abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_105236952
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 december 2011 00:11 schreef twaalf het volgende:
Je hebt y=x^5+ax. Differentieer nu beide kanten naar y.
Baas! Ik moest even denken, maar nu valt alles op zijn plek. Zo simpel... Ik heb me er een beetje op zitten doodstaren! Super bedankt _O_
(ik voel me vaak na een vraag in dit topic erg stom, en dit is geen uitzondering :@)
pi_105259750
Voor een functie y kan afgeleid worden

y*(dy/dx) = (d/dx)*(y2/2)

Kan iemand uitleggen waarom?
pi_105259882
hold on
Beneath the gold, bitter steel
pi_105260088
Over je edit, integreren geeft (1/dx)*(y2/2)
pi_105260178
Dat is de kettingregel:

d/dx (y(x))² = 2y(x) * y'(x)
pi_105260180
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 december 2011 17:38 schreef luckass het volgende:
Over je edit, integreren geeft (1/dx)*(y2/2)
Ja vanaf die kant ben ik er nog niet uit, als je echter vanaf de andere kant werkt:
d/dx 0.5y^2 = d/dy dy/dx 0.5y^2 = d(0.5y^2)/dy*dy/dx = y*dy/dx
Beneath the gold, bitter steel
pi_105260379
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 december 2011 17:40 schreef thenxero het volgende:
Dat is de kettingregel:

d/dx (y(x))² = 2y(x) * y'(x)
Oh ja, stom. Zo is het wel duidelijk, maar andersom vind ik 't lastig om te zien.
pi_105286472
quote:
0s.gif Op maandag 5 december 2011 01:39 schreef Fingon het volgende:
Var(Uniform) = (b-a)^2 / 12 dus Std = sqrt(Var) = b-a/12
TE bepalen zoals hierboven getoond of kijk hier even bij moment-generating functions voor een andere manier.

Bedankt. Goede tip.
quote:
0s.gif Op maandag 5 december 2011 00:59 schreef thenxero het volgende:

[..]

Als U ~ Uniform(a,b), dan

Var(U) = \int_a^b f(x) (x-\mu)^2 \;dx = \frac{1}{b-a} \int_a^b (x-\frac{a+b}{2})^2\;dx

Nu jij weer.
Ook bedankt, maar aangezien dit tentamen van mij, geloof het of niet, non-calculus is, ga ik er nu even niet op in (ik zit ook even niet in deze stof).
pi_105286693
Ik heb trouwens nog een vraag.



quote:
Conclusie: Based on the sample, you can be 90% confident that the true population mean
of the order totals lies on the interval bounded below by $72.41 and above by
$84.09.
Klopt dit wel?

Verderop in het boek wordt namelijk gesteld:

quote:
Let a and b represent the lower and upper boundaries of the 90% confidence
interval for the mean of the population. Is it correct to conclude that there is a
90% probability the true population mean lies between a and b? Explain your
answer.

A confidence interval does not describe the probability that any particular
interval constructed around the mean of a single sample will contain the actual
population mean. In this problem, it would be inaccurate to state that there is
a 90% probability the interval bounded below by a and above by b contains the
population mean.
Waarschijnlijk lees ik iets niet goed, maar zijn deze beweringen niet met elkaar in tegenspraak?
pi_105286904
Ik concludeer er zelf uit dat 'confidence' iets anders is dan 'probability'.
  woensdag 7 december 2011 @ 10:59:12 #211
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105287032
Een 90% CI voor de mean is iets wat als je het 100 keer zou construeren op basis van 100 aselecte steekproeven, hij naar verwachting 90 keer de ware mean bevat.

De tekst in het tweede rondje klopt niet. Ze ronden daar af op 3 decimalen. Kijk je naar het vierde decimaal, zie je dat 1,64 de juiste afronding is op twee decimalen. Bedenk wel dat je door afronden geen echt 90% CI meer hebt.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105288188
Erg leuk, die tekstballonnetjes. :')

Volgens mij bedoelen ze een wel heel subtiel verschil. Er is een kans van 90% dat een gevonden interval de ware E bevat. Er is geen kans van 90% dat het gevonden interval de ware E bevat.
pi_105302791
Bedankt voor jullie reacties.
quote:
0s.gif Op woensdag 7 december 2011 10:54 schreef thabit het volgende:
Ik concludeer er zelf uit dat 'confidence' iets anders is dan 'probability'.
Textueel gezien merk ik dat nu ook op. Toch knaagt er nog iets. Ik vind het verschil tussen deze twee opties niet helemaal overtuigend nog:

Based on the sample, you can be 90% confident that the true population mean
of the order totals lies on the interval bounded below by $72.41 and above by
$84.09.

en

Based on the sample, there is a 90% probability that the true population mean
of the order totals lies on the interval bounded below by $72.41 and above by
$84.09.

Het komt bij mij toch hetzelfde over. Als je zegt dat je ergens "zeker" over bent, dan impliceer je daarmee een bepaalde kans. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat ik normaal taalgebruik en statisch taalgebruik door elkaar haal.
pi_105324355
quote:
0s.gif Op woensdag 7 december 2011 10:59 schreef GlowMouse het volgende:
Een 90% CI voor de mean is iets wat als je het 100 keer zou construeren op basis van 100 aselecte steekproeven, hij naar verwachting 90 keer de ware mean bevat.
Maar als je dan een willekeurige steekproef daarvan neemt, dan is er toch een kans van 90% dat de ware mean daarin zit?

Op wikipedia staat ook
quote:
A confidence interval does not predict that the true value of the parameter has a particular probability of being in the confidence interval given the data actually obtained.
en
quote:
A confidence interval with a particular confidence level is intended to give the assurance that, if the statistical model is correct, then taken over all the data that might have been obtained, the procedure for constructing the interval would deliver a confidence interval that included the true value of the parameter the proportion of the time set by the confidence level.
Maar wat klopt er dan niet aan mijn beredenering?
pi_105324613
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 00:22 schreef thenxero het volgende:

[..]
Maar wat klopt er dan niet aan mijn beredenering?
Om even mijn eigen vraag te beantwoorden. Wat er niet klopt aan mijn beredenering is dat je niet zomaar een willekeurige steekproef hebt, maar je hebt de steekproef waarmee je de CI berekend hebt. Ik denk dat het daar mis gaat.
  donderdag 8 december 2011 @ 00:31:11 #216
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105324615
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 00:22 schreef thenxero het volgende:

[..]

Maar als je dan een willekeurige steekproef daarvan neemt, dan is er toch een kans van 90% dat de ware mean daarin zit?
Het is allemaal heel subtiel. Ik vergelijk het met een dobbelsteen die je hebt gegooid maar waarvan je de ogen nog niet hebt gezien. Dan kun je niet meer zeggen dat de kans dat de 1 boven ligt 1/6de is.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105324790
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 00:31 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Het is allemaal heel subtiel. Ik vergelijk het met een dobbelsteen die je hebt gegooid maar waarvan je de ogen nog niet hebt gezien. Dan kun je niet meer zeggen dat de kans dat de 1 boven ligt 1/6de is.
Dat het subtiel is is duidelijk, maar ik kan er nog steeds niet helemaal de vinger op leggen waarom het zo is.

