ter verduidelijking:quote:Vraagje tussendoor
Aan de oever van een rivier met een breedte van 600 meter is een elektriciteitscentrale E gebouwd. Aan de andere oever 2000 meter stroomafwaarts wordt een fabriek F gevestigd.
Voor de energievoorziening wil men een kabel van E naar F leggen.
De aanlegkosten over land zijn ¤ 20 per meter; onder water is dat ¤ 25 per meter.
Onderzoek welk tracé men moet kiezen voor de kabel om de kosten minimaal te krijgen.
Formule en uitwerking graag
idd. Je zoekt dus het minimum vanquote:
Bedankt, klopt inderdaad als ik alle structuren vergelijkquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:18 schreef meranto het volgende:
OH zorgt voor oplosbaarheid in water, meestal is de CnHn keten voor vetoplosbaarheid verantwoordelijk.
Huh? De reeks 1/n2 convergeert toch juist wel, 1/n convergeert nietquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:28 schreef thabit het volgende:
Antwoord op Haushofer's vraag: die 1/n2 is redelijk willekeurig. Het gaat erom dat je iets kiest waarvan de sommatie convergeert. Bij n2 is dat niet het geval.
Ja, maar de reeks n2 convergeert niet.quote:Op maandag 31 oktober 2005 13:31 schreef maniack28 het volgende:
[..]
Huh? De reeks 1/n2 convergeert toch juist wel, 1/n convergeert niet
Stel een formule op:quote:Op maandag 31 oktober 2005 13:22 schreef DeTolk het volgende:
uit het vorige topic
[..]
ter verduidelijking:
[afbeelding]
Nee, die divergeertquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:32 schreef thabit het volgende:
[..]
Ja, maar de reeks n2 convergeert niet..
Nu is de vraag:quote:Een centrifugaalpomp in een procesinstallatie pompt per uur 72 m3 water uit een tank via een leiding omhoog in een procesvat. Op een punt 1 meter boven de voorraadtank heeft de zuigleiding een doorsnede van 100 cm2. De statische druk is daar 2x105 N/m2. De leiding heeft op 35 meter bovenop het procesvat een diameter van 25 cm2. De statische druk bedraagt daar 3 x 105 N/m2.De totale wrijving van de pomp en leidingen tussen de twee meetpunten bedraagt 8 x 104 N/m2.
Ik heb uit het boek de volgende formules kunnen vinden:quote:Welke opvoerhoogte moet de pomp kunnen leveren? Ρ = 1000 kg/m3 en G = 9.81 m/s2.
quote:Pman= (P perszijde – P zuigzijde) + PG delta H meteraansluitingen + ½ P (C^2p + C^2z)
Ik snap hier dus echt helemaal niks vanquote:P = P * G * H
had ik overheen gelezen ,quote:Op maandag 31 oktober 2005 13:41 schreef maniack28 het volgende:
Antwoord van Jean_Le_Blanc is zeker weten goed
Ok, dat n2 niet convergeert snap ikquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:28 schreef thabit het volgende:
Antwoord op Haushofer's vraag: die 1/n2 is redelijk willekeurig. Het gaat erom dat je iets kiest waarvan de sommatie convergeert. Bij n2 is dat niet het geval.
En jij ookquote:Op maandag 31 oktober 2005 12:47 schreef ijsklont het volgende:
[..]
Dat is de definitie van meetbaar. Het komt er op neer dat als je een verzameling A hebt, je een openverzameling O en een gesloten verzameling F kunt vinden, met O bevat in A en A bevat in F, zodanig dat F\O "willekeurig klein" is, waarbij met "willekeurig klein" dus is wordt bedoeld dat je voor elke epsilon de verzameling F\O kunt overdekken met blokken zodanig dat het volume van die blokken samen kleiner is dan epsilon. Als je je epsilon kleiner kiest, kan het dus zijn dat je andere F en O moet kiezen. Overigens, je weet nu alleen dat A meetbaar is, dat zegt niks over wat de maat van A nu precies is.
Als een verzameling A meetbaar is, wordt de Lebesgue maat van $A$ gegeven door inf {|G|_e : A bevat in G, G open}. Hierbij is |G|_e de uitwendige Lebesgue maat, die wordt gegeven door de constructie hierboven. Dus je overdekt G met rechthoeken, en telt het totale volume op. |G|_e is dan het infimum van het volume van alle mogelijke overdekkingen.
idd, al was ik er zelf niet 123 op gekomenquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:41 schreef maniack28 het volgende:
Antwoord van Jean_Le_Blanc is zeker weten goed
zou je 'm totaal willen uitschrijven, mijn wiskundeknobbel is peanutsquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:30 schreef Jean_Le_Blanc het volgende:
[..]
idd. Je zoekt dus het minimum van
kosten=20X+25(6002+(2000-X)2)1/2
differentiëren en gelijkstellen aan nul geeft dan
20+25(2000-X)(6002+(2000-X)2)-1/2=0
dus X=1200 meter zodat de totale kosten komen op ¤49000
Je kan het op zn minst proberenquote:Op maandag 31 oktober 2005 13:45 schreef DeTolk het volgende:
[..]
zou je 'm totaal willen uitschrijven, mijn wiskundeknobbel is peanuts![]()
ok:quote:Op maandag 31 oktober 2005 13:45 schreef DeTolk het volgende:
[..]
zou je 'm totaal willen uitschrijven, mijn wiskundeknobbel is peanuts![]()
Dan zou ik als ik jou was maar eens leren te differentieren, want dat kun je in een heleboel dingen toepassen.quote:Op maandag 31 oktober 2005 13:45 schreef DeTolk het volgende:
[..]
zou je 'm totaal willen uitschrijven, mijn wiskundeknobbel is peanuts![]()
quote:
Als wiskundeleraar moet jij toch wel het antwoord op deze vraag weten JD!!!quote:
quote:Laat zien dat R -> R : x |-> 1 / (1+ 2x - entier (2x) ) een periodieke functie is, wat is de kleinste periode?
Ik kan hem uitwerken met een voorbeeld, maar ik moet het in het algemeen aantonen, hoe doe je dat?
1 |
1 2 3 | en (Ni : 0<=i<k+1 : x[i]>x[k+1]) |
hoe herkenbaarquote:Op maandag 31 oktober 2005 14:11 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Dan zou ik als ik jou was maar eens leren te differentieren, want dat kun je in een heleboel dingen toepassen.
Ik volg nu een economie-AVV en het is gewoon bedroevend dat als de docent het woordje "differentieren"laat vallen ( waarmee je iets in 1 zin kunt duidelijk maken waar het boek nu een halve pagina over doet ) de helft van de collegezaal verschrikt opkijkt.
De beste start is volledige inductie, denk je ook niet?quote:Op maandag 31 oktober 2005 19:01 schreef maniack28 het volgende:
[..]
Als wiskundeleraar moet jij toch wel het antwoord op deze vraag weten JD!!!
[..]
tja, eigenlijk wel. Ik weet van mezelf in elk geval dat voorbeelden vaak erg verhelderend zijn. Maar om nu andermans huiswerk te gaan doen, daar zal ik ook geen gewoonte van maken!quote:Op maandag 31 oktober 2005 14:33 schreef meranto het volgende:
[..]
dat je helemaal de moeite hebt genomen.......
maar eigenlijk vond ik de vraag vraag om het compleet uitschrijven al![]()
Dat betekent dat je dat k+1 ding niet eenvoudig kunt schrijven als het k ding met nog wat makkelijks erbij. Als je bijvoorbeeld over x[i] sommeert, dan kun je gewoon x[k+1] optellen bij dat oude ding. Iets dergelijks gaat hier dus niet.quote:Op maandag 31 oktober 2005 20:25 schreef whosvegas het volgende:
Weer een vraagje:
Na een berekening ben ik (in het boek) tot de volgende vergelijking gekomen:
[ code verwijderd ]
Normaal zou dit een extra invariant worden, maar dat kan volgens het boek niet omdat het niet lukt om een eenvoudige betrekking te vinden tussen:
[ code verwijderd ]
Wat wordt bedoelt met eenvoudige betrekking?
quote:Op maandag 31 oktober 2005 21:10 schreef Johan-Derksen het volgende:
[..]
De beste start is volledige inductie, denk je ook niet?
als je x wilt oplossen: (x-1)=2log(15) dus x=1+2log(15)quote:Op dinsdag 1 november 2005 17:05 schreef Koewam het volgende:
Is het antwoord van 2x-1=15 nou 1+2log(15)? Of 3log(15) of 2log(15)?
