quote:
Champange:
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog verboden de Fransen de Duitsers om het woord champagne te gebruiken voor hun producten (het Verdrag van Versailles bevat een speciale paragraaf waarin het de Duitse wijnboeren verboden wordt om hun
sekt als champagne op de markt te brengen), maar dit betekent geenszins dat de Fransen ook de uitvinding van deze mousserende wijn op hun naam mogen zetten.
Vermoedelijk gaat de uitvinding van de champagne terug op bevindingen van Engelse wijnhandelaren, die in de 17de eeuw merkten dat de wijn die ze uit de Champagne in voerden in de flessen een tweede gistingsproces doormaakte (dit had te maken met de speciale kurken die men in Engeland gebruikte).
Door dit langere gistingsproces onstond koolzuur, dat ervoor zorgde dat de wijn ging mousseren.
De klanten van deze Engelse wijnhandelaren waren zeer enthousiast over de schuimende wijn en zo kwam het dat de wijnhandeleren deze methode systematisch gingen gebruiken en verfijnen.
Het is heel goed mogelijk dat Franse wijnmakers onafhankelijk van de bevindingen van de Engelse wijnmakers op hetzelfde idee zijn gekomen.
Het is echter wel zeker dat de champagne niet is uitgevonden door wijnboeren uit de Champagnestreek en ook niet door de legendarische procurator van de abdij Hautvilliers, Dom Pérignon, die daar van 1668 tot 1715 werkte en in Frankrijk wordgt beschouwd als de uitvinder van de champagne (deze misvatting gaat terug op een aantoonbaar vervalste oorkonde uit het jaar 1880).
Mount Everest:
Van de zeespiegel af gemeten steekt de Mount Everest 8848 meter de hoogte in; dat is het wereldrecord.
Maar waarom zou je de hoogte van een berg afmeten aan zo'n grillig ijkpunt als de zeespiegel?
Die schommelt in de loop van miljoenen jaren immers honderden meters.
Zelfs op één specifiek tijdstip kent de zeespiegel nog altijd bulten en dellen tot zo'n 100 meter hoog of diep.
Meet men de hoogte van bergen echter vanuit een vast punt, bijvoorbeeld het middelpunt van de aarde, dan is de Chimborazo in de Zuid-Amerikaanse Andes de hoogste berg ter wereld.
De aarde is namelijk gaan volmaakte bol, maar is afgeplat aan de polen en dijt uit aan de evenaar.
Aan de polen bedraagt de afstand naar het middelpunt der aarde 21 kilometer minder dan aan de evenaar.
Dat betekent dat bergen dicht bij de evenaar in het voordeel zijn.
De Chimborazo ligt slechts 6267 meter boven de zeespiegel, maar ligt ook minder dan 200 kilometer van de evenaar af en daarmee 2500 meter verder van het middelpunt der aarde dan de Mount Everest, die tussen de 29ste en 30ste noordelijke breedtegraad in ligt.
Bij andere criteria wordt de rangorde weer anders.
Definieert men de hoogte van een berg als het verschil tussen de top en het omliggende land, dan wint de Mouna Loa op Hawaii.
Deze torent meer dan 9000 meter boven de omringende zeebodem.
En als men de grootte van een berg niet aan de hoogte, maar aan de massa afmeet, dan win de Kilimanjaro in Afrika: de meer dan 10.000 kubieke kilometer steen en aarde van deze berg wordt nergens ter wereld geëvenaard.
Olympische Spelen:
De olympiërs van de oudheid waren noch onbetaalde, nich bijzonder sportieve lieden.
Zo was het zogeheten pancratium, een worstel- en vuistkamp, alles behalve bijten toegestaan- ook trappen onder de gordel.
"Polydeukes sloeg hem met een linkse zo hard op zijn mond dan zijn tanden ervan rinkelden, en nu, erop los beukend, verwoestte hij het gelaat van de ander, voordat hij zijn wangen aan alle kanten tot pulp sloeg."
Zo valt te lezen in J. Zahn's: 'Kulturgeschichte der Mensheit'.