Dat van die dobbelsteen snap ik wel. Als je hem gegooid hebt dan heeft ie een bepaalde waarde aangenomen in {1,...,6}. De waarde die hij aan heeft genomen heeft ie dus met kans 1 en de rest met kans 0. Als je gaat kijken (zonder voorkennis) heb je echter wel een kans van 1/6 dat je die 1 aantreft.

Ik zie de analogie met het CI-probleem trouwens niet, behalve dat dit ook subtiel is.
pi_105326349
Je kunt zeggen dat \mathbb{P}([X_1,X_2]\ni \mu)=1-\alpha. Maar je kunt natuurlijk niet zeggen dat \mathbb{P}(\mu \in [x_1,x_2])=1-\alpha, let op het verschil tussen grote en kleine letters en de afwezigheid van stochasten..
pi_105333621
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 00:37 schreef thenxero het volgende:

[..]

Als je gaat kijken (zonder voorkennis) heb je echter wel een kans van 1/6 dat je die 1 aantreft.

Ik zie de analogie met het CI-probleem trouwens niet, behalve dat dit ook subtiel is.
Volgens mij heeft het te maken met een misvatting die heerst. Zo denken mensen dat de kans op kop of munt met een eerlijke munt gelijk is aan respectievelijk 0.5 en 0.5. Toch is de kans slechts bij benadering 0.5 bij een heel groot aantal worpen, bijvoorbeeld 10.000. Zelfs dan zie je dat de proportie niet gelijk is aan 0.5.
quote:
4.3 Many tosses of a coin. The French naturalist Count Buffon (1707
1788) tossed a coin 4040 times. Result: 2048 heads, or proportion 2048/4040 =
0.5069 for heads.
Around 1900, the English statistician Karl Pearson heroically tossed a coin
24,000 times. Result: 12,012 heads, a proportion of 0.5005.
While imprisoned by the Germans duringWorldWar II, the South African
statistician John Kerrich tossed a coin 10,000 times. Result: 5067 heads, proportion
of heads 0.5067.
quote:
Probability describes only what happens in the long
run. Most people expect chance outcomes to show more short-term regularity
than is actually true.

Introduction to the Practice of Statistics, p.238.
  donderdag 8 december 2011 @ 13:51:13 #220
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105336210
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 00:37 schreef thenxero het volgende:

[..]

Ik zie de analogie met het CI-probleem trouwens niet, behalve dat dit ook subtiel is.
Het heeft ermee te maken dat als je het CI eenmaal hebt geconstrueerd, er geen kans meer aan te pas komt om de vraag te beantwoorden of hij de ware parameter bevat. Hij zit erin of hij zit er niet in.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105340144
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 12:34 schreef Warren het volgende:

[..]

Volgens mij heeft het te maken met een misvatting die heerst. Zo denken mensen dat de kans op kop of munt met een eerlijke munt gelijk is aan respectievelijk 0.5 en 0.5. Toch is de kans slechts bij benadering 0.5 bij een heel groot aantal worpen, bijvoorbeeld 10.000. Zelfs dan zie je dat de proportie niet gelijk is aan 0.5.

[..]

[..]

Dit bevestigt toch gewoon dat er variantie bestaat?
  donderdag 8 december 2011 @ 16:28:26 #222
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105341858
Het verhaal van Warren is inderdaad ongerelateerd.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105347325
quote:
0s.gif Op donderdag 8 december 2011 13:51 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Het heeft ermee te maken dat als je het CI eenmaal hebt geconstrueerd, er geen kans meer aan te pas komt om de vraag te beantwoorden of hij de ware parameter bevat. Hij zit erin of hij zit er niet in.
Ik snap nu de analogie. De parameter zit er inderdaad wel in met kans 1 of niet in met kans 1.

Net alsof je een muntje gooit in een afgesloten doos en je niets binnen die doos kan waarnemen. Als je dan het muntje gegooid hebt dan kan je niet meer spreken over 50% kans dat de munt kop is. Maar voor iemand die niet kan waarnemen hoe de munt is gevallen is op dat moment de kans wel 50% dat het kop zal blijken te zijn als je die doos open maakt. Zo is het volgens mij ook voor CI's: zolang je de werkelijke parameter niet kan waarnemen is de kans x % dat die parameter erin zal zitten op het moment dat je die parameter wel zou kunnen waarnemen.

Dus ik zie nog steeds niet waarom:
quote:
A confidence interval does not predict that the true value of the parameter has a particular probability of being in the confidence interval given the data actually obtained.
pi_105350222
Het percentage mensen dat terwijl ze een vlucht boeken maar niet gaan is 12%. Wat is de propability dat er geen passagier teleurgesteld hoeft te worden als een maatschappij 215 mensen boekt op een vliegtuig van 200?

Dit is de vraag. Nu is mijn vraag, welke formules (verdelingen) moet ik hiervoor gebruiken om het op te lossen?
pi_105354215
Je moet aannemen dat de mensen hun beslissing om wel of niet te gaan onafhankelijk van elkaar nemen. Natuurlijk is dat niet zo, bijvoorbeeld als papa en mama niet gaan, gaan de kinderen ook niet. Dan heb je een binomiale situatie (wel of niet gaan) met 215 onafhankelijke trekkingen. We zijn geïnteresseerd in de kans dat er minder dan 15 successen zijn.

Bij zo'n grote trekking en een redelijke kans ga je gewoon normaal benaderen. Laat X het aantal mensen zijn dat niet komt opdagen. X heeft verwachte waarde 215*0.12=25.8 en variantie 215*0.12*0.88=22.7. Dus als n groot is, heeft \frac{X-25.8}{\sqrt{22.7}} een standaardnormale verdeling.

Nu willen we weten de kans dat X<15. Met een correctie voor continuïteit wordt dit bij een normale benadering X<15.5. \mathbb{P}(\frac{X-25.8}{\sqrt{22.7}}<\frac{15.5-25.8}{\sqrt{22.7}}=-1.96). Normaal gesproken moet je nu de kans opzoeken in een boek, maar -1.96 is een standaardwaarde waarvan de linkerstaart overeenkomt met een kans van 2.5%.
pi_105410937
Ik wil Warren quoten, maar blijkbaar wil de quoteknop dat niet, enfin:

Warren kraamt onzin uit. De kans dat je kop, danwel munt gooit is wel degelijk 0.5 bij een eerlijke munt. Dat je na 10000 worpen niet precies 5000x kop en 5000x munt hebt is weer een ander verhaal. Een kansexperiment geeft namelijk niet altijd de verwachtingswaarde, er bestaat ook nog zoiets als variantie..
  zaterdag 10 december 2011 @ 12:52:01 #227
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105411658
Dat was al gezegd, en als je je adblocker uitzet dan kun je ook weer quoten.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105415009
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 12:52 schreef GlowMouse het volgende:
Dat was al gezegd, en als je je adblocker uitzet dan kun je ook weer quoten.
Ja klopt, maar ik zag dat te laat. Sorry daarvoor ;), maar ook editten ging niet met adblocker aan.

bedankt voor de tip!
pi_105422398
Hele domme vraag, maar hoe zou je het "Gemiddelde" kunnen omschrijven?
Ik wilde het aan iemand uitleggen maar dat ging lastig.
Als het gemiddelde van een steekproef 30 is, wat zegt dat nu?
Het is enkel een theoretisch hulpmiddel om een beter beeld te krijgen hoe, in dit geval, de steekproef er ongeveer uit ziet toch?
Heeft iemand een mooie definitie voor het gemiddelde?
  zaterdag 10 december 2011 @ 19:45:56 #230
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105424959
Van Dale ongetwijfeld
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  zaterdag 10 december 2011 @ 20:57:33 #231
333583 Djoezt
Argumentative with the face on
pi_105427988
Een vraag over modulorekenen en groepen etc.

