Eerdmans heeft zeker wel een punt, een beetje jammer dat hij niet echt de spijker op zijn kop slaat maar er het slechts neerkomt op een pleidooi voor zwaarder straffen. Dat er in zijn optiek te licht gestraft wordt is namelijk slechts een symptoom van het probleem, niet het probleem zelf.
Ergens begin jaren 90 is men namelijk landelijk straffen gaan vergelijken, en is men de strafmaten aan elkaar gaan aanpassen, omdat er vaak wel factor 4 verschil zat tussen verschillende arrondissementen bij vergelijkbare misdrijven. Dan kun je die gelijktrekken op die factor 4 of op factor 1, maar daarmee is het probleem niet opgelost. Het probleem is namelijk dat die verschillen konden ontstaan: Als twee rechters op basis van dezelfde wet en een vergelijkbaar feiten en omstandighedencomplex tot een totaal verschillende uitspraak komen dan is tenminste één van die twee rechters maar wat aan het doen. In de praktijk zijn beiden maar wat aan het doen.
Vaak wordt gezegd dat je dat maar aan de rechter moet overlaten want die heeft er verstand van, maar dat is niet zo. Een rechter heeft geen specifieke deskundigheid in het bepalen van de strafmaat, want strafmaatbepaling maakt geen onderdeel uit van de rechtswetenschap. Er is geen intellectuele verantwoording, het geheim van de raadkamer staat voor nattevingerwerk. Dan kun je nattevingerwerk van de een vergelijken met de ander en het aan elkaar aanpassen, het blijft nattevingerwerk.
Als je het probleem dus echt wil oplossen dan moet je de strafmaatbepaling onderdeel van de rechtswetenschap maken. Dan moet je bijvoorbeeld bepalen dat de rechter de hoogte van de straf daadwerkelijk motiveert, dus niet met een toverformule maar met een motivering die de strafmaat daadwerkelijk kan dragen. Een motivering van een strafmaat van 9 maanden die even goed gebruikt zou kunnen worden om een strafmaat van 3 jaar te motiveren is geen motivering van die 9 maanden. Als je die motivering dan laat toetsen, niet alleen in hoger beroep maar ook bij een soort hoge raad voor straftoemeting, dan wordt het bepalen van de strafmaat onderdeel van de rechtswetenschap en worden rechters daar dus deskundig in. Als ze deskundig zijn hoeven ze niet bij elkaar af te kijken om tot een vergelijkbare strafmaat te komen.
Aangezien het om een straf op basis van de wet gaat, zal dan die strafmaat gemotiveerd gerelateerd aan de algemene strafmaat van de wetgever moeten zijn. De wetgever heeft zich immers met de strafmaxima uitgesproken over de ernst van het delict. Rechters zijn daar nu los van, die bepalen hun eigen algemene strafmaat, voordat ze die toepassen op het individuele geval. Zo zitten ze bij geweldsmisdrijven veel lager tov het strafmaximum dan bij drugsdelicten, ze 'corrigeren' dus de wetgever zonder nadere motivering.
Dan kunnen we naar een situatie toe dat de wetgever en dus de politiek en dus indirect de kiezer de algemene strafmaat bepaalt, en de rechter die dan toepast op het individuele geval.
Wees gehoorzaam. Alleen samen krijgen we de vrijheid eronder.