Bedankt voor je reactiequote:Op dinsdag 1 november 2005 00:45 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Dat betekent dat je dat k+1 ding niet eenvoudig kunt schrijven als het k ding met nog wat makkelijks erbij. Als je bijvoorbeeld over x[i] sommeert, dan kun je gewoon x[k+1] optellen bij dat oude ding. Iets dergelijks gaat hier dus niet.
Als het array gesorteerd is, is het probleem wel makkelijk.
Ik denk dat ze ermee bedoelen een betrekking in de vorm van moeilijke expressie gecombineerd met eenvoudige expressie. Even een verduidelijking:quote:Op maandag 31 oktober 2005 20:25 schreef whosvegas het volgende:
Weer een vraagje:
Na een berekening ben ik (in het boek) tot de volgende vergelijking gekomen:
[ code verwijderd ]
Normaal zou dit een extra invariant worden, maar dat kan volgens het boek niet omdat het niet lukt om een eenvoudige betrekking te vinden tussen:
[ code verwijderd ]
Wat wordt bedoelt met eenvoudige betrekking?
1 |
1 |
det(Q)2=det(Q).det(QT)=det( I )=1quote:Op woensdag 2 november 2005 21:47 schreef teletubbies het volgende:
een vraagje over lineaire algebra:
Q een orthogonale matrix,
waarom geldt det(Q)=1 (of -1)?
hoe is dit aan te tonen zonder veel werk?
dank je!
Aangezien het vrij vervelende dingen om op te schrijven zijn, zal ik dit dus ook niet doenquote:Op woensdag 2 november 2005 23:53 schreef drollenvanger het volgende:
Iedere hulp kan ik gebruiken bij onderstaande vraag:
[afbeelding]
In wat voor algebra werken we hier? nxn-matrices over een willekeurige ring met 1?quote:Op woensdag 2 november 2005 23:53 schreef drollenvanger het volgende:
Iedere hulp kan ik gebruiken bij onderstaande vraag:
[afbeelding]
transformeren van x naar ξ is nodig omdat de gauss integratie methode (meestal) uitgaat van de legendre polynomen. Dus je wilt de integraal die van a naar b gaat voor x schrijven als een lineaire functie die van -1 naar 1 gaat voor ξ:quote:Op vrijdag 4 november 2005 17:57 schreef STORMSEEKER het volgende:
Ik begrijp niet hoe je een gewone integraal transformeert naar een bruikbaar geval voor Gauss integratie en hoe je dan verder de integraal uitrekent.
De natuurlijke coördinaten voor een tweepunts Gauss integratie tussen -1 en 1, zijn : -1 / √3 en
+1 / √3. De gewichtsfactoren (??) zijn 1.
Laat zien hoe de integraal -2∫4 (2/3x3 -x2 +2x -3) dx
wordt benaderd met behulp van 2punts Gaussregel en vergelijk de uitkomst met de analytisch te bepalen waarde.
Verklaar het verschil of de overeenkomst.
Men gaat dus wel eerst x transformeren naar ξ .
Elke vorm van bruikbare hulp wordt gloeiend op prijs gesteld .
cov(X,Y)=<XY>-<X><Y> dus cov(X,aY)=a<XY>-a<X><Y>=a cov(X,Y)quote:
Ik heb stom genoeg cov(X+aY) ipv cov(X,aY) genomen, en ging daardoor de mist in. Soms blijf je te lang naar iets turen en dan komen er de gekste dingen uit!quote:Op zaterdag 5 november 2005 14:18 schreef Jean_Le_Blanc het volgende:
[..]
cov(X,Y)=<XY>-<X><Y> dus cov(X,aY)=a<XY>-a<X><Y>=a cov(X,Y)
zodat
cov(X,-2Y)=-2cov(X,Y)
Nu ik een paar opgaven heb gemaakt, waarin een soort gelijk probleem aan de orde kwam, begin ik het te begrijpen. Om tot een opdracht (die rechtstreeks in een programmeertaal kan worden omgezet) te komen moet je termen afsplitsen:quote:Op maandag 31 oktober 2005 20:25 schreef whosvegas het volgende:
Weer een vraagje:
Na een berekening ben ik (in het boek) tot de volgende vergelijking gekomen:
[ code verwijderd ]
Normaal zou dit een extra invariant worden, maar dat kan volgens het boek niet omdat het niet lukt om een eenvoudige betrekking te vinden tussen:
[ code verwijderd ]
Wat wordt bedoelt met eenvoudige betrekking?
1 2 3 4 | //wordt: (Ni : 0<=i<k : x[i]=0)+0 indien x[k]!=0 (Ni : 0<=i<k : x[i]=0)+1 indien x[k]=0 |
Okay bedankt man!quote:Op zaterdag 5 november 2005 13:45 schreef Jean_Le_Blanc het volgende:
Ik heb even mijn gedachten hierover laten gaan. Is het niet zo dat je f en h als functie van y moet schrijven, en dat dan f(y)-h(y)= 2 (dit doe je ook voor -2). De y waarden komen dan overeen met de waarde die p aan mag nemen.quote:
Ik begrijp dat je het puur met software wilt oplossen?quote:Op zaterdag 5 november 2005 21:40 schreef Nuna het volgende:
Ik wilde dit zo oplossen, met dat programma:
solve(f(x)=f(x+3), x)
Dit betekent dat die dus de x waarden gaat uitrekenen. Maar hij geeft een foutmelding aan. Wat doe ik verkeerd? Is het soms solve(f(x)=h(x+3),x)?
Ja, stom. Ik bedoel natuurlijk f(x)=f(x+2). Ik moet het per se met dat programma oplossen, omdat ik daar volgende week een schoolexamen van heb. Daarna moet ik het natuurlijk wel weer algebraisch kunnen.quote:Op zaterdag 5 november 2005 22:03 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Ik begrijp dat je het puur met software wilt oplossen?
Door f(x)=f(x+3) op te lossen bereik je natuurlijk niets, je zal toch echt die h functie daarbij moeten betrekken. En dan niet voor x+3 maar voor x+2 aangezien je lijnstuk 2 moet zijn.
Dat is precies de reden dat je f(y)-h(y)= 2 uit moet rekenen. (f van y minus h van y is gelijk aan twee). Op deze manier bereken je wél de verticale lengte uit.quote:Op zaterdag 5 november 2005 22:17 schreef Nuna het volgende:
Maar als je f(x)-h(x) doet, dan krijg je de x waarde waarvoor de verticale lijn 2 is. Dit moet ik niet hebben, het moet wel horizontaal de lengte 2 hebben.
Wat een mogelijkheden biedt algebra toch allemaalquote:Op zondag 6 november 2005 09:04 schreef the_disheaver het volgende:
Ehh,
f(x) - h(x+2) = 0
en/of
f(x) - h(x-2) = 0
Maar jou wijze: ' f(y)-h(y)= 2' berekent de y-waarde waar de vertikale afstand 2 is.quote:Op zondag 6 november 2005 09:10 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Wat een mogelijkheden biedt algebra toch allemaal
Nee. Als je de x en de y waarde omdraait, d.w.z f(x) = (1/2)^x --> f(y) = (1/2)log(y) = xquote:Op zondag 6 november 2005 09:17 schreef the_disheaver het volgende:
[..]
Maar jou wijze: ' f(y)-h(y)= 2' berekent de y-waarde waar de vertikale afstand 2 is.
En volgens mij was de horizontale afstand gewenst.
Okey (waarom zo moeilijjk?quote:Op zondag 6 november 2005 09:21 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Nee. Als je de x en de y waarde omdraait, d.w.z f(x) = (1/2)^x --> f(y) = (1/2)log(y) = x
Hetzelfde doe je voor de andere functie. Voor de y functie bereken je inderdaad de verticale afstand, maar de y functie is een kwart slag gedraaid van de x functie en levert dus toch het antwoord op het gevraagde: De originele horizontale afstand van x.
Ik mag graag moeilijker doen dan nodig. Toch vind ik het in dit geval niet een hele gekke oplossing, en het is er eentje die voor mij visueel ook goed werkt.quote:
Dit is het "minteken" als je dat tussen twee getallen plaatst dan trek je het tweede getal af van het eerste. Voorbeeld:quote:Op zondag 6 november 2005 09:33 schreef the_disheaver het volgende:
-
Oke, ik snap het alquote:Op zondag 6 november 2005 09:35 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Ik mag graag moeilijker doen dan nodig. Toch vind ik het in dit geval niet een hele gekke oplossing, en het is er eentje die voor mij visueel ook goed werkt.