De eerste deelvraag is het berekenen van het aantal elementen in de verzameling Z_{175}^* - dit lukt me aardig (want \phi(175) = \phi(5^2) * \phi(7) = (25-5) * 6 = 120

Het tweede deel vind ik lastiger: "Hoeveel elementen van orde 7 zijn er in Z^*_{175} ?" Ik heb werkelijk geen flauw idee waar ik moet beginnen. Is er een formule die ik mis of over het hoofd heb gezien? Heeft iemand een tip?

Ik weet wel wat de orde van n betekent (het aantal elementen dat je passeert wanneer je steeds n steeds verheft tot een hogere macht voordat je n weer bereikt, modulo 175), maar ik zie (naast brute force alle banen uitschrijven) geen handige manier om tot een antwoord te komen. Toch staan er voor zowel a als b 2 punten, dus kan het niet veel lastiger zijn dan de het berekenen van de Euler totient van 175, als in a.

[ Bericht 1% gewijzigd door Djoezt op 10-12-2011 21:10:27 ]
  zaterdag 10 december 2011 @ 21:06:01 #232
323372 DikBoek
Ook lekker met kaas.
pi_105428396
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 18:38 schreef JohnSpek het volgende:
Hele domme vraag, maar hoe zou je het "Gemiddelde" kunnen omschrijven?
Ik wilde het aan iemand uitleggen maar dat ging lastig.
Als het gemiddelde van een steekproef 30 is, wat zegt dat nu?
Het is enkel een theoretisch hulpmiddel om een beter beeld te krijgen hoe, in dit geval, de steekproef er ongeveer uit ziet toch?
Heeft iemand een mooie definitie voor het gemiddelde?

http://www.google.com/?q=definitie+gemiddelde

[ Bericht 1% gewijzigd door GlowMouse op 10-12-2011 21:07:50 ]
Maar laten we wel wezen, dat was natuurlijk al lang duidelijk.
pi_105429480
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 20:57 schreef Djoezt het volgende:
Een vraag over modulorekenen en groepen etc.

De eerste deelvraag is het berekenen van het aantal elementen in de verzameling Z_{175}^* - dit lukt me aardig (want \phi(175) = \phi(5^2) * \phi(7) = (25-5) * 6 = 120

Het tweede deel vind ik lastiger: "Hoeveel elementen van orde 7 zijn er in Z^*_{175} ?" Ik heb werkelijk geen flauw idee waar ik moet beginnen. Is er een formule die ik mis of over het hoofd heb gezien? Heeft iemand een tip?

Ik weet wel wat de orde van n betekent (het aantal elementen dat je passeert wanneer je steeds n steeds verheft tot een hogere macht voordat je n weer bereikt, modulo 175), maar ik zie (naast brute force alle banen uitschrijven) geen handige manier om tot een antwoord te komen. Toch staan er voor zowel a als b 2 punten, dus kan het niet veel lastiger zijn dan de het berekenen van de Euler totient van 175, als in a.
De orde van een element is altijd een deler van de orde van de groep.
  zaterdag 10 december 2011 @ 21:38:30 #234
333583 Djoezt
Argumentative with the face on
pi_105429837
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 21:30 schreef thabit het volgende:

[..]

De orde van een element is altijd een deler van de orde van de groep.
Dus de orde moet een deler zijn van 175, en aangezien 7 dat niet is zijn er geen elementen die orde 7 hebben? Oke!

Kan je verklaren waarom de orde van een elementen een deler moet zijn van de orde van de groep?
pi_105429912
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 21:38 schreef Djoezt het volgende:

[..]

Dus de orde moet een deler zijn van 175?
Nee, van 120.
  zaterdag 10 december 2011 @ 21:41:00 #236
333583 Djoezt
Argumentative with the face on
pi_105429936
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 21:40 schreef thabit het volgende:

[..]

Nee, van 120.
Oke - waar komt dat uit voort?
pi_105431863
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 12:24 schreef Don_Vanelli het volgende:
Ik wil Warren quoten, maar blijkbaar wil de quoteknop dat niet, enfin:

Warren kraamt onzin uit. De kans dat je kop, danwel munt gooit is wel degelijk 0.5 bij een eerlijke munt. Dat je na 10000 worpen niet precies 5000x kop en 5000x munt hebt is weer een ander verhaal. Een kansexperiment geeft namelijk niet altijd de verwachtingswaarde, er bestaat ook nog zoiets als variantie..
Ja, sorry daarvoor nog.

Nog even een vraagje:

quote:
10. Een bepaalde test is zodanig genormaliseerd dat het gemiddelde 100 is; de
populatievariantie is niet bekend. In een steekproef van 31 personen vinden
we een gemiddelde van 103; de standaarddeviatie is 6.28. We onderzoeken
de vraag of de personen uit een populatie afkomstig zijn met een gemiddelde
groter dan 100. Wat is het resultaat van de toets (geef het beste antwoord)?
a. We kunnen H0 niet verwerpen.
b. We kunnen H0 verwerpen met alfa = 0.05
c. We kunnen H0 verwerpen met alfa = 0.02
d. We kunnen H0 verwerpen met alfa = 0.01
Het antwoord volgens het antwoordenmodel is c, maar volgens mij is het d.

Als ik de t-waarde opzoek bij 30 vrijheidsgraden bij een tail probability van 0.01 dan kom ik uit op 2.457.

t103 = (103-100)/(6,28 / \sqrt{31}) = 2.66. 2,66 is groter dan 2.457, dus ik meen verwerpen met alfa 0.01.
  zaterdag 10 december 2011 @ 22:28:16 #239
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105432509
e. Dit kun je niet zeggen omdat je de onderliggende kansverdeling niet kent.

Daarnaast is de vraag slecht gesteld omdat je alpha kiest voordat je de toetsing uitvoert.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105432888
Eerste zin: een bepaalde test is [..] genormaliseerd. Dus een normale verdeling.
pi_105432904
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 22:28 schreef GlowMouse het volgende:
e. Dit kun je niet zeggen omdat je de onderliggende kansverdeling niet kent.

