De Belastingdienst kan de hypotheekrenteaftrek binnen een paar jaar niet meer naar behoren uitvoeren. Dus wordt er gezocht naar manieren om de regeling te vereenvoudigen. Maar elke variant, van afschaffen tot uitbreiden, levert ernstige problemen op.
Op 1 januari 2031 is er 30 jaar verstreken sinds de grote stelselwijziging van de inkomstenbelasting per 2001. Een van de belangrijkste nieuwigheden in 2001 was de beperking van de hypotheekrenteaftrek. Wie een huis voor eigen bewoning koopt, mag de rente op de bijbehorende hypotheek sindsdien nog maar maximaal 30 jaar in aftrek nemen op het inkomen. Tot 2001 was de rente op de hypotheek voor het eigen huis tot in lengte van jaren aftrekbaar.
EEN GROOT PROBLEEM
De beperking van 2001 laat zich op 1 januari 2031 voor het eerst gelden. Wie op die datum nog een hypotheekschuld heeft die er op 1 januari 2001 ook al was, mag de rente daarvan niet meer in aftrek brengen op het inkomen. Daarmee vervalt voor velen de maandelijkse of jaarlijkse teruggave van de Belastingdienst.
Er is alleen een groot probleem. De Belastingdienst heeft geen gegevens over de hypotheken van 1 januari 2001. En banken ook niet. Dus moet de Belastingdienst vanaf 2031 de belastingaanslag baseren op de gegevens die huiseigenaren zelf opgeven. Ander probleem: ook huiseigenaren hebben vaak geen idee meer hoe het op 1 januari 2001 zat met de hypotheek.
DE VERMOGENSTAKS DREIGT TE SNEUVELEN. WAT BETEKENT DAT VOOR U?
De Belastingdienst moet daardoor vanaf 2031 een regeling uitvoeren waarvoor betrouwbare gegevens ontbreken. De kans is groot dat huiseigenaren meer of minder opzettelijk een foutief bedrag aan aftrekbare rente invullen bij de jaarlijkse aangifte voor de inkomstenbelasting, wat tot een verkeerde belastingaanslag leidt.
ADMINISTRATIEF MONSTER GROEIDE ALLEEN MAAR
De regels rond de hypotheekrenteaftrek (formeel: de eigenwoningregeling) zijn nu al nauwelijks meer te volgen. Sinds 2004 geldt kort gezegd de regel dat bij een verhuizing de overwaarde op het verkochte huis moet worden gebruikt om het nieuwe huis van te financieren (de bijleenregeling is ingewikkelder dan dat). En sinds 2013 moeten starters op de huizenmarkt de hypotheeklening binnen 30 jaar aflossen (aflossingseis). Starters kiezen sinds 2013 vrijwel altijd voor de annuïteitenhypotheek. Voor die tijd was het te doen gebruikelijk om een deel van de hypotheek aflossingsvrij te lenen, maar dat levert voor starters sinds 2013 geen renteaftrek meer op.
Op zich zijn de regelingen duidelijk, behalve als partners samen een huis kopen en daarna hun relatie verbreken. Dan krijg je de poppen echt aan het dansen. Stel dat de ene partner in het huis blijft wonen en de ander naar een huurwoning verhuist. Om vervolgens na een paar jaar opnieuw te trouwen en daarna met de nieuwe partner een huis te kopen. Hoe zit het dan met de bijleenregeling en de aflossingseis? En wat gebeurt er na nog weer een scheiding?
Praktijkgevallen leidden tot hevige discussies tussen deskundigen. Afgelopen jaar kwam er reparatiewetgeving, omdat de zaken nog ingewikkelder werden door het sinds 2018 geldende nieuwe huwelijksvermogensrecht. Niemand wist meer hoe het zat.
INGRIJPEN GOED TE VERDEDIGEN
Het valt alleen al gezien de uitvoerbaarheid te verdedigen dat er iets moet gebeuren aan de hypotheekrenteaftrek. Bovendien werkt de hypotheekrenteaftrek ook nog eens economisch verstorend: huizen worden er duurder door, de schuldenberg hoger.
Op 12 februari zag een ambtelijk ‘bouwstenen-rapport’ het daglicht, met daarin 81 maatregelen die het komende kabinet kan nemen om het belastingstelsel in zijn geheel te vereenvoudigen. Voor het vereenvoudigen van de hypotheekrenteaftrek legden de ambtenaren drie opties op tafel.
OPTIE 1 MEER HYPOTHEEKRENTEAFTREK
De eerste optie is een uitbreiding van de aftrek, door te snoeien in de beperkingen. De maximale termijn van 30 jaar hypotheekaftrek vervalt (dat is gunstig voor kopers die nog aflossingsvrije hypotheken hebben) en de bijleenregeling ook. Alleen de aflossingseis blijft staan: starters moeten nog steeds binnen 30 jaar hun hypotheek aflossen.
Deze uitbreiding van de hypotheekrenteaftrek kost de schatkist wel geld. Naar schatting 1 miljard euro per jaar extra, wat boven op de huidige ruim 8 miljard euro aan belastingderving door de hypotheekrenteaftrek komt
Door het eigenwoningforfait flink op te trekken, kan die extra derving worden opgevangen. Dat forfait, een bij het inkomen op te tellen bedrag van nu nog 0,45 procent over de WOZ-waarde, gaat in stappen omhoog naar 0,95 procent over de WOZ-waarde. Ook vervalt de ‘Wet Hillen’. Die zorgt er nu nog voor dat huiseigenaren met een afgelost huis niet het volle pond kwijt zijn aan het eigenwoningforfait.
Is de regeling dan wel uitvoerbaar? Op zich wel, alleen is de Belastingdienst bang voor stapels klachten van huiseigenaren die hun hypotheek hebben afgelost en straks veel meer belasting moeten betalen dan nu. Ander probleem: door de aflossingseis en overgangsregelingen voor bestaande hypotheken, blijft het uitvoeringscircus deels in stand en de hypotheekrenteaftrek blijft de economie verstoren.
OPTIE 2 GEEN HYPOTHEEKRENTEAFTREK, WEL EIGENWONINGFORFAIT
In optie 2 stellen de ambtenaren voor om de hypotheekrenteaftrek voor iedereen in 20 jaar tijd af te bouwen. Over 20 jaar bestaat er dan geen hypotheekrenteaftrek meer. Het eigenwoningforfait blijft wel bestaan.
Maar dat levert een juridisch probleem op, omdat het niet strookt met de grondbeginselen van de belastingheffing. Als je het huis belast in de inkomstenbelasting, dan moet de hypotheekrente ook aftrekbaar zijn. Breek je met dat beginsel, dan kan dit plan al heel snel sneuvelen bij de rechter. Geen goed plan dus.
OPTIE 3 DEFISCALISERING
De derde optie lijkt het meest voor de hand te liggen. Schaf de hypotheekrenteaftrek in 20 jaar af, evenals het eigenwoningforfait. Dan ben je binnen 20 jaar van alle bovengenoemde problemen af.
Maar dat is helaas wel buiten de waard gerekend. Want met het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, verschuift de hypotheekschuld van box 1 naar box 3 (de belasting op spaargeld en ander vermogen, verminderd met schulden). Dat betekent dat vooral de rijkere huishoudens volop profiteren, want die hebben het meeste box 3-vermogen en kunnen dat vermogen verlagen met de hypotheekschuld.
Huishoudens zonder veel ander vermogen hebben niets aan een schuld in box 3, want er zat al niets of weinig in de vermogensbox.
Nu zou er een regeling kunnen worden ingevoerd die stelt dat schulden voor het eigen huis niet in box 3 mogen vallen. Maar dan kom je van de regen in de drup. Want welke schuld is dan de ‘eigenwoningschuld’? Gelden voor schulden die niet naar box 3 mogen dan ook weer aflossingseisen, maximale aftrektermijnen en de bijleenregeling? In dat geval blijft het hele uitvoeringscircus bestaan, alleen verschuift het probleem naar een andere box.
En dan is er nog het probleem dat veel huizenkopers hebben gerekend op het voordeel van de hypotheekrenteaftrek. Vervalt dat voordeel, dan komen veel huiseigenaren mogelijk financieel in de problemen. Weliswaar kunnen de tarieven in de inkomstenbelasting omlaag, want er komt na het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek jaarlijks zo’n 8 miljard euro extra belasting binnen. Maar het voordeel van lagere belastingtarieven zal voor veel huishoudens toch niet opwegen tegen het nadeel van de vervallen hypotheekrenteaftrek.
NIET GENOEMDE OPTIE
De voor de hand liggende optie die de ambtenaren niet benoemen, is een verschuiving van het eigen huis van nu nog box 1 naar box 3. Het huis wordt dan op dezelfde manier belast als ander box 3-vermogen, zoals spaargeld, beleggingen en vakantiehuizen. En de hypotheekschuld komt op dezelfde manier op het vermogen in mindering.
Aan die optie kleven ook nadelen. Het plan ligt op tafel om vanaf 2027 koerswinst op aandelen en vastgoed te belasten in box 3. Zou het eigen huis naar box 3 verhuizen, dan krijgt iedereen die zijn huis verkoopt met winst een forse belastingaanslag. Nu is de verkoopwinst op het eigen huis nog belastingvrij.
Maar ook de schatkist loopt risico’s, want als de huizenmarkt net als in de periode van 2009 tot en met 2013 forse tikken krijgt, dan komt er nauwelijks nog box 3-belasting binnen door de massale verkoopverliezen.
Hopelijk is de discussie voor 2031 beslecht.
https://www.ewmagazine.nl(...)_Nieuwsbrief_Header_