abonnement Unibet Coolblue
pi_108015086
quote:
2s.gif Op vrijdag 10 februari 2012 01:19 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik moet bewijzen dat
\lim_{n \to \infty}{x_n}=\sqrt[3]{A}

[...]
Bedankt voor de reacties!
Hier staat ook een manier, kwam ik toevallig tegen :).
pi_108028392
quote:
2s.gif Op woensdag 15 februari 2012 18:19 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

Bedankt voor de reacties!
Hier staat ook een manier, kwam ik toevallig tegen :).
Dit artikel gaat alleen over het bestaan van de derdemachtswortel van 2 als reëel getal, en daar schiet je niets mee op voor jouw vraagstuk. Ik denk dat je je vraagstuk erg onderschat, dus ik zal even laten zien hoe ik het zou aanpakken.

Gegeven is de functie f(x) = x3 - A, waarbij ik A > 0 veronderstel om redenen die ik eerder al heb aangegeven. We willen nu het nulpunt x = A1/3 van deze functie gaan benaderen met de iteratiemethode van Newton-Raphson. Dit houdt in dat we een startwaarde x0 > 0 kiezen en dan een steeds betere benadering van het nulpunt berekenen met de recursieve betrekking:

(1) xn+1 = xn - f(xn)/f'(xn)

Gevraagd wordt nu te bewijzen dat (a) de aldus verkregen rij {xn} convergent is en (b) dat de limiet van deze rij gelijk is aan A1/3.



De methode van Newton-Raphson berust erop dat we, uitgaande van een eerder berekende waarde xn, de vergelijking opstellen van de raaklijn aan de curve van f in het punt (xn;f(xn)) en het snijpunt van de raaklijn met de x-as berekenen. De x-coördinaat van het snijpunt van deze raaklijn met de x-as is dan de nieuwe benadering xn+1. De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de curve van f in het punt (xn;f(xn)) is f'(xn) en de vergelijking van een rechte lijn met richtingscoëfficiënt m door een punt P(xP;yP) is y - yP = m(x - xP), zodat we voor de vergelijking van de raaklijn krijgen:

(2) y - f(xn) = f'(xn)(x - xn)

Door y = 0 te nemen in (2) vind je x = xn - f(xn)/f'(xn) voor de x-coördinaat van het snijpunt van de raaklijn met de x-as. Deze waarde is dan de nieuwe benadering xn+1, waarmee dus de recursieformule (1) is verklaard.

In ons geval hebben we f(x) = x3 - A en dus f'(x) = 3x2, zodat het recursievoorschrift (1) wordt:

(3) xn+1 = xn - ((xn3 - A)/3xn2)

Hier kunnen we in het rechterlid een factor xn buiten haakjes halen en xn - ((xn3 - A)/3xn2) herschrijven als xn - xn((xn3 - A)/3xn3) = xn + xn((A - xn3)/3xn3) = xn + (1/3)xn((A/xn3 - 1) = xn [1 + (1/3)(A/xn3 -1)], zodat voor (3) ook is te schrijven:

(4) xn+1 = xn [1 + (1/3)(A/xn3 -1)]

En door beide leden van (4) te delen door xn en vervolgens van beide leden 1 af te trekken is (4) ook nog te schrijven als:

(5) xn+1/xn - 1 = (1/3)(A/xn3 - 1)

Uiteraard moet hierbij xn steeds ongelijk aan nul zijn, daar xn+1 anders niet is gedefinieerd en de recursie dan afbreekt.

Zoals ik zal laten zien is het voldoende om een startwaarde x0 > 0 te kiezen om te kunnen garanderen dat xn nooit nul wordt.

We bekijken nu eerst wat er gebeurt met de recursie als xn ≥ A1/3. In dit geval is (xn3 - A) ≥ 0 en dus ook ((xn3 - A)/3xn2) ≥ 0, zodat uit (3) volgt dat dan xn+1 ≤ xn. Dus: als xn ≥ A1/3 dan is xn+1 ≤ xn.

Maar, aan de hand van (4) kunnen we nog iets anders concluderen. Uit A > 0 en xn > 0 volgt uiteraard A/xn3 > 0 en dus ook A/xn3 - 1 > -1 en dus a fortiori (1/3)(A/xn3 -1) > -1. En dus volgt uit (4) op grond van de ongelijkheid van Bernoulli dat:

(6) xn+13 = xn3[1 + (1/3)(A/xn3 -1)]3 ≥ xn3(1 + A/xn3 - 1) = A

Dus: als xn > 0 dan geldt xn+13 ≥ A en derhalve xn+1 ≥ A1/3. Dit impliceert dat voor elke startwaarde x0 > 0 geldt dat x1 ≥ A1/3 en daarmee xn ≥ A1/3 voor elke n > 0. Maar we hadden net al gezien dat voor elke xn ≥ A1/3 ook geldt xn+1 ≤ xn. En dus vinden we dat ongeacht de gekozen startwaarde x0 > 0 geldt:

(7) A1/3 ≤ xn+1 ≤ xn voor elke n > 0

We zien dus dat de rij {xn} in ieder geval vanaf de tweede term x1 monotoon dalend is én dat deze rij een ondergrens A1/3 heeft. En een monotoon dalende rij met een ondergrens is convergent.

We hebben nu bewezen dat limn→∞ xn bestaat, maar daarmee zijn we er nog niet. We moeten nu nog aantonen dat deze limiet inderdaad gelijk is aan A1/3. Laten we deze limiet L noemen, dus:

(8) limn→∞ xn = L

Het is evident dat L ≥ A1/3 moet zijn. Immers, als L < A1/3 zou zijn, dan zou vanaf een zekere n moeten gelden xn < A1/3 en dat is niet zo, want we hebben gezien dat xn ≥ A1/3 voor elke n > 0. Aangezien L > 0 en uiteraard limn→∞ xn+1 = limn→∞ xn = L volgt uit (8) dat ook geldt:

(9) limn→∞ (xn+1/xn - 1) = 0

En op grond van (5) moet dus ook gelden:

(10) limn→∞ (A/xn3 - 1) = 0

Maar dit impliceert dat:

(11) limn→∞ xn3 = A

Uit (8) volgt echter dat:

(12) limn→∞ xn3 = L3

Op grond van (11) en (12) hebben we L3 = A en dus inderdaad:

(13) L = A1/3

QED

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 17-02-2012 22:13:05 ]
pi_108099976
Ik wil deze limiet berekenen:

 \frac{xy^2}{sin(x^2+y^2)}
als (x,y) naar (0,0) gaat.

Alleen weet ik niet hoe ik die sinus kan wegwerken. Ik dacht aan een taylorreeks, maar dat hebben we nog niet gehad met twee variabelen. Ik krijg de breuk ook niet kleiner gepraat dan iets zonder sinus.
Heeft iemand een tip?
pi_108104575
quote:
0s.gif Op vrijdag 17 februari 2012 22:17 schreef Anoonumos het volgende:
Ik wil deze limiet berekenen:

 \frac{xy^2}{sin(x^2+y^2)}
als (x,y) naar (0,0) gaat.