Daarnaast is de vraag slecht gesteld omdat je alpha kiest voordat je de toetsing uitvoert.
Je hebt gelijk, maar het komt uit een oud-tentamen, dus hier moet ik het helaas mee doen. Gezien het feit dat alleen de normale verdeling behandeld is, komt dit uit een normale verdeling.
  zaterdag 10 december 2011 @ 22:36:38 #242
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105432993
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 22:34 schreef twaalf het volgende:
Eerste zin: een bepaalde test is [..] genormaliseerd. Dus een normale verdeling.
een normalisatie heeft niets met een normale verdeling te maken
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 22:34 schreef Warren het volgende:

[..]

Je hebt gelijk, maar het komt uit een oud-tentamen, dus hier moet ik het helaas mee doen. Gezien het feit dat alleen de normale verdeling behandeld is, komt dit uit een normale verdeling.
maar je doet alsof je ook de t-verdeling kent
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105433194
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 22:36 schreef GlowMouse het volgende:

maar je doet alsof je ook de t-verdeling kent
Ik heb in mijn boek gelezen dat ik de t-verdeling kan gebruiken als de populatievariantie niet bekend is, en dat de steekproef uit 30 of minder personen bestaat.
pi_105433219
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 22:40 schreef Warren het volgende:

[..]

Ik heb in mijn boek gelezen dat ik de t-verdeling kan gebruiken als de populatievariantie niet bekend is, en dat de steekproef uit 30 of minder personen bestaat.
Die is wel bekend; de standaarddeviatie is 6.28 staat in de opdracht.
pi_105433278
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 december 2011 22:41 schreef twaalf het volgende:

[..]

Die is wel bekend; de standaarddeviatie is 6.28 staat in de opdracht.
Dat is de STD van de steekproef. In de vraag staat "de populatievariantie is niet bekend. "
pi_105433400
Maar die kun je uitrekenen door 6.28 te kwadrateren. Dan is ze wel bekend. Zolang de vraag onduidelijk is, kun je daar toch gewoon gebruik van maken?
  zaterdag 10 december 2011 @ 22:45:32 #247
333583 Djoezt
Argumentative with the face on
pi_105433467
quote:
Dank!
pi_105433821
Maar goed, even zonder flauwheid, je hebt gelijk Warren het moet d zijn.
pi_105434028
Ok, bedankt.
pi_105518425
Prachtig, tentamen analyse bestaat voor 50% uit bewijzen, en we hebben nog nooit een bewijsopgave hoeven doen :'). Of ja, nooit is overdreven, maar het huiswerk was 95% calculus.
pi_105518587
Tja, bewijzen zijn er in alle soorten en maten, dus het zegt niets over moeilijkheidsgraad.
pi_105519676
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:21 schreef Physics het volgende:
Prachtig, tentamen analyse bestaat voor 50% uit bewijzen, en we hebben nog nooit een bewijsopgave hoeven doen :'). Of ja, nooit is overdreven, maar het huiswerk was 95% calculus.
Ach, het is gewoon herproduceren van wat op college is geweest dus als je dat maar stampt zijn dat gegarandeerde punten :P
Beneath the gold, bitter steel
pi_105519802
Ben dus met wiskunde bezig. En nu heb ik een tweetal formules gekregen om een vector door een vlak te bereken. Echter snap ik niet helemaal hoe deze formules te gebruiken. Zou iemand misschien de formule in kunnen vullen met een voorbeeld zodat ik dit als referentie kan gebruiken? Bedankt alvast!
quote:
The equation of a plane (points P are on the plane with normal N and point P3 on the plane) can be written as N dot (P - P3) = 0

The equation of the line (points P on the line passing through points P1 and P2) can be written as
P = P1 + u (P2 - P1)

The intersection of these two occurs when
N dot (P1 + u (P2 - P1)) = N dot P3
en de 2e formule

quote:
A plane can also be represented by the equation
A x + B y + C z + D = 0

where all points (x,y,z) lie on the plane.

Substituting in the equation of the line through points P1 (x1,y1,z1) and P2 (x2,y2,z2)
P = P1 + u (P2 - P1)

gives
A (x1 + u (x2 - x1)) + B (y1 + u (y2 - y1)) + C (z1 + u (z2 - z1)) + D = 0
pi_105520713
De eerste formule werkt met een inwendig product. Twee vectoren (in een inwendigproductruimte) staan loodrecht op elkaar als hun inwendig product nul is. De reden waarom dat het vlak weergeeft zie je in deze figuur:

dus de vergelijking \mathbf{N}\cdot \mathbf{x}=0 geeft alle vectoren x in het vlak.

De tweede formule is in feite hetzelfde, want
\mathbf{N}\cdot \mathbf{x}=(a,b,c)\cdot (x,y,z)=ax+by+cz=0

Voorbeeldje: stel dat je weet dat het punt (1,2,3) in het vlak ligt, en dat (4,5,6) een normaalvector van het vlak is. De vectoren die nu in het vlak liggen zijn de vectoren x=(x,y,z) die voldoen aan \mathbf{N}\cdot \mathbf{x}=0. Als je dat uitwerkt krijg je 4x+5y+6z=0.

Maar dit is alleen waar als de normaalvector mooi bij de oorsprong het vlak snijdt. Als het vlak niet door de oorsprong gaat, maar wel door het punt (1,2,3) zijn de vectoren x eigenlijk x=(x-1,y-2,z-3). De vectoren zijn dan namelijk het verschil tussen een punt in het vlak en het punt dat zeker in het vlak ligt.

Dan krijg je 4(x-1)+5(y-2)+6(z-3)=0, dus 4x+5y+6z=32.
pi_105520897
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:48 schreef Fingon het volgende:

[..]

Ach, het is gewoon herproduceren van wat op college is geweest dus als je dat maar stampt zijn dat gegarandeerde punten :P
Wat zijn dit voor rechtenpraktijken. :')
pi_105521760
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:51 schreef GeertJan88 het volgende:
Ben dus met wiskunde bezig. En nu heb ik een tweetal formules gekregen om een vector door een vlak te bereken. Echter snap ik niet helemaal hoe deze formules te gebruiken. Zou iemand misschien de formule in kunnen vullen met een voorbeeld zodat ik dit als referentie kan gebruiken? Bedankt alvast!

[..]

en de 2e formule

[..]

Begin eens je quotes wat leesbaarder en correcter op te schrijven. En uit je vraagstelling proef ik een beetje dat je vooral een 'recept' wil hebben. Als je nu maar weet hoe je die formules in moet vullen dan ben je kennelijk tevreden. Maar dat is niet goed. Je moet begrijpen waarom die formules zijn zoals ze zijn en wat ze (meetkundig) voorstellen.

