abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_105518587
Tja, bewijzen zijn er in alle soorten en maten, dus het zegt niets over moeilijkheidsgraad.
pi_105519676
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:21 schreef Physics het volgende:
Prachtig, tentamen analyse bestaat voor 50% uit bewijzen, en we hebben nog nooit een bewijsopgave hoeven doen :'). Of ja, nooit is overdreven, maar het huiswerk was 95% calculus.
Ach, het is gewoon herproduceren van wat op college is geweest dus als je dat maar stampt zijn dat gegarandeerde punten :P
Beneath the gold, bitter steel
pi_105519802
Ben dus met wiskunde bezig. En nu heb ik een tweetal formules gekregen om een vector door een vlak te bereken. Echter snap ik niet helemaal hoe deze formules te gebruiken. Zou iemand misschien de formule in kunnen vullen met een voorbeeld zodat ik dit als referentie kan gebruiken? Bedankt alvast!
quote:
The equation of a plane (points P are on the plane with normal N and point P3 on the plane) can be written as N dot (P - P3) = 0

The equation of the line (points P on the line passing through points P1 and P2) can be written as
P = P1 + u (P2 - P1)

The intersection of these two occurs when
N dot (P1 + u (P2 - P1)) = N dot P3
en de 2e formule

quote:
A plane can also be represented by the equation
A x + B y + C z + D = 0

where all points (x,y,z) lie on the plane.

Substituting in the equation of the line through points P1 (x1,y1,z1) and P2 (x2,y2,z2)
P = P1 + u (P2 - P1)

gives
A (x1 + u (x2 - x1)) + B (y1 + u (y2 - y1)) + C (z1 + u (z2 - z1)) + D = 0
pi_105520713
De eerste formule werkt met een inwendig product. Twee vectoren (in een inwendigproductruimte) staan loodrecht op elkaar als hun inwendig product nul is. De reden waarom dat het vlak weergeeft zie je in deze figuur:

dus de vergelijking \mathbf{N}\cdot \mathbf{x}=0 geeft alle vectoren x in het vlak.

De tweede formule is in feite hetzelfde, want
\mathbf{N}\cdot \mathbf{x}=(a,b,c)\cdot (x,y,z)=ax+by+cz=0

Voorbeeldje: stel dat je weet dat het punt (1,2,3) in het vlak ligt, en dat (4,5,6) een normaalvector van het vlak is. De vectoren die nu in het vlak liggen zijn de vectoren x=(x,y,z) die voldoen aan \mathbf{N}\cdot \mathbf{x}=0. Als je dat uitwerkt krijg je 4x+5y+6z=0.

Maar dit is alleen waar als de normaalvector mooi bij de oorsprong het vlak snijdt. Als het vlak niet door de oorsprong gaat, maar wel door het punt (1,2,3) zijn de vectoren x eigenlijk x=(x-1,y-2,z-3). De vectoren zijn dan namelijk het verschil tussen een punt in het vlak en het punt dat zeker in het vlak ligt.

Dan krijg je 4(x-1)+5(y-2)+6(z-3)=0, dus 4x+5y+6z=32.
pi_105520897
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:48 schreef Fingon het volgende:

[..]

Ach, het is gewoon herproduceren van wat op college is geweest dus als je dat maar stampt zijn dat gegarandeerde punten :P
Wat zijn dit voor rechtenpraktijken. :')
pi_105521760
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:51 schreef GeertJan88 het volgende:
Ben dus met wiskunde bezig. En nu heb ik een tweetal formules gekregen om een vector door een vlak te bereken. Echter snap ik niet helemaal hoe deze formules te gebruiken. Zou iemand misschien de formule in kunnen vullen met een voorbeeld zodat ik dit als referentie kan gebruiken? Bedankt alvast!

[..]

en de 2e formule

[..]

Begin eens je quotes wat leesbaarder en correcter op te schrijven. En uit je vraagstelling proef ik een beetje dat je vooral een 'recept' wil hebben. Als je nu maar weet hoe je die formules in moet vullen dan ben je kennelijk tevreden. Maar dat is niet goed. Je moet begrijpen waarom die formules zijn zoals ze zijn en wat ze (meetkundig) voorstellen.