Alleen weet ik niet hoe ik die sinus kan wegwerken. Ik dacht aan een taylorreeks, maar dat hebben we nog niet gehad met twee variabelen. Ik krijg de breuk ook niet kleiner gepraat dan iets zonder sinus.
Heeft iemand een tip?
Beetje creatief zijn. Bedenk dat

(1) limt→0 sin(t)/t = limt→0 t/sin(t) = 1

Dus geldt ook:

(2) lim(x;y)→(0;0) (x2 + y2)/sin(x2 + y2) = 1

Je kunt (xy2)/sin(x2 + y2) herschrijven als het product:

(3) ((x2 + y2)/sin(x2 + y2))∙((xy2)/(x2 + y2))

De limiet van de eerste factor voor (x;y) → (0;0) ken je al, die is 1. Hiermee heb je het probleem herleid tot de bepaling van de limiet van (xy2)/(x2 + y2) voor (x;y) → (0;0). Ga over op poolcoördinaten om aan te tonen dat geldt:

(4) | (xy2)/(x2 + y2) | < √(x2 + y2) voor (x;y) ≠ (0;0)

De limiet van de tweede factor in (3) voor (x;y) → (0;0) is dus 0, zodat de limiet van (3) voor (x;y) → (0;0) ook 0 is. Ergo:

(5) lim(x;y)→(0;0) (xy2)/(sin(x2 + y2)) = 0

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 18-02-2012 00:10:38 ]
pi_108104868
Ik snap hem, bedankt. :)
pi_108151695
Kan iemand mij helpen met het berekenen van de volgende integraal:

 \frac{x^3+3x^2+1}{x+3} dx

ik kom er niet zover mee, bvd.
pi_108151830
.

[ Bericht 99% gewijzigd door M.rak op 19-02-2012 16:11:16 ]
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
  Moderator / Redactie Sport / Devops zondag 19 februari 2012 @ 16:13:04 #208
176766 crew  zoem
zoemt
pi_108151951
quote:
0s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:10 schreef M.rak het volgende:
.
Bijna ;)

 x^3+3x^2+1 = (x+3)(x^2+1) - (x+3)

 \frac{(x+3)(x^2+1) - (x+3)}{x+3} = x^2+1-1 = x^2

Noooes, mis ik ook net iets _O-

[ Bericht 3% gewijzigd door zoem op 19-02-2012 16:18:49 ]
  zondag 19 februari 2012 @ 16:16:55 #209
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108152090
quote:
2s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:13 schreef zoem het volgende:

[..]

 x^3+3x^2+1 = (x+3)(x^2+1) - (x+3)
Bijna ;)
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108152120
quote:
2s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:13 schreef zoem het volgende:

[..]

Bijna ;)

 x^3+3x^2+1 = (x+3)(x^2+1) - (x+3)

 \frac{(x+3)(x^2+1) - (x+3)}{x+3} = x^2+1-1 = x^2

\int{x^2} = \frac{1}{3}x^3
Ook bijna ;).

 x^3+3x^2+1 = (x+3)(x^2+1) - (x+3) +1
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
  zondag 19 februari 2012 @ 16:18:12 #211
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108152134
quote:
0s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:17 schreef M.rak het volgende:

[..]

Ook bijna ;).

 x^3+3x^2+1 = (x+3)(x^2+1) - (x+3) +1
waarbij je
(x+3)(x^2+1) - (x+3)
ook op kunt schrijven als:
(x+3)x^2
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  zondag 19 februari 2012 @ 16:19:31 #212
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108152182
Hier gebruik je dat:
 \frac{x^3+3x^2+1}{x+3} = \frac{x^3+3x^2}{x+3} + \frac{1}{x+3}
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108152194
quote:
12s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:18 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

waarbij je
(x+3)(x^2+1) - (x+3)
ook op kunt schrijven als:
(x+3)x^2
Kloptj, de uiteindelijke integraal wordt dus

 \int x^2 + \frac{1}{x+3} dx= \frac{1}{3}x^3+ln(3+x)
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
  zondag 19 februari 2012 @ 16:20:33 #214
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108152223
quote:
0s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:19 schreef M.rak het volgende:

[..]

Kloptj, de uiteindelijke integraal wordt dus

 \int x^2 + \frac{1}{x+3} = \frac{1}{3}x^3+ln(3+x)
ik zag het wel, met je ninja-edit
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108152239
quote:
8s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:20 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

ik zag het wel, met je ninja-edit
Psst!
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
  Moderator / Redactie Sport / Devops zondag 19 februari 2012 @ 16:21:32 #216
176766 crew  zoem
zoemt
pi_108152260
We zijn er in ieder geval uit. Volgende keer netjes uitschrijven, dat voorkomt stomme fouten :+
pi_108153453
quote:
12s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:18 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

waarbij je
(x+3)(x^2+1) - (x+3)
ook op kunt schrijven als:
(x+3)x^2
waar gaat die initiele +1 dan heen van: (x^3+3x^2+1)?
  zondag 19 februari 2012 @ 16:56:35 #218
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108153536
quote:
0s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:54 schreef bezemsteeltaart het volgende:

[..]

waar gaat die initiele +1 dan heen van: (x^3+3x^2+1)?
Er is geen +1.
Je moet (x+3) buiten haakjes halen, dan heb je er x²+1 van en je hebt er -1 van, dus x² totaal.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108154303
oh hehe dringt eindelijk tot me door, bedankt heren(en dames als die ertussen zitten)
pi_108208873
quote:
0s.gif Op zondag 19 februari 2012 16:19 schreef M.rak het volgende:

[..]

Klopt, de uiteindelijke integraal wordt dus

 \int x^2 + \frac{1}{x+3} dx= \frac{1}{3}x^3+ln(3+x)
psst, die is nog steeds fout hoor; je vergat nl. de absoluutstrepen om de term v/d logaritme ;)

 \int x^2 + \frac{1}{x+3} dx= \frac{1}{3}x^3+ln|3+x|
  dinsdag 21 februari 2012 @ 11:51:34 #221
256829 Sokz
Livin' the life
pi_108220011
En een constante 'C' ? :P
pi_108236476
Ach, zolang er geen verdere randvoorwaarden vermeldt staan lig ik daar niet wakker van :z . Foutieve domeinrestrictie daarintegen }:| ...
pi_108236673
wat is de nederlandse naam voor equation ookalweer? ben het ff helemaal kwijt :')
pi_108236739
quote:
4s.gif Op dinsdag 21 februari 2012 20:05 schreef gogosweden het volgende:
wat is de nederlandse naam voor equation ookalweer? ben het ff helemaal kwijt :')
Vergelijking is denk ik wat het meest in de buurt komt. Google translate?
pi_108236781
quote:
2s.gif Op dinsdag 21 februari 2012 20:07 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

