Etappe 17: Digne-les-Bains - Pra Loup, 161 kmDe laatste rustdag is geweest, het is tijd voor de laatste loodjes. De tweede week was eigenlijk een redelijk tegenvallende week. Direct na de eerste rustdag vernederde Froom de tegenstand en wist hij de Tour al te beslissen. Dit leidt natuurlijk altijd tot de nodige beschuldigingen, maar daar had Sky wat op bedacht. Er werden wat gegevens openbaar gemaakt. Is alleen wel lullig als dan al vrij snel blijkt dat er niet veel van die cijfers klopt. Wel een leuke poging! Er zijn ongetwijfeld ook genoeg naļeve mensen die er weer in zullen trappen. Want naļef, dat willen heel veel mensen nog steeds zijn. Praten over doping, dat mag niet. Geen idee in welke wereld die mensen leven, maar ze zijn er. Doping is bij deze sport net zo essentieel als het hebben van twee wielen. Zonder gaat het hele feest niet door. Na de rit waarin Froome de Tour won kregen we een paar ritten voor de vluchters. Majka was ineens weer in vorm en wist een rit te winnen. Een dag later pakte Rodriguez zijn tweede rit. Voor het algemeen klassement gebeurde er niet veel, het was redelijk saai. De dertiende etappe naar Rodez werd gewonnen door Greg Van Avermaet. Ik geloof het eigenlijk nog steeds niet, maar ik heb wel flink wat olvarit ingeslagen. De veertiende rit was misschien wel de mooiste rit van vorige week. Twee Fransen leken voor de overwinning te gaan, maar Stephen Cummings was ze te snel af. Een overwinning voor de Afrikaanse ploeg MTN-Qhubeka op Mandela Day. De vijftiende rit werd er weer een voor Greipel, was de eerste massasprint sinds de zevende rit. Op de dag voor de rustdag ging de overwinning naar een vertegenwoordiger van het oude wielrennen, Rubén Plaza. Voor het klassement gebeurde er weer niet veel, Barguil moest voor alle spanning en sensatie zorgen door Geraint Thomas in het skoekeloen te smijten. Nu is het tijd voor de slotweek, hoewel die week al even bezig is. We gaan de Alpen in, vier dagen achter elkaar flink klimmen, met drie aankomsten bergop. De eerste van die aankomsten is op Pra Loup, met de Col d'Allos ervoor. Kennen we nog van de Dauphiné van dit jaar.
![YC2un53.png]()
![PROFIL.png]()
De eerste van vier bergritten op een rij start in Digne-les-Bains. Het is de 13e keer dat de Tour hier is. Voor het laatst was dat in 2008, de 14e rit in de Tour van dat jaar zou van Nīmes naar Digne-les-Bains gaan en gewonnen worden door Oscar Freire. In 2005 was er een rit van Brianēon naar Digne-les-Bains, deze rit werd gewonnen door de Franse rittenkaper David Moncoutié. Hij won op 14 juli en bezorgde de Fransen een mooie feestdag. Met Eddy Merckx heeft Digne-les-Bains nog een grote naam op de erelijst staan, hij won in 1969 een rit met finish in dit stadje met 18.000 inwoners in het departement Alpes-de-Haute-Provence. Er vertrokken ook wel eens ritten hier. Een dag na de overwinning van Merckx in 1969 vertrok de rit in Digne-les-Bains om in Aubagne te eindigen. Met Felice Gimondi won er toen weer een grootheid. De vijfde rit van het Criterium du Dauphiné 2014 zou ook starten in Digne-les-Bains. Deze rit is een kopie van die rit. Voor veel renners is het dus bekend terrein. Voor de start is er nog een minuut stilte, ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de crash met een toestel van GermanWings in maart 2015. Dat vliegtuig stortte in deze omgeving neer.
