reactievergelijking:
NaOH + HCL -----> NaCl + H2O
Kan iemand me uitleggen hoe ik het aantal ml NaOH moet berekenen? Zit er al uren naar te staren, maar kom er echt niet uit.
Als je dan 25 ml van die oplossing pakt, hoeveel mol HCl heb je dan?quote:Op maandag 17 oktober 2011 23:51 schreef daantje1044 het volgende:
concentratie zoutzuur is 0,1 mol/l
En als je weet dat HCl volledig dissocieert in water, dat wil zeggen het splitst zich in H+ en Cl-, hoeveel mol H+ heb je dan in oplossing?SPOILER: antwoord2Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Hoeveel mol OH- heb je dan nodig om het zuur te neutraliseren?SPOILER: antwoord2Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
En hoeveel ml 0,1 M natronloog heb je dan nodig?SPOILER: antwoord2Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
SPOILER: antwoord2Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Je moet altijd eerst beginnen met het opstellen van de reactievergelijking:quote:Op zaterdag 22 oktober 2011 18:16 schreef jouwkeuze het volgende:
wie kan deze vraag oplossen, en uitleggen?
Aspirin (acetylsalicylic acid, C9H8O4 ) is a weak monoprotic acid. To determine its acid-dissociation constant, a student dissolved 2.00 of aspirin in 0.600 L of water and measured thePH . What was the Ka value calculated by the student if the PH of the solution was 2.61?
bij voorbaat dank.
voor jouw eerste opdracht heb je T = m*g (20*9.8), dit is alleen waar als blok b stil zou staan(als de kabel massaloos is), en dat is niet zoquote:Op zondag 30 oktober 2011 20:08 schreef alicarpali het volgende:
Heren , une question, gelieve mij te helpen, ik kom er zelf niet uit (al veel geprobeerd).
De opdracht met vragen:
[ afbeelding ]
Mijn poging op vraag 1 (weet niet of het klopt) (en heb v niet kunnen uitrekenen) (p.s. niets met integralen a.u.b. ):
[ afbeelding ]
Mijn poging op vraag 2:
[ afbeelding ]
http://i.imgur.com/GveY7.jpg zo moet ie denk ikquote:Op zondag 30 oktober 2011 20:08 schreef alicarpali het volgende:
Heren , une question, gelieve mij te helpen, ik kom er zelf niet uit (al veel geprobeerd).
De opdracht met vragen:
[ afbeelding ]
Mijn poging op vraag 1 (weet niet of het klopt) (en heb v niet kunnen uitrekenen) (p.s. niets met integralen a.u.b. ):
[ afbeelding ]
Mijn poging op vraag 2:
[ afbeelding ]
Het is faculteit; fakkeltijd is heel wat andersquote:Op zondag 6 november 2011 12:28 schreef Mierenneuker. het volgende:
Hallo,
Zou iemand mij nadere uitleg wilen geven over de volgende functie's bij kansberekening?
De NCR funtctie
Fakkeltijd
BIj wat voor soort vraag moet ik welke functie gebruiken, ik haal het telkens door elkaar heen en in het boek staat het niet precies beschreven.
Bedankt voor je reactie, nu ga ik al met een aardig beter gevoel mijn tentamen wisk. tegemoet.quote:Op zondag 6 november 2011 13:25 schreef zoem het volgende:
[..]
Het is faculteit; fakkeltijd is heel wat anders
De nCr-functie gebruik je voor het berekenen van combinaties (volgorde níet van belang).
Stel dat je uit een groep van 5 mensen er 2 mag kiezen; hoeveel verschillende keuzes (combinaties) kun je maken? Het maakt hier niet uit of je eerst A en dan B kiest, uiteindelijk kies je beide personen. Je maakt hier gebruik van nCr (combinaties). De oplossing is hier 5 nCr 2 oftewel 10 keuzes.
De nPr-functie gebruik je voor permutaties (volgorde wél van belang).
Stel dat je uit een groep van 5 mensen een voorzitter en een notulist moet kiezen; hoeveel verschillende keuzes (permutaties) kun je maken? De volgorde is van belang, want als je A als voorzitter kiest dan is hij geen notulist (want dat is B). Je maakt hier gebruik van nPr (permutaties). De oplossing is hier 5 nPr 2 oftewel 20 mogelijkheden.