"Men mocht ledematen ontwrichten of breken, ogen uitdrukken, wurgen, knie in de keel stoten, op de - met welke methode dan ok - naar de grond gewerkte tegenstander gaan zitten, de aldus weerloze man onbarmhartig in het gezicht slaan, op hem in trappen.
Wie aan free fight deelnam, moest er rekening mee houden zwaar gewond te raken of naar de goden gezonden te worden..."
Zulke dingen zijn volgens betrouwbare bronnen ook daadwereklijk vaak voorgekomen.
Eén held sloeg bijvoorbeeld "zo wild met gestrekte vingers en lange vingernagels op zijn tegenstander in, dat diens ingewanden eruit gerukt werden..."
Titanic:
Vele tientallen jaren is men er van uitgegaan dat een ijsberg de scheepromp langszij voor een derde had opengereten.
Sonaropnamen van het enkele meters onder de oceaanbodem begraven deel van het schip tonen echter aan dat de romp slechts zeer geringe schade heeft opgelopen; er zijn in totaal slechts zes, ongeveer 15 centimeter brede scheuren te zien, met elkaar 1 vierkante meter doorsnee, nauwelijks zo groot als een bureaublad.
Dat deze geringe schade zulke catastrofale gevolgen had, kwam door de verdeling: ze bevonden zich boven zes van de voorste afdelingen van het schip: daar hadden de vele schotten weinig nut; bovendien bevonden ze zich diep onder het wateroppervlak, het ijsloude water (-2 graden Celsius) spoot als uit hogedrukleidingen het binnenste van het schip in, binnen een uur waren vier afdelingen volgelopen, anderhalf uur na de botsing klotste er meer dan 30.000 ton water in het voorste deel van het schip.
Ook de theorie dat de hoogte van de schotten in de Titanic de ondergang had veroorzaakt, klopte niet (de schotten, die de totaal zestien afdelingen van de Titanic van elkaar scheidden, reikten van de kiel tot twee derde van de romphoogte).
Toen het schip ging hellen, luidt deze theorie, kon het water uit de volgelopen voorste helft in de volgende achterste helft overlopen, tot de kritische grens werd overschreden en het schip verging.
Met schotten over de volle hoogte zou het schip zijn blijven drijven.
Ook deze theorie is door de sonaropnamen weerlegd: de vij door de onafhankelijkke kleine scheuren volgelopen afdelingen hadden het voorste deel van het schip altijd onder water getrokken, dan hadden ook volledige schotten geen effect gehad, het water zou via het dek ook in de onbeschadigde afdelingen zijn doorgedrongen - volledige schotten hadden de ondergang misschien wat vertraagd, maar niet verhinderd.
De ramp met de Titanic was ook niet de grootste scheepsramp tot nu toe.
De in slachtoffers gemeten grootste scheepsramp die ooit heeft plaatsgevonden, was de geallieerde aanval op de Wilhelm Gustloff op 31 januari 1945.
Het met vluchtende burgers gevulde stoomschip trok meer dan 6000 mensen met zich mee de diepte in, grotendeels vrouwen en kinderen, viermaal zoveel als de Titanic.
Verder:
Tsjernobyl was niet de grootste kernramp tot dan toe.
Diezelfde kernramp heeft de gezondheid van mensen ook niet tot ver buiten de Oekraïne geschaad.
De Tyrannosaurus Rex was geen roofdier.
De Kanaaltunnel is niet de langste spoorwegtunnel te wereld.
Het 'Turkse bad' is geen Turkse uitvinding.
Een hoog opkomstpercentage bij de verkiezingen getuig niet van een democratische mentaliteit.
Niet alle volwassen Amerikanen mogen stemmen.
Een wigwam is geen tent.
Witte wijn wordt niet van witte druiven gemaakt
Zout laat ijs niet smelten.
Een zonnebloem is geen bloem.
Ook in de schaduw kun je verbranden.
Boslucht is niet rijker aan zuurstof.
Zwartwerkers zijn niet schadelijk voor de economie en de maatschappij.
* 11:15, restate my assumptions: 1. Mathematics is the language of nature. 2. Everything around us can be represented and understood through numbers. 3. If you graph these numbers, patterns emerge. Therefore: There are patterns everywhere in nature.*