Eerste quote:

quote:
The equation of a plane (points P are on the plane with normal N and point P3 on the plane) can be written as N dot (P - P3) = 0

The equation of the line (points P on the line passing through points P1 and P2) can be written as
P = P1 + u (P2 - P1)

The intersection of these two occurs when
N dot (P1 + u (P2 - P1)) = N dot P3
De vectorvergelijking van het bedoelde vlak V door punt P3 en loodrecht op vector n is:

(1) V: n∙(p - p3) = 0

Hierbij stelt het eindpunt P van vector OP = p een willekeurig punt in het vlak V voor. Het is gemakkelijk in te zien waarom dit een vectorvoorstelling van het betreffende vlak is: als P in het vlak ligt, evenals het vaste punt P3, dan is de verschilvector OP - OP3 = p - p3 parallel aan lijnstuk PP3 in het vlak V, zodat deze verschilvector loodrecht op vector n staat en het inproduct van n en p - p3 dus gelijk is aan 0.

Tweede quote:

quote:
A plane can also be represented by the equation
A x + B y + C z + D = 0

where all points (x,y,z) lie on the plane.

Substituting in the equation of the line through points P1 (x1,y1,z1) and P2 (x2,y2,z2)
P = P1 + u (P2 - P1)

gives
A (x1 + u (x2 - x1)) + B (y1 + u (y2 - y1)) + C (z1 + u (z2 - z1)) + D = 0
Om dit te begrijpen moet je weten hoe je de vectorvoorstelling (1) van een vlak V omzet in een vergelijking in cartesische coördinaten. Stel dat we hebben:

(2) n = (a,b,c)

en:

(3) p3 = (x3,y3,z3)

en zij p = (x,y,z) weer de variabele vector. Dan volgt uit (1) dat het inproduct van n en p - p3 voor elke vector p = (x,y,z) met eindpunt in het betreffende vlak nul moet zijn, en dus:

(4) V: a(x - x3) + b(y - y3) + c(z - z3) = 0

Door het uitwerken van de haakjes breng je deze cartesische vergelijking voor het vlak V gemakkelijk in de standaardvorm:

(5) V: ax + by + cz + d = 0

Voor een lijn l door de punten P1 en P2 hebben we met de vaste vectoren OP1 = p1 en OP2 = p2 een vectorvoorstelling:

(6) l: p = p1 + μ∙(p2 - p1)

waarbij μ de verzameling reële getallen doorloopt. Ook dit is weer eenvoudig in te zien. Aangezien P1 en P2 op l liggen, is de verschilvector p2 - p1 parallel aan lijn l, zodat l': p = μ∙(p2 - p1) een vectorvoorstelling is van een lijn l' door de oorsprong en parallel aan l. Tellen we de vaste vector p1 hierbij op (hetgeen resulteert in een translatie langs lijnstuk OP1) dan krijgen we dus alle vectoren waarvan de eindpunten op lijn l liggen aangezien O op l' ligt en P1 op l ligt terwijl l' parallel is aan l. Schrijven we nu (6) in coördinaatvorm, dan hebben we:

(7) l: (x,y,z) = (x1 + μ(x2-x1), y1 + μ(y2-y1), z1 + μ(z2-z1))

Dit levert dus het volgende stelsel:

(8a) x = x1 + μ(x2-x1)
(8b) y = y1 + μ(y2-y1)
(8c) z = z1 + μ(z2-z1)

Substitutie van (8a), (8b) en (8c) in de cartesische vergelijking (5) van vlak V levert een lineaire vergelijking in μ op, die ons dus vertelt voor welke waarde van μ lijn l vlak V snijdt (als althans lijn l niet evenwijdig loopt aan vlak V of in vlak V ligt). Door terugsubstitueren van de aldus gevonden waarde van μ in (8a), (8b) en (8c) verkrijgen we dan de cartesische coördinaten van het snijpunt van lijn l met vlak V.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 13-12-2011 07:29:19 ]
pi_105522372
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:48 schreef Fingon het volgende:

[..]

Ach, het is gewoon herproduceren van wat op college is geweest dus als je dat maar stampt zijn dat gegarandeerde punten :P
Herkauwen is iets voor koeien. En stamppot hoef je al helemaal niet te kauwen.
pi_105525859
Twaal en Riparius echt top! Riparius je hebt gelijk en wil het ook graag begrijpen, ga met je uitleg aan de slag!!
pi_105569533
Gegeven h: R->R en d,R elementen van R.

"Er wordt gevraagd om de definitie van de definitie van de limiet waarbij x van boven d nadert voor de functie h(u), met de limiet R."

Dus lim h(u)=R (voor x->d+)

Alleen h is geen functie van x, dus moet die x geen u zijn?

[ Bericht 9% gewijzigd door Physics op 15-12-2011 17:01:45 ]
pi_105581027
quote:
0s.gif Op woensdag 14 december 2011 11:33 schreef Physics het volgende:
Gegeven h: R->R en d,R elementen van de reële getallen.
Als R een element is van de reële getallen, is h geen functie.
pi_105613747
Gegeven (cn), een nulrij die dalend is.
Laat (an) de rij zijn met an de som van 1 naar n van (-1)k+1 ck.

Dan heb ik de volgende vragen:
1) De rij cn kan toch ook een nulrij zijn of uitkomen op een nulrij?
2) Is (an) een Cauchy-rij? En hoe kan ik dat bewijzen?
pi_105620877
quote:
0s.gif Op woensdag 14 december 2011 16:54 schreef twaalf het volgende:

[..]

Als R een element is van de reële getallen, is h geen functie.
Ik had verkeerd gelezen, er stond d,R elementen van R met h:R->R
pi_105626767
quote:
0s.gif Op woensdag 14 december 2011 11:33 schreef Physics het volgende:
Gegeven h: R->R en d,R elementen van R.

"Er wordt gevraagd om de definitie van de definitie van de limiet waarbij x van boven d nadert voor de functie h(u), met de limiet R."

Dus lim h(u)=R (voor x->d+)

Alleen h is geen functie van x, dus moet die x geen u zijn?
Lijkt me dat ze bedoelen lim h(x)=R (voor x->d+), anders is het niet zo'n spannende limiet ;) .
pi_105629094
quote:
0s.gif Op donderdag 15 december 2011 13:23 schreef Siddartha het volgende:
Gegeven (cn), een nulrij die dalend is.
Laat (an) de rij zijn met an de som van 1 naar n van (-1)k+1 ck.

Dan heb ik de volgende vragen:
1) De rij cn kan toch ook een nulrij zijn of uitkomen op een nulrij?
2) Is (an) een Cauchy-rij? En hoe kan ik dat bewijzen?
1) Het is toch gegeven dat (cn) een nulrij is?
2)
Als j oneven is
|a_k - a_{j-1}| = |\sum_{i=j}^k (-1)^{i+1}c_i| = |c_j - c_{j+1} + c_{j+2} - c_{j+3} + c_{j+4} - ... + ... c_k| \leq c_j

Controleer dit even. Als het klopt moet je het hiermee kunnen bewijzen.
pi_105655406
Hoi, nieuw hier, mijn eerste post.

Ik heb een vraagje over kansrekening, waar ik niet uitkwam. Je hebt 500 appels waarvan er 10 rot zijn. De appels verdeel je over 20 dozen van elk 25 appels. Hoe groot is de kans dat je een doos kiest waarin geen enkele rotte appel zit?