Eerste quote:

quote:
The equation of a plane (points P are on the plane with normal N and point P3 on the plane) can be written as N dot (P - P3) = 0

The equation of the line (points P on the line passing through points P1 and P2) can be written as
P = P1 + u (P2 - P1)

The intersection of these two occurs when
N dot (P1 + u (P2 - P1)) = N dot P3
De vectorvergelijking van het bedoelde vlak V door punt P3 en loodrecht op vector n is:

(1) V: n∙(p - p3) = 0

Hierbij stelt het eindpunt P van vector OP = p een willekeurig punt in het vlak V voor. Het is gemakkelijk in te zien waarom dit een vectorvoorstelling van het betreffende vlak is: als P in het vlak ligt, evenals het vaste punt P3, dan is de verschilvector OP - OP3 = p - p3 parallel aan lijnstuk PP3 in het vlak V, zodat deze verschilvector loodrecht op vector n staat en het inproduct van n en p - p3 dus gelijk is aan 0.

Tweede quote:

quote:
A plane can also be represented by the equation
A x + B y + C z + D = 0

where all points (x,y,z) lie on the plane.

Substituting in the equation of the line through points P1 (x1,y1,z1) and P2 (x2,y2,z2)
P = P1 + u (P2 - P1)

gives
A (x1 + u (x2 - x1)) + B (y1 + u (y2 - y1)) + C (z1 + u (z2 - z1)) + D = 0
Om dit te begrijpen moet je weten hoe je de vectorvoorstelling (1) van een vlak V omzet in een vergelijking in cartesische coördinaten. Stel dat we hebben:

(2) n = (a,b,c)

en:

(3) p3 = (x3,y3,z3)

en zij p = (x,y,z) weer de variabele vector. Dan volgt uit (1) dat het inproduct van n en p - p3 voor elke vector p = (x,y,z) met eindpunt in het betreffende vlak nul moet zijn, en dus:

(4) V: a(x - x3) + b(y - y3) + c(z - z3) = 0

Door het uitwerken van de haakjes breng je deze cartesische vergelijking voor het vlak V gemakkelijk in de standaardvorm:

(5) V: ax + by + cz + d = 0

Voor een lijn l door de punten P1 en P2 hebben we met de vaste vectoren OP1 = p1 en OP2 = p2 een vectorvoorstelling:

(6) l: p = p1 + μ∙(p2 - p1)

waarbij μ de verzameling reële getallen doorloopt. Ook dit is weer eenvoudig in te zien. Aangezien P1 en P2 op l liggen, is de verschilvector p2 - p1 parallel aan lijn l, zodat l': p = μ∙(p2 - p1) een vectorvoorstelling is van een lijn l' door de oorsprong en parallel aan l. Tellen we de vaste vector p1 hierbij op (hetgeen resulteert in een translatie langs lijnstuk OP1) dan krijgen we dus alle vectoren waarvan de eindpunten op lijn l liggen aangezien O op l' ligt en P1 op l ligt terwijl l' parallel is aan l. Schrijven we nu (6) in coördinaatvorm, dan hebben we:

(7) l: (x,y,z) = (x1 + μ(x2-x1), y1 + μ(y2-y1), z1 + μ(z2-z1))

Dit levert dus het volgende stelsel:

(8a) x = x1 + μ(x2-x1)
(8b) y = y1 + μ(y2-y1)
(8c) z = z1 + μ(z2-z1)

Substitutie van (8a), (8b) en (8c) in de cartesische vergelijking (5) van vlak V levert een lineaire vergelijking in μ op, die ons dus vertelt voor welke waarde van μ lijn l vlak V snijdt (als althans lijn l niet evenwijdig loopt aan vlak V of in vlak V ligt). Door terugsubstitueren van de aldus gevonden waarde van μ in (8a), (8b) en (8c) verkrijgen we dan de cartesische coördinaten van het snijpunt van lijn l met vlak V.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 13-12-2011 07:29:19 ]
pi_105522372
quote:
0s.gif Op maandag 12 december 2011 23:48 schreef Fingon het volgende:

[..]