Vergelijking is denk ik wat het meest in de buurt komt. Google translate?
het klonk toch niet helemaal goed dus daarom vroeg ik het hier voor de zekerheid na :@
pi_108237327
En in het Zweeds is het zeker førglaikin.
pi_108237495
ekvation
pi_108237605
Cool, bijna zoals in het engels
pi_108238697
Ik wil de nde macht van een simpele matrix uitrekenen. Is er een manier voor? Mathematica komt er wel uuit, dus ik dacht dat het ook wel met de hand na te gaan moet zijn.
For the record, dit is de matrix:


En de nde macht van deze matrix is:


Oja, ik ken de manier waarbij je de matrix diagonaliseert, dat kan bij deze matrix niet omdat er geen basis van eigenvectoren is. Er is wel een matrix te maken zodat (als we de matrix met eigenvectoren als kolommen V noemen, de matrix waarvan ik de diagonaalmatrix wil hebben M en de diagonaalmatrix met eigenwaarden L):
MV = VL
Maar nu is v niet inverteerbaar, omdat zijn determinant 0 is.

[ Bericht 5% gewijzigd door motorbloempje op 12-08-2013 12:46:22 ]
pi_108239180
quote:
2s.gif Op dinsdag 21 februari 2012 20:45 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik wil de nde macht van een simpele matrix uitrekenen. Is er een manier voor? Mathematica komt er wel uuit, dus ik dacht dat het ook wel met de hand na te gaan moet zijn.
For the record, dit is de matrix:
[ afbeelding ]

En de nde macht van deze matrix is:
[ afbeelding ]

Oja, ik ken de manier waarbij je de matrix diagonaliseert, dat kan bij deze matrix niet omdat er geen basis van eigenvectoren is. Er is wel een matrix te maken zodat (als we de matrix met eigenvectoren als kolommen V noemen, de matrix waarvan ik de diagonaalmatrix wil hebben M en de diagonaalmatrix met eigenwaarden L):
MV = VL
Maar nu is v niet inverteerbaar, omdat zijn determinant 0 is.
Ken je de Jordan-normaalvorm van een matrix?
pi_108239927
quote:
0s.gif Op dinsdag 21 februari 2012 20:53 schreef thabit het volgende:

[..]

Ken je de Jordan-normaalvorm van een matrix?
Ik denk dat dat is waar ik naar op zoek ben ja. Het is wel een keer kort behandeld, maar blijkbaar niet blijven hangen. Ik zoek het wel op in mijn dictaat lineaire algebra. Dankje, ouwe baas _O_
pi_108303927
Oke morgen tentamen, ik heb een gedefinieerde integraal

e   boven   0 \int 1/4x^2 + 1/2 ln x

wordt: 1/4e^2+ 1/2 - 0 toch?? In het antwoordmodel staat dat als je 0 invult in de formule je er 1/4e uitkrijgt??

Waar staat btw dat wiskundescript? ik kopieer het nu uit vorige post maar zie het niet ergens staan
pi_108304181
 \int (\frac{1}{4}x^2 + \frac{1}{2} \ln{x})dx = \frac{1}{12}x^3 + \frac{1}{2}(x\ln{x} - x)    +C

waarbij C een constante is. Grenswaarden invullen geeft

 \frac{1}{12}x^3 + \frac{1}{2}(x\ln{x} - x)|^e_0 =[ \frac{1}{12}e^3 + \frac{1}{2} (e - e)] - 0 =  \frac{1}{12}e^3

Je zou alle tussenstappen moeten opschrijven. Dus eerst de primitieve uitrekenen met de rekenregeltjes die je kent, en dan de grenswaarden invullen. Haakjes gebruiken en de maat dx opschrijven helpt ook.

Het lijkt net alsof jij niet primitiveert, maar gewoon de grenswaarden in de integrand invult.

quote:
In het antwoordmodel staat dat als je 0 invult in de formule je er 1/4e uitkrijgt??
Waar invult? In de bovengrens? Ondergrens? Iets anders?

Mijn ervaring is dat als je je vragen heel precies opschrijft, je vaak al bij de helft van je antwoord bent. En voor de persoon die je probeert te helpen is precisie wel zo fijn :)
-
  donderdag 23 februari 2012 @ 15:28:12 #234
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108304280
quote:
99s.gif Op dinsdag 21 februari 2012 11:51 schreef Sokz het volgende:
En een constante 'C' ? :P
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108304298
quote:
12s.gif Op donderdag 23 februari 2012 15:28 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

:7
-
pi_108304640
Oh shit Haushofer, hij was al geintegreerd, ik had er eigenlijk andere dingen omheen moeten zetten dus zo:

Bovengrens: e
Ondergrens: 0

de integraal had ik al berekend, dus [1/4x^2 + 1/2 ln x]

als ik hierin de grenzen invul krijg ik toch1/4e^2 + 1/2 - 0
Volgens het antwoordmodel moet het 1/4e^2+ 1/2 - 1/4 = 1/4e^2 + 1/4
pi_108310610
[\frac{1}{4} e^2 + \frac{1}{2} \ln{e}] - [\frac{1}{4} 0^2 + \frac{1}{2}\ln{0} ] is niet gedefinieerd, aangezien

 \lim_{x \rightarrow 0} (\ln{x})

niet bestaat; los uit de pols zou je kunnen zeggen dat



Dus ik vrees dat je ergens een foutje maakt. Wat is volgens jou de logaritme van 0?

Als  y = \ln{x}, dan  x = e^y . Als x=0, wat gebeurt er dan met y?
-
pi_108331833
Ik volg nu onderbouw vwo (lees: een naar alle waarschijnlijkheid basis der basisvragen) en ik heb een vraag, of nou ja; ik kom er niet uit. Ik heb net een aantal hoofdstukken wiskunde B afgerond en dat ging voornamelijk over breuken. Aftrekken, optellen, delen en vermenigvuldigen. Alles ging goed en alle oefenvragen heb ik goed gemaakt, maar dan komen de huiswerkopgaven en dan worden er sommen gegeven met negatieve getallen (Dit is ook geen 1 keer voor gekomen in de oefenopgaven) :{ En dat snap ik niet.

-13/5 minus 24/6 :X :?

Zou iemand mij dit stapsgewijs willen uitleggen, dan probeer ik het toe te passen op de andere sommen waar ook plotseling met negatieve getallen wordt gewerkt :(
  vrijdag 24 februari 2012 @ 00:50:33 #239
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108332356
-1\frac{3}{5} - 2\frac{4}{6} = \frac{-8}{5} - \frac{16}{6} = \frac{-48}{30} - \frac{80}{30} = \frac{-128}{30} = \frac{-64}{15} = -4\frac{4}{15}
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108332482
quote:
0s.gif Op vrijdag 24 februari 2012 00:50 schreef GlowMouse het volgende:
-1\frac{3}{5} - 2\frac{4}{6} = \frac{-8}{5} - \frac{16}{6} = \frac{-48}{30} - \frac{80}{30} = \frac{-128}{30} = \frac{-64}{15} = -4\frac{4}{15}
Mag ik jou vriendelijk bedanken
pi_108389976
hoe toon je, gegeven onderstaande definities van de sinus en cosinus, aan dat cos2 + sin2 = 1 ???