![Digne_les_bains_-_vue_est.jpg]()
Enkele kilometers buiten Digne-les-Bains start de etappe echt. Direct na de start is er al een klein klimmetje, de Col de l'Ome. Een klein beetje vals plat omhoog, ongetwijfeld wel vervelend net na de rustdag. De renners fietsen langs het Ravin de Saint Jean, een ravijn waar mensen nog wel eens in willen klimmen. Hoeven de renners niet te doen, er volgt na het korte klimmetje een korte afdaling en daarna is het een aantal kilometer redelijk vlak. Richting de eerste serieuze col van de dag loopt het weer vals plat omhoog. De renners volgen de rivier L'Asse, die na een tijdje van naam veranderd in L'Asse de Blieux. Na 33 kilometer verlaten de renners die rivier, als ze het gehucht La Tuilličre passeren. Hier begint bijna de eerste klim van de dag, de Col des Lčques. Een beklimming van derde categorie die zes kilometer lang is en 5,3% gemiddeld.
![ya81th2h0k8c88s84w0scgk-col_des_leques_la_tuiliere_profile.gif]()
In werkelijkheid is de klim dus iets langer dan zes kilometer, maar het begin is niet echt interessant. Het is niet echt een zware klim, maar net na de rustdag willen mensen nog wel eens stramme benen hebben. We krijgen nog veel meer klimwerk, dus dit is wel een mooie opwarmer. Het stuk aan 8,8% is wel zwaar te noemen, wel jammer dat het daarna weer vlak wordt. Richting de top toch nog 6,6%, dat is zo makkelijk nog niet. Het is een mooi klimmetje, regelmatig goed uitzicht over de vallei en ook enkele mooie rotswanden langs de klim. Ook mogen de renners onder een mooie boog door. De klim zal de uitzending niet halen, dat is wel bijzonder spijtig. De omgeving hier mag je best prachtig noemen. Boven op deze col is er een afdaling van een kilometer of negen richting Castellane. Geen hele lastige afdaling, wel weer een mooi uitzicht. Een aantal haarspeldbochten, maar die zien er niet echt moeilijk uit. Na 48,5 kilometer komt het peloton in Castellane uit, wat best een mooi dorpje is. Lang zal daar echt niet van genoten worden, bij de eerste mogelijkheid gaan ze meteen linksaf het dorp weer uit.
![col-des-leques_08_orig.jpg]()
![col-des-leques_10_orig.jpg]()
Van Castellane fietsen de renners naar het Lac du Castillon. Mooi meertje, niks mis mee. Vlak na Castellane is er weer een klein klimmetje, daarna is het een kilometer of 10 vlak richting Saint-Julien-du-Verdon. Na het passeren van dit gehucht begint de tweede klim van de dag, de Col de Toutes Aures. Niet echt een bijzondere col qua percentages, deze beklimming van de derde categorie is zes kilometer lang en 3,1% gemiddeld. Makkelijke klim dus, paar stukjes nog aan 4%, maar over het algemeen gewoon vals plat te noemen. Een klim die het vooral van de omgeving moet hebben. Dat is allemaal weer prima in orde. Een afdaling van een kilometer of 11 volgt, maar dat is geen hele lastige afdaling. Wel genoeg bochten, maar de weg is redelijk breed en het ziet er allemaal niet zo gevaarlijk uit. Net voor het dorpje Annot zijn de renners na 78 kilometer beneden en gaan ze op weg naar de volgende klim.
![02-toutes-aures_orig.jpg]()
Als Annot echt wordt gepasseerd na 80 kilometer begint het weer omhoog te lopen. Er zijn weinig vlakke kilometers in deze rit, het gaat nu vijf kilometer vals plat omhoog voor de derde klim van de dag gaat beginnen. De Col de la Colle Saint-Michel begint na 85 kilometer en is een beklimming van de tweede categorie. 11 kilometer lang en 5,2% gemiddeld, ook niet echt een zware klim. Wel vrij lang, in totaal zelfs 18 kilometer. De eerste kilometers die niet mee worden geteld is het ook nog niet zo zwaar. Een paar kilometer aan 2% en een paar kilometer aan 4%. Na het passeren van Le Fugeret begint de klim echt en zal het continu omhoog lopen tussen de 4 en 6&. Echt steil zal het niet worden, 6,2% schijnt de zwaarste strook van deze klim te zijn. Vooral door de lengte kan het nog lastig worden, qua percentages is het niet indrukwekkend. Na 96 kilometer komen de renners boven en gaan ze weer een stukje dalen. Daarna gaat er geklommen worden naar Allos. Hier zal de koers waarschijnlijk voor het eerst pas een beetje interessant worden.