Anders lees je het boekje even:quote:Op zondag 6 november 2005 11:37 schreef el-Fenomeno het volgende:
Ik heb morgen een wiskunde schoolexamen. Echter is er iets aan de hand met mijn rekenmachine (TI-83 plus). Als ik calc intersect wil doen, dan komt er een error: No SIGN CHNG. Ik heb al geprobeerd om mijn rekenmachine geheel te resetten, maar tevergeefs. Weet iemand hoe ik deze error weg kan krijgen?
Ik heb dit ingevoerd:quote:Op zondag 6 november 2005 11:50 schreef Shreyas het volgende:
[..]
Anders lees je het boekje even:
Dit staat er in het boekje over de error:
NO SIGN CHGN:
-De solve( functie of de vergelijkingsoplosser heeft geen verandering van het teken gevonden.
-U probeerde I% te berekenen terwijl FV, (N*PMT) en PV alle >= 0 zijn of terwijl FV, (N*PMT) en PV alle <= zijn.
-U probeerde irr( te berekenen terwijl CFList of CFO niet > 0 is, of terwijl CFList of CFO niet <0 is.
Je begrijpt denk ik wel dat je wellicht met het eerste geval te maken hebt. Misschien kun je de 2 functies waar het omgaat even posten, ik denk dat je daar iets verkeerd doet.
Snap je echt niet wat je fout doet?quote:Op zondag 6 november 2005 11:59 schreef el-Fenomeno het volgende:
[..]
Ik heb dit ingevoerd:
Y1= normalcdf(-1E99, 485, X, 9)
Y2 = 0.09
En sorry, ik kwam niet op het idee om het boekje te lezen...![]()
quote:Op zondag 6 november 2005 11:20 schreef Shreyas het volgende:
[..]
Dit is het "minteken" als je dat tussen twee getallen plaatst dan trek je het tweede getal af van het eerste. Voorbeeld:
6 - 3 = 3
Verder kun je een getal daarmee de waarde geven kleiner dan 0, we noemen dat getal dan negatief. Bijvoorbeeld: 3-6 = -3 (je mag dit ook zien als 3 + -6 of als -6 + 3).
![]()
als je de vergelijking als een vektor schrijft r=(x,cos(10x),sin(10x)) dan isquote:Op zondag 6 november 2005 14:32 schreef Bioman_1 het volgende:
Een draad ligt om een cylinder gewikkeld volgens de kromme gegeven door de vergelijkingen y = cos(10x) , z = sin(10x), 0 <= x <= 2 pi. Op de draad is een massadichtheid gegeven van x3 gram per lengte-eenheid.
a) Bereken de lengte van de draad
b) Bereken de totale massa van de draad
c) Bereken de x-coordinaat van het zwaartepunt van de draad.
Bedankt!! dit is wel wat ik dacht dat ik gedaan had, maar ik had blijkbaar rekenfouten gemaakt. Snapte ik t toch beter dan ik dachtquote:Op zondag 6 november 2005 15:12 schreef Jean_Le_Blanc het volgende:
[..]
als je de vergelijking als een vektor schrijft r=(x,cos(10x),sin(10x)) dan isde lengte van de draad: L=∫|dr/dx|dx totale massa: M=∫x3|dr/dx|dx zwaartepunt: Z=(∫x3r|dr/dx|dx)/M
Deze wiskunde tak is ver weggezakt, maar volgens mij kon antwoord b van je ook nooit correct zijn als a dat was; en vice versa.quote:Op zondag 6 november 2005 15:40 schreef Bioman_1 het volgende:
[..]
Bedankt!! dit is wel wat ik dacht dat ik gedaan had, maar ik had blijkbaar rekenfouten gemaakt. Snapte ik t toch beter dan ik dacht. Maar iig bedankt
![]()
Eerst alles naar links halen, dat geeft:quote:Op zondag 6 november 2005 18:16 schreef Roel_spaarndam het volgende:
Uit de volgende vergelijking moet ik x oplossen alleen hb ik geen idee hoe ik dit moet doen ivm breuken. Waarschijnlijk is het gewoon basiskennis, maar daat ontbreekt het mij nou juist aan![]()
3x + 4 / x − 1= x + 18 / x
Hangt er erg vanaf waar de haakjes staanquote:Op zondag 6 november 2005 18:16 schreef Roel_spaarndam het volgende:
Uit de volgende vergelijking moet ik x oplossen alleen hb ik geen idee hoe ik dit moet doen ivm breuken. Waarschijnlijk is het gewoon basiskennis, maar daat ontbreekt het mij nou juist aan![]()
3x + 4 / x − 1= x + 18 / x
ik denk ook ff mee. Ik kwam tot dit:quote:Op zondag 6 november 2005 20:13 schreef Roel_spaarndam het volgende:
Bedankt voor de antwoorden, alleen wil ik nu nog ff kijken of ik het zelf ook goed doe nuen voor de liefhebber heb ik ook maar ff haakjes aangebracht
![]()
(2x+3) / (x+1) = (2x+2) / (x-1)
(x+1) / (x+2) = 0
(x+1) = 0
x = -1
Vul x=2 maar eens in, je zult zien dat het niet uitkomt.quote:Op zondag 6 november 2005 22:19 schreef wlsandman het volgende:
[..]
ik denk ook ff mee. Ik kwam tot dit:
x2 + 17x - 18 = 3x2 + 4x
na alles naar de linker kant halen ontstaan dan volgens mij:
x2 - 6,5x + 9 = 0
en dan de abc-formule toepassen: X=2 V X=4,5
Laten we om te beginnen voor phi gewoon @ nemen, want ! wordt gebruikt voor faculteit en dat zorgt voor te veel verwarring.quote:Op zondag 6 november 2005 23:23 schreef sk888er het volgende:
Ik ben met een p.o. voor wiskunde B bezig over imaginaire getallen.
Nu ben ik bijna klaar op 2 opdrachten na.
phi = ! (omdat ik niet weet waar ik die knop kan vinden)
leg uit dat geldt: cos2 ! + i sin 2 ! = (cos ! + i sin ! ) ²
en laat door wegwerken van haakjes zien dat geldt:
sin 2 ! = 2 sin ! cos !
en
cos 2 ! = cos ² ! - sin ² !
owowow wie kan mij helpen?
quote:Op maandag 7 november 2005 03:05 schreef Shreyas het volgende:
[..]
Laten we om te beginnen voor phi gewoon @ nemen, want ! wordt gebruikt voor faculteit en dat zorgt voor te veel verwarring.
.
Wat moet je doen:
1. cos ( 2@ ) + sin( 2@ ) i = (cos @ + i sin @ )2
2. (cos @ + i sin @ )2 = (cos @ + i sin @ ) * (cos @ + i sin @ )
Haakjes wegwerken:
3. ( cos @ + i sin @ ) * ( cos @ + i sin @ ) = cos2( @ ) + 2sin@cos@ i + sin2( @ ) i2
Je weet denk ik wel dat i2 altijd gelijk is aan -1, dus de formule wordt dan:
4. cos2@ + 2sin@cos@ i + sin2@ i2 = cos2( @ ) - sin2( @ )+2sin@cos@ i
Deze stap oogt misschien wat lastig, wat je doet is sin2( @ ) vermenigvuldigen met -1, zodat je -sin2( @ ) krijgt en dan herschrijf je de formule zoals boven is gedaan.
Nu zijn er 2 leuke goniometrie regels (staan ook op de formulekaart van Wiskunde B, dacht ik) die we kunnen gebruiken.
5. cos2@ - sin2@ = cos( 2@ ) en 2sin@cos@ = sin( 2@ )
Dus:
6. cos2@ + i sin2@ = (cos@ + i sin@ )2
Deze stelling heet de stelling van De Moivre (in het engels: De Moivre's theorem)
Er is al een antwoord gegeven, maar ik suggereer toch even een andere methode.quote:Op zondag 6 november 2005 23:23 schreef sk888er het volgende:
Ik ben met een p.o. voor wiskunde B bezig over imaginaire getallen.
Nu ben ik bijna klaar op 2 opdrachten na.
phi = ! (omdat ik niet weet waar ik die knop kan vinden)
leg uit dat geldt: cos2 ! + i sin 2 ! = (cos ! + i sin ! ) ²
en laat door wegwerken van haakjes zien dat geldt:
sin 2 ! = 2 sin ! cos !
en
cos 2 ! = cos ² ! - sin ² !
owowow wie kan mij helpen?
i2 = -1 is volgens mij wel een basisregeltje van de imaginaire getallen.quote:Op maandag 7 november 2005 06:50 schreef sk888er het volgende:
[..]