Faculteit gebruik je voor het berekenen ervan:fotofoto
waarin k het aantal elementen uit de verzamling n is.
Als de dichtheid van lucht niet gegeven is dan kun je uitgaan van ISA condities (International Standard Atmosphere). Dan is de luchtdichtheid:quote:Op maandag 7 november 2011 16:54 schreef magneetstrip het volgende:
Ik moet voor natuurkunde een formule invullen waarin de dichtheid van lucht voorkomt. Hoe moet ik deze dichtheid weten?
Het antwoord is trouwens 1,293 kgm^-3 maar hoe kom je hieraan? :S
Dit is bij 0 graden Celsius. Is dit niet makkelijk te vinden in een BINAS?quote:Op maandag 7 november 2011 16:54 schreef magneetstrip het volgende:
Ik moet voor natuurkunde een formule invullen waarin de dichtheid van lucht voorkomt. Hoe moet ik deze dichtheid weten?
Het antwoord is trouwens 1,293 kgm^-3 maar hoe kom je hieraan? :S
Danku.quote:Op donderdag 10 november 2011 14:43 schreef zoem het volgende:
C = 12g/mol
H = 1g/mol
O = 16g/mol
molmassa C6H12O6 = 6*12+12*1+6*16 = 180 g/mol
Je hebt 100 gram C6H12O6, dus 100/180 = 0.555 mol.
Er is 6*12 = 72g/mol aan koolstofatomen aanwezig.
Dus 0.555 mol * 72 g/mol = 40g.
Lijkt me vrij rechttoe rechtaan
Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar het antwoord. Nav jouw vraag heb ik het proberen op te lossen, maar ik kwam er ook niet uit. Optica is één van de weinige natuurkunde-onderdelen die ik niet in mijn opleiding gehad heb.quote:
Past hier wel, maar je zult iets specifieker moeten zijn.quote:Op zondag 4 december 2011 14:02 schreef dynamiet het volgende:
Kan ik in dit topic ook een vraag stellen hoe ik een Bode plot (phase,amp/freq) naar een transfer functie moet omzetten? Of kan ik daar beter voor bij een ander topic zijn?
Het is voor mij diep graven. Ik gebruik dit spul wel voor optische transfer functies, maar daar werken we niet met bodeplotten.quote:
Ik ben zelf geen natuurkundige, daarom kan ik je geen diepgaande uitleg hierover geven. Wat ik wel weet, is dat de quantumgetallen bedoeld zijn om de toestand waarin een elektron zich bevindt te beschrijven. Het hoofdquantumgetal n beschrijft het energieniveau (ofwel de schil) waarbinnen het elektron zich bevindt. Het nevenquantumgetal l beschrijft in wat voor type orbitaal het elektron zich bevindt (s, p, d, f). Het magnetisch quantumgetal m geeft weer binnen welke orbitaal zich het elektron zich bevindt (er zijn bijvoorbeeld 3 p-orbitalen). Het spinquantumgetal s beschrijft ten slotte de spin van het elektron (spin up of spin down).quote:Op dinsdag 6 december 2011 14:35 schreef WhatsTheSecret het volgende:
Zou iemand mij in het kort uit kunnen leggen wat de quantumgetallen (n,l,m) inhouden? En dan bijvoorbeeld bij een 4p-toestand.
Tevens is het voor mij ook lastig te begrijpen wat de spintoestand nu precies inhoud en hoe je dit bepaald en aangeeft. Wij gebruiken het boek "Chemistry'' van McMurry & Fay en dat is dus in het (Harvard) Engels. Soms een beetje lastig. De stof zelf is niet zo moeilijk, maar deze dingen kom ik niet helemaal uit. Alvast heel erg bedankt.
De waarde voor s is arbitrair. Er kunnen maximaal 2 elektronen in een orbitaal zitten. Als je aan de ene de waarde -1/2 toekent, dan heeft de andere automatisch de waarde 1/2.quote:Op dinsdag 6 december 2011 18:08 schreef WhatsTheSecret het volgende:
Ah thanx, dan had ik het toch wel redelijk begrepen.Alleen snap ik die 's' nog niet, hoe bepaal je die? -1/2 en 1/2.