Nu vond ik als antwoord (490 nCr 25)/(500 nCr 25). Dus het aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de gave appels gedeeld door het totaal aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de 500 appels. Dat betekent dus dat een doos vullen op een willekeurige manier gelijk staat aan één doos kiezen, maar ik zie niet waarom dat zo is. Is er iemand die mij dat helder kan uitleggen, misschien aan de hand van vergelijkingen?
pi_105657507
Bepaal de afgeleide van f(x)=

(1) Beide zijden differentiëren naar x
F'=f=(lnt)^3
(2) d/dx (F(x^2+x)-F(x^2-x))

(3) f'(x)=ln(x^2+x)^3(2x+1)-(ln(x^2-x)^3(2x-1)

Klopt dat?
pi_105659353
quote:
0s.gif Op vrijdag 16 december 2011 14:54 schreef Physics het volgende:
Bepaal de afgeleide van f(x)=[ afbeelding ]

(1) Beide zijden differentiëren naar x
F'=f=(lnt)^3
(2) d/dx (F(x^2+x)-F(x^2-x))

(3) f'(x)=ln(x^2+x)^3(2x+1)-(ln(x^2-x)^3(2x-1)

Klopt dat?
Ja. Je maakt in feite gebruik van een variant van de regel van Leibniz, zie ook hier (met een aardige anecdote van Feynman).
pi_105660478
quote:
5s.gif Op vrijdag 16 december 2011 13:53 schreef Dobbs het volgende:
Hoi, nieuw hier, mijn eerste post.

Ik heb een vraagje over kansrekening, waar ik niet uitkwam. Je hebt 500 appels waarvan er 10 rot zijn. De appels verdeel je over 20 dozen van elk 25 appels. Hoe groot is de kans dat je een doos kiest waarin geen enkele rotte appel zit?

Nu vond ik als antwoord (490 nCr 25)/(500 nCr 25). Dus het aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de gave appels gedeeld door het totaal aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de 500 appels. Dat betekent dus dat een doos vullen op een willekeurige manier gelijk staat aan één doos kiezen, maar ik zie niet waarom dat zo is. Is er iemand die mij dat helder kan uitleggen, misschien aan de hand van vergelijkingen?
Er zijn 500 nCr 25 manieren om 25 appels uit 500 te pakken waar de volgorde niet van belang is (het maakt niet uit of je een appel er eerder of later in doet, het gaat er alleen om of die wel of niet in de doos zit). Er zijn 490 nCr 25 manieren om dozen te maken waar géén rotte appels in zitten (want er zijn 500-10=490 niet-rotte appels). Als je een willekeurige doos pakt, dan is de kans dus (490 nCr 25)/(500 nCr 25) dat het er 1 is zonder rotte appels.
Dat laatste is eigenlijk hetzelfde principe als dat je 10 knikkers hebt waarvan er 1 blauw is en 9 rood. Als je dan een willekeurige knikker pakt dan is de kans dat je dan een blauwe pakt 1/10.
pi_105661517
quote:
0s.gif Op vrijdag 16 december 2011 16:21 schreef thenxero het volgende:

[..]

Er zijn 500 nCr 25 manieren om 25 appels uit 500 te pakken waar de volgorde niet van belang is (het maakt niet uit of je een appel er eerder of later in doet, het gaat er alleen om of die wel of niet in de doos zit). Er zijn 490 nCr 25 manieren om dozen te maken waar géén rotte appels in zitten (want er zijn 500-10=490 niet-rotte appels). Als je een willekeurige doos pakt, dan is de kans dus (490 nCr 25)/(500 nCr 25) dat het er 1 is zonder rotte appels.
Dat laatste is eigenlijk hetzelfde principe als dat je 10 knikkers hebt waarvan er 1 blauw is en 9 rood. Als je dan een willekeurige knikker pakt dan is de kans dat je dan een blauwe pakt 1/10.
Ik begrijp het, bedankt!
pi_105772234
vast een domme vraag, maar waarom volgt uit gcd(x, y) = 1 dat gcd(x + y, xy) = 1?
  maandag 19 december 2011 @ 15:24:52 #271
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105772708
relateer de delers van x+y en van xy eens aan de delers van x en van y.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105773710
tsja. Ik snap wel dat (x+y) x niet deelt en dat (x+y) y niet deelt...
wacht, ik snap het al. (x+y) en x hebben geen gemeenschappelijke priemfactoren, en (x+y) en y ook niet, dus (x+y) heeft ook geen gemeenschappelijke priemfactoren met xy.
Thanks! :P Ik was even in de war met het verschil tussen delen en gemeenschappelijke priemfactoren hebben.
pi_105817605
Kan iemand mij het principe van "in the long run" bij hypothese toetsen even uitleggen?
Ik kan het niet echt vinden in mijn boek en op Google..
Herb is the healing of a nation, alcohol is the destruction.
pi_105820953
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 december 2011 13:47 schreef DuTank het volgende:
Kan iemand mij het principe van "in the long run" bij hypothese toetsen even uitleggen?
Ik kan het niet echt vinden in mijn boek en op Google..
Ik denk dat je wat meer context moet geven. Het heeft misschien te maken met een schatter die convergeert naar de werkelijke waarde als de tijd of je sample naar oneindig gaat.
pi_105829655
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 december 2011 15:11 schreef thenxero het volgende:

[..]

Ik denk dat je wat meer context moet geven. Het heeft misschien te maken met een schatter die convergeert naar de werkelijke waarde als de tijd of je sample naar oneindig gaat.
dat als je 1 onderzoek hebt en je gevonden p-waarde is kleiner dan de alpha (0,05 bijvoorbeeld). Dan mag je niet zeggen dat je onderzoek met 95% zekerheid klopt (ofzo)
Herb is the healing of a nation, alcohol is the destruction.
pi_105832703
Klopt mijn antwoord op de volgende vraag?:

Voor een vlakke representatie van een vlakke graaf is n het aantal knopen,
m het aantal takken en r het aantal gebieden. Wat is de kleinste waarde
die n − m + r kan aannemen?

Antwoord: Voor elke vlakke samenhangende graaf geldt n - m + r = 2. Ik vermoed dat dit ook het kleinste mogelijke waarde is. Als je een niet samenhangende graaf hebt, is die te verdelen in een aantal samenhangende grafen waarvoor voor elk van die grafen geldt n - m + r = 2.
Als je een samenhangende graaf toevoegt aan een groep samenhangende grafen, neemt het aantal gebieden met 1 minder toe dan het aantal gebieden van de nieuwe graaf, want de nieuwe graaf is bevat in een andere graaf en dan is zijn buitengebied een binnengebied van een andere graaf, of hij is niet bevat in een andere graaf en dan deelt hij het buitengebied. Dus als je een graaf toevoegt neemt n - m + r steeds met 1 toe, dus n - m + r is minstens 2, namelijk bij één samenhangende graaf.

