abonnement Unibet Coolblue
pi_106726104
Heb met een klasgenoot een projectje. Moeten een citroen batterij maken. Nu is dit best simpel alleen het probleem is dat hij de batterij heeft gemaakt en ik maak het verslag. Volgens mij heeft hij de waardes van serie bij parallel op geschreven en andersom.

Dus wat zou er verschillend moeten zijn bij serie en parallel? Ik heb hier de gegevens liggen maar hou die even voor mij zodat ik mensen niet laat twijfelen ;)
pi_106731360
Dat ligt er aan wat je gemeten hebt. Als je verschillende weerstanden in serie schakelt, is de stroom door iedere weerstand gelijk, maar het voltage wat over de weerstand niet (of de weerstanden moeten allemaal dezelfde weerstand hebben). Als je ze parallel schakelt is het voltage over alle weerstanden even groot, maar de stroom die er door heen loopt niet (of, net als bij de serieschakeling, de weerstanden moeten allemaal dezelfde weerstand hebben).
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_106777482
Haihai, ik zit nu in het examenjaar van havo 5 met het ng-profiel en heb nogal veel moeite met natuurkunde. Ik begrijp het vak weliswaar niet. Voor mijn gevoel is het een miljoen keer moeilijker dan wiskunde en scheikunde bijvoorbeeld (die vakken begrijp ik veel beter). Ik kan wel bijles krijgen enzo en die krijg ik ook, maar wat kan ik nou doen om natuurkunde beter te begrijpen? Ik heb het totaal niet nodig voor me vervolgopleiding, maar wil het vak het liefst wel even last-minute met een voldoende of minimaal een 5 aflsluiten.

Alvast bedankt!
with love..♥
  Moderator / Redactie Sport / Devops vrijdag 13 januari 2012 @ 21:27:34 #179
176766 crew  zoem
zoemt
pi_106778592
Hoe kun je natuurkunde beter begrijpen? Lastige vraag hoor :s)

Sowieso veel oefenen natuurlijk. Kunnen 'goochelen' met formules en dimensies is wel een vereiste. Weten wanneer je iets toepast, wanneer niet en wat uitzonderingsregels zijn. Dat kun je allemaal uit je hoofd leren. Maak samenvattingen. Welke onderdelen van de stof snap je wel, welke niet en waarom? Pas dan kan iemand je concreet verder helpen, hetzij via bijles of hier op FOK!

Wat mij altijd heeft geholpen is om stappenplannen te maken voor de meest voorkomende vragen. Op den duur leer je de stappen uit je hoofd en hoef je op het examen niet moeilijk te gaan lopen nadenken.
pi_106779480
quote:
2s.gif Op vrijdag 13 januari 2012 21:27 schreef zoem het volgende:
Hoe kun je natuurkunde beter begrijpen? Lastige vraag hoor :s)

Sowieso veel oefenen natuurlijk. Kunnen 'goochelen' met formules en dimensies is wel een vereiste. Weten wanneer je iets toepast, wanneer niet en wat uitzonderingsregels zijn. Dat kun je allemaal uit je hoofd leren. Maak samenvattingen. Welke onderdelen van de stof snap je wel, welke niet en waarom? Pas dan kan iemand je concreet verder helpen, hetzij via bijles of hier op FOK!

Wat mij altijd heeft geholpen is om stappenplannen te maken voor de meest voorkomende vragen. Op den duur leer je de stappen uit je hoofd en hoef je op het examen niet moeilijk te gaan lopen nadenken.
Door gedachte-experimenten.
Croce e delizia cor. Misterioso, Misterioso altero, croce e delizia al cor.
  Moderator / Redactie Sport / Devops vrijdag 13 januari 2012 @ 22:12:49 #181
176766 crew  zoem
zoemt
pi_106781659
quote:
0s.gif Op vrijdag 13 januari 2012 21:41 schreef Mathemaat het volgende:

[..]

Door gedachte-experimenten.
Dus :')
pi_106794377
quote:
0s.gif Op vrijdag 13 januari 2012 21:07 schreef withloveproductions_ het volgende:
Haihai, ik zit nu in het examenjaar van havo 5 met het ng-profiel en heb nogal veel moeite met natuurkunde. Ik begrijp het vak weliswaar niet. Voor mijn gevoel is het een miljoen keer moeilijker dan wiskunde en scheikunde bijvoorbeeld (die vakken begrijp ik veel beter). Ik kan wel bijles krijgen enzo en die krijg ik ook, maar wat kan ik nou doen om natuurkunde beter te begrijpen? Ik heb het totaal niet nodig voor me vervolgopleiding, maar wil het vak het liefst wel even last-minute met een voldoende of minimaal een 5 aflsluiten.