Chromatografie is een methode om stoffen van elkaar te scheiden en deze gescheiden van elkaar op te vangen of te meten.quote:Op zondag 18 december 2011 19:17 schreef vault_tec het volgende:
Iemand die mij simpel kan uitleggen wat chromatografie is en wat gas-vloeistof chromatografie is.
Waarschijnlijk heb je eerst van een aantal oplossingen met bekende concentratie de absorptie gemeten (of zijn de meetwaarden hiervan al gegeven). Als je deze meetwaarden dan zou uitzetten tegen de concentratie, dan kun je door de punten een lijn tekenen. Als je dan de absorptie meet van jouw onbekende oplossing, kun je uit de grafiek aflezen welke concentratie daarbij hoort.quote:Op dinsdag 3 januari 2012 13:32 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb een vraag:
Ik heb een practicum gedaan waarbij ik het gehalte vanille in Baukje moest bepalen. Eerst heb ik de vanille geextraheerd met chloroform. Daarna het chloroformextract behandeld met NaOH-oplossing.
Daarna de absorptie gemeten met een spectrofotometer.
Nu moet ik de extinctie uitzetten tegen de concentratie, en dan de concentratie van de gemeten monsteroplossing met interpolatie bepalen.
Nu heb ik geen idee hoe ik dat moet doen. Is er iemand die me op weg kan helpen?
Ok dank je wel. Ja ik heb met bekende concentratie de absorptie gemeten.quote:Op dinsdag 3 januari 2012 17:44 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Waarschijnlijk heb je eerst van een aantal oplossingen met bekende concentratie de absorptie gemeten (of zijn de meetwaarden hiervan al gegeven). Als je deze meetwaarden dan zou uitzetten tegen de concentratie, dan kun je door de punten een lijn tekenen. Als je dan de absorptie meet van jouw onbekende oplossing, kun je uit de grafiek aflezen welke concentratie daarbij hoort.
Maar: je zult zien dat deze grafiek niet een rechte lijn is, waardoor je grote fouten zou maken bij de interpolatie. De truc om dit te omzeilen is de extinctie uitzetten tegen de concentratie. Daarvoor zul je eerst de gemeten absorptie moeten omrekenen naar transmissie en deze vervolgens omrekenen naar extinctie. De extinctie is wel lineair met de concentratie.
Hoe doe je dat:
• transmissie berekenen: transmissie = 1 - absorptie (in formulevorm: T = 1 - A)
• extinctie berekenen: E = - log(T)
• je kunt ook in 1 stap van absorptie naar extinctie: E = - log(1 - A)
• berekende extincties in een grafiek uitzetten tegen de concentratie
• absorptie van jouw monster omrekenen naar extinctie en met de grafiek de bijbehorende concentratie aflezen.
De reacties die je hier geeft zijn alleen de halfreacties. Om te bepalen hoe ijzer en dichromaat samen gaan reageren, moet je de halfreacties nog samennemen. Dit kun je doen door het aantal elektronen dat de reductor (Fe2+) opneemt en de oxidator (Cr2O72-) te balanceren.quote:Op maandag 9 januari 2012 15:09 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb weer een vraag,
Ik ga een potentiometrische titratie doen om het ijzergehalte in ijzertabletten te bepalen.
Nu is de vraag: Geef alle reactievergelijkingen die tijdens dit experiment plaatsvinden.
Maar het enige wat in de begeleidende tekst staat is dit:
Het gehalte ijzer in ijzertabletten kan bepaald worden door middel van een titratie met kaliumdichromaat, waarbij Fe2+ wordt geoxideerd door het dichromaat-ion volgens:
Fe2+ --> Fe3+ + e
Cr2O72- + 14 H+ +6e --> 2 Cr3+ + 7 H2O
Ik neem aan dat dat niet alle reactievergelijkingen zijn, maar heb ook geen idee welke er dan nog meer zouden moeten zijn?
Bij benodigheden staat wel dat ik ook nog fosforzuuroplossing moet gebruiken en zwavelzuuroplossing.
Ik ben volledig de kluts kwijt.
Kan iemand me helpen?
Zonder de reactievergelijkingen kan ik mijn berekeningen niet doen.