(mijn vraag komt van de oorspronkelijke vraag waarom de functie exp(ri) een cirkel in het complexe vlak geeft, geen huiswerk maar eigen interesse)
pi_108391046
quote:
0s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 18:36 schreef Setting_Sun het volgende:
hoe toon je, gegeven onderstaande definities van de sinus en cosinus, aan dat cos2 + sin2 = 1 ???

[ afbeelding ]

(mijn vraag komt van de oorspronkelijke vraag waarom de functie exp(ri) een cirkel in het complexe vlak geeft, geen huiswerk maar eigen interesse)
Je kan beter even naar de meetkundige definities kijken (eventueel even een eenheidscirkel bekijken met daarop een punt dat een bepaalde hoek maakt met de x-as, dan zie je het wel denk ik), ik zou je graag verder helpen maar ik moet nu eten :).
pi_108391086
Ik zou niet weten hoe dat moet met die reeksen. Maar met de stelling van Pythagoras en de meetkundige definities is het heel makkelijk aan te tonen.
pi_108391479
Het kan trouwens wel gewoon:

cos²(x) = 1- (1/2! + 1/2!)x² + (1/4! + 1/2!2! + 1/4!)x^4/4! - ...
sin²(x) = x² - (1/3! + 1/3!) x^4/4! + ...

Alles valt tegen elkaar weg behalve die 1, die blijft staan. Probeer het zelf maar eens netjes uit te schrijven.
pi_108392485
Lekker kansrekenen en matrix 2 volgend blok, zal jullie wel weer lastig vallen met vragen ;(
pi_108396710
Iemand een idee wat handig is om aan te tonen dat als je de Peterson graaf
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
inbed in het platte vlak, er minstens twee snijpunten zijn? (dus waar twee zijden elkaar snijden...)
(En dezelfde vraag voor K6, de complete graaf met 6 en 3 snijpunten, maar misschien kom ik daar zelf wel achter als ik deze snap)

Ik wil eigenlijk gebruiken dat als je bijvoorbeeld K5 inbed in het platte vlak met maar een (ik kan geen accenten op de e doen?) snijpunt, dat de topologie dan als het ware elke keer hetzelfde is, anders moet je erg veel gevallen gaan onderscheiden. Als iemand me kan helpen, graag!
  zaterdag 25 februari 2012 @ 22:03:26 #247
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108397543
Ik kan er weinig over zeggen, maar het is de Petersengraaf, zonder o en zonder spatie. En het zijn geen zijden maar kanten.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108397802
quote:
7s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 22:03 schreef GlowMouse het volgende:
Ik kan er weinig over zeggen, maar het is de Petersengraaf, zonder o en zonder spatie. En het zijn geen zijden maar kanten.
Hehe, twee fouten en dat nog wel in een dikgedrukte tekst :'). Ik weet trouwens zeker dat het bij college wel zijdes werden genoemd (maar dat zegt natuurlijk niks, behalve dat ik het dan misschien verkeerd geleerd heb :P).
pi_108406143
quote:
2s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 21:37 schreef kutkloon7 het volgende:
Iemand een idee wat handig is om aan te tonen dat als je de Peterson graaf
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
inbed in het platte vlak, er minstens twee snijpunten zijn? (dus waar twee zijden elkaar snijden...)
(En dezelfde vraag voor K6, de complete graaf met 6 en 3 snijpunten, maar misschien kom ik daar zelf wel achter als ik deze snap)

Ik wil eigenlijk gebruiken dat als je bijvoorbeeld K5 inbed in het platte vlak met maar een (ik kan geen accenten op de e doen?) snijpunt, dat de topologie dan als het ware elke keer hetzelfde is, anders moet je erg veel gevallen gaan onderscheiden. Als iemand me kan helpen, graag!
Denk dat je deze stelling moet gebruiken:

A finite graph is planar if and only if it does not have K5 or K3,3 as a minor.

Van wikipedia.
pi_108409494
quote:
0s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 18:36 schreef Setting_Sun het volgende:
hoe toon je, gegeven onderstaande definities van de sinus en cosinus, aan dat cos2 + sin2 = 1 ???

[ afbeelding ]

(mijn vraag komt van de oorspronkelijke vraag waarom de functie exp(ri) een cirkel in het complexe vlak geeft, geen huiswerk maar eigen interesse)
Gebruik dat sin'(x) = cos(x) en cos'(x) = -sin(x); dat volgt direct uit die machtreeksdefinities. Daarna kun je sin2(x) + cos2(x) eenvoudig differentiëren en zien dat daar 0 uitkomt. De uitdrukking is dus constant; x=0 invullen geeft dat er 1 uitkomt.
pi_108411921
quote:
0s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 18:36 schreef Setting_Sun het volgende:
hoe toon je, gegeven onderstaande definities van de sinus en cosinus, aan dat cos2x + sin2x = 1 ???

[ afbeelding ]
Je zou dit heel eenvoudig kunnen doen door eerst aan de hand van de reeksontwikkelingen aan te tonen dat cos x en sin x resp. -sin x en cos x als afgeleide hebben. Vervolgens definieer je de functie:

f(x) = cos2x + sin2x

Je kunt nu gemakkelijk controleren dat f'(x) = 2∙cos x∙(-sin x) + 2∙sin x∙cos x = 0 voor elke x ∈ R, zodat f(x) een constante functie moet zijn. Substitutie van x = 0 geeft f(0) = 1, zodat geldt f(x) = 1 voor elke x ∈ R, QED.
quote:
(mijn vraag komt van de oorspronkelijke vraag waarom de functie exp(ti) een cirkel in het complexe vlak geeft, geen huiswerk maar eigen interesse)
Bekijk het eens als volgt. Je weet dat je een curve in een plat vlak met een cartesisch assenstelsel kunt beschrijven met een parametervoorstelling x = x(t) en y = y(t). Op dezelfde wijze kun je in het complexe vlak een curve beschrijven met een complexe functie z(t) = x(t) + i∙y(t) van een reële variabele t, aangezien het punt (x(t);y(t)) het beeldpunt is van het complexe getal x(t) + i∙y(t).