Ik weet niet zeker of dat met het aantal gebieden goed geformuleerd is.
Ik heb nog geprobeerd om een tegenspraak af te leiden uit: stel dat n - m + r < 2, maar dat lukte mij nog niet.
pi_105832772
quote:
1s.gif Op dinsdag 20 december 2011 18:35 schreef DuTank het volgende:

[..]

dat als je 1 onderzoek hebt en je gevonden p-waarde is kleiner dan de alpha (0,05 bijvoorbeeld). Dan mag je niet zeggen dat je onderzoek met 95% zekerheid klopt (ofzo)
Dan moet je even post #209 t/m #218 lezen van dit topic.
pi_105841994
quote:
0s.gif Op donderdag 15 december 2011 20:14 schreef thenxero het volgende:

[..]

1) Het is toch gegeven dat (cn) een nulrij is?
2)
Als j oneven is
|a_k - a_{j-1}| = |\sum_{i=j}^k (-1)^{i+1}c_i| = |c_j - c_{j+1} + c_{j+2} - c_{j+3} + c_{j+4} - ... + ... c_k| \leq c_j

Controleer dit even. Als het klopt moet je het hiermee kunnen bewijzen.
De moeilijkheid zit erin dat j even en oneven kan zijn.
Maar ik heb het nu zo opgelost:
Eerst heb ik bewezen dat voor iedere m geldt: a2m=<an=<a2m+1 met n>2m+1.
En met dit volgt het vrij snel.

Bedankt!
pi_105874302
Heyhey, ik had een vraagje!

Als je hebt: 2x • ln(x) - x = 0, hoe moet je dan verder? Wss is het iets heel simpels, maar ik heb me er zo op doodgestaard dat ik het niet zie.

Hopelijk kan iemand me helpen!
Trots shetlandmens
When in doubt, just add glitter
Happy little sushi roll
  woensdag 21 december 2011 @ 17:42:09 #280
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105874355
factoriseren, schrijf het als x(... - ...) = 0.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105874514
quote:
0s.gif Op woensdag 21 december 2011 17:42 schreef GlowMouse het volgende:
factoriseren, schrijf het als x(... - ...) = 0.
Dat was snel :o _O_

Ik snap hem nu, enorm bedankt!
Trots shetlandmens
When in doubt, just add glitter
Happy little sushi roll
  Moderator / Redactie Sport / Devops woensdag 21 december 2011 @ 18:10:02 #282
176766 zoem
zoemt
pi_105875313
Dan krijg je x=0 of x=exp(1/2). Let dan wel op dat x=0 geen valide antwoord is, sinds ln(0) niet bestaat.
  woensdag 21 december 2011 @ 18:51:02 #283
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105876896
quote:
2s.gif Op woensdag 21 december 2011 18:10 schreef zoem het volgende:
Dan krijg je x=0 of x=exp(1/2). Let dan wel op dat x=0 geen valide antwoord is, sinds ln(0) niet bestaat.
s/sinds/omdat
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  Moderator / Redactie Sport / Devops woensdag 21 december 2011 @ 19:05:35 #284
176766 zoem
zoemt
pi_105877532
quote:
0s.gif Op woensdag 21 december 2011 18:51 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

s/sinds/omdat
Wat wil je nou zeggen? Het woordje sinds is misschien niet helemaal goed, maar dat komt omdat ik het Engels since gewend ben. Maar dit topic lijkt me niet de plek om over taalfouten te vallen?
pi_105926048
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 december 2011 19:42 schreef Anoonumos het volgende:
Klopt mijn antwoord op de volgende vraag?:

Voor een vlakke representatie van een vlakke graaf is n het aantal knopen,
m het aantal takken en r het aantal gebieden. Wat is de kleinste waarde
die n − m + r kan aannemen?

Antwoord: Voor elke vlakke samenhangende graaf geldt n - m + r = 2. Ik vermoed dat dit ook het kleinste mogelijke waarde is. Als je een niet samenhangende graaf hebt, is die te verdelen in een aantal samenhangende grafen waarvoor voor elk van die grafen geldt n - m + r = 2.
Als je een samenhangende graaf toevoegt aan een groep samenhangende grafen, neemt het aantal gebieden met 1 minder toe dan het aantal gebieden van de nieuwe graaf, want de nieuwe graaf is bevat in een andere graaf en dan is zijn buitengebied een binnengebied van een andere graaf, of hij is niet bevat in een andere graaf en dan deelt hij het buitengebied. Dus als je een graaf toevoegt neemt n - m + r steeds met 1 toe, dus n - m + r is minstens 2, namelijk bij één samenhangende graaf.

Ik weet niet zeker of dat met het aantal gebieden goed geformuleerd is.
Ik heb nog geprobeerd om een tegenspraak af te leiden uit: stel dat n - m + r < 2, maar dat lukte mij nog niet.
Op zich is je redenering goed, maar ik zou de waarde van n-m+r gewoon uitrekenen door n, m en r te schrijven als de som van de n_i, m_i en r_i van de samenhangende componenten.
pi_105990243
Iemand hier met Matlab kennis?

Ik heb een 3-plaatsige functie gedefinieerd. Als ik handmatig waarden invul doet ie precies wat ik wil, bijvoorbeeld f(1,2,3)=1. Maar als ik een vector X = [1,2,3] genereer dan geeft ie geen resultaat als ik f(X) (=f([1,2,3]) wil evalueren terwijl ik natuurlijk de output f(1,2,3) zou willen hebben. Ik wil dus eigenlijk een functie definiëren die wel arrays/vectors kan evalueren maar weet niet hoe.


Ben je er de hele tijd mee bezig zonder succes, post je het, en een minuut later vind je het opeens zelf. :P

[ Bericht 4% gewijzigd door thenxero op 24-12-2011 01:28:44 ]
pi_105990624
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 december 2011 01:19 schreef thenxero het volgende:
Iemand hier met Matlab kennis?

Ik heb een 3-plaatsige functie gedefinieerd. Als ik handmatig waarden invul doet ie precies wat ik wil, bijvoorbeeld f(1,2,3)=1. Maar als ik een vector X = [1,2,3] genereer dan geeft ie geen resultaat als ik f(X) (=f([1,2,3]) wil evalueren terwijl ik natuurlijk de output f(1,2,3) zou willen hebben. Ik wil dus eigenlijk een functie definiëren die wel arrays/vectors kan evalueren maar weet niet hoe.


Ben je er de hele tijd mee bezig zonder succes, post je het, en een minuut later vind je het opeens zelf. :P
Ik ben nog steeds benieuwd hoe je dat gedaan hebt, heb je die functie met 'inline' gedefinieerd of op een andere manier?
Beneath the gold, bitter steel
pi_105990738
Het was een functie die gedefinieerd is op basis van if statements:

Eerst had ik zoiets als

function [C] = f(a,b,c)
if a==1 || b==2
x1=0;
else
x1=1;
...
etc etc
...
C = x1 + x2 + ...

Maar dat werkte niet. Dat heb ik veranderd in

function [C] = f(x)
if x(1)==1 || x(1)==2
x1=0;
else
x1=1;
...
etc etc
...
C = x1 + x2 + ...