Door gedachte-experimenten.quote:Op vrijdag 13 januari 2012 21:27 schreef zoem het volgende:
Hoe kun je natuurkunde beter begrijpen? Lastige vraag hoor![]()
Sowieso veel oefenen natuurlijk. Kunnen 'goochelen' met formules en dimensies is wel een vereiste. Weten wanneer je iets toepast, wanneer niet en wat uitzonderingsregels zijn. Dat kun je allemaal uit je hoofd leren. Maak samenvattingen. Welke onderdelen van de stof snap je wel, welke niet en waarom? Pas dan kan iemand je concreet verder helpen, hetzij via bijles of hier op FOK!
Wat mij altijd heeft geholpen is om stappenplannen te maken voor de meest voorkomende vragen. Op den duur leer je de stappen uit je hoofd en hoef je op het examen niet moeilijk te gaan lopen nadenken.
Dusquote:
Zoals hierboven al is aangegeven, is een stappenplan opzetten voor de meest voorkomende vraagstukken een goede oplossing. Amerikanen doen het zo ook (GRE test), en dat blijkt enorm effectief. Zelfs pre-med students, die het vak alleen maar gekozen hebben om zo medicijnen te kunnen studeren, maken zo'n standaard test zonder problemen.quote:Op vrijdag 13 januari 2012 21:07 schreef withloveproductions_ het volgende:
Haihai, ik zit nu in het examenjaar van havo 5 met het ng-profiel en heb nogal veel moeite met natuurkunde. Ik begrijp het vak weliswaar niet. Voor mijn gevoel is het een miljoen keer moeilijker dan wiskunde en scheikunde bijvoorbeeld (die vakken begrijp ik veel beter). Ik kan wel bijles krijgen enzo en die krijg ik ook, maar wat kan ik nou doen om natuurkunde beter te begrijpen? Ik heb het totaal niet nodig voor me vervolgopleiding, maar wil het vak het liefst wel even last-minute met een voldoende of minimaal een 5 aflsluiten.
Alvast bedankt!
Het antwoord moet a zijn. Vind iemand dat deze vraag een beetje vreemd gesteld is?quote:De lichaamscellen van één individu bezitten niet alle hetzelfde pakket eiwitten. De variatie in eiwitvorming is het gevolg
van:
A verschillende concentraties aan mRNA in de ribosomen;
B verschillende DNA-strengen in verschillende lichaamscellen.
a A is juist, B is onjuist;
b B is juist, A is onjuist;
c A en B zijn beide juist;
d A en B zijn beide onjuist.
Het dikgedrukte is niet waar, want in elke cel behalve totipotente stamcellen zijn er delen van het DNA geblokkeerd. Dat is de reden dat verschillende celtypen een verschillend pakket aan eiwitten produceren. Je kunt dan stellen dat dit tot verschillende mRNA-concentraties leidt, maar ik vind dat net als jij nogal vaag.quote:Op maandag 23 januari 2012 16:39 schreef Warren het volgende:
[..]
Het antwoord moet a zijn. Vind iemand dat deze vraag een beetje vreemd gesteld is?
Elke cel kan alle eiwitten produceren, maar niet in elke cel worden alle eiwitten geproduceerd. Dat komt omdat niet van elk stukje DNA, mRNA wordt gemaakt. Om dit te formuleren als concentratie vind ik een beetje vreemd.
Het antwoord impliceert namelijk, alsof alle mRNA in meer of mindere mate aanwezig is in de ribosomen. Dat is toch niet waar?
Naar mijn mening moet het d zijn.
Naar mijn mening zouden zij dat in één van de alternatieven moeten zetten, en niet de mRNA-concentraties.quote:Op maandag 23 januari 2012 16:47 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Het dikgedrukte is niet waar, want in elke cel behalve totipotente stamcellen zijn er delen van het DNA geblokkeerd. [b]Dat is de reden dat verschillende celtypen een verschillend pakket aan eiwitten produceren.[/b] Je kunt dan stellen dat dit tot verschillende mRNA-concentraties leidt, maar ik vind dat net als jij nogal vaag.