Laten we nu verder aannemen dat x(t) en y(t) differentieerbare functies zijn van t, zodat ook z(t) differentieerbaar is met z'(t) = x'(t) + i∙y'(t). Als je de parametervoorstelling z(t) = x(t) + i∙y(t) nu even 'fysisch' beschouwt als de baan van een puntvormig deeltje in het complexe vlak als functie van de tijd t, dan begrijp je dat de afgeleide z'(t) = x'(t) + i∙y'(t) eigenlijk de snelheidsvector voorstelt van het bewegende puntdeeltje. En dat betekent dat de richting (i.e het argument) van z'(t) steeds de richting aangeeft van de beweging - en dus de richting van de raaklijn aan de curve - en dat de absolute waarde ofwel modulus | z'(t) | van z'(t) steeds de grootte van de snelheid aangeeft waarmee het puntdeeltje op dat moment beweegt.

Laten we ons nu voorstellen dat we een parametervoorstelling z(t) hebben van een curve in het complexe vlak die voldoet aan:

(1) z'(t) = i∙z(t), z(0) = 1

Wat betekent dit meetkundig? Wel, zoals je (hopelijk) weet representeert een vermenigvuldiging van een complex getal z = a + bi met i meetkundig een rotatie om de oorsprong tegen de klok in over een rechte hoek van het beeldpunt (a;b) van z = a + bi. Immers, we hebben i∙z = i∙(a + bi) = a∙i + b∙i2 = -b + ai, en je kunt gemakkelijk controleren dat het beeldpunt (-b;a) van i∙z een kwart slag tegen de klok in is gedraaid t.o.v. het beeldpunt (a;b) van z (als je dit niet begrijpt, maak dan een tekening of kijk even hier).

Goed, maar wat betekent dit meetkundig voor de curve die wordt beschreven door (1)? Wel, aangezien z'(t) op ieder tijdstip (i.e. voor elke reële waarde van t) gelijk is aan i∙z(t) en dus op ieder tijdstip de raaklijn aan de curve loodrecht staat op het lijnstuk tussen de oorsprong het beeldpunt van z(t), volgt dat (1) een cirkelbeweging rond de oorsprong beschrijft. Immers, kenmerkend voor een cirkel is nu juist dat de raaklijn aan ieder punt op de cirkel loodrecht staat op de straal naar het raakpunt.

Maar, we kunnen nog meer zeggen over de curve die wordt beschreven door (1). Aangezien is gespecificeerd dat z(0) = 1 ligt het startpunt (i.e. de positie op tijdstip t = 0) van de baan van z(t) in het beeldpunt (1;0) van het getal 1 + 0∙i = 1. En omdat uit z'(t) = i∙z(t) en z(0) = 1 volgt dat z'(0) = i en dus | z'(0) | = 1 weten we dat de beweging op het tijdstip t = 0 loodrecht omhoog is gericht en dat de snelheid op dat moment een grootte 1 (eenheid per eenheid van tijd) heeft. Maar omdat er sprake is van een cirkelbeweging rond de oorsprong is de afstand | z(t) | van het beeldpunt van z(t) tot de oorsprong constant. En dus is | z'(t) | = | i∙z(t) | = | i |∙| z(t) | = | z(t) | eveneens constant, en wel gelijk aan | z(0) | = 1. De baan die wordt beschreven door (1) is dus een eenparige cirkelbeweging tegen de klok in langs de eenheidscirkel met een snelheid één, en waarbij het puntdeeltje zich op tijdstip t = 0 in het punt (1;0) bevindt.

Laten we nu eens kijken naar de curve die wordt beschreven door:

(2) z(t) = eit

Als je nu even aanneemt dat eit differentieerbaar is naar t en dat voor het differentiëren de gewone rekenregels gelden zoals je die kent van reële functies, dan kun je gemakkelijk nagaan (kettingregel) dat de afgeleide van (2) zou moeten zijn:

(3) z'(t) = i∙eit

Maar dit betekent dat voor (2) geldt z'(t) = i∙z(t), en door substitutie van t = 0 in (2) vinden we ook dat z(0) = e0 = 1. De curve die beschreven wordt door (2) voldoet dus aan (1), en zoals we hebben gezien betekent dit niets anders dan dat (2) een parametervoorstelling is van de eenheidscirkel!

Zoals je weet kunnen we een parametervoorstelling van een eenparige cirkelbeweging tegen de klok in met snelheid één langs de eenheidscirkel in een cartesisch assenstelsel met startpunt (1;0) ook voorstellen door x(t) = cos t, y(t) = sin t. Dit is een direct gevolg van de definitie van de cosinus en sinus functies aan de hand van de eenheidscirkel. En dus kunnen we de curve z(t) = x(t) + i∙y(t) die wordt gekarakteriseerd door (1) ook beschrijven als:

(4) z(t) = cos t + i∙sin t

En aangezien (2) en (4) dezelfde curve beschrijven met dezelfde parametrisering hebben we dus:

(5) eit = cos t + i∙sin t

Dit is uiteraard de bekende formule van Euler.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 28-02-2012 11:58:53 ]
pi_108412377
quote:
2s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 21:37 schreef kutkloon7 het volgende:
Iemand een idee wat handig is om aan te tonen dat als je de Peterson graaf
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
inbed in het platte vlak, er minstens twee snijpunten zijn? (dus waar twee zijden elkaar snijden...)
(En dezelfde vraag voor K6, de complete graaf met 6 en 3 snijpunten, maar misschien kom ik daar zelf wel achter als ik deze snap)

Ik wil eigenlijk gebruiken dat als je bijvoorbeeld K5 inbed in het platte vlak met maar een (ik kan geen accenten op de e doen?) snijpunt, dat de topologie dan als het ware elke keer hetzelfde is, anders moet je erg veel gevallen gaan onderscheiden. Als iemand me kan helpen, graag!
Je kunt proberen aan te tonen dat je minstens 2 kanten moet weghalen om de graaf planair te maken. Een standaardargument met Euler's formule zou hier wel moeten werken denk ik. Je hebt in elk geval dat elk vlakdeel minstens een vijfhoek is.
pi_108413956
quote:
0s.gif Op zaterdag 25 februari 2012 18:36 schreef Setting_Sun het volgende:
mijn vraag komt van de oorspronkelijke vraag waarom de functie exp(ri) een cirkel in het complexe vlak geeft, geen huiswerk maar eigen interesse
Merk eerst op dat je alle complexe functies als het volgende kunt schrijven met i als het complexe getal

f:\mathbb{R}^2 \to \mathbb{C}:(x,y) \mapsto x+ i y.

Beschouw vervolgens de machtsreeks van de complexe e-macht, die kun je schrijven als de machtsreeks van de cosinus plus de sinus (de formule van Euler). Definieer als voorbereiding

\theta	:=\arctan(y/x);
\rho	:=x^2+y^2.

We kunnen met de formule van Euler schrijven dat

  x+ i y=\rho(\cos(\theta)+i\sin(\theta))= e^{i \theta}.

Je kunt de laatste uitdrukking herschrijven naar iets bekends van de vwo

  (\rho \cos(\theta), \rho \sin(\theta))= e^{i \theta},

oftewel in parametervoorstelling

 x = \rho \cos(\theta);
 y = \rho \sin(\theta).
Croce e delizia cor. Misterioso, Misterioso altero, croce e delizia al cor.
pi_108471546
Hallo,

Ik kom er niet uit:los algebraisch op : f (x)=3.