Ach, het is gewoon herproduceren van wat op college is geweest dus als je dat maar stampt zijn dat gegarandeerde punten :P
Herkauwen is iets voor koeien. En stamppot hoef je al helemaal niet te kauwen.
pi_105525859
Twaal en Riparius echt top! Riparius je hebt gelijk en wil het ook graag begrijpen, ga met je uitleg aan de slag!!
pi_105569533
Gegeven h: R->R en d,R elementen van R.

"Er wordt gevraagd om de definitie van de definitie van de limiet waarbij x van boven d nadert voor de functie h(u), met de limiet R."

Dus lim h(u)=R (voor x->d+)

Alleen h is geen functie van x, dus moet die x geen u zijn?

[ Bericht 9% gewijzigd door Physics op 15-12-2011 17:01:45 ]
pi_105581027
quote:
0s.gif Op woensdag 14 december 2011 11:33 schreef Physics het volgende:
Gegeven h: R->R en d,R elementen van de reële getallen.
Als R een element is van de reële getallen, is h geen functie.
pi_105613747
Gegeven (cn), een nulrij die dalend is.
Laat (an) de rij zijn met an de som van 1 naar n van (-1)k+1 ck.

Dan heb ik de volgende vragen:
1) De rij cn kan toch ook een nulrij zijn of uitkomen op een nulrij?
2) Is (an) een Cauchy-rij? En hoe kan ik dat bewijzen?
pi_105620877
quote:
0s.gif Op woensdag 14 december 2011 16:54 schreef twaalf het volgende:

[..]

Als R een element is van de reële getallen, is h geen functie.
Ik had verkeerd gelezen, er stond d,R elementen van R met h:R->R
pi_105626767
quote:
0s.gif Op woensdag 14 december 2011 11:33 schreef Physics het volgende:
Gegeven h: R->R en d,R elementen van R.

"Er wordt gevraagd om de definitie van de definitie van de limiet waarbij x van boven d nadert voor de functie h(u), met de limiet R."

Dus lim h(u)=R (voor x->d+)

Alleen h is geen functie van x, dus moet die x geen u zijn?
Lijkt me dat ze bedoelen lim h(x)=R (voor x->d+), anders is het niet zo'n spannende limiet ;) .
pi_105629094
quote:
0s.gif Op donderdag 15 december 2011 13:23 schreef Siddartha het volgende:
Gegeven (cn), een nulrij die dalend is.
Laat (an) de rij zijn met an de som van 1 naar n van (-1)k+1 ck.

Dan heb ik de volgende vragen:
1) De rij cn kan toch ook een nulrij zijn of uitkomen op een nulrij?
2) Is (an) een Cauchy-rij? En hoe kan ik dat bewijzen?
1) Het is toch gegeven dat (cn) een nulrij is?
2)
Als j oneven is
|a_k - a_{j-1}| = |\sum_{i=j}^k (-1)^{i+1}c_i| = |c_j - c_{j+1} + c_{j+2} - c_{j+3} + c_{j+4} - ... + ... c_k| \leq c_j

Controleer dit even. Als het klopt moet je het hiermee kunnen bewijzen.
pi_105655406
Hoi, nieuw hier, mijn eerste post.

Ik heb een vraagje over kansrekening, waar ik niet uitkwam. Je hebt 500 appels waarvan er 10 rot zijn. De appels verdeel je over 20 dozen van elk 25 appels. Hoe groot is de kans dat je een doos kiest waarin geen enkele rotte appel zit?

Nu vond ik als antwoord (490 nCr 25)/(500 nCr 25). Dus het aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de gave appels gedeeld door het totaal aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de 500 appels. Dat betekent dus dat een doos vullen op een willekeurige manier gelijk staat aan één doos kiezen, maar ik zie niet waarom dat zo is. Is er iemand die mij dat helder kan uitleggen, misschien aan de hand van vergelijkingen?
pi_105657507
Bepaal de afgeleide van f(x)=

(1) Beide zijden differentiëren naar x
F'=f=(lnt)^3
(2) d/dx (F(x^2+x)-F(x^2-x))