Nog een vraagje. Vind iemand ook dat deze vraag slecht geformuleerd is? Als je de celkern weghaald, dan wordt er geen mRNA meer gemaakt. Dat leidt er toe dat er geen eiwitten worden gemaakt. Echter, door het weghalen van de celkern, haal je niet de ribosomen weg, dus in theorie kunnen er nog eiwitten ontstaan als er nog mRNA werd afgelezen.quote:Indien experimenteel uit een cel de kern wordt weggenomen, is de cel niet meer in staat:
A eiwitmoleculen te vormen;
B mRNA te vormen.
a A is juist, B is onjuist;
b B is juist, A is onjuist;
c A en B zijn beide juist;
d A en B zijn beide onjuist.
Ben het helemaal met je eens. Juist vanwege dit soort vragen ben ik niet zo'n fan van biologie. Je kunt nuance moeilijk in een meerkeuzevraag vangen.quote:Op maandag 23 januari 2012 17:18 schreef Warren het volgende:
[..]
Nog een vraagje. Vind iemand ook dat deze vraag slecht geformuleerd is? Als je de celkern weghaald, dan wordt er geen mRNA meer gemaakt. Dat leidt er toe dat er geen eiwitten worden gemaakt. Echter, door het weghalen van de celkern, haal je niet de ribosomen weg, dus in theorie kunnen er nog eiwitten ontstaan als er nog mRNA werd afgelezen.
Kortom, naar mijn mening is deze vraag niet éénduidig te bentwoorden. Iemand mee eens?
quote:Op maandag 23 januari 2012 17:23 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Ben het helemaal met je eens. Juist vanwege dit soort vragen ben ik niet zo'n fan van biologie. Je kunt nuance moeilijk in een meerkeuzevraag vangen.
Deze vraag kun je het best stellen in het [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopicquote:Op donderdag 26 januari 2012 14:26 schreef RedroseSK het volgende:
Hallo!
Kan iemand mij uitleggen hoe je de POWER moet berekenen [statistiek] met onderstaande gegevens:
H0 μ = 100, σ = 10, n = 50
en Ha μ = 105
Ik dacht dus zelf 105-100 / [10/wortel 50] dan z waarde opzoeken met bijbehorende kans
Ik kom maar niet op het juiste antwoord:: wat doe ik verkeerd???
Ik heb even een correctie in je tekst doorgevoerd. Een oplossing heeft namelijk een pH, maar een zure stof op zich niet. We gebruiken de term pKa om weer te geven hoe zuur een stof is. Bij pH = pKa is 50% van het zuur in de geassocieerde vorm (HA) en 50% in de gedissocieerde vorm (A-) aanwezig.quote:Op dinsdag 31 januari 2012 23:03 schreef Manu. het volgende:
Morgen moet ik voor een praktisch handelingsdeel een titratie uitvoeren (ik zit nu in 6vwo). We gebruiken als indicator standaard fenolftaleine, een indicator met een omslagpunt van 8,2-10.
Wanneer het zuur de oplossing een pH bereikt van minimaal 8,2, wordt de oplossing paars/roze. Echter, hierdoor kunnen we niets zeggen over het equivalentiepunt van de stof, omdat de pH van de oplossing tussen de 8,2 en 10 ligt. Dit terwijl je, om iets nuttigs te kunnen zeggen over bijvoorbeeld de molariteit van het zuur, uiteindelijk een pH van 7 nodig hebt, om iets over het aantal opgeloste mol te kunnen zeggen.
Kortom, wat kun je wel concluderen als je weet dat de pH tussen de 8,2 en 10 ligt?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |
Dat begrijpen we, maar is wel erg jammer. Je kunt FOK! namelijk wel gratis LEZEN, maar we kunnen FOK! niet gratis MAKEN. De inkomsten van de advertenties zorgen ervoor dat we de kosten van de site kunnen dragen zodat je ook morgen FOK! nog kunt bezoeken.
Zou je willen overwegen om voor FOK! een uitzondering te maken in je adblocker (of andere middelen die onze ads blokkeren)? Je krijgt deze melding dan nooit meer te zien.
Ja, ik wil fok.nl whitelisten, laat me zien hoe
Ik neem liever een premium account zodat ik geen advertenties hoef te zien (je moet eerst inloggen)
Ja, breng me naar de shop