Iemand die wel weet hoe het moet?
  maandag 27 februari 2012 @ 18:18:29 #255
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108471578
x = f-1(3)
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108471655
quote:
3s.gif Op maandag 27 februari 2012 18:18 schreef GlowMouse het volgende:
x = f-1(3)
Bedankt voor het antwoord, zou u misschien uit willen leggen hoe u er op gekomen bent?
pi_108473197
quote:
0s.gif Op maandag 27 februari 2012 18:20 schreef pocketplayer09 het volgende:

[..]

Bedankt voor het antwoord, zou u misschien uit willen leggen hoe u er op gekomen bent?
Dat is de definite van een inverse functie. Je kan er pas concreet mee aan de slag als je f weet.

Ik ben het trouwens niet helemaal met GM eens, want het is niet gegeven dat f inverteerbaar is :P

[ Bericht 14% gewijzigd door thenxero op 27-02-2012 19:40:44 ]
pi_108474910
quote:
3s.gif Op maandag 27 februari 2012 18:18 schreef GlowMouse het volgende:
x = finv(3)
fixed that for ya ;)
  maandag 27 februari 2012 @ 19:43:14 #259
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108474982
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108475158
quote:
0s.gif Op maandag 27 februari 2012 19:41 schreef VanishedEntity het volgende:

[..]

fixed that for ya ;)
Die notatie heb ik nog nooit gezien
pi_108475460
Ik heb een hekel aan de -1 notatie want dat impliceert multiplicatieve inverse terwijl in ons geval compositief inverse bedoeld wordt. voorbeeld: sin-1x = 1/sinx =/= arcsinx
pi_108475774
quote:
0s.gif Op maandag 27 februari 2012 19:53 schreef VanishedEntity het volgende:
sin-1x = 1/sinx
Dat is een kutnotatie. Gebruik liever (sin x)-1 voor zoiets.
pi_108476023
Whatever floats your boat...
pi_108481952
quote:
0s.gif Op maandag 27 februari 2012 20:00 schreef thabit het volgende:

[..]

Dat is een kutnotatie. Gebruik liever (sin x)-1 voor zoiets.
cscx
pi_108482595
quote:
0s.gif Op zondag 26 februari 2012 13:17 schreef thabit het volgende:

[..]

Je kunt proberen aan te tonen dat je minstens 2 kanten moet weghalen om de graaf planair te maken. Een standaardargument met Euler's formule zou hier wel moeten werken denk ik. Je hebt in elk geval dat elk vlakdeel minstens een vijfhoek is.
Ik ben er niet helemaal uitgekomen, maar het was een inleveropgave en ik heb van niemand gehoord dat hij er helemaal uitgekomen is. Misschien was het niet de bedoeling om een bewijs te geven (er stond 'laat zien'). In ieder geval bedankt!
pi_108483722
quote:
2s.gif Op maandag 27 februari 2012 21:50 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

Ik ben er niet helemaal uitgekomen, maar het was een inleveropgave en ik heb van niemand gehoord dat hij er helemaal uitgekomen is. Misschien was het niet de bedoeling om een bewijs te geven (er stond 'laat zien'). In ieder geval bedankt!
Volgens mij werkt het wel op de manier die ik voorstelde.

Voor planaire grafen geldt de formule van Euler: v - e + f = 2. Voor de Petersengraaf hebben v=10 en e=15. Hieruit volgt 10 - 15 + f = 2, ofwel f = 7. Elk vlak is minstens een vijfhoek (elke cykel heeft lengte minstens 5). Verder grenst elke kant aan 2 vlakken, dus 5f <= 2e = 30, dus f <= 6, in tegenspraak met f=7.

Wat we moeten bewijzen is, dat als we 1 kant weghalen, dat dat ding nog steeds niet planair is (als er maar 1 snijpunt zou zijn, dan zou je namelijk 1 van de twee betreffende kanten weg kunnen halen om het planair te maken). De resulterende graaf heeft dan v=10 en e=14, dus f=6. Maar nog steeds geldt 5f <= 2e, wat in dit geval 28 is. Dit is in tegenspraak met f=6.

Aangezien er wel inbeddingen bestaan met 2 snijpunten, zou nog een kant weghalen geen tegenspraak meer moeten geven (even als sanity check). Maar dan krijg je inderdaad e=13 en f=5 uit Euler, dus 5f = 25 en 2e = 26.
pi_108484004
quote:
0s.gif Op maandag 27 februari 2012 22:09 schreef thabit het volgende:

[..]

Volgens mij werkt het wel op de manier die ik voorstelde.

Voor planaire grafen geldt de formule van Euler: v - e + f = 2. Voor de Petersengraaf hebben v=10 en e=15. Hieruit volgt 10 - 15 + f = 2, ofwel f = 7. Elk vlak is minstens een vijfhoek (elke cykel heeft lengte minstens 5). Verder grenst elke kant aan 2 vlakken, dus 5f <= 2e = 30, dus f <= 6, in tegenspraak met f=7.

Wat we moeten bewijzen is, dat als we 1 kant weghalen, dat dat ding nog steeds niet planair is (als er maar 1 snijpunt zou zijn, dan zou je namelijk 1 van de twee betreffende kanten weg kunnen halen om het planair te maken). De resulterende graaf heeft dan v=10 en e=14, dus f=6. Maar nog steeds geldt 5f <= 2e, wat in dit geval 28 is. Dit is in tegenspraak met f=6.

Aangezien er wel inbeddingen bestaan met 2 snijpunten, zou nog een kant weghalen geen tegenspraak meer moeten geven (even als sanity check). Maar dan krijg je inderdaad e=13 en f=5 uit Euler, dus 5f = 25 en 2e = 26.
Klopt, het was alleen niet de bedoeling dat we de formule van Euler gebruikten 'want die kwam pas in het hoofdstuk erna'. Wel bewonderenswaardig dat je zo snel een bewijs weet te produceren ^O^.
pi_108491876
quote:
0s.gif Op maandag 27 februari 2012 21:39 schreef twaalf het volgende:
cscx
nog beter ^O^
pi_108514510

y is de variabele en alpha>0 is gegeven. Waarom mag je dan stellen dat dit 0 is? Het lijkt mij dat je krijgt -(e^(-inf))*inf^(a-1), ik zie niet hoezo dat 0 is, 0*oneindig is toch niet gedefiniëerd?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
  dinsdag 28 februari 2012 @ 20:09:16 #270
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108514892
Je moet de termen niet los bekijken. Een exponentiële functie 'wint' altijd van een machtsfunctie.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108518146
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 20:09 schreef GlowMouse het volgende:
Je moet de termen niet los bekijken. Een exponentiële functie 'wint' altijd van een machtsfunctie.
Daar kan ik nog wel inkomen, maar waarom is dit dan onbepaald, want dat is toch feitelijk hetzelfde?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
  dinsdag 28 februari 2012 @ 21:19:18 #272
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108518400
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 21:13 schreef Thas het volgende:

[..]