![Col_de_la_Colle_Saint_Michel_Les_Scaffarels_profile.gif]()
![97208444.jpg]()
De afdaling van de Colle Saint-Michel is maar kort, maar wel nog heel listig. Vooral door het smalle weggetje waarover de renners moeten afdalen. Het is echt een heel smalle weg, als je hier een lekke band krijgt of een ander probleem hebt met de fiets heb je een probleem. Kan wel een tijd duren voor er een auto bij je is. Wel een mooie afdaling, de renners dalen af langs de rotsen. Een paar lastige bochten, vooral door de smalheid. Af en toe vrij lastig in te schatten, maar in de Dauphiné kwam iedereen hier ook door zonder ongelukken. Gelukkig is de afdaling maar kort, al vrij snel komen de renners uit in de vallei van de rivier Le Verdon. In deze vallei is het niet vlak, het begint al vrij snel omhoog te lopen. Na 111 kilometer komen de renners door Beauvezer, waar de tussensprint is. Richting de tussensprint loopt het op, maar in de laatste kilometer voor de tussensprint is het even vlak. Zal niet echt veel uitmaken, Sagan zal ongetwijfeld in de aanval gaan maar verder zullen er op dit moment niet veel sprinters meer bij zijn. Na de tussensprint gaat het gestaag verder omhoog en worden Villars-Colmars en Colmars-les-Alpes gepasseerd. In Colmars staan twee forten, wat een luxe. Het Fort de France en het iets mooiere Fort Desaix.
![MJ5tkTSqLbJnN8Rllq6_Qm1o8ms.jpg]()
De renners fietsen verder langs de Verdon en komen na 123 kilometer uit in Allos. Hier gaat logischerwijs de Col d'Allos beginnen. Sinds de Galibier uit het parcours is geschrapt is dit het dak van de Tour. Hoger dan de 2250 meter van de Col d'Allos zullen we niet gaan. Degene die als eerste boven is op deze col zal de Souvenir Henri Desgrange krijgen, een aardige som geld. De Col d'Allos is 14 kilometer lang en 5,5% gemiddeld. Vooral lastig vanwege de lengte dus, qua percentages is het niet de spannendste klim van deze Tour. Wel een heel onregelmatige klim, begint aan 7%, maar daarna wordt het weer even wat makkelijker. Vervolgens weer 7%, om een stuk aan 6% ineens een kilometer aan 2% te krijgen. Richting La Foux d'Allos blijft het een beetje zo schommelen. Pas na het passeren van dit skidorpje, na een kilometer of zeven klimmen, wordt het interessant. De renners komen nu in een gedeelte met haarspeldbochten terecht en hier is de klim steiler. Er zitten nog wel wat makkelijke stroken tussen, maar ook flinke stukken aan 7 en 8%. De laatste zeven kilometer van de Col d'Allos zijn best lastig. Pas richting de top wordt het weer wat makkelijker. Als La Foux d'Allos gepasseerd is en de renners rechtsaf slaan om aan het tweede deel van de klim te beginnen wordt de weg ook een stuk smaller. Nog breed genoeg om met een paar man naast elkaar te fietsen, het zal vooral interessant zijn in de afdaling.
