quote:
Dit artikel gaat alleen over het bestaan van de derdemachtswortel van 2 als reëel getal, en daar schiet je niets mee op voor jouw vraagstuk. Ik denk dat je je vraagstuk erg onderschat, dus ik zal even laten zien hoe ik het zou aanpakken.
Gegeven is de functie f(x) = x
3 - A, waarbij ik A > 0 veronderstel om redenen die ik eerder al heb aangegeven. We willen nu het nulpunt x = A
1/3 van deze functie gaan benaderen met de iteratiemethode van Newton-Raphson. Dit houdt in dat we een startwaarde x
0 > 0 kiezen en dan een steeds betere benadering van het nulpunt berekenen met de recursieve betrekking:
(1) x
n+1 = x
n - f(x
n)/f'(x
n)
Gevraagd wordt nu te bewijzen dat (a) de aldus verkregen rij {x
n} convergent is en (b) dat de limiet van deze rij gelijk is aan A
1/3.
De methode van Newton-Raphson berust erop dat we, uitgaande van een eerder berekende waarde x
n, de vergelijking opstellen van de raaklijn aan de curve van f in het punt (x
n;f(x
n)) en het snijpunt van de raaklijn met de x-as berekenen. De x-coördinaat van het snijpunt van deze raaklijn met de x-as is dan de nieuwe benadering x
n+1. De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de curve van f in het punt (x
n;f(x
n)) is f'(x
n) en de vergelijking van een rechte lijn met richtingscoëfficiënt m door een punt P(x
P;y
P) is y - y
P = m(x - x
P), zodat we voor de vergelijking van de raaklijn krijgen:
(2) y - f(x
n) = f'(x
n)(x - x
n)
Door y = 0 te nemen in (2) vind je x = x
n - f(x
n)/f'(x
n) voor de x-coördinaat van het snijpunt van de raaklijn met de x-as. Deze waarde is dan de nieuwe benadering x
n+1, waarmee dus de recursieformule (1) is verklaard.
In ons geval hebben we f(x) = x
3 - A en dus f'(x) = 3x
2, zodat het recursievoorschrift (1) wordt:
(3) x
n+1 = x
n - ((x
n3 - A)/3x
n2)
Hier kunnen we in het rechterlid een factor x
n buiten haakjes halen en x
n - ((x
n3 - A)/3x
n2) herschrijven als x
n - x
n((x
n3 - A)/3x
n3) = x
n + x
n((A - x
n3)/3x
n3) = x
n + (1/3)x
n((A/x
n3 - 1) = x
n [1 + (1/3)(A/x
n3 -1)], zodat voor (3) ook is te schrijven:
(4) x
n+1 = x
n [1 + (1/3)(A/x
n3 -1)]
En door beide leden van (4) te delen door x
n en vervolgens van beide leden 1 af te trekken is (4) ook nog te schrijven als:
(5) x
n+1/x
n - 1 = (1/3)(A/x
n3 - 1)
Uiteraard moet hierbij x
n steeds ongelijk aan nul zijn, daar x
n+1 anders niet is gedefinieerd en de recursie dan afbreekt.
Zoals ik zal laten zien is het voldoende om een startwaarde x
0 > 0 te kiezen om te kunnen garanderen dat x
n nooit nul wordt.
We bekijken nu eerst wat er gebeurt met de recursie als x
n ≥ A
1/3. In dit geval is (x
n3 - A) ≥ 0 en dus ook ((x
n3 - A)/3x
n2) ≥ 0, zodat uit (3) volgt dat dan x
n+1 ≤ x
n. Dus: als x
n ≥ A
1/3 dan is x
n+1 ≤ x
n.
Maar, aan de hand van (4) kunnen we nog iets anders concluderen. Uit A > 0 en x
n > 0 volgt uiteraard A/x
n3 > 0 en dus ook A/x
n3 - 1 > -1 en dus
a fortiori (1/3)(A/x
n3 -1) > -1. En dus volgt uit (4) op grond van de
ongelijkheid van Bernoulli dat:
(6) x
n+13 = x
n3[1 + (1/3)(A/x
n3 -1)]
3 ≥ x
n3(1 + A/x
n3 - 1) = A
Dus: als x
n > 0 dan geldt x
n+13 ≥ A en derhalve x
n+1 ≥ A
1/3. Dit impliceert dat voor
elke startwaarde x
0 > 0 geldt dat x
1 ≥ A
1/3 en daarmee x
n ≥ A
1/3 voor elke n > 0. Maar we hadden net al gezien dat voor elke x
n ≥ A
1/3 ook geldt x
n+1 ≤ x
n. En dus vinden we dat ongeacht de gekozen startwaarde x
0 > 0 geldt:
(7) A
1/3 ≤ x
n+1 ≤ x
n voor elke n > 0
We zien dus dat de rij {x
n} in ieder geval vanaf de
tweede term x
1 monotoon dalend is én dat deze rij een
ondergrens A
1/3 heeft. En een monotoon dalende rij met een ondergrens is convergent.
We hebben nu bewezen dat lim
n→∞ x
n bestaat, maar daarmee zijn we er nog niet. We moeten nu nog aantonen dat deze limiet inderdaad gelijk is aan A
1/3. Laten we deze limiet L noemen, dus:
(8) lim
n→∞ x
n = L
Het is evident dat L ≥ A
1/3 moet zijn. Immers, als L < A
1/3 zou zijn, dan zou vanaf een zekere n moeten gelden x
n < A
1/3 en dat is niet zo, want we hebben gezien dat x
n ≥ A
1/3 voor elke n > 0. Aangezien L > 0 en uiteraard lim
n→∞ x
n+1 = lim
n→∞ x
n = L volgt uit (8) dat ook geldt:
(9) lim
n→∞ (x
n+1/x
n - 1) = 0
En op grond van (5) moet dus ook gelden:
(10) lim
n→∞ (A/x
n3 - 1) = 0
Maar dit impliceert dat:
(11) lim
n→∞ x
n3 = A
Uit (8) volgt echter dat:
(12) lim
n→∞ x
n3 = L
3Op grond van (11) en (12) hebben we L
3 = A en dus inderdaad:
(13) L = A
1/3QED
[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 17-02-2012 22:13:05 ]