Daar kan ik nog wel inkomen, maar waarom is dit dan onbepaald, want dat is toch feitelijk hetzelfde?
je rekent een oneigenlijke integraal per definitie uit als limiet: link
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108520173
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 21:19 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

je rekent een oneigenlijke integraal per definitie uit als limiet: link
Ah, ok, dat wist ik niet. Hoe kan ik trouwens laten zien dat de ene functie het "wint" van de andere? Het enige wat ik kan verzinnen is van zowel de teller als de noemer de afgeleide nemen en dan laten zien dat die van de noemer voor elke a>0 en x>0 groter is, maar dat is hier duidelijk niet het geval, (a-1)*x^(a-2) is niet kleiner dan e^x voor elke combinatie van x en a.
Of is dit gewoon een regel die ik maar moet onthouden zonder dat het veel te ingewikkeld wordt?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
pi_108520288
Hallo, ik heb een vraag over deze algebra opgave:

Zij X = {1,2,3...} de verzameling van positieve natuurlijke getallen en vat S_n op als ondergroep van S(X) door zijn natuurlijke werking op {1,2,3,...,n}. Laat zien dat

 H = \bigcup_{n>0} S_n

een ondergroep is van S(X). Is H gelijk aan S(X)?

Ik zou zeggen dat voor alle n geldt dat  S_n \subset S_{n+1}, en dan heb ik al een bewijs dat zegt dat de vereniging van twee ondergroepen een ondergroep is als er één bevat is in de ander.
En voor het tweede deel lijkt me dat een element a in S(X) bevat is in S_a, en andersom iets soortgelijks.
Maar het kan nooit zo gemakkelijk zijn, dus ik vroeg me af of iemand hier weet wat ik over het hoofd zie?
  dinsdag 28 februari 2012 @ 22:00:38 #275
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108520568
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 21:52 schreef Thas het volgende:

[..]

Ah, ok, dat wist ik niet. Hoe kan ik trouwens laten zien dat de ene functie het "wint" van de andere? Het enige wat ik kan verzinnen is van zowel de teller als de noemer de afgeleide nemen en dan laten zien dat die van de noemer voor elke a>0 en x>0 groter is, maar dat is hier duidelijk niet het geval, (a-1)*x^(a-2) is niet kleiner dan e^x voor elke combinatie van x en a.
Of is dit gewoon een regel die ik maar moet onthouden zonder dat het veel te ingewikkeld wordt?
Deze kun je wel onthouden, maar je kunt ook laten zien dat er voor elke epsilon altijd wel een x* bestaat zodanig dat ax / xb < epsilon voor x>x* (mits a>1). Daarvoor kun je gebruiken dat
x^b = a^{b \cdot ^a\log x}
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108520783
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 21:54 schreef Anoonumos het volgende:
Hallo, ik heb een vraag over deze algebra opgave:

Zij X = {1,2,3...} de verzameling van positieve natuurlijke getallen en vat S_n op als ondergroep van S(X) door zijn natuurlijke werking op {1,2,3,...,n}. Laat zien dat

 H = \bigcup_{n>0} S_n

een ondergroep is van S(X). Is H gelijk aan S(X)?

Ik zou zeggen dat voor alle n geldt dat  S_n \subset S_{n+1}, en dan heb ik al een bewijs dat zegt dat de vereniging van twee ondergroepen een ondergroep is als er één bevat is in de ander.
En voor het tweede deel lijkt me dat een element a in S(X) bevat is in S_a, en andersom iets soortgelijks.
Maar het kan nooit zo gemakkelijk zijn, dus ik vroeg me af of iemand hier weet wat ik over het hoofd zie?
Versta je onder natuurlijke werking dat je modulo n rekent met optelling?

Wat je nog kan laten zien is dat die eigenschap van ondergroepen die je gebruikt, ook aftelbaar vaak toegepast mag worden.
pi_108521458
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 22:04 schreef thenxero het volgende:

[..]

Versta je onder natuurlijke werking dat je modulo n rekent met optelling?
DIe uitspraak is nooit voorgekomen voor deze vraag, dus ik weet ook niet helemaal hoe ik dat moet interpreteren. Dat zal ik morgen vragen. Bedankt in ieder geval.
pi_108526239
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 22:04 schreef thenxero het volgende:

[..]

Versta je onder natuurlijke werking dat je modulo n rekent met optelling?

Wat je nog kan laten zien is dat die eigenschap van ondergroepen die je gebruikt, ook aftelbaar vaak toegepast mag worden.
Nee, je permuteert alleen de eerste n getallen; de rest laat je op z'n plaats.

H is niet gelijk aan S(X). De bijectie die 2k met 2k-1 verwisselt voor alle k zit wel in S(X) maar niet in H.
pi_108547714


Lijkt mij niet te kloppen?
  woensdag 29 februari 2012 @ 16:10:49 #280
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108547822
waarom de vraag dan nog?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  woensdag 29 februari 2012 @ 16:11:18 #281
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_108547848
quote:
7s.gif Op woensdag 29 februari 2012 16:07 schreef Dale. het volgende:
[ afbeelding ]

Lijkt mij niet te kloppen?
Nee, je integreert nu over een halve kubus in plaats van een halve bol.
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
pi_108547999
Ja dat dacht ik al idd :P maar hoe fix ik dat? Denk dat ik naar cillindercoordinaten (of bol) moet omzetten toch :o? Dus dan wordt het...

\int_{0}^{2}\int_{0}^{2\pi}\int_{0}^{2}(3 + 2*r^2*cos(\phi)*sin(\phi))*rdrd\phi dz

z loopt van 0 naar 2, \phi is 360 graden, en r is van 0 naar 2? Weet alleen [tex]\phi[/tex] niet zeker want dat kan ook 180 graden zijn? Omdat het een halve bol zeg maar is? Nee r is fout want dat is eigenlijk een functie van x en y dus r is \sqrt{x^2+y^2}... maar arg :P

[ Bericht 29% gewijzigd door Dale. op 29-02-2012 16:29:57 ]
  woensdag 29 februari 2012 @ 16:28:23 #283
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108548547
een halve bol is geen cilinder
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108548606
quote:
14s.gif Op woensdag 29 februari 2012 16:28 schreef GlowMouse het volgende:
een halve bol is geen cilinder
Nee idd :P bolcoordinaten dus.

\int_{0}^{\pi}\int_{0}^{2\pi}\int_{0}^{2}(3 + 2*r^2*sin(\phi)*cos(\theta)*sin(\phi)*sin(\theta))*r^2*sin(\phi)drd\phi d\theta

[ Bericht 14% gewijzigd door Dale. op 29-02-2012 16:35:18 ]
  woensdag 29 februari 2012 @ 16:41:14 #285
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_108549045
z = r cos(phi) moet positief zijn, dus phi loopt van ...
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_108549233
True dus van -.5pi tot .5pi en theta is de cirkel dus van 0 tot 2pi i.p.v. tot pi.