![]()
![]()
![]()
![]()
dank je![]()
Je weet denk ik wel dat i2 altijd gelijk is aan -1, dus de formule wordt dan <--- dat wist ik dus niet.
Ik ga er even na kijken en probeer het dan nog eens, kijken of ik het nou wel snap en kan.
We werkte niet vanuit een boek. Dit was een praktische opdrachtquote:Op maandag 7 november 2005 09:32 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Er is al een antwoord gegeven, maar ik suggereer toch even een andere methode.
Het gaat over imaginaire getallen. Staat er in je boek iets over
cos @ = 1/2 (ei @+e-i @ )?
En een analoge formule voor de sinus? Als dat zo is: vul die dan gewoon in, dan komt het er vanzelf uit. Dan heb je ook niet die gonioregeltjes nodig.
De methode die Shreyas suggereert is trouwens flauw: je gebruikt de identiteiten die je moet bewijzen!
Het is een kwestie van smaak. Jouw oplossing past eerder bij het academisch niveau (ik kreeg de regel die jij wilt gebruiken pas op de universiteit).quote:Op maandag 7 november 2005 09:32 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Er is al een antwoord gegeven, maar ik suggereer toch even een andere methode.
Het gaat over imaginaire getallen. Staat er in je boek iets over
cos @ = 1/2 (ei @+e-i @ )?
En een analoge formule voor de sinus? Als dat zo is: vul die dan gewoon in, dan komt het er vanzelf uit. Dan heb je ook niet die gonioregeltjes nodig.
De methode die Shreyas suggereert is trouwens flauw: je gebruikt de identiteiten die je moet bewijzen!
Nee hoor, jouw manier is makkelijk maar tegelijkertijd verkeerd.quote:Op maandag 7 november 2005 19:41 schreef Shreyas het volgende:
Het is een kwestie van smaak. Jouw oplossing past eerder bij het academisch niveau (ik kreeg de regel die jij wilt gebruiken pas op de universiteit).
Mijn oplossing vind ik geschikter voor iemand die op de middelbare school zit, ik heb enkel regeltjes gebruikt die op de formulekaart van wiskunde B staan. Daar staat jouw regel niet op. Bovendien hoef je op de middelbare school ook niet zo veel te bewijzen (dus ook niet de identiteiten).
Het leek me in dit geval makkelijker om het op deze manier uit te leggen.
en in jouw reactie staat:quote:laat door wegwerken van haakjes zien dat geldt:
sin 2 ! = 2 sin ! cos !
en
cos 2 ! = cos ² ! - sin ² !
Dus jij gebruikt die regeltjes, terwijl juist gevraagd wordt om ze te bewijzen!quote:Nu zijn er 2 leuke goniometrie regels (staan ook op de formulekaart van Wiskunde B, dacht ik) die we kunnen gebruiken.
5. cos2@ - sin2@ = cos( 2@ ) en 2sin@cos@ = sin( 2@ )
Dit betekent natuurlijk niet dat de vraag per se op mijn manier opgelost moet worden. Het kan ook gewoon een heel erg domme vraag zijn, waarin dit wel de bedoeling was.quote:Op dinsdag 8 november 2005 09:57 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Nee hoor, jouw manier is makkelijk maar tegelijkertijd verkeerd.
(Een deel van) de vraag was:
[..]
en in jouw reactie staat:
[..]
Dus jij gebruikt die regeltjes, terwijl juist gevraagd wordt om ze te bewijzen!
Zo ken ik ook nog een bewijs voor de stelling van Pythagoras:
Te bewijzen: a2+b2=c2
Er is een leuk regeltje (staat op een formulekaart): a2+b2=c2
Dus de stelling is bewezen.
Snap je? Zo kun je alles wel bewijzen. Dit mag dus niet.
Je snapt niet precies wat ik heb gedaan. Om van stap 4 naar stap 6 te kunnen gaan in mijn berekening laat je al zien dat geldt cos( 2@ ) = cos2(@) - sin2(@) enquote:Op dinsdag 8 november 2005 09:57 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Nee hoor, jouw manier is makkelijk maar tegelijkertijd verkeerd.
(Een deel van) de vraag was:
[..]
en in jouw reactie staat:
[..]
Dus jij gebruikt die regeltjes, terwijl juist gevraagd wordt om ze te bewijzen!
Zo ken ik ook nog een bewijs voor de stelling van Pythagoras:
Te bewijzen: a2+b2=c2
Er is een leuk regeltje (staat op een formulekaart): a2+b2=c2
Dus de stelling is bewezen.
Snap je? Zo kun je alles wel bewijzen. Dit mag dus niet.
Ik snap heel goed wat jij doet. Misschien wel beter dan jijquote:Op dinsdag 8 november 2005 14:35 schreef Shreyas het volgende:
Je snapt niet precies wat ik heb gedaan. Om van stap 4 naar stap 6 te kunnen gaan in mijn berekening laat je al zien dat geldt cos( 2@ ) = cos2(@) - sin2(@) en
sin (2@) = 2sin@cos@.
Zonder stap 5 kom je niet van stap 4 naar stap 6 (in mijn berekening). Daarmee geef je al aan dat de regels van stap 5 bestaan en dat ze kloppen.
Klein detail: je gebruikt wel andere formules dan die hij geeft. Je gebruikt namelijk die 2 gonioregeltjes extra. Die zijn bij jou geen resultaat, ze zijn invoer. Je neemt eerst aan dat ze gelden, en daaruit concludeer je dat ze gelden. Dat is geen correcte conclusie. Je kunt ook aannemen dat cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2. Ik zal het voor de grap even doen.quote:Volgens mij voldoe ik juist aan wat Sk888er vroeg. Ik werk de haakjes weg, gebruik enkel de formule die hij geeft (en geen andere, zoals jij) en verder laat ik zien dat de 2 gonioregeltjes gelden. Let op er staat niet bewijs, maar er staat laat zien dat die 2 gonioregeltjes gelden.
De enige reden dat jij dit kunt bewijzen is door de vraag te veranderen. Maar dat moet je natuurlijk niet doen. Als je de vraag gebruikt van sk888ter dan komt je nooit uit als je de formule voor cos (2@) en sin (2@) omdraait.quote:Op dinsdag 8 november 2005 15:42 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Ik snap heel goed wat jij doet. Misschien wel beter dan jij![]()
Zonder stap 5 kom je niet van stap 4 naar stap 6. Dat klopt. Maar daarmee geef je niet aan dat de regels van stap 5 kloppen. Je geeft alleen aan dat de conclusie 6 geldig is als 5 klopt.
[..]
Klein detail: je gebruikt wel andere formules dan die hij geeft. Je gebruikt namelijk die 2 gonioregeltjes extra. Die zijn bij jou geen resultaat, ze zijn invoer. Je neemt eerst aan dat ze gelden, en daaruit concludeer je dat ze gelden. Dat is geen correcte conclusie. Je kunt ook aannemen dat cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2. Ik zal het voor de grap even doen.
De vraag wordt dan:
Bewijs dat (cos @ + i sin @)^2=sin 2@ + i cos 2@
(cos @ + i sin @)^2
(haakjes uitwerken)
=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ + i^2 (sin @)^2
(i^2=-1)
=(cos @)^2 - (sin @)^2 + 2 i sin @ cos @
(gebruik de aannames: cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2)
=sin 2@ + i cos 2@
Deze methode is inderdaad beter. Alleen ik was in de veronderstelling dat je deze regel: cos X + i sin X = e^(iX) juist niet moest gebruiken. En ik kan je vertellen dat ik deze regel niet op het VWO heb gehad. Ik kreeg hem pas op de universiteit.quote:Mijn methode:
Vraag:
laat zien dat cos (2@)+i sin(2@) = (cos @+i sin @)^2.
Gebruik cos X + i sin X = e^(iX)
Dit is geen extra formule, maar dit volgt direct uit de definitie van cosinus en sinus. Elke behandeling van complexe getallen moet dit bevatten, zelfs al op VWO-niveau.
Dus
cos (2@)+i sin(2@)
(gebruik definitie)
=e^(2i@)
(gebruik eigenschap e-macht)
=(e^(i@))^2
(gebruik definitie)
=(cos @ + i sin @)^2
Zie je, zonder gebruik van die gonioregeltjes.