Alvast bedankt!
Zoals hierboven al is aangegeven, is een stappenplan opzetten voor de meest voorkomende vraagstukken een goede oplossing. Amerikanen doen het zo ook (GRE test), en dat blijkt enorm effectief. Zelfs pre-med students, die het vak alleen maar gekozen hebben om zo medicijnen te kunnen studeren, maken zo'n standaard test zonder problemen.

Ik heb op het VWO heel erg met het vak geworsteld, omdat ik dacht dat ik de stof snapte, maar dat bleek vaak niet het geval te zijn. Mijn ervaring is dat als je de stof aan iemand anders uit kunt leggen, dat je het dan pas snapt.

Veel vraagstukken maken, en veel voorbeeldvraagstukken met antwoorden napluizen, om te zien of je de manier van oplossen helemaal snapt, helpt.

Natuurkunde is een vak waarbij zelfvertrouwen erg belangrijk is. Als je denkt, dit kan ik niet, dan gaat het ook echt niet lukken. Maar als je veel vraagstukken gemaakt hebt, en als je weet dat je het kunt, dan is het vak een makkie.
Good intentions and tender feelings may do credit to those who possess them, but they often lead to ineffective — or positively destructive — policies ... Kevin D. Williamson
pi_106794379
Natuurkunde is juist het vak waar de abstractie en reallife elkaar goed tegenkomen. Ik vond het heerlijk omdat het zo lekker logisch was.
Wie dit leest is een lezer van dit.
pi_106794859
Ok. Bedankt! Dat met het stappenplan heb ik ook geprobeerd. Maar ik ga het nu nog veel meer doen. Ook oude examens oefenen etc. Hopelijk haal ik minimaal een 5,5 dit keer..
with love..♥
pi_107143067
quote:
De lichaamscellen van één individu bezitten niet alle hetzelfde pakket eiwitten. De variatie in eiwitvorming is het gevolg
van:
A verschillende concentraties aan mRNA in de ribosomen;
B verschillende DNA-strengen in verschillende lichaamscellen.
a A is juist, B is onjuist;
b B is juist, A is onjuist;
c A en B zijn beide juist;
d A en B zijn beide onjuist.
Het antwoord moet a zijn. Vind iemand dat deze vraag een beetje vreemd gesteld is?

Elke cel kan alle eiwitten produceren, maar niet in elke cel worden alle eiwitten geproduceerd. Dat komt omdat niet van elk stukje DNA, mRNA wordt gemaakt. Om dit te formuleren als concentratie vind ik een beetje vreemd.

Het antwoord impliceert namelijk, alsof alle mRNA in meer of mindere mate aanwezig is in de ribosomen. Dat is toch niet waar?

Naar mijn mening moet het d zijn.
pi_107143348
quote:
0s.gif Op maandag 23 januari 2012 16:39 schreef Warren het volgende:

[..]

Het antwoord moet a zijn. Vind iemand dat deze vraag een beetje vreemd gesteld is?

Elke cel kan alle eiwitten produceren, maar niet in elke cel worden alle eiwitten geproduceerd. Dat komt omdat niet van elk stukje DNA, mRNA wordt gemaakt. Om dit te formuleren als concentratie vind ik een beetje vreemd.

Het antwoord impliceert namelijk, alsof alle mRNA in meer of mindere mate aanwezig is in de ribosomen. Dat is toch niet waar?

Naar mijn mening moet het d zijn.
Het dikgedrukte is niet waar, want in elke cel behalve totipotente stamcellen zijn er delen van het DNA geblokkeerd. Dat is de reden dat verschillende celtypen een verschillend pakket aan eiwitten produceren. Je kunt dan stellen dat dit tot verschillende mRNA-concentraties leidt, maar ik vind dat net als jij nogal vaag.
pi_107143845
Bedankt. Wat er eigenlijk had moeten staan in het vetgedrukte is dat iedere cel in het menselijk lichaam in zijn celkern de volledige genetische informatie bevat.