Die functie heb ik gedefinieerd in een apart m-bestand.

[ Bericht 4% gewijzigd door thenxero op 24-12-2011 01:49:13 ]
pi_105991079
Ah een functie functie :P Ik moest denken aan een normale continue differentieerbare functie.
Die kan je erg makkelijk definiëren met http://www.mathworks.nl/help/techdoc/ref/inline.html
Voor jouw soort van functie moet je inderdaad een apart .m file aanmaken.
Maar volgens mij had je eerste methode gewoon moeten werken, op de manier dat jij het schrijft werkt het bij mij gewoon.
Beneath the gold, bitter steel
pi_105991215
Hmm vreemd dat ie het bij jou wel doet. Ik stopte steeds permutaties die door randperm(3) gegenereerd werden in de functie maar dat gaf geen antwoord.

Maar nu je er toch bent even snel nog een vraag :) .

Ik heb een for-loop waarbij ik steeds een permutatie genereer en dus steeds die functie evalueer. Al die functiewaardes komen in een vector te staan. Daarna kijk ik welk vectorelement minimaal is. Maar ik wil ook de bijbehorende permutatie vinden waarbij dat minimum (of die minima) voorkomt. Hoe doe je zoiets?
pi_106003547
Het is me al gelukt met het commando find. Het is een hoop gepruts maar langzaam maar zeker ga ik vooruit. :P
pi_106279433
Vraagje over besliskunde/modelleren.

Er zijn n steden en de afstand tussen stad i en stad j is bekend (i,j = 1; 2,...,n). De afstand tussen stad i en zichzelf is oneindig. x_{i j} = 1 als er een route tussen stad i en j bestaat, en anders 0.
Je wilt een rondreis maken met een zo kort mogelijk afgelegde afstand. Je neemt de volgende beperkingen:
1) voor iedere stad is er precies één route naar die stad.
2) voor iedere stad is er precies één route naar een andere stad.

Dit model is nog niet correct.
Laat de route in plaats 1 beginnen en interpreteer u_i = k, wanneer plaats i als k-de stad vanuit
stad 1 wordt bezocht.

Toon aan dat het model wel correct is met deze extra beperking:
 u_i - u_j + nx_{i j} \leq n - 1 voor alle i, j \geq 2 en u_i \geq 0 en geheel voor i = 1, 2, ... ,n

Mijn idee is dat het eerste model niet correct is omdat er meerdere kringen steden kunnen ontstaan, die niet met elkaar verbonden zijn en je zo dus niet elke stad kan bezoeken.
Mijn vraag is of je de extra beperking niet kan vervangen door alleen het geval dat x_{i j} = 1.
Dan komt de extra beperking neer op:  u_i - u_j + \leq - 1 voor i en j groter dan 2.
Dus stad i wordt eerder bezocht dan stad j als er een route van i naar j is. Vanwege beperkingen 1) en 2) is er een route tussen de laatste stad en stad 1. Ik zie niet hoe er dan nog iets mis kan gaan. Een andere kring dan de kring die plaats 1 bevat kan niet bestaan en losse steden ook niet vanwege beperkingen 1 en 2.
Is de beperking in het geval dat x_{i j} = 0, namelijk  u_i - u_j \leq n - 1, nodig?
pi_106280030
Staat xij voor de afstand tussen stad i en j ?

Wat wordt er precies bedoeld met voorwaarden (1) en (2)? Is er 1 mogelijke route (bijv: je kan alleen in stad 4 komen vanuit stad 3) of neem je een enkele route (zodat je niet vaker in dezelfde stad komt) ?
  zondag 1 januari 2012 @ 17:18:26 #294
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_106280055
De vraag is erg onduidelijk omdat het begrip route niet gangbaar is. Ik vermoed dat je "er een route tussen stad i en j bestaat" moet lezen als "de weg van stad i naar j gebruikt wordt" (de volgorde i/j is belangrijk).

Jouw vraag is daarmee beantwoordt, want x_ij is geen parameter. Maw je krijgt geen mixed integer probleem als je de aanwezigheid van een constraint conditioneert op de waarde van een variabele.

Het model is wel correct. Je kunt geen twee kringen krijgen; de notatie van die extra beperking laat dat niet toe.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_106282941
Is de vakantie nu al voorbij?
  zondag 1 januari 2012 @ 18:57:48 #296
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_106282979
quote:
0s.gif Op zondag 1 januari 2012 18:56 schreef twaalf het volgende:
Is de vakantie nu al voorbij?
Op universiteiten werkt iedereen morgen weer.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_106283461
quote:
0s.gif Op zondag 1 januari 2012 17:18 schreef GlowMouse het volgende:
De vraag is erg onduidelijk omdat het begrip route niet gangbaar is. Ik vermoed dat je "er een route tussen stad i en j bestaat" moet lezen als "de weg van stad i naar j gebruikt wordt" (de volgorde i/j is belangrijk).
Klopt, en bedankt. :) .
  zondag 1 januari 2012 @ 19:17:58 #298
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_106283643
Je hebt wel gelijk met dat je de constraint alleen voor x_ij=1 wilt laten gelden. Dit is een big-M constraint want voor x_ij=0 weet je dat er sowieso aan voldaan wordt). Cplex heeft ondersteuning indicator constraints: https://www-304.ibm.com/support/docview.wss?uid=swg21400084
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_106309186
Kan iemand misschien toelichten waarom

| x + a | < b = -b < x + a <b ?

In mijn boek wordt dit als "regel" gegeven, maar ik wil het ook snappen.

| x + a | = b kan worden opgelost door
x + a = b en x + a = - b op te lossen. Ik dacht dus ook dit toe te passen op | x + a | < b. Kortom:
x + a < b en x + a < - b op te lossen. Maar hier kom ik niet op het juiste antwoord, omdat dat het ingelijkheidsteken bij beide dezelfde kant op wijst.

Bij voorbaat dank.
  maandag 2 januari 2012 @ 13:55:01 #300
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_106309846
quote:
0s.gif Op maandag 2 januari 2012 13:38 schreef Warren het volgende:
Kan iemand misschien toelichten waarom

| x + a | < b = -b < x + a <b ?

In mijn boek wordt dit als "regel" gegeven, maar ik wil het ook snappen.

| x + a | = b kan worden opgelost door
x + a = b en x + a = - b op te lossen. Ik dacht dus ook dit toe te passen op | x + a | < b. Kortom:
x + a < b en x + a < - b op te lossen. Maar hier kom ik niet op het juiste antwoord, omdat dat het ingelijkheidsteken bij beide dezelfde kant op wijst.

Bij voorbaat dank.
Je regel om |x+a|=b op te lossen is niet helemaal goed, je moet namelijk dan x+a=b en -(x+a)=b oplossen. Bij het gelijkheidsteken maakt dat niet uit, maar bij het >-teken klapt het teken om bij vermenigvuldiging met een negatief getal. Dan kom je wel op het goede antwoord.
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')