Nou de formule bewezen is, zijn deze gonioregeltjes eenvoudig af te lezen. Werk de haakjes maar uit:
cos (2@)+i sin(2@)=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ - (sin @)^2
Pak nu het reele deel:
cos (2@)=(cos @)^2 - (sin @)^2
En het imaginaire deel:
sin(2@)=2 sin @ cos @
Ja dat weet ik, dat snap ik ook wel.quote:Op dinsdag 8 november 2005 17:03 schreef Mazzel42 het volgende:
Appelsap,
De reden dat je 7,5 keer kop niet kan uitrekenen zoals je het geleerd hebt is dat je
niet 7,5 keer kop kan gooien. Je kan alleen een geheel aantal keer kop gooien, bv 7 of 8.
Daarom is de kans op precies 7,5 keer kop ook 0.
Het idee van deze vraag is waarschijnlijk te laten zien dat de verwachtingswaarde niet
altijd een waarde op levert die ook werkelijk als uitkomst kan optreden. Het is een gemiddelde waarde als je het experiment heel vaak zou herhalen.
Kettingregel:quote:Op dinsdag 8 november 2005 18:52 schreef Faratjuh het volgende:
Een simepele onderjullie
Wat is de gediffernetierde formule van (3x^2+x)^3 ??
O, trouwens een gedifferentierde formule heet gewoon de afgeleide.
Dus ik wil graag de afgeleide van (3x^2+x)^3![]()
Wow tof je stelt een vraag en geeft meteen zelf het antwoord, je zou een interview met jezelf kunnen houden.quote:Op dinsdag 8 november 2005 19:01 schreef Faratjuh het volgende:
Nog 1:
Waarom is g(x )= (2x)^3 het zelfde als g(x )= 8x^3
2^3 = 8
en x^3 = x^3?
dus 8x^3 ...
quote:Op dinsdag 8 november 2005 18:52 schreef Faratjuh het volgende:
Een simepele onderjullie
Wat is de gediffernetierde formule van (3x^2+x)^3 ??
O, trouwens een gedifferentierde formule heet gewoon de afgeleide.
Dus ik wil graag de afgeleide van (3x^2+x)^3![]()
quote:Op dinsdag 8 november 2005 19:07 schreef Jordy-B het volgende:
je moet hiervoor gebruikmaken van de kettingregel.
zie eerst het deel tussen haakjes als een andere formule.
Dan heb je dus iets als f(x) = (3x^2 + x) ^3
Dit neem je als f(x) = ( g (x) )^3
Dit los je op door éérst de afgeleide van f(x) te nemen en dit vervolgens met de afgeleide van g(x) te vermenigvuldigen.
De afgeleide van f(x) = 3(3x^2 + x)^2
maal de afgeleide van g(x) = 6x + 1
geeft (3x^2 + x)^2*(6x + 1)
En dat dan 'n beetje geinig uitschrijven.
De verwachtingswaarde van een bionmiaal experiment is ook niet direct met die formule te berekenen. De verwachtingswaarde X wordt weergegeven door E(X)= n*pquote:Op dinsdag 8 november 2005 17:59 schreef appelsap het volgende:
[..]
Ja dat weet ik, dat snap ik ook wel.
Maar wat ik me afvroeg is of die berekening dan wel zo klopte.
Ik snap het nu, dankje
Heb je er zelf wel 1 minuut naar gekeken? Of ben je nu letterlijk alle vragen van je wiskunde-boek naar FOK! aan het kopieren?quote:Op dinsdag 8 november 2005 19:31 schreef Faratjuh het volgende:
Ik snap niet hoe ze van 3(3x^2 + x)^2*(6x + 1) naar (18x+3)(3x^2+2)^2 gaan
quote:Op dinsdag 8 november 2005 21:54 schreef Faratjuh het volgende:
En de extreme waarden is het zelfde als de buigpunten?
quote:Op dinsdag 8 november 2005 15:42 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Ik snap heel goed wat jij doet. Misschien wel beter dan jij![]()
Zonder stap 5 kom je niet van stap 4 naar stap 6. Dat klopt. Maar daarmee geef je niet aan dat de regels van stap 5 kloppen. Je geeft alleen aan dat de conclusie 6 geldig is als 5 klopt.
[..]
Klein detail: je gebruikt wel andere formules dan die hij geeft. Je gebruikt namelijk die 2 gonioregeltjes extra. Die zijn bij jou geen resultaat, ze zijn invoer. Je neemt eerst aan dat ze gelden, en daaruit concludeer je dat ze gelden. Dat is geen correcte conclusie. Je kunt ook aannemen dat cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2. Ik zal het voor de grap even doen.
De vraag wordt dan:
Bewijs dat (cos @ + i sin @)^2=sin 2@ + i cos 2@
(cos @ + i sin @)^2
(haakjes uitwerken)
=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ + i^2 (sin @)^2
(i^2=-1)
=(cos @)^2 - (sin @)^2 + 2 i sin @ cos @
(gebruik de aannames: cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2)
=sin 2@ + i cos 2@
Jouw redenering: ik bewijs de gelijkheid, gebruik enkel de formule die er staat, en tegelijkertijd laat ik zien dat de twee (foute) gonioregeltjes gelden.
Helaas, dit gaat zo niet. Je mag niet formules aannemen die je wil bewijzen.
De methode die ik voorstel, is eleganter, wel correct, en nog korter ook. Bovendoen gebruik ik geen extra formule: ik gebruik alleen de definitie van cosinus en sinus.
Mijn methode:
Vraag:
laat zien dat cos (2@)+i sin(2@) = (cos @+i sin @)^2.
Gebruik cos X + i sin X = e^(iX)
Dit is geen extra formule, maar dit volgt direct uit de definitie van cosinus en sinus. Elke behandeling van complexe getallen moet dit bevatten, zelfs al op VWO-niveau.
Dus
cos (2@)+i sin(2@)
(gebruik definitie)
=e^(2i@)
(gebruik eigenschap e-macht)
=(e^(i@))^2
(gebruik definitie)
=(cos @ + i sin @)^2
Zie je, zonder gebruik van die gonioregeltjes.
Nou de formule bewezen is, zijn deze gonioregeltjes eenvoudig af te lezen. Werk de haakjes maar uit:
cos (2@)+i sin(2@)=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ - (sin @)^2
Pak nu het reele deel:
cos (2@)=(cos @)^2 - (sin @)^2
En het imaginaire deel:
sin(2@)=2 sin @ cos @
Kort, correct, krachtig, elegant... En je hoeft die irritante gonioregeltjes niet uit je hoofd te leren.
Als sk888ter een goede beoordeling voor zijn opdracht wil, raad ik hem aan het op deze manier te doen.
Ik kan me voorstellen dat de formule van Euler:quote:Op dinsdag 8 november 2005 23:51 schreef sk888er het volgende:
[..]
jullie maken mij in de war.
Ik had hem dus gemaakt en ik kwam nog even terug om te zien of het klopt.
cos X + i sin X = e^(iX) hebben wij inderdaad nog niet gehad.
En dat i+i= -1 was gewoon een fout van mij dat ik die niet zag (maar ik wist wel dat hij zo moest).
Ik heb gewoon die methode gebruikt van haakjes wegwerken enz. anders weet ik het ook allemaal niet meer.![]()
Volgens mij klopt deze formule niet, weet je zeker dat je hem goed hebt opgeschreven.quote:Oohw ja... nu word het dus leuk.
krijg ik die laatste opgave van de p.o.
Toon aan dat geldt:
sin2@ = 3sin@ - 4sin 3 @
1. ik weet niet meer wat toon aan is (deep) Moet ik het dan laten zien ofzo?
2. ik heb de hele middag zitten proberen maar het wil me echt niet lukken.
3. als ik jullie heel lief aankijk zouden jullie me dan nog een beetje willen helpen![]()
hmmmm het was dus idd wat te laat dat ik dat typtequote:Op woensdag 9 november 2005 01:41 schreef Shreyas het volgende:
[..]
Ik kan me voorstellen dat de formule van Euler:
cos X + i sin X = e^(iX)
nog niet hebt gehad. Die heb ik ook niet gekregen op de middelbare school.
Verder wil ik je er op wijzen dat i + i = 2i en dat i * i (i2 = -1). Hopelijk weet je dat het eigenlijk zo zit en heb je enkel een typfout gemaakt.
Ik geloof dat ze stelling van de Moivre (die jij hebt gebruikt) op het VWO gewoon goedrekenen.
[..]
Volgens mij klopt deze formule niet, weet je zeker dat je hem goed hebt opgeschreven.Ik heb ook even geknutseld aan deze formules, maar volgens mij grafische rekenmachine is sin2@ niet gelijk aan 3sin@ - 4sin3@
Of ik doe iets verkeerd, dat kan ook natuurlijk.