quote:
3s.gif Op maandag 23 januari 2012 16:47 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Het dikgedrukte is niet waar, want in elke cel behalve totipotente stamcellen zijn er delen van het DNA geblokkeerd. [b]Dat is de reden dat verschillende celtypen een verschillend pakket aan eiwitten produceren.[/b] Je kunt dan stellen dat dit tot verschillende mRNA-concentraties leidt, maar ik vind dat net als jij nogal vaag.
Naar mijn mening zouden zij dat in één van de alternatieven moeten zetten, en niet de mRNA-concentraties.
pi_107144357
quote:
Indien experimenteel uit een cel de kern wordt weggenomen, is de cel niet meer in staat:
A eiwitmoleculen te vormen;
B mRNA te vormen.
a A is juist, B is onjuist;
b B is juist, A is onjuist;
c A en B zijn beide juist;
d A en B zijn beide onjuist.
Nog een vraagje. Vind iemand ook dat deze vraag slecht geformuleerd is? Als je de celkern weghaald, dan wordt er geen mRNA meer gemaakt. Dat leidt er toe dat er geen eiwitten worden gemaakt. Echter, door het weghalen van de celkern, haal je niet de ribosomen weg, dus in theorie kunnen er nog eiwitten ontstaan als er nog mRNA werd afgelezen.

Kortom, naar mijn mening is deze vraag niet éénduidig te bentwoorden. Iemand mee eens?
pi_107144549
quote:
0s.gif Op maandag 23 januari 2012 17:18 schreef Warren het volgende:

[..]

Nog een vraagje. Vind iemand ook dat deze vraag slecht geformuleerd is? Als je de celkern weghaald, dan wordt er geen mRNA meer gemaakt. Dat leidt er toe dat er geen eiwitten worden gemaakt. Echter, door het weghalen van de celkern, haal je niet de ribosomen weg, dus in theorie kunnen er nog eiwitten ontstaan als er nog mRNA werd afgelezen.

Kortom, naar mijn mening is deze vraag niet éénduidig te bentwoorden. Iemand mee eens?
Ben het helemaal met je eens. Juist vanwege dit soort vragen ben ik niet zo'n fan van biologie. Je kunt nuance moeilijk in een meerkeuzevraag vangen.
pi_107146199
quote:
14s.gif Op maandag 23 januari 2012 17:23 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Ben het helemaal met je eens. Juist vanwege dit soort vragen ben ik niet zo'n fan van biologie. Je kunt nuance moeilijk in een meerkeuzevraag vangen.
:) Ok, bedankt. Deze twee vragen zijn afkomstig uit één van de eerste hoofdstukken uit een fysiologieboek. Ik schrok een beetje van het feit dat ik de helft van de vragen fout had, maar het lijkt er op dat het toch komt omdat het veelal dit soort ambigue vragen zijn, waarop je eigenlijk geen exact antwoord kan geven. Het verbaast mij ook dat zij zulke vragen er in hebben verwerkt, waar je als je heel nauwkeurig bent, meerdere kanten op kan redeneren.

Ik moet wel zeggen dat dit wel een van de slechtere meerkeuzevragen zijn die ik ooit ben tegengekomen, ook al ben ik in het algemeen geen fan van meerkeuzevragen.
pi_107257824
Hallo!

Kan iemand mij uitleggen hoe je de POWER moet berekenen [statistiek] met onderstaande gegevens:

H0 μ = 100, σ = 10, n = 50
en Ha μ = 105

Ik dacht dus zelf 105-100 / [10/wortel 50] dan z waarde opzoeken met bijbehorende kans
Ik kom maar niet op het juiste antwoord:: wat doe ik verkeerd???
pi_107260277
quote:
0s.gif Op donderdag 26 januari 2012 14:26 schreef RedroseSK het volgende:
Hallo!

Kan iemand mij uitleggen hoe je de POWER moet berekenen [statistiek] met onderstaande gegevens:

H0 μ = 100, σ = 10, n = 50
en Ha μ = 105

Ik dacht dus zelf 105-100 / [10/wortel 50] dan z waarde opzoeken met bijbehorende kans
Ik kom maar niet op het juiste antwoord:: wat doe ik verkeerd???
Deze vraag kun je het best stellen in het [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic
pi_107462025
Morgen moet ik voor een praktisch handelingsdeel een titratie uitvoeren (ik zit nu in 6vwo). We gebruiken als indicator standaard fenolftaleine, een indicator met een omslagpunt van 8,2-10.