(3) f'(x)=ln(x^2+x)^3(2x+1)-(ln(x^2-x)^3(2x-1)

Klopt dat?
pi_105659353
quote:
0s.gif Op vrijdag 16 december 2011 14:54 schreef Physics het volgende:
Bepaal de afgeleide van f(x)=[ afbeelding ]

(1) Beide zijden differentiëren naar x
F'=f=(lnt)^3
(2) d/dx (F(x^2+x)-F(x^2-x))

(3) f'(x)=ln(x^2+x)^3(2x+1)-(ln(x^2-x)^3(2x-1)

Klopt dat?
Ja. Je maakt in feite gebruik van een variant van de regel van Leibniz, zie ook hier (met een aardige anecdote van Feynman).
pi_105660478
quote:
5s.gif Op vrijdag 16 december 2011 13:53 schreef Dobbs het volgende:
Hoi, nieuw hier, mijn eerste post.

Ik heb een vraagje over kansrekening, waar ik niet uitkwam. Je hebt 500 appels waarvan er 10 rot zijn. De appels verdeel je over 20 dozen van elk 25 appels. Hoe groot is de kans dat je een doos kiest waarin geen enkele rotte appel zit?

Nu vond ik als antwoord (490 nCr 25)/(500 nCr 25). Dus het aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de gave appels gedeeld door het totaal aantal mogelijkheden om 25 appels te kiezen uit de 500 appels. Dat betekent dus dat een doos vullen op een willekeurige manier gelijk staat aan één doos kiezen, maar ik zie niet waarom dat zo is. Is er iemand die mij dat helder kan uitleggen, misschien aan de hand van vergelijkingen?
Er zijn 500 nCr 25 manieren om 25 appels uit 500 te pakken waar de volgorde niet van belang is (het maakt niet uit of je een appel er eerder of later in doet, het gaat er alleen om of die wel of niet in de doos zit). Er zijn 490 nCr 25 manieren om dozen te maken waar géén rotte appels in zitten (want er zijn 500-10=490 niet-rotte appels). Als je een willekeurige doos pakt, dan is de kans dus (490 nCr 25)/(500 nCr 25) dat het er 1 is zonder rotte appels.
Dat laatste is eigenlijk hetzelfde principe als dat je 10 knikkers hebt waarvan er 1 blauw is en 9 rood. Als je dan een willekeurige knikker pakt dan is de kans dat je dan een blauwe pakt 1/10.
pi_105661517
quote:
0s.gif Op vrijdag 16 december 2011 16:21 schreef thenxero het volgende:

[..]

Er zijn 500 nCr 25 manieren om 25 appels uit 500 te pakken waar de volgorde niet van belang is (het maakt niet uit of je een appel er eerder of later in doet, het gaat er alleen om of die wel of niet in de doos zit). Er zijn 490 nCr 25 manieren om dozen te maken waar géén rotte appels in zitten (want er zijn 500-10=490 niet-rotte appels). Als je een willekeurige doos pakt, dan is de kans dus (490 nCr 25)/(500 nCr 25) dat het er 1 is zonder rotte appels.
Dat laatste is eigenlijk hetzelfde principe als dat je 10 knikkers hebt waarvan er 1 blauw is en 9 rood. Als je dan een willekeurige knikker pakt dan is de kans dat je dan een blauwe pakt 1/10.
Ik begrijp het, bedankt!
pi_105772234
vast een domme vraag, maar waarom volgt uit gcd(x, y) = 1 dat gcd(x + y, xy) = 1?
  maandag 19 december 2011 @ 15:24:52 #271
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105772708
relateer de delers van x+y en van xy eens aan de delers van x en van y.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105773710
tsja. Ik snap wel dat (x+y) x niet deelt en dat (x+y) y niet deelt...
wacht, ik snap het al. (x+y) en x hebben geen gemeenschappelijke priemfactoren, en (x+y) en y ook niet, dus (x+y) heeft ook geen gemeenschappelijke priemfactoren met xy.
Thanks! :P Ik was even in de war met het verschil tussen delen en gemeenschappelijke priemfactoren hebben.
pi_105817605
Kan iemand mij het principe van "in the long run" bij hypothese toetsen even uitleggen?
Ik kan het niet echt vinden in mijn boek en op Google..
Herb is the healing of a nation, alcohol is the destruction.
pi_105820953
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 december 2011 13:47 schreef DuTank het volgende:
Kan iemand mij het principe van "in the long run" bij hypothese toetsen even uitleggen?
Ik kan het niet echt vinden in mijn boek en op Google..
Ik denk dat je wat meer context moet geven. Het heeft misschien te maken met een schatter die convergeert naar de werkelijke waarde als de tijd of je sample naar oneindig gaat.
pi_105829655
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 december 2011 15:11 schreef thenxero het volgende:

[..]

Ik denk dat je wat meer context moet geven. Het heeft misschien te maken met een schatter die convergeert naar de werkelijke waarde als de tijd of je sample naar oneindig gaat.
dat als je 1 onderzoek hebt en je gevonden p-waarde is kleiner dan de alpha (0,05 bijvoorbeeld). Dan mag je niet zeggen dat je onderzoek met 95% zekerheid klopt (ofzo)
Herb is the healing of a nation, alcohol is the destruction.
pi_105832703
Klopt mijn antwoord op de volgende vraag?:

Voor een vlakke representatie van een vlakke graaf is n het aantal knopen,
m het aantal takken en r het aantal gebieden. Wat is de kleinste waarde
die n − m + r kan aannemen?

Antwoord: Voor elke vlakke samenhangende graaf geldt n - m + r = 2. Ik vermoed dat dit ook het kleinste mogelijke waarde is. Als je een niet samenhangende graaf hebt, is die te verdelen in een aantal samenhangende grafen waarvoor voor elk van die grafen geldt n - m + r = 2.
Als je een samenhangende graaf toevoegt aan een groep samenhangende grafen, neemt het aantal gebieden met 1 minder toe dan het aantal gebieden van de nieuwe graaf, want de nieuwe graaf is bevat in een andere graaf en dan is zijn buitengebied een binnengebied van een andere graaf, of hij is niet bevat in een andere graaf en dan deelt hij het buitengebied. Dus als je een graaf toevoegt neemt n - m + r steeds met 1 toe, dus n - m + r is minstens 2, namelijk bij één samenhangende graaf.

Ik weet niet zeker of dat met het aantal gebieden goed geformuleerd is.
Ik heb nog geprobeerd om een tegenspraak af te leiden uit: stel dat n - m + r < 2, maar dat lukte mij nog niet.
pi_105832772
quote:
1s.gif Op dinsdag 20 december 2011 18:35 schreef DuTank het volgende:

[..]

dat als je 1 onderzoek hebt en je gevonden p-waarde is kleiner dan de alpha (0,05 bijvoorbeeld). Dan mag je niet zeggen dat je onderzoek met 95% zekerheid klopt (ofzo)
Dan moet je even post #209 t/m #218 lezen van dit topic.
pi_105841994
quote:
0s.gif Op donderdag 15 december 2011 20:14 schreef thenxero het volgende:

[..]

1) Het is toch gegeven dat (cn) een nulrij is?
2)
Als j oneven is
|a_k - a_{j-1}| = |\sum_{i=j}^k (-1)^{i+1}c_i| = |c_j - c_{j+1} + c_{j+2} - c_{j+3} + c_{j+4} - ... + ... c_k| \leq c_j

Controleer dit even. Als het klopt moet je het hiermee kunnen bewijzen.
De moeilijkheid zit erin dat j even en oneven kan zijn.
Maar ik heb het nu zo opgelost:
Eerst heb ik bewezen dat voor iedere m geldt: a2m=<an=<a2m+1 met n>2m+1.
En met dit volgt het vrij snel.

Bedankt!
pi_105874302
Heyhey, ik had een vraagje!

Als je hebt: 2x • ln(x) - x = 0, hoe moet je dan verder? Wss is het iets heel simpels, maar ik heb me er zo op doodgestaard dat ik het niet zie.

Hopelijk kan iemand me helpen!
Trots shetlandmens
When in doubt, just add glitter
Happy little sushi roll
  woensdag 21 december 2011 @ 17:42:09 #280
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105874355
factoriseren, schrijf het als x(... - ...) = 0.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_105874514
quote:
0s.gif Op woensdag 21 december 2011 17:42 schreef GlowMouse het volgende:
factoriseren, schrijf het als x(... - ...) = 0.
Dat was snel :o _O_

Ik snap hem nu, enorm bedankt!
Trots shetlandmens
When in doubt, just add glitter
Happy little sushi roll
  Moderator / Redactie Sport / Devops woensdag 21 december 2011 @ 18:10:02 #282
176766 zoem
zoemt
pi_105875313
Dan krijg je x=0 of x=exp(1/2). Let dan wel op dat x=0 geen valide antwoord is, sinds ln(0) niet bestaat.
  woensdag 21 december 2011 @ 18:51:02 #283
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_105876896
quote:
2s.gif Op woensdag 21 december 2011 18:10 schreef zoem het volgende:
Dan krijg je x=0 of x=exp(1/2). Let dan wel op dat x=0 geen valide antwoord is, sinds ln(0) niet bestaat.
s/sinds/omdat
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  Moderator / Redactie Sport / Devops woensdag 21 december 2011 @ 19:05:35 #284
176766 zoem
zoemt
pi_105877532
quote:
0s.gif Op woensdag 21 december 2011 18:51 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

s/sinds/omdat
Wat wil je nou zeggen? Het woordje sinds is misschien niet helemaal goed, maar dat komt omdat ik het Engels since gewend ben. Maar dit topic lijkt me niet de plek om over taalfouten te vallen?
pi_105926048
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 december 2011 19:42 schreef Anoonumos het volgende:
Klopt mijn antwoord op de volgende vraag?:

Voor een vlakke representatie van een vlakke graaf is n het aantal knopen,
m het aantal takken en r het aantal gebieden. Wat is de kleinste waarde
die n − m + r kan aannemen?

Antwoord: Voor elke vlakke samenhangende graaf geldt n - m + r = 2. Ik vermoed dat dit ook het kleinste mogelijke waarde is. Als je een niet samenhangende graaf hebt, is die te verdelen in een aantal samenhangende grafen waarvoor voor elk van die grafen geldt n - m + r = 2.
Als je een samenhangende graaf toevoegt aan een groep samenhangende grafen, neemt het aantal gebieden met 1 minder toe dan het aantal gebieden van de nieuwe graaf, want de nieuwe graaf is bevat in een andere graaf en dan is zijn buitengebied een binnengebied van een andere graaf, of hij is niet bevat in een andere graaf en dan deelt hij het buitengebied. Dus als je een graaf toevoegt neemt n - m + r steeds met 1 toe, dus n - m + r is minstens 2, namelijk bij één samenhangende graaf.

Ik weet niet zeker of dat met het aantal gebieden goed geformuleerd is.
Ik heb nog geprobeerd om een tegenspraak af te leiden uit: stel dat n - m + r < 2, maar dat lukte mij nog niet.
Op zich is je redenering goed, maar ik zou de waarde van n-m+r gewoon uitrekenen door n, m en r te schrijven als de som van de n_i, m_i en r_i van de samenhangende componenten.
pi_105990243
Iemand hier met Matlab kennis?

Ik heb een 3-plaatsige functie gedefinieerd. Als ik handmatig waarden invul doet ie precies wat ik wil, bijvoorbeeld f(1,2,3)=1. Maar als ik een vector X = [1,2,3] genereer dan geeft ie geen resultaat als ik f(X) (=f([1,2,3]) wil evalueren terwijl ik natuurlijk de output f(1,2,3) zou willen hebben. Ik wil dus eigenlijk een functie definiëren die wel arrays/vectors kan evalueren maar weet niet hoe.


Ben je er de hele tijd mee bezig zonder succes, post je het, en een minuut later vind je het opeens zelf. :P

[ Bericht 4% gewijzigd door thenxero op 24-12-2011 01:28:44 ]
pi_105990624
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 december 2011 01:19 schreef thenxero het volgende:
Iemand hier met Matlab kennis?

Ik heb een 3-plaatsige functie gedefinieerd. Als ik handmatig waarden invul doet ie precies wat ik wil, bijvoorbeeld f(1,2,3)=1. Maar als ik een vector X = [1,2,3] genereer dan geeft ie geen resultaat als ik f(X) (=f([1,2,3]) wil evalueren terwijl ik natuurlijk de output f(1,2,3) zou willen hebben. Ik wil dus eigenlijk een functie definiëren die wel arrays/vectors kan evalueren maar weet niet hoe.


Ben je er de hele tijd mee bezig zonder succes, post je het, en een minuut later vind je het opeens zelf. :P
Ik ben nog steeds benieuwd hoe je dat gedaan hebt, heb je die functie met 'inline' gedefinieerd of op een andere manier?
Beneath the gold, bitter steel
pi_105990738
Het was een functie die gedefinieerd is op basis van if statements:

Eerst had ik zoiets als

function [C] = f(a,b,c)
if a==1 || b==2
x1=0;
else
x1=1;
...
etc etc
...
C = x1 + x2 + ...

Maar dat werkte niet. Dat heb ik veranderd in

function [C] = f(x)
if x(1)==1 || x(1)==2
x1=0;
else
x1=1;
...
etc etc
...
C = x1 + x2 + ...


Die functie heb ik gedefinieerd in een apart m-bestand.

[ Bericht 4% gewijzigd door thenxero op 24-12-2011 01:49:13 ]
pi_105991079
Ah een functie functie :P Ik moest denken aan een normale continue differentieerbare functie.
Die kan je erg makkelijk definiëren met http://www.mathworks.nl/help/techdoc/ref/inline.html
Voor jouw soort van functie moet je inderdaad een apart .m file aanmaken.
Maar volgens mij had je eerste methode gewoon moeten werken, op de manier dat jij het schrijft werkt het bij mij gewoon.
Beneath the gold, bitter steel
pi_105991215
Hmm vreemd dat ie het bij jou wel doet. Ik stopte steeds permutaties die door randperm(3) gegenereerd werden in de functie maar dat gaf geen antwoord.

Maar nu je er toch bent even snel nog een vraag :) .

Ik heb een for-loop waarbij ik steeds een permutatie genereer en dus steeds die functie evalueer. Al die functiewaardes komen in een vector te staan. Daarna kijk ik welk vectorelement minimaal is. Maar ik wil ook de bijbehorende permutatie vinden waarbij dat minimum (of die minima) voorkomt. Hoe doe je zoiets?
pi_106003547
Het is me al gelukt met het commando find. Het is een hoop gepruts maar langzaam maar zeker ga ik vooruit. :P
pi_106279433
Vraagje over besliskunde/modelleren.

Er zijn n steden en de afstand tussen stad i en stad j is bekend (i,j = 1; 2,...,n). De afstand tussen stad i en zichzelf is oneindig. x_{i j} = 1 als er een route tussen stad i en j bestaat, en anders 0.
Je wilt een rondreis maken met een zo kort mogelijk afgelegde afstand. Je neemt de volgende beperkingen:
1) voor iedere stad is er precies één route naar die stad.
2) voor iedere stad is er precies één route naar een andere stad.

Dit model is nog niet correct.
Laat de route in plaats 1 beginnen en interpreteer u_i = k, wanneer plaats i als k-de stad vanuit
stad 1 wordt bezocht.

Toon aan dat het model wel correct is met deze extra beperking:
 u_i - u_j + nx_{i j} \leq n - 1 voor alle i, j \geq 2 en u_i \geq 0 en geheel voor i = 1, 2, ... ,n

Mijn idee is dat het eerste model niet correct is omdat er meerdere kringen steden kunnen ontstaan, die niet met elkaar verbonden zijn en je zo dus niet elke stad kan bezoeken.
Mijn vraag is of je de extra beperking niet kan vervangen door alleen het geval dat x_{i j} = 1.
Dan komt de extra beperking neer op:  u_i - u_j + \leq - 1 voor i en j groter dan 2.
Dus stad i wordt eerder bezocht dan stad j als er een route van i naar j is. Vanwege beperkingen 1) en 2) is er een route tussen de laatste stad en stad 1. Ik zie niet hoe er dan nog iets mis kan gaan. Een andere kring dan de kring die plaats 1 bevat kan niet bestaan en losse steden ook niet vanwege beperkingen 1 en 2.
Is de beperking in het geval dat x_{i j} = 0, namelijk  u_i - u_j \leq n - 1, nodig?
pi_106280030
Staat xij voor de afstand tussen stad i en j ?

Wat wordt er precies bedoeld met voorwaarden (1) en (2)? Is er 1 mogelijke route (bijv: je kan alleen in stad 4 komen vanuit stad 3) of neem je een enkele route (zodat je niet vaker in dezelfde stad komt) ?
  zondag 1 januari 2012 @ 17:18:26 #294
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_106280055
De vraag is erg onduidelijk omdat het begrip route niet gangbaar is. Ik vermoed dat je "er een route tussen stad i en j bestaat" moet lezen als "de weg van stad i naar j gebruikt wordt" (de volgorde i/j is belangrijk).

Jouw vraag is daarmee beantwoordt, want x_ij is geen parameter. Maw je krijgt geen mixed integer probleem als je de aanwezigheid van een constraint conditioneert op de waarde van een variabele.

Het model is wel correct. Je kunt geen twee kringen krijgen; de notatie van die extra beperking laat dat niet toe.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_106282941
Is de vakantie nu al voorbij?
  zondag 1 januari 2012 @ 18:57:48 #296
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_106282979
quote:
0s.gif Op zondag 1 januari 2012 18:56 schreef twaalf het volgende:
Is de vakantie nu al voorbij?
Op universiteiten werkt iedereen morgen weer.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_106283461
quote:
0s.gif Op zondag 1 januari 2012 17:18 schreef GlowMouse het volgende:
De vraag is erg onduidelijk omdat het begrip route niet gangbaar is. Ik vermoed dat je "er een route tussen stad i en j bestaat" moet lezen als "de weg van stad i naar j gebruikt wordt" (de volgorde i/j is belangrijk).
Klopt, en bedankt. :) .
  zondag 1 januari 2012 @ 19:17:58 #298
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_106283643
Je hebt wel gelijk met dat je de constraint alleen voor x_ij=1 wilt laten gelden. Dit is een big-M constraint want voor x_ij=0 weet je dat er sowieso aan voldaan wordt). Cplex heeft ondersteuning indicator constraints: https://www-304.ibm.com/support/docview.wss?uid=swg21400084
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_106309186
Kan iemand misschien toelichten waarom

| x + a | < b = -b < x + a <b ?

In mijn boek wordt dit als "regel" gegeven, maar ik wil het ook snappen.

| x + a | = b kan worden opgelost door
x + a = b en x + a = - b op te lossen. Ik dacht dus ook dit toe te passen op | x + a | < b. Kortom:
x + a < b en x + a < - b op te lossen. Maar hier kom ik niet op het juiste antwoord, omdat dat het ingelijkheidsteken bij beide dezelfde kant op wijst.

Bij voorbaat dank.
  maandag 2 januari 2012 @ 13:55:01 #300
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_106309846
quote:
0s.gif Op maandag 2 januari 2012 13:38 schreef Warren het volgende:
Kan iemand misschien toelichten waarom

| x + a | < b = -b < x + a <b ?

In mijn boek wordt dit als "regel" gegeven, maar ik wil het ook snappen.

| x + a | = b kan worden opgelost door
x + a = b en x + a = - b op te lossen. Ik dacht dus ook dit toe te passen op | x + a | < b. Kortom:
x + a < b en x + a < - b op te lossen. Maar hier kom ik niet op het juiste antwoord, omdat dat het ingelijkheidsteken bij beide dezelfde kant op wijst.

Bij voorbaat dank.
Je regel om |x+a|=b op te lossen is niet helemaal goed, je moet namelijk dan x+a=b en -(x+a)=b oplossen. Bij het gelijkheidsteken maakt dat niet uit, maar bij het >-teken klapt het teken om bij vermenigvuldiging met een negatief getal. Dan kom je wel op het goede antwoord.
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')