Als je vertrekt van de regels:quote:Op woensdag 9 november 2005 06:37 schreef sk888er het volgende:
[..]
hmmmm het was dus idd wat te laat dat ik dat typte![]()
Ik kan er gewoon niet tegen als ik iets niet weet, dan kan ik niet slapen![]()
Ik doelde dus wel op i*i (met de hoek + hoek en lengte *lengte methode).
En ik heb me dus idd vergist met overtypen het moet zijn:
sin3@ = 3sin@ - 4sin3@
Met jouw methode geldt dit echter wel. Ik kon namelijk de identiteit bewijzen, gebruikmakende van de foute gonioregeltjes, en uit die identiteit volgen de gonioregeltjes. Maar genoeg eroverquote:Op dinsdag 8 november 2005 16:04 schreef Shreyas het volgende:
De enige reden dat jij dit kunt bewijzen is door de vraag te veranderen. Maar dat moet je natuurlijk niet doen. Als je de vraag gebruikt van sk888ter dan komt je nooit uit als je de formule voor cos (2@) en sin (2@) omdraait.
Zonder die regel (of een equivalent ervan) is het nou eenmaal niet te doen.quote:Deze methode is inderdaad beter. Alleen ik was in de veronderstelling dat je deze regel: cos X + i sin X = e^(iX) juist niet moest gebruiken. En ik kan je vertellen dat ik deze regel niet op het VWO heb gehad. Ik kreeg hem pas op de universiteit.
Verder adviseer ik je om bij het imaginaire deel de i niet te vergeten.![]()
Ze moeten op de middelbare school de grafische rekenmachines weggooien en Euler wel leren, dat is echt een stuk makkelijker...quote:Op woensdag 9 november 2005 06:37 schreef sk888er het volgende:
hmmmm het was dus idd wat te laat dat ik dat typte![]()
Ik kan er gewoon niet tegen als ik iets niet weet, dan kan ik niet slapen![]()
Ik doelde dus wel op i*i (met de hoek + hoek en lengte *lengte methode).
En ik heb me dus idd vergist met overtypen het moet zijn:
sin3@ = 3sin@ - 4sin3@
Dat vroeg ik me ook af na mn eerste wiskundevakquote:Op woensdag 9 november 2005 09:39 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Ze moeten op de middelbare school de grafische rekenmachines weggooien en Euler wel leren, dat is echt een stuk makkelijker...
Nee man! Mijn GR is heiligquote:Op woensdag 9 november 2005 09:39 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Ze moeten op de middelbare school de grafische rekenmachines weggooien en Euler wel leren, dat is echt een stuk makkelijker...
In autoIt3 wordt het zoiets:quote:Op woensdag 9 november 2005 15:41 schreef thabit het volgende:
Het grootste niet-negatieve gehele getal n waarvoor 3n een deler is van N. Dus 27 heeft 3 factoren 3 en 9 heeft 2 factoren 3.
Volgens mij moet je X^.5 substitueren. Dus u=x^.5quote:Op woensdag 9 november 2005 19:17 schreef The.PhantoM het volgende:
ik moet de intergraal van deze fuctie evalueren:
sin(x^.5)
Bij de opdracht staat dat je eerst een subtitutie moet maken en dan moet evalueren mbv integration by parts...
Kan iemand bij hellpen
en antwoord moet trouwens dit zijn: 2*sin(sqrt(x))-2*sqrt(x)*cos(sqrt(x)) (sqrt is de wortel)
Moet dat niet sin5x zijn?quote:Op woensdag 9 november 2005 19:17 schreef The.PhantoM het volgende:
ik moet de intergraal van deze fuctie evalueren:
sin(x^.5)
Bij de opdracht staat dat je eerst een subtitutie moet maken en dan moet evalueren mbv integration by parts...
Kan iemand bij hellpen
en antwoord moet trouwens dit zijn: 2*sin(sqrt(x))-2*sqrt(x)*cos(sqrt(x)) (sqrt is de wortel)
Gek, want als ik het in m'n GR invoer dan komt toch echt een andere waarde uit jouw 'antwoord' dan als ik de afgeleide van de originele functie neem in een bepaalde waarde.quote:Op woensdag 9 november 2005 20:43 schreef The.PhantoM het volgende:
nee de fuctie is sin(sqrt(x)) of dus sin(x^0.5)
Het antwoord wat ik geef klopt wel. Dat antwoord geeft het boek en ik heb het ook nog eens met maple gecheckt en daar kwam precies het zelfde uit.
dan typ je iets fouts in want bij mijn GR klopt het wel...quote:Op woensdag 9 november 2005 20:45 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Gek, want als ik het in m'n GR invoer dan komt toch echt een andere waarde uit jouw 'antwoord' dan als ik de afgeleide van de originele functie neem in een bepaalde waarde.
Ik ben ook gewoon van sin(sqrt(x)) uitgegaan zoals je in m'n antwoord kan zien trouwens.
Staat je GR op radian of degree?quote:Op woensdag 9 november 2005 20:48 schreef The.PhantoM het volgende:
[..]
dan typ je iets fouts in want bij mijn GR klopt het wel...
deze functie invullen in je gr: 2*sin(sqrt(x))-2*sqrt(x)*cos(sqrt(x)) en dan laten differenteren, en vergeliken met sin(sqrt(x)), dan moet er het zelfde uitkomen
Ohwja, die . zag ik nietquote:Op woensdag 9 november 2005 20:43 schreef The.PhantoM het volgende:
nee de fuctie is sin(sqrt(x)) of dus sin(x^0.5)
Het antwoord wat ik geef klopt wel. Dat antwoord geeft het boek en ik heb het ook nog eens met maple gecheckt en daar kwam precies het zelfde uit.
kerel, als mijn gr wel de goede uitkomst geeft, het rekenprogramma zelfs aangeeft dat het klopt en dan ook nog eens het boek dat antwoord geeft, dan zal het wel niet fout zijn...quote:Op woensdag 9 november 2005 20:55 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Staat je GR op radian of degree?
Maar als je mijn afgeleide bekijkt, de stappen naar 't eindresultaat, dan kan je toch niet zeggen dat dat fout is?
Je haalt echt dingen door elkaar hoor.quote:Op woensdag 9 november 2005 20:55 schreef The.PhantoM het volgende:
en subsitutie regel gebruiken voor intergreren komt ook niet lekker uit:
u= sqrt(x)
du = 1/2sqrt(x)
dx = 2sqrt(x)*du ====> intergraal(sin(u)*2sqrt(x)*du)
quote:Op woensdag 9 november 2005 21:00 schreef 205_Lacoste het volgende:
[..]
Je haalt echt dingen door elkaar hoor.
Mijn uitkomst
cos(sqrt(x))
--------------
2*sqrt(x)
Is écht goed...
Als je aan het differentiëren bent
Oké, nu ga ik naar het integreren kijken voor je
Foutje bedankt jaquote:
Bedankt, ik begrijp hetquote:Op woensdag 9 november 2005 15:41 schreef thabit het volgende:
Het grootste niet-negatieve gehele getal n waarvoor 3n een deler is van N. Dus 27 heeft 3 factoren 3 en 9 heeft 2 factoren 3.
Eerst een substitutie: u = sqrt(x)quote:Op woensdag 9 november 2005 19:17 schreef The.PhantoM het volgende:
ik moet de intergraal van deze fuctie evalueren:
sin(x^.5)
Bij de opdracht staat dat je eerst een subtitutie moet maken en dan moet evalueren mbv integration by parts...
Kan iemand bij hellpen
en antwoord moet trouwens dit zijn: 2*sin(sqrt(x))-2*sqrt(x)*cos(sqrt(x)) (sqrt is de wortel)
ah thnx! Ik snap h'mquote:Op donderdag 10 november 2005 18:08 schreef Enigmatic het volgende:
[..]
Eerst een substitutie: u = sqrt(x)
In dat geval is du = 1/(2sqrt(x)) * dx ==> du * 2sqrt(x) = dx
Invullen geeft dan:
sin(u) * 2sqrt(x) * du
sin(u) * 2u * du (sqrt(x) is immers onze u)
Nu partieel integreren, met sin(u) als "dv" term.