Wanneer het zuur een pH bereikt van minimaal 8,2, wordt de oplossing paars/roze. Echter, hierdoor kunnen we niets zeggen over het equivalentiepunt van de stof, omdat de pH van de oplossing tussen de 8,2 en 10 ligt. Dit terwijl je, om iets nuttigs te kunnen zeggen over bijvoorbeeld de molariteit van het zuur, uiteindelijk een pH van 7 nodig hebt, om iets over het aantal opgeloste mol te kunnen zeggen.

Kortom, wat kun je wel concluderen als je weet dat de pH tussen de 8,2 en 10 ligt?
Not everything that counts can be counted, and not everything that can be counted counts
pi_107463579
quote:
11s.gif Op dinsdag 31 januari 2012 23:03 schreef Manu. het volgende:
Morgen moet ik voor een praktisch handelingsdeel een titratie uitvoeren (ik zit nu in 6vwo). We gebruiken als indicator standaard fenolftaleine, een indicator met een omslagpunt van 8,2-10.

Wanneer het zuur de oplossing een pH bereikt van minimaal 8,2, wordt de oplossing paars/roze. Echter, hierdoor kunnen we niets zeggen over het equivalentiepunt van de stof, omdat de pH van de oplossing tussen de 8,2 en 10 ligt. Dit terwijl je, om iets nuttigs te kunnen zeggen over bijvoorbeeld de molariteit van het zuur, uiteindelijk een pH van 7 nodig hebt, om iets over het aantal opgeloste mol te kunnen zeggen.

Kortom, wat kun je wel concluderen als je weet dat de pH tussen de 8,2 en 10 ligt?
Ik heb even een correctie in je tekst doorgevoerd. Een oplossing heeft namelijk een pH, maar een zure stof op zich niet. We gebruiken de term pKa om weer te geven hoe zuur een stof is. Bij pH = pKa is 50% van het zuur in de geassocieerde vorm (HA) en 50% in de gedissocieerde vorm (A-) aanwezig.

Je moet je niet blindstaren op het omslagpunt van fenolftaleïne. Het omslagpunt ligt weliswaar hoger dan pH 7, maar bij het titreren overbrug je het gebied van pH 6 naar pH 8 met enkele druppels base.
pi_107506094
Om even aan te vullen; de specifieke pH-indicator die je dient te gebruiken hangt af van welke titratie je precies uitvoert. Concreter gezegd, het hangt af van de sterkte van het zuur en de base die je gebruikt. Een zwak zuur is via zn pH-reactie gekoppeld aan zn geconjungeerde base; schoolvoorbeeld in dezen is CH3COOH ⇌ CH3COO- + H+, oftewel de dissociatie van azijnzuur tot het proton en het acetaat-ion. Máár... het acetaat-ion is zèlf ook een zwakke base middels de pH-reactie CH3COO- + H2O ⇌ CH3COOH + OH-. Als je dus Azijnzuur gaat titreren met NaOH en je bereikt het equivalentiepunt, heb je alle Azijnzuur omgezet tot Acetaat, en omdat Acetaat basische activiteit vertoont zal je uiteindelijke oplossing geen pH 7 zijn, maar iets hoger (ong. pH 8). Op dit gegeven dien je in te spelen met je indicatorkeuze, en fenolftaleïne is idd degene die zn kleuromslag rond de pH 8 heeft zitten.

Een soortgelijk verhaal gaat voor als je NH3-oplossing (NH4OH, ammonia) met HCl gaat titreren; een oplossing van een zwakke base titreren met een sterk zuur zal bij het equivalentiepunt alleen een zwak zuur opleveren, dus dien je een indicator te kiezen waarbij het kleuromslagpunt rond de pH 6 ligt.

Maar net wat Lyolyrc zegt, dan praten we over concentraties van 10-6 M, oftewel in de praktijk 1 of 2 druppeltjes titer-oplossing meer.
pi_107597724
Wie kan dit voor me beantwoorden?

http://www.scribd.com/doc/80471940/Literatuur-Nederlands


Alvast bedankt.
ss
pi_107600958
Dit is het Beta topic...
pi_107975211
Ik heb een klein vraagje.

Als men zegt: "Je leidt 0.5 Mol waterstofchloride gas in 550 mL zuiver water." en je moet de nieuwe pH berekenen van die nieuwe oplossing, hoeveel mL / gr is 0.5 Mol waterstofchloride gas?
pi_107975628
Door het aantal mol HCl te vermenigvuldigen met de molmassa van HCl krijg je de massa van het gas. Het aantal ml HCl kun je vinden door het aantal mol te vermenigvuldigen met het molair volume.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')