\int_{0}^{2\pi}\int_{-\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}\int_{0}^{2}(3 + 2*r^2*sin(\phi)*cos(\theta)*sin(\phi)*sin(\theta))*r^2*sin(\phi)drd\phi d\theta

Maar dit moet toch makkelijker kunnen :(?

[ Bericht 10% gewijzigd door Dale. op 29-02-2012 17:30:00 ]
pi_108583462
quote:
7s.gif Op woensdag 29 februari 2012 16:45 schreef Dale. het volgende:

Maar dit moet toch makkelijker kunnen :(?
Ik krijg er 16π uit. Zo dus. Je kunt gewoon in cartesische coördinaten blijven werken en het is met de hand te doen, maar ik ga het hier niet voor je uitschrijven.

Je eerste idee om x en y om te zetten naar poolcoördinaten en z te behouden is ook prima, maar je vergeet hierbij te bedenken dat het interval waarover r loopt afhangt van z. We hebben immers x2 + y2 + z2 ≤ 4 en dus r2 = x2 + y2 ≤ 4 - z2, zodat 0 ≤ r ≤ √(4 - z2). Je krijgt dan deze integraal, en de waarde daarvan is uiteraard ook 16π.

[ Bericht 13% gewijzigd door Riparius op 01-03-2012 16:34:57 ]
pi_108593119
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 februari 2012 21:13 schreef Thas het volgende:

[..]

Daar kan ik nog wel inkomen, maar waarom is dit dan onbepaald, want dat is toch feitelijk hetzelfde?
Nee, je mag ∞ niet als een getal behandelen, wat je hier doet heeft geen betekenis.

Wil je limx→∞ xa/ex bepalen, bedenk dan dat je xa voor x > 0 kunt schrijven als ea∙ln(x), zodat:

(1) xa/ex = ea∙ln(x)∙e-x = ea∙ln(x) - x = e-x∙(1 - a∙ln(x)/x)

Nu is:

(2) limx→∞ ln(x)/x = 0,

en dus:

(3) limx→∞ e(1 - a∙ln(x)/x) = e1 = e,

zodat:

(4) limx→∞ xa/ex = limx→∞ (e(1 - a∙ln(x)/x))-x = limx→∞ e-x = 0.

Om in te zien dat (2) geldt kun je bedenken dat:

(5) ln(x) < x - 1 < x voor x > 1

En aangezien voor x > 1 ook ln(x) > 0 hebben we dus:

(6) ln(x)/x > 0 voor x > 1

Verder is ln(x)/x = ln((√x)2)/x = 2∙ln(√x)/x < 2∙(√x)/x voor x > 1, en dus:

(7) ln(x)/x < 2/√x voor x > 1

Uit (6) en (7) volgt nu:

(8) 0 < ln(x)/x < 2/√x voor x > 1,

en aangezien limx→∞ 2/√x = 0 volgt (2) uit (8) op grond van de insluitstelling.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 01-03-2012 21:23:32 ]
pi_108606729
Weet iemand hoe ik de afgeleide van 3^x bereken?
pi_108606914
f(x)=a^x, met a constant, heeft als (standaard-)afgeleide f'(x) = a^x * ln(a).
pi_108606979
Sorry hoor maar wat is In(a) :') Ik weet dat f(x)= 3x^2 wordt f'(x) = 6x, alleen deze snap ik niet.
pi_108607106
quote:
0s.gif Op donderdag 1 maart 2012 22:37 schreef Paxcon het volgende:
Sorry hoor maar wat is In(a) :') Ik weet dat f(x)= 3x^2 wordt f'(x) = 6x, alleen deze snap ik niet.
Als je niet weet wat natuurlijke logaritmen zijn, zul je het antwoord van thenxzero niet begrijpen.
pi_108607256
quote:
0s.gif Op donderdag 1 maart 2012 22:37 schreef Paxcon het volgende:
Sorry hoor maar wat is In(a) :') Ik weet dat f(x)= 3x^2 wordt f'(x) = 6x, alleen deze snap ik niet.
Het verschil tussen die twee is dat bij 3x^2 de variabele op de grond staat en bij 3^x in de macht. Dus die kan je niet hetzelfde behandelen.

ln staat voor de natuurlijke logaritme, d.w.z. de logaritme met grondtal e.
pi_108607481
Hmm... Dat zegt me niks eigenlijk. De opgave waar ik op vastloop is: gegeven is f(x) = 3^x. Bereken de hellimg van f voor x = -2. Het antwoord is f'(-2) = 0,122.

Ik heb alleen geen idee hoe ik dat zelf moet invullen.
pi_108607631
Je berekent de afgeleide van 3^x en in die afgeleide vul je voor x -2 in.
It's 106 miles to Chicago, we've got a full tank of gas, half a pack of cigarettes, its dark, and we're wearing sunglasses. Hit it.
pi_108607669
Ja dat snap ik, maar ik weet niet wat de afgeleide van 3^x is.
pi_108607995
quote:
0s.gif Op donderdag 1 maart 2012 22:47 schreef Paxcon het volgende:
Hmm... Dat zegt me niks eigenlijk. De opgave waar ik op vastloop is: gegeven is f(x) = 3^x. Bereken de hellimg van f voor x = -2. Het antwoord is f'(-2) = 0,122.

Ik heb alleen geen idee hoe ik dat zelf moet invullen.
Door het numerieke antwoord verwacht ik dat het met de GR moet.
  Moderator / Redactie Sport / Devops donderdag 1 maart 2012 @ 22:59:16 #298
176766 crew  zoem
zoemt
pi_108608021
Daarvoor moet je de machtsregel toepassen:



Dus voor 3x wordt dat:

 (3^x)' = 3^x(0 \cdot \frac{x}{3} + 1 \cdot ln 3) = 3^x \cdot ln 3

Vul x = -2 in en je zult 0.122068... als antwoord vinden.
pi_108608182
Wtf wat vaag allemaal. Ik heb dit vorig jaar wel eens gehad maar zo ingewikkeld met die formules kan het toch niet zijn?

Voor een normale afgeleide kun je gewoon zeggen je doet de macht keer het voorste getal en trekt 1 van die macht af en dat is de afgeleide? En dat In komt me ook totaal onbekend voor.
  Moderator / Redactie Sport / Devops donderdag 1 maart 2012 @ 23:10:15 #300
176766 crew  zoem
zoemt
pi_108608533
Dat is helemaal geen rare formule eigenlijk, hij is alleen wat minder bekend. De regel die jij noemt is eigenlijk een versimpelde variant van die formule. Pas het maar eens toe op bijvoorbeeld x3:

(x^3)' = x^3 (1\cdot \frac{3}{x} + 0 \cdot ln x) = 3x^2
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')