-cos(u)*2u - int[-cos(u)*2]
-cos(u)*2u + 2sin(u)
-cos(sqrt(x))*2sqrt(x) + 2sin(sqrt(x))
Das dan het antwoord, hopelijk is het allemaal een beetje duidelijk![]()
Omschrijven naar e-machtenquote:Op zondag 13 november 2005 14:17 schreef icecreamfarmer_NL het volgende:
ik heb moeite met het vereenvoudigen van
sin(2*arcsin(x/3))
en maar van dat soort sommen
nee wij moeten dat anders doen met de driehoek van pytha.quote:
Herinner me niet meer hoe dat precies ging, maar een mogelijkheid is:quote:Op zondag 13 november 2005 14:17 schreef icecreamfarmer_NL het volgende:
ik heb moeite met het vereenvoudigen van
sin(2*arcsin(x/3))
en maar van dat soort sommen
nee ook nietquote:Op zondag 13 november 2005 15:09 schreef Doderok het volgende:
[..]
Herinner me niet meer hoe dat precies ging, maar een mogelijkheid is:
Je moet trachten uitdrukkingen van de vorm sin(arcsin(...)) of cos(arccos(...)) te bekomen. Als je sin(2*arcsin.. of sin(3*arcsin tegenkomt pas je eerst de formules toe voor sin(2a) of sin(3a)
sin(2a)=2sin(a)cos(a) toepassen:
sin(2*arcsin(x/3))=2sin(arcsin(x/3)).cos(arcsin(x/3))
sin(arcsin(a))=a:
(2x/3).cos(arcsin(x/3))
cos2=1-sin2 toepassen: cos(a)=sqrt(1-sin2(a))
sqrt() staat voor vierkantswortel
(2x/3).sqrt(1-sin2(arcsin(x/3)))
(2x/3).sqrt(1-(x/3)2)
Ja ok, da's gewoon kwestie van op gelijke noemer brengen en die buiten de vierkantsw zetten:quote:Op zondag 13 november 2005 15:32 schreef icecreamfarmer_NL het volgende:
[..]
nee ook niet
de uitkomst is
2/9.x*sqrt(9-x^2)
De eenvoudige manier: met logaritme tafels: zoek het log van het getal op, deel dit door n (vierkantswortel: n=2, derdemachtsw: n=3 etc), zoek welk getal deze uitkomst als logaritme heeft.quote:Op zondag 13 november 2005 20:41 schreef vinge het volgende:
Hoe reken je een meerderemachts wortel uit zonder rekenmachine?
Het kan aan mij liggen ( natuurlijk kan dat ), maar als je een oneven functie integreert over een even interval, dan levert dat toch 0 op? Ook al is het van -oo naar +oo ?quote:Op zondag 13 november 2005 20:36 schreef The.PhantoM het volgende:
ik kom er niet helemaal uit:
a) show that the intergral of xdx from -∞ to ∞ is divergent.
Yup. Je kunt bij a toch gewoon argumenteren dat hij op de gedeelde intervallen van 0 naar (+/-) oneindig divergent is? En vervolgens bij b laten zien dat het antwoord altijd 0 is?quote:Op maandag 14 november 2005 09:25 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Het kan aan mij liggen ( natuurlijk kan dat ), maar als je een oneven functie integreert over een even interval, dan levert dat toch 0 op? Ook al is het van -oo naar +oo ?
De integraal hoeft niet te convergeren.quote:Op maandag 14 november 2005 09:25 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Het kan aan mij liggen ( natuurlijk kan dat ), maar als je een oneven functie integreert over een even interval, dan levert dat toch 0 op? Ook al is het van -oo naar +oo ?
Maar als ik bv de functie sin(x) van -oo naar +oo integreer, dan komt daar toch gewoon 0 uit? In beide gevallen kun je de limiet nemen, en die 2 limieten opgeteld leveren 0 op. Kun je dan es een tegenvoorbeeld geven?quote:Op maandag 14 november 2005 13:31 schreef thabit het volgende:
[..]
De integraal hoeft niet te convergeren.
Nee. Die integraal convergeert simpelweg niet.quote:Op maandag 14 november 2005 17:55 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Maar als ik bv de functie sin(x) van -oo naar +oo integreer, dan komt daar toch gewoon 0 uit?
Een zekering (een stop is een zekering) brandt door als er een bepaalde maximale stroomsterkte wordt overschreden. De sterkte van zekeringen wordt dan ook in Ampère gegeven.quote:Op maandag 14 november 2005 22:10 schreef HomerJ het volgende:
Even snel vraagje:
Stel: Een stop in de meterkast brand door omdat je teveel apparaten op 1 stroomnet heb aangesloten. Wat is er dan overschreden? Het Vermogen(P in Wat), De stroomsterkte(I in Ampére) of de spanning(U in Volt).
In Nederland is het voltage overal ongeveer tussen de 220 en 240 volt. Onze stoppen hebben een vaste stroomsterkte dat ze aan kunnen (in oude huizen is dan 10 A, in de nieuwe (meeste) huizen 16 A en sommige bedrijven hebben 25 A).quote:Op maandag 14 november 2005 22:10 schreef HomerJ het volgende:
Even snel vraagje:
Stel: Een stop in de meterkast brand door omdat je teveel apparaten op 1 stroomnet heb aangesloten. Wat is er dan overschreden? Het Vermogen(P in Wat), De stroomsterkte(I in Ampére) of de spanning(U in Volt).
Vanuit het standpunt van de zekering is natuurlijk de spanning overschredenquote:Op dinsdag 15 november 2005 00:19 schreef Shreyas het volgende:
[..]
Dus in principe zijn zowel de stroomsterkte als het vermogen overschreden.
Mmmmmmmmm....als ik nou bv schrijf ( met de integraal van -oo naar +oo )quote:Op maandag 14 november 2005 18:37 schreef thabit het volgende:
Als je bijvoorbeeld de integraal neemt van -p naar q en dan de limiet neemt van (p,q) tot (oneindig,oneindig) dan bestaat deze limiet niet.
De fucntie cos(x) gaat nooit naar één punt toe, en blijft altijd tussen 0 en 1 hangen. Er is dus geen limiet aan te wijzen. Volgens mij zit daar de foute aanname die je doet in.quote:Op dinsdag 15 november 2005 12:07 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Mmmmmmmmm....als ik nou bv schrijf ( met de integraal van -oo naar +oo )
int (sinx)= - [ cosx] tussen -oo en +oo ,
= - [ limx-->oo cos(x) - limx--> -oo cos(x) ]
=- [ limx-->oo cos(x) - limx-->oo cos(x) ]
= - limx-->oo ( cosx-cosx )
=0
Waar ga ik dan de fout in?
limx-->oo cos(x) bestaat niet.quote:Op dinsdag 15 november 2005 12:07 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Mmmmmmmmm....als ik nou bv schrijf ( met de integraal van -oo naar +oo )
int (sinx)= - [ cosx] tussen -oo en +oo ,
= - [ limx-->oo cos(x) - limx--> -oo cos(x) ]
=- [ limx-->oo cos(x) - limx-->oo cos(x) ]
= - limx-->oo ( cosx-cosx )
=0
Waar ga ik dan de fout in?
Ok, zit wat inquote:
Hm, vrij makkelijk inderdaad, gewoon:quote:Op woensdag 16 november 2005 09:46 schreef The_Duce het volgende:
Ik heb de volgende vergelijking:
10x + 0,08y = 7x + 0,1y
Kan je laten zien hoe je 't oplost? Ik heb 't al zo'n tijd niet meer gedaan dus ben echt vergeten hoe je zo'n (makkelijke) vergelijking oplost
oneindig betekent gewoon niet eindig. N is een deelverzameling van R en Q, dus die zijn ook zeker oneindig grootquote:Op woensdag 16 november 2005 20:07 schreef teletubbies het volgende:
ik heb hier wat vragen over Oneindige verzamelingen.
de grieken gebruikten een algoritme om na te gaan of een verzameling eindig of oneindig is. Voor oneindige verzamelingen bijv. N geldt:
noem een eindige rij elementen op van V. Bij elke gekozen rij is te beredeneren dat minstens één element van V niet opgenoemd is.
bijv: N is oneindig
1) willekeurige rij: 2,4, 8,111
2) neem M het grootste getal, dus M=111
2) er geldt M+1=112
112 zit in N en 112>111
dus N is oneindig.
wat is eigenlijk de 'moderne' definitie van oneindige verzamelingen? hoezo zijn R en Q ook oneindig?geldt het zelfde principe bij allerlei verzamelingen van getallen?
