quote:
Illustratief filmpje. Het laat zien hoe Harris bij de eerste zinnen die hij zegt al de mist in gaat, omdat hij, zoals velen, niet uit zijn materialistische, dualistische denkwijze kan stappen, en daarom meent dat om los van een brein te kunnen bestaan, het bewustzijn een soort onbekende, spookachtige fysische substantie, een soort 'ectoplasma' zou moeten zijn, naast alle andere fysische dingen in ruimte en tijd. Omdat hier geen enkel wetenschappelijk bewijs voor is vindt hij zoiets heel onwaarschijnlijk.
Uitgaande van materialisme is zijn conclusie natuurlijk correct. Anders gezegd: zijn conclusie is alleen terecht gegeven zijn uitgangspunt. Maar het is dat uitgangspunt dat onwaarschijnlijk is.
Hij meent ten onrechte dat het materialisme pas een 'ectoplasma' probleem heeft bij de vraag of er (een bepaalde vorm van) bewustzijn mogelijk is zonder een brein. Maar dat is niet zo. Het probleem is er net zo goed als er wel een brein is. Dingen als blauw, warm, geluid e.d. zijn geen eigenschappen van fysische systemen zoals breinen. Er is ook geen enkel wetenschappelijk bewijs dat ze bestaan. We weten dat alleen door introspectie, omdat we ze zelf ervaren. Ze ontstaan pas wanneer er sprake is van perceptie door een bewust wezen. Het zijn geen onderdelen van een werkelijkheid onafhankelijk van perceptie. Het zijn een soort mentale dingen. Uitgaande van materialisme zou je moeten denken aan een soort 'ectoplasma', dat door emergentie tevoorschijn komt uit een complex fysisch systeem zoals een brein. Maar, zoals Harris terecht opmerkt, daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor.
Als je het bestaan van bewustzijn niet wil ontkennen is het dus het meest waarschijnlijk dat er iets mis is met het uitgangspunt, dat zegt dat de werkelijkheid zoals hij echt is bestaat uit bewustzijnsloze, doelloze en zinloze 'fysische dingetjes' (zoals atomen of supersnaartjes of wat dan ook) in een ruimtetijd, die op onbekende, raadselachtige wijze bewustzijn, doel en zin hebben voortgebracht.
Het is waarschijnlijker dat het andersom is: de werkelijkheid is 'bewustzijnachtig'. Hij bestaat op het meest fundamentele niveau uit een soort bewustzijn, en de fysische werkelijkheid, inclusief ruimte en tijd, en breinen die informatie verwerken afkomstig uit zintuigen, is een verschijning in ons bewustzijn, een soort materialisatie van bewustzijn. Ons eigen bewustzijn is dan geen 'ectoplasma' dat geproduceerd wordt door een brein, maar onderdeel van dat kosmisch bewustzijn.
En nee, ook daar is geen wetenschappelijk bewijs voor (wel aanwijzingen). Maar dat is logisch, aangezien wetenschap gaat over de fysische werkelijkheid en we het hier hebben over metafysica. Oftewel over onze uitgangspunten voor hoe we denken dat de werkelijkheid in elkaar zit.
Iedereen die nadenkt ontkomt er niet aan daar een filosofische positie over in te nemen die je gezien alle beschikbare data het meest waarschijnlijk lijkt.
Wetenschap gaat uit van materialisme, om des te beter te kunnen doen wat het doet, maar het is wel degelijk niet meer dan een aanname, geen resultaat van onderzoek. Er is geen bewijs voor, omdat we niet buiten ons eigen bewustzijn kunnen treden, om objectief vast te stellen wat er aan de hand is.
Veel mensen beseffen dat niet. Voor hen is het een impliciete aanname waarvan ze zich niet bewust zijn. Als ze beginnen te denken is de aanname al gedaan, als default geloof van deze tijd.
[ Bericht 0% gewijzigd door JerryWesterby op 09-05-2015 20:47:13 ]
The 'physical world' is a postulated explanatory framework which abstracts certain properties (physical properties) from our experience and thinks of them as objectively existing.