![PROFILCOLSCOTES_1.png]()
![08_Allos_S_d__orig.jpg]()
De Col d'Allos was vroeger een populaire beklimming. Tussen 1911 en 1939 kwam de klim 25 keer voor, bijna ieder jaar dus. Met Gino Bartali, Lucien Petit-Breton en Octave Lapize zijn hier ook best bekende renners als eerste boven gekomen. Sinds 1939 is de Col d'Allos nog maar 8 keer beklommen. De laatste keer was in 2000, toen kwam de Fransman Pascal Hervé als eerste boven. Nu, 15 jaar later, komt deze klim dus weer eens terug. Best een mooie klim, hoewel het niet de lastigste klim is van deze ronde. De spanning en sensatie zal wellicht moeten komen van de afdaling. Dit is een gevaarlijke afdaling, dat hebben we niet al te lang geleden nog kunnen zien in de Dauphiné. Op de beklimming gebeurde niet veel. Sky reed zoals altijd strak tempo en er werden een hoop renners gelost. Toch bleven er ook nog redelijk wat over, van een klein groepje kon je niet spreken. Bardet sprong net voor de top van de Col d'Allos weg en stortte zich naar beneden. Hij nam alle risico's van de wereld en dat leverde hem best veel op. Beneden had hij een voorsprong van anderhalve minuut op de groep, aangevoerd door Team Sky. Je kan enorm veel tijd pakken in deze afdaling en dat heeft te maken met het feit dat het een best lastige afdaling is. De weg is nog steeds smal en er zijn redelijk wat bochten. Ook nu zal Sky weer niet teveel risico willen nemen en ben je als aanvaller in het voordeel. Wel opletten dat je niet net als Bardet een paar keer bijna tegen een rotswand knalt of haast uit de bocht vliegt. Het is geen afdaling met veel haarspeldbochten, vooral korte bochtjes waardoor je niet echt ziet waar je uit gaat komen.
![02_Allos_Nord__orig.jpg]()
![svzBLVS.png]()
Na deze lastige afdaling, die een kilometer of 16 lang is, komen de renners door Uvernet-Fours. Hier slaan ze na 155 kilometer linksaf en gaat de slotklim naar Pra Loup beginnen. De slotklim is 6,1 kilometer lang en 6,5% gemiddeld. Qua gemiddelde stijgingsgraad is dit de lastigste klim van de dag, maar het is natuurlijk wel een stuk korter dan de Col d'Allos. De klim begint makkelijk, een kilometertje aan 5,5%, maar daarna wordt het wel wat zwaarder. Tot de finish komt het niet meer onder de 6%, met af en toe een uitschieter naar 8%. Er zijn zelfs profielen die spreken van stroken aan 10%. Geen verschrikkelijk lastige klim, maar de opeenvolging van klimmen kan altijd voor spektakel zorgen. De slotkilometer is volgens het profiel van de Tour zelf het lastigste, richting de streep loopt het best gemeen op. Dit klopt ook wel, in de Dauphiné ontstonden nog best aardige verschillen op deze klim. Bardet had aan de voet anderhalve minuut voorsprong, aan de finish had hij nog maar een halve minuut over. Sky had flink op kop geramd en het groepje werd op die manier best uitgedund. Er kwamen niet veel renners in dezelfde tijd binnen. Tejay Van Garderen pakte zelfs nog een paar seconden op Froome, gekkenhuis. Zo'n slechte etappe hoeft het dus niet te zijn, in de afdaling kan je flink tijd pakken en op de slotklim zelf ontstonden iets meer dan een maand geleden nog best wat verschillen.
![2015_criterium_du_dauphine_stage5_romain_bardet_wins1a.jpg]()
Pra Loup is een skiresort, er wonen hier amper mensen. Alleen in de winter, dan is er genoeg te doen. 43.000 bedden volgens het roadbook, best een aardig aantal. Ook in de zomer is er wel wat te doen, zo kan je in deze omgeving natuurlijk mountainbiken. Ook paragliding is een optie. Het is de derde keer dat er in de Tour een aankomst in Pra Loup is. De eerste keer was in 1975, toen de rit werd gewonnen door Bernard Thévenet. Eddy Merckx had al vijf keer de Tour gewonnen, maar in 1975 ging het mis. Een dag voor de rit naar Pra Loup kreeg Merckx een klap van een supporter. Hoeveel last hij daar van had kan niemand inschatten, maar Thévenet was in ieder geval een dag later flink sterker en zou uiteindelijk ook die Tour winnen. In 1980 was er weer een aankomst in Pra Loup. De overwinning ging nu naar de redelijk onbekende Belg Jos Deschoenmaecker. Het verhaal van die etappe was natuurlijk vooral de valpartij van Joop Zoetemelk. Johan van der Velde reed in dienst van Joop, maar maakte een rare zwieper en haalde daarmee Zoetemelk onderuit. Het was een val zonder erg en Zoetemelk kon zijn weg snel vervolgen. Hij zou de Tour van 1980 winnen, zoals we allemaal wel weten.
![44806592.jpg]()
Er wordt regen voorspeld. Best veel regen en ook best een grote kans daarop. Voor de renners is het niet te hopen, er zijn een paar lastige afdalingen tijdens deze rit en die gaan met wat nattigheid niet makkelijker worden. Vooral de afdaling van de Col d'Allos is al lastig genoeg, met wat regen erbij lijkt het me niet echt zinvol om nog veel risico's te gaan nemen. Redelijk grote kans op regen dus, maar de weerberichten kloppen vaker niet dan wel. Kan ook alsnog gewoon enorm droog zijn natuurlijk. Het zal iets minder warm zijn dan voor de rustdag. Nog steeds wel kans op 30 graden, maar dat is al minder dan 35 graden. Om 12:45 zullen de renners aan de start staan en 10 minuten later begint de koers echt. Tussen 15:44 en 16:01 zullen de renners Allos passeren en daar begint de Col d'Allos. Met een beetje geluk kan tegen die tijd het gulpje open. In Pra Loup worden de renners verwacht tussen 16:50 en 17:17. Sporza zal er weer bij zijn om 14:15 en de NOS ongetwijfeld ook.
De laatste week, een laatste week waarin voor het algemeen klassement al best veel bepaald is. Het is maar de vraag of er nog ploegen zijn die de boel willen controleren. Sky zal dat niet meteen gaan doen. Misschien dat ze nog een rit willen willen, maar dan lijken de ritten naar Alpe d'Huez en La Toussuire wat betere mogelijkheden. Ik schat in dat deze etappe weer voor wat vluchters gaat zijn. Movistar zal wellicht nog wat willen proberen in de afdaling van de Col d'Allos en misschien ook wel tijdens de klim, maar voor die tijd zullen ze het niet controleren. Er zullen niet veel ploegen zijn die zin hebben om de hele dag te controleren. Tegen de tijd dat er gekoerst gaat worden zal er wel een kopgroep zijn met een flinke voorsprong. Weer tijd om dan vijf willekeurige namen te worden, die nu misschien wat minder willekeurig gaan worden omdat bepaalde renners bijna iedere dag in de aanval zijn.
1. Izagirre. Af en toe moet je gewoon een Baskische baas noemen. Ik heb geen idee of Movistar überhaupt van plan is om mannetjes in de aanval te sturen, maar als ze dat van plan zijn is Gorka de ideale kandidaat. Gorka is namelijk de zoon van een veldrijder en heeft zelf ook wel eens door de modder gefietst. Een logisch gevolg is dat hij fantastisch kan sturen en ook fantastisch kan dalen. Doet wat Bardet deed in de Dauphiné, maar dan nog beter.
2. Uran. Ook al een keer in de aanval geweest, maar dat werd niet echt een groot succes. Zal vast wel een nieuwe poging willen wagen om zijn redelijk treurige Tour iets op te fleuren.
3. Jungels. Was voor de rustdag al in de aanval, als hij slim is gaat hij gewoon weer. Kan ook best aardig dalen, dus deze rit moet hem nog wel liggen. Een topklimmer is het niet, maar een beetje tempo rijden kan hij wel aan.
4. Kelderman. Het wordt wel eens tijd dat de Djumbo's in de aanval gaan. Al dat beschermen van Gesink is ook niet echt om een bol broekje van te krijgen. Helaas kan Wielco niet dalen, dus een overwinning zit er weer niet in. Wel positief als ie überhaupt een keer in de aanval gaat. Kruijswijk mag ook, maar die kan ook niet dalen. Een overwinning wordt weer lastig.
5. Meintjes. Louis was heel goed in de Dauphiné, werd toen zesde in die rit. Nu zal hij het van een aanval moeten hebben, dan kan hij die prestatie misschien herhalen of zelfs verbeteren. Ik vrees alleen wel een beetje voor zijn vorm, lijkt toch niet echt goed meer te zijn. Gelukkig is Michel Cornelisse wel de beste ploegleider ooit aller tijden ter wereld, dus lacht hij Louis met zijn Amsterdamse humor wel naar voren.