dank je
http://nl.wikipedia.org/wiki/Manometerquote:Op donderdag 17 november 2005 22:34 schreef .Tarzan. het volgende:
wat is een manometer
Aftelbaar betekent dat je kunt beginnen met de hele verzameling op te noemen, of wel af te tellen, waarbij je zeker weet dat je onderweg geen getallen overslaat. Bijvoorbeeld voor N kun je doen 1,2,3,4,5,..., als je zo doorgaat mis je niets, en je kunt fijn tot in het oneindige doorgaan. Voor Z kun je het ook redelijk systematisch doen. 0, -1, 1, -2, 2, -3, 3, etc. Dan sla je ook niets over. Aftelbaar dus. Je komt natuurlijk niet aan alles toe als je het gaat zitten opsommen, want het is oneindig lang, dus je bent dood voordat je dat lukt. Maar je kunt er in ieder geval zeker van zijn dat je niets hebt overgeslagen. Dat is het belangrijkste voor aftelbaar. Voor Q kan het ook (dat is al wat lastiger), maar voor R is het onmogelijk. Je 'mist' altijd getallen, hoe je ze ook probeert te ordenen. Je laat altijd steekjes vallen. Het precieze bewijs is bekend als het diagonaalargument van Cantor.quote:Op woensdag 16 november 2005 23:25 schreef teletubbies het volgende:
nou.. het klinkt heel logisch oneindig= niet eindig, ik heb wel eens gelezen over aftelbaar overaftelbaar ect. maar het gaat me zeer erom of de gedachtes er achter, hoe zit het dan met de 'hogere' logica?
is er een link naar op internet? een artikeltje of een dictaat?
handigquote:Op donderdag 17 november 2005 23:58 schreef Sphere2k4 het volgende:
[..]
http://nl.wikipedia.org/wiki/Manometer
ik neem ff de tjd om dit door te lezen!quote:Op vrijdag 18 november 2005 00:24 schreef Nem0 het volgende:
[..]
Aftelbaar betekent dat je kunt beginnen met de hele verzameling op te noemen, of wel af te tellen, waarbij je zeker weet dat je onderweg geen getallen overslaat. Bijvoorbeeld voor N kun je doen 1,2,3,4,5,..., als je zo doorgaat mis je niets, en je kunt fijn tot in het oneindige doorgaan. Voor Z kun je het ook redelijk systematisch doen. 0, -1, 1, -2, 2, -3, 3, etc. Dan sla je ook niets over. Aftelbaar dus. Je komt natuurlijk niet aan alles toe als je het gaat zitten opsommen, want het is oneindig lang, dus je bent dood voordat je dat lukt. Maar je kunt er in ieder geval zeker van zijn dat je niets hebt overgeslagen. Dat is het belangrijkste voor aftelbaar. Voor Q kan het ook (dat is al wat lastiger), maar voor R is het onmogelijk. Je 'mist' altijd getallen, hoe je ze ook probeert te ordenen. Je laat altijd steekjes vallen. Het precieze bewijs is bekend als het diagonaalargument van Cantor.
Logica komt in verschillende smaken. Propositionele, predikaatlogica, hogere orde predikaatlogica, modale logica. Propositionele logica bestaat uit proposities (Zoals: 'het regent', of 'het is laat') en bepaalde verbindingen, zoals 'of' 'en' of 'als ... dan'. Meestal aangeduid door symbooltejs als '\/' '/\' en '->'. Proposities worden ook wel afgekort tot één letter. Dus stel dat 'r' betekent 'het regent' en 's' 'de straat is nat' dan schrijven we 'r -> s' voor als het regent, dan is de straat nat.
Irritant is dat je hiermee niet iets kunt zeggen als: 'Voor elk getal x geldt dat er een getal y is zodat y de opvolger van x is'. Daarvoor heb je predikaatlogica nodig. Dan komen de 'omgekeerde A' en 'gespiegelde E' kijken (Kwantoren genoemd). Zeg dat S(x) de opvolger van het getal x aanduidt. Dan maken we een zin als: A x: Ey: y = S(x). Lees dit als: Voor elke x is er een y zodat y de opvolger van x is. Dit drukt in zekere zin de oneindigheid van de getallen uit (eventueel zou je nog extra kunnen specificeren dat x een getal moet zijn).
Wat hier het geval is dat je dus een variable 'x' kunt invullen in plaats van een bepaalde propositie met een vaste betekenis. We hoeven hier niet per se over het getal 4 of 5 te praten, maar praten over alle getallen. Wat echter niet mag is de predikaten (dat zijn de dingen als S(x), die wat zeggen over zo'n variable) variabel maken. Dat wordt hogere orde logica. Modale logica neemt weer een wat andere benadering (dat gaat me even te ver voor vannacht).
Op het internet vind je Karlis Podnieks introductie. Deze is visueel niet echt aantrekkelijk en wat droge kost. Voor de rest weet ik zo snel niet echt wat te vinden op het internet. Zoek op iets als 'introduction' en 'propositional logic' of iets dergelijks.
Je moet wellicht wel een beetje voeling voor de stof krijgen (bovenstaande is echt heel summier). Let trouwens op op de symbolen die gebruikt worden voor 'en' en 'of' en 'als .. dan'. Die willen soms nog weleens wat verschillen.
Zo simpelquote:Op zondag 20 november 2005 22:19 schreef Johan-Derksen het volgende:
niet helemaal onderbouw maar de rest mag je zelf doen:
De laagste combi is 25 + 30 + 25 = 80
De grootste is 45 + 45 + 40 = 130
Alle mogelijkheden zijn "dus" 80, 85, 90, 95, 100, 105, 110, 115, 120, 125 en 130
Ik maak hier hele grote stappen die jij zelf even moet "verklaren" voordat je dit als correct mag noteren.
Ik neem aan dat ik je wel de hint heb gegeven waar je mee verder kan
Een dergelijk probleem kan je ook oplossen met behulp van polynomenquote:Op zondag 20 november 2005 22:07 schreef Merkie het volgende:
Weet niet zeker of dit bèta, maar een vraagje speciaal van een aan een boom groeiende vriend van mij:
Je hebt 4 tentenstokken die uit 3 onderdelen bestaan:
Onder: 25, 30, 40, 45
Midden: 30, 35, 40, 45
Boven: 25, 30, 35, 40
Vraag: hoe bereken je het aantal verschillende lengtes? Je kan het wel handmatig uitwerken, maar dat duurt lang en het moet simpeler kunnen. Het antwoord zou 11 zijn, maar hoe bereken je dat het best en het snelst?
Inductie werkt inderdaad. Je kunt een polynoom in n variabelen zien als een polynoom in 1 variabele met coefficienten in het breukenlichaam van de polynoomring in n-1 variabelen.quote:Op maandag 21 november 2005 16:48 schreef Pietjuh het volgende:
Hier een algebra vraagje:
Stel je hebt een oneindig lichaam K. Beschouw de polynoomring in n variabelen over K, namelijk R= K[X1,...,Xn]. Laat zien dat geen enkel polynoom in deze ring aanleiding geeft tot dezelfde functie K^n --> K.
Ik weet dat interpolatieformule van lagrange je vertelt dat voor n=1 elk polynoom aanleiding geeft tot een unieke functie van K --> K, maar ik weet niet of ik dit resultaat op de een of andere manier kan gebruiken voor algemene n. Als je nu inductie toepast op n zou je het mischien kunnen doen. Als je namelijk de evaluatieafbeelding loslaat op een van die variabelen, krijg je een polynoomring in n-1 variabelen over K, en volgens de inductiehypothese geeft elk polynoom in die ring aanleiding tot een unieke functie K^n-1 --> K. Nu moet ik dus nog op de een of andere manier laten zien dat dit betekent dat je ook een unieke functie K^n --> K hebt voor elk polynoom in R.
Iemand enige suggesties?
Mja misschien dat dit wel een goede manier is. Ik zou zeggen: beschouw het verschil, en schrijf dit als som_{0<= i <= n} (X_n)^i g_i(X_0,...X_{n-1}), en pas de inductiehypothese toe. Ik denk dat dat wel gaat werken.quote:Op maandag 21 november 2005 16:51 schreef McCarthy het volgende:
als je nou van die 2 poly het verschil neemt, kan je daar niks uit afleiden?
Als de rij x_1, x_2, ... gegeven is, kun je denk ik kijken naar de rij S_1, S_2, ..., waarbijquote:Op maandag 21 november 2005 14:03 schreef ijsklont het volgende:
Simpel topologie vraagje:
Zij X een compacte, metrische ruimte. Ik heb al bewezen dat elke dalende keten van niet-lege, gesloten deelverzamelingen een niet-lege doorsnede heeft. Hiermee wil ik bewijzen dat elke rij een convergerende deelrij heeft. Ik weet niet echt waar ik moet beginnen, is weer een tijdje geleden dat ik met topologie bezig ben geweest.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |