abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  woensdag 2 november 2011 @ 17:33:10 #201
256829 Sokz
Livin' the life
pi_103882121
quote:
0s.gif Op woensdag 2 november 2011 17:31 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik zou het zo doen. De vergelijking van de curve is:

(1) y3 + 3x2y = 13

Impliciet differentiëren naar x geeft:

(2) 3y2y' + 6xy + 3x2y' = 0

Substitutie van x = 2 en y = 1 geeft:

(3) 3y' + 12 + 12y' = 0

En dus krijgen we:

(4) y' = -12/15 = -4/5.

Eenvoudig toch?
Jess dit ziet er nog makkelijker, heel erg bedankt!
pi_103895099
1〖10〗^(-6)=A^(k/x)+B^(k/y)+C^(k/z)

Kan iemand deze formule herschrijven zodat ik k kan berekenen?

Alvast bedankt.
pi_103895540
quote:
spoiler.png.gif Op woensdag 2 november 2011 21:52 schreef pfffffffff het volgende:

[ code verwijderd ]

Kan iemand deze formule herschrijven zodat ik k kan berekenen?

Alvast bedankt.
je bedoelt dat x,y, en z bekenden zijn? of wat bedoel je met k berekenen?
pi_103895767
a,b,c,x,y en z zijn bekend, ik wil k graag weten.
k=....
  donderdag 3 november 2011 @ 11:10:49 #205
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_103909132
goedemorgen,

hoe los ik

100 = 97,5eR*0,5 op?

ik kan beide kanten door 97,5 delen, maar hoe los ik dan die logarithmische fucker op?
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
pi_103909518
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 11:10 schreef One_conundrum het volgende:
goedemorgen,

hoe los ik

100 = 97,5eR*0,5 op?

ik kan beide kanten door 97,5 delen, maar hoe los ik dan die logarithmische fucker op?
beide kanten de Ln nemen :)
~Si vis amari, ama~
  donderdag 3 november 2011 @ 11:48:11 #207
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_103910119
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 11:27 schreef FedExpress het volgende:

[..]

beide kanten de Ln nemen :)
Dan zou de e op rechts weggaan?
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
pi_103910329
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 11:48 schreef One_conundrum het volgende:

[..]

Dan zou de e op rechts weggaan?
Ja,

 e^{ln(x)} = ln(e^x) = x
  donderdag 3 november 2011 @ 12:11:08 #209
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_103910807
fuck, dan kom ik er nog niet uit :(

Dus;

100 = 97,5eR*0,25

ln 100 = 97,5R*0,25 ?

dan krijg ik dus links 4,605etc, maar hoe kom ik dan bij R = ....
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
  donderdag 3 november 2011 @ 12:48:29 #210
256829 Sokz
Livin' the life
pi_103911846
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 12:11 schreef One_conundrum het volgende:
fuck, dan kom ik er nog niet uit :(

Dus;

100 = 97,5eR*0,25

ln 100 = 97,5R*0,25 ?

dan krijg ik dus links 4,605etc, maar hoe kom ik dan bij R = ....
en als je eest die 97,5 wegdeelt?
dus 100/97,5 = eR*0,25
ln (100/97,5) = lner*0,25
ln (100/97,5) = r*0,25
R = ln(100/97,5) / 0,25
? :P
  donderdag 3 november 2011 @ 13:08:41 #211
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_103912391
^O^

Dankje
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
pi_103917526
Ik heb een vraag over variabelensubstitutie (om een integraal te vereenvoudigen of anders op te schrijven). Volgens mij is de methode die ik gebruik een beetje omslachtig, ik zoek eigenlijk een ezelsbruggetje of een korte regel of uitleg zodat in één stap een variabele voor een andere kan substitueren. Hoe ik het normaal noteer (met een voorbeeldje):

1.\  \int \! \frac{sqrt(t-1)}{t} \, \mathrm{d} t

die je anders wil opschrijven. Dan substitueer ik:

2.\  u=sqrt(t-1)

En probeer ik te beredeneren wat ik voor dt moet invullen, op deze manier:

du=d(u)=d sqrt(t-1)= \frac{1}{2sqrt(t-1)} \mathrm{d} t=\frac{1}{2u}\ \mathrm{d} u

En dan door aan allebei de kanten te vermenigvuldigen met 2u, concludeer ik:

3.\  dt=2u\ \mathrm{d} u

Dus als ik vervolgens formule 2. en 3. invul in 1., krijg ik:

\int \! \frac{sqrt(t-1)}{t} \, \mathrm{d} t=\int \frac{u}{u^2+1} 2u\ \mathrm{d} u

(Dit kan dan vervolgens vereenvoudigd en uitgewerkt worden, maar dat doe ik hier even niet want dan ben ik nog wel even bezig). Ik hoop dat iemand me kan helpen.

[ Bericht 0% gewijzigd door kutkloon7 op 03-11-2011 16:12:59 ]
pi_103917861
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 15:56 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik heb een vraag over variabelensubstitutie (om een integraal te vereenvoudigen of anders op te schrijven). Volgens mij is de methode die ik gebruik een beetje omslachtig, ik zoek eigenlijk een ezelsbruggetje of een korte regel of uitleg zodat in één stap een variabele voor een andere kan substitueren. Hoe ik het normaal noteer (met een voorbeeldje):

1.\  \int \! \frac{sqrt(t-1)}{t} \, \mathrm{d} t

die je anders wil opschrijven. Dan substitueer ik:

2.\  u=sqrt(t-1)

En probeer ik te beredeneren wat ik voor dt moet invullen, op deze manier:

du=d(u)=d sqrt(t-1)= \frac{1}{2sqrt(t-1)} \mathrm{d} t=2u\ \mathrm{d} u

En dan door aan allebei de kanten te vermenigvuldigen met 2sqrt(t-1), concludeer ik:

3.\  dt=2u\ \mathrm{d} u

Dus als ik vervolgens formule 2. en 3. invul in 1., krijg ik:

\int \! \frac{sqrt(t-1)}{t} \, \mathrm{d} t=\int \frac{u}{u^2+1} 2u\ \mathrm{d} u

(Dit kan dan vervolgens vereenvoudigd en uitgewerkt worden, maar dat doe ik hier even niet want dan ben ik nog wel even bezig). Ik hoop dat iemand me kan helpen.
Je kan u = wortel(t-1) ook meteen omschrijven tot t = u2+1 en daaruit direct dt = 2u du afleiden.
  donderdag 3 november 2011 @ 16:09:27 #214
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103917877
mimetex.cgi?du%3Dd%28u%29%3Dd%20sqrt%28t-1%29%3D%20%5Cfrac%7B1%7D%7B2sqrt%28t-1%29%7D%20%5Cmathrm%7Bd%7D%20t%3D2u%5C%20%5Cmathrm%7Bd%7D%20u
en deze laatste = klopt niet
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103918024
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 16:09 schreef GlowMouse het volgende:
[ afbeelding ]
en deze laatste = klopt niet
Overschrijffoutje, nu gefixt, excuses.
pi_103918310
quote:
0s.gif Op woensdag 2 november 2011 22:04 schreef pfffffffff het volgende:
a,b,c,x,y en z zijn bekend, ik wil k graag weten.
k=....
Dat lukt in het algemeen niet, hooguit numeriek.
pi_103918832
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 15:56 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik heb een vraag over variabelensubstitutie (om een integraal te vereenvoudigen of anders op te schrijven). Volgens mij is de methode die ik gebruik een beetje omslachtig, ik zoek eigenlijk een ezelsbruggetje of een korte regel of uitleg zodat in één stap een variabele voor een andere kan substitueren.
De clou is dat je de uitdrukking onder het wortelteken wil schrijven als een kwadraat, omdat de wortel uit het kwadraat van een grootheid die grootheid zelf is, of het tegengestelde daarvan. Zo kom je direct op t - 1 = u2 en dus t = u2 + 1 en dus dt = 2udu (zoals Thabit al aangeeft). Als je een bepaalde integraal hebt wel nog even opletten met de integratiegrenzen bij je nieuwe variabele.
pi_103918945
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 16:35 schreef Riparius het volgende:

[..]

De clou is dat je de uitdrukking onder het wortelteken wil schrijven als een kwadraat, omdat de wortel uit het kwadraat van een grootheid die grootheid zelf is, of het tegengestelde daarvan. Zo kom je direct op t - 1 = u2 en dus t = u2 + 1 en dus dt = 2udu (zoals Thabit al aangeeft). Als je een bepaalde integraal hebt wel nog even opletten met de integratiegrenzen bij je nieuwe variabele.
Bedankt, dit is duidelijk. Ik wist dat ik een domme vraag stelde, maar ik ben al een tijd aan het leren en daardoor een beetje duf :@.
pi_103926521
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 16:20 schreef thabit het volgende:

[..]

Dat lukt in het algemeen niet, hooguit numeriek.
Het is me wel gelukt, wortel van maken, logaritme alle termen nemen, dan komt de exponent voor de logaritme. etc.
  donderdag 3 november 2011 @ 19:53:52 #220
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103926680
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 19:51 schreef pfffffffff het volgende:

[..]

Het is me wel gelukt, wortel van maken, logaritme alle termen nemen, dan komt de exponent voor de logaritme. etc.
dan doe je wat fout
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103930487
Iemand nog into mathematical statistics?

http://dl.dropbox.com/u/13615911/Stat.PNG

Ik snap niet hoe ik de CLT toepas op de situatie.
  donderdag 3 november 2011 @ 20:55:05 #222
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103930950
als altijd:
\sqrt{n}(\bar{Y_n}-EY_i) \to^d N(0,VAR(Y_i))
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103931982
Hoe kom ik dan bij het gegeven antwoord uit? Zou je nog één stapje kunnen laten zien?
  donderdag 3 november 2011 @ 21:18:11 #224
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103932403
\hat{\theta}_{MM} is de momentenschatter, je hebt aan het eerste moment voldoende, daaruit volgt \hat{\theta}_{MM} = \frac{\pi}{4\bar{Y}_n^2}
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103932876
Volgens de delta method moet ik dan toch het in een vorm:

\sqrt{n} (f(x_n) - f(c)) \rightarrow_d N(0,(f'(c))^2 \sigma^2) kunnen schrijven? Wat wordt mijn f(c) dan?
  donderdag 3 november 2011 @ 21:27:13 #226
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103932979
Je hebt door de CLT iets staan met Y_n op de plek waar straks f(x_n) komt te staan. Je wilt daar de momentenschatter theta_MM hebben staan. Een logische keuze is dan:
f(x) = \frac{\pi}{4x^2}
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103933313
Maar dan krijg ik toch

f'(x) = - \frac{\pi}{2x^3} \ en \ (f'(x))^2 = \frac{\pi^2}{4x^6}?
  donderdag 3 november 2011 @ 21:36:31 #228
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103933585
klopt

ik kan 't niet controleren verder zonder i te weten, maar het lijkt allemaal goed te gaan
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103933764
Docent heeft het antwoord bijgevoegd:

Avar( \theta) = 4 \theta ^2 (4-\pi)/\pi

En op deze manier kom ik daar niet op uit, in ieder geval bedankt voor je hulp steeds!
  donderdag 3 november 2011 @ 21:48:23 #230
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_103934462
Daar kom ik wel op uit. Wat krijg je voor f'(c)?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_103934689

En als ik dan verder ga kom ik beetje vast te zitten. Als ik labda 1 wegwerk en dan omschrijf naar iets voor labda 2 en dat weer substitueer kom ik op iets compleet nutteloos (bv x2x3=x2x3).
Aan 1e restrictie kan ik zien dat bv. 2 xi positief zijn en 1 xi negatief is.
Mijn ''intuitie'' zegt dat het min te vinden is voor x1=x2=-0.5x3, maar iemand suggestie waarom ik dit hieruit kan afleiden?
Beneath the gold, bitter steel
pi_103945485
quote:
0s.gif Op donderdag 3 november 2011 21:51 schreef Fingon het volgende:
[ afbeelding ]
En als ik dan verder ga kom ik beetje vast te zitten. Als ik labda 1 wegwerk en dan omschrijf naar iets voor labda 2 en dat weer substitueer kom ik op iets compleet nutteloos (bv x2x3=x2x3).
Aan 1e restrictie kan ik zien dat bv. 2 xi positief zijn en 1 xi negatief is.
Mijn ''intuitie'' zegt dat het min te vinden is voor x1=x2=-0.5x3, maar iemand suggestie waarom ik dit hieruit kan afleiden?
Om te beginnen zou ik die Lagrange functie schrijven als Λ(x1,x2,x312), je hebt tenslotte vijf variabelen, en dus vijf partiële afgeleiden die nul moeten zijn (de drie partiële afgeleiden naar x1,x2 en x3 die je geeft en de twee partiële afgeleiden naar λ1 en λ2 die je voorwaarden leveren). We hebben zo dus een stelsel van vijf vergelijkingen met vijf onbekenden. Maar nu zie je gemakkelijk dat een permutatie van x1, x2 en x3 in hetzelfde stelsel vergelijkingen resulteert, zodat we ook zonder rekenwerk al kunnen vermoeden dat er 3∙2∙1 = 6 oplossingen zijn (waarvan drie een minimum en drie een maximum opleveren). Een snelle controle met WolframAlpha leert dat dat klopt (minima en maxima).

Maar goed, je wil dit uiteraard met pen en papier verifiëren. Uit ∂Λ/∂x1 = ∂Λ/∂x2 = 0 volgt dat het verschil van deze afgeleiden ook nul moet zijn en dat levert:

(x2 - x1)x3 - 2λ2(x1 - x2) = 0,

waarvoor we ook kunnen schrijven:

(x2 - x1)(x3 + 2λ2) = 0

Aan deze voorwaarde is voldaan als x2 = x1 of als x3 = -2λ2. Elk van deze beide substituties afzonderlijk resulteert erin dat je nog maar vier vergelijkingen met vier onbekenden overhoudt, omdat er dan twee vergelijkingen samenvallen (ga dit na). Rekenen we even verder met x2 = x1 dan volgt door substitutie daarvan in je beide voorwaarden gemakkelijk dat x12 = x22 = 1/6. Nu kun je het verder zelf wel uitwerken. Vanwege het feit dat elke permutatie van x1, x2 en x3 ook voldoet komt het erop neer dat het product x1x2x3 een minimum -(1/3)∙√(1/6) bereikt onder de gegeven voorwaarden als twee van de drie variabelen gelijk zijn aan √(1/6) en de derde gelijk is aan -2√(1/6) = -√(2/3).
pi_103949038
quote:
14s.gif Op donderdag 3 november 2011 19:53 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

dan doe je wat fout
Idd, toevallig kwam het excelvoorbeeld wat ik had berekend afgerond op hetzelfde antwoord uit.

Hoe kan ik het numeriek doen?
pi_103949227
quote:
14s.gif Op donderdag 3 november 2011 21:48 schreef GlowMouse het volgende:
Daar kom ik wel op uit. Wat krijg je voor f'(c)?
Ben er uiteindelijk wel uitgekomen, dankjewel!
pi_103982817
Zij X de verzameling van functies van de natuurlijke getallen naar zichzelf. Zij A een deelverzameling van X, met de eigenschap dat er voor iedere functie f: N -> N een functie g in A bestaat, zodanig dat er voor ieder natuurlijk getal n een getal m\geq n bestaat, zodanig dat f(m)<g(m).

Nu wil ik bewijzen dat A niet aftelbaar is.

Het lukt me niet om te bewijzen dat A niet aftelbaar moet zijn, maar het is wel duidelijk dat A niet eindig mag zijn. Stel A is eindig. Definieer de functie

 M(n) = \max_{g\in A} \;g(n) .

Deze functie is goed gedefinieerd omdat A eindig is. Beschouw nu de functie M'(n) = M(n)+1. Voor iedere n in N geldt dan M'(n) > M(n), en dus ook M'(n) > g(n) voor alle g in A. Dus een eindige A kan niet aan de gewenste eigenschap voldoen.

Volgens mij mis ik iets eenvoudigs maar het lukt me niet om een dergelijk bewijs te voeren voor aftelbare verzamelingen. Iemand een idee? Het keuze-axioma mogen we aannemen, mocht die van pas komen.
pi_103985545
Stel A is aftelbaar. Dan kunnen we dus voor elke n in N een gn in A kiezen. Kies nu f(m) = maxn<=mgn(m). Er is een gn in A zdd er oneindig veel m zijn met f(m) < gn(m), per definitie van A. Maar als m >= n, dan geldt, per definitie van f, dat f(m) >= gn(m); tegenspraak.
pi_103990106
Bedankt! ik zat toch in de goede richting alleen ik kwam niet op die functie van f(m), ook al is die bijna hetzelfde als wat ik gebruikte bij M(n).
pi_103992575
'Laat a een natuurlijk getal zijn, en [cn,...,c0] de tientallige notatie van a zijn.

Bewijs dat a en cn+...+c0 dezelfde rest geven met deling door 9.'

Ik zie werkelijk niet in hoe ik dit moet bewijzen, heeft iemand een hint?
pi_103993072
Laten we even modulo 9 gaan denken.

0 = 9
1 = 10
2 = 11
3 = 12
4 = 13
etc

Merk op dat de som van de cijfers links steeds hetzelfde is als de som van de cijfers rechts, behalve bij 0=9.
Dus als het getal bijvoorbeeld eindigt op 23, dan kan je er rustig 9 vanafhalen en dan krijg je 14. Nog steeds geldt dan 2+3 = 1+4 dus cn+...+c0 blijft hetzelfde.
pi_104006028


[ Bericht 50% gewijzigd door thenxero op 06-11-2011 12:00:15 ]
pi_104006519
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 november 2011 13:01 schreef thenxero het volgende:
Laten we even modulo 9 gaan denken.

0 = 9
1 = 10
2 = 11
3 = 12
4 = 13
etc

Merk op dat de som van de cijfers links steeds hetzelfde is als de som van de cijfers rechts, behalve bij 0=9.
Dus als het getal bijvoorbeeld eindigt op 23, dan kan je er rustig 9 vanafhalen en dan krijg je 14. Nog steeds geldt dan 2+3 = 1+4 dus cn+...+c0 blijft hetzelfde.
Ik weet niet zeker of dit een bewijs is, of juist iets wat uit de stelling die ik moet bewijzen volgt.
En ik weet niet zeker in hoevere ik modulo mag/kan rekenen en hoe dit samenhangt met wat ik nu ben het behandelen, dus ik zal er nog eens naar kijken.
Bedankt in ieder geval.
pi_104007928
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 november 2011 19:41 schreef Siddartha het volgende:

[..]

Ik weet niet zeker of dit een bewijs is, of juist iets wat uit de stelling die ik moet bewijzen volgt.
En ik weet niet zeker in hoevere ik modulo mag/kan rekenen en hoe dit samenhangt met wat ik nu ben het behandelen, dus ik zal er nog eens naar kijken.
Bedankt in ieder geval.
Het bewijst nog niks; het was een hint, daar vroeg je immers om. Ik zal het iets verder uitleggen.

De getallen a en b hebben dezelfde rest na deling door 9 d.e.s.d.a. a = b (mod 9). Dus wat je kan doen is laten zien dat a gelijk is aan de som van ci modulo 9 en dan ben je klaar.

Het idee is als volgt. Stel je hebt een getal a (echt een willekeurige a, niet per se diegene waarvan we iets willen bewijzen). Noem de som van de cijfers in a voor het gemak C. Als je nu a+9 bekijkt, dan is de som van de cijfers in a+9 gelijk aan C of gelijk aan C+9 (zie vorige post). Als je modulo 9 rekent, is de som van de cijfers in a+9 gelijk aan C. Met inductie geldt dus voor iedere natuurlijk getal N dat a + 9n = Cn (mod 9) ofwel a = Cn (mod 9), waarbij Cn staat voor de som van de getallen in a + 9n.

Als je nu in plaats van a de rest r neemt, dan kan je het bewijzen.

[ Bericht 4% gewijzigd door thenxero op 05-11-2011 20:17:48 ]
pi_104024837
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 november 2011 20:12 schreef thenxero het volgende:

[..]

Het bewijst nog niks; het was een hint, daar vroeg je immers om. Ik zal het iets verder uitleggen.

De getallen a en b hebben dezelfde rest na deling door 9 d.e.s.d.a. a = b (mod 9). Dus wat je kan doen is laten zien dat a gelijk is aan de som van ci modulo 9 en dan ben je klaar.

Het idee is als volgt. Stel je hebt een getal a (echt een willekeurige a, niet per se diegene waarvan we iets willen bewijzen). Noem de som van de cijfers in a voor het gemak C. Als je nu a+9 bekijkt, dan is de som van de cijfers in a+9 gelijk aan C of gelijk aan C+9 (zie vorige post). Als je modulo 9 rekent, is de som van de cijfers in a+9 gelijk aan C. Met inductie geldt dus voor iedere natuurlijk getal N dat a + 9n = Cn (mod 9) ofwel a = Cn (mod 9), waarbij Cn staat voor de som van de getallen in a + 9n.

Als je nu in plaats van a de rest r neemt, dan kan je het bewijzen.

Ik probeer de term modulo even te vermijden:
Gegeven a natuurlijk getal, met C als som van de cijfers in a.
a is deelbaar met rest door 9,dwz voor een x en een r (beide natuurljke getallen): a=x9+r
Dan heeft a+9n, voor elke n natuurlijk getal, dezelfde r, want:
a+9n=(x+n)9+r
Hetzelfde voor C, stel C heeft rest r met deling door 9:
C=9x+r
dan..(hetzelfde bewijs)
Dus rest van C is gelijk aan de rest van 'C+9n' voor elke n natuurlijk getal.

Maar hoe verbind ik ze nu (met inductie)?

[ Bericht 0% gewijzigd door Siddartha op 06-11-2011 13:27:40 ]
pi_104025495
Als je rest niet nul is dan zeg je toch niet a is deelbaar door 9?

Hoe dan ook... De rest r is altijd in {0,...,9}. Informeel kan je daar dus 9 bij optellen totdat je bij a komt (zeg dat je n keer 9 moet optellen). Je kan ook alle cijfers van r nemen en daar steeds negen bij optellen en dat n keer doen. Dan zijn die twee getallen hetzelfde modulo 9. Volgens mij heb je daar geen inductie voor nodig. Het kan wel natuurlijk. Probeer het maar zelf af te maken zoals je zelf wil.

[ Bericht 6% gewijzigd door thenxero op 06-11-2011 12:37:16 ]
pi_104031525
Bedenk eerst:
$10^k = 1 (mod 9)$ voor elk natuurlijk getal k.

en dan:

$\left(c_0*10^0+c_1*10^1+c_2*10^2+..+c_n*10^n\right) (mod 9)$
=
$\left(c_0*1(mod 9)+c_1*1(mod 9)+c_2*1(mod 9)+..+c_n*1(mod 9)\right)  (mod 9)$
=
$\left(c_0+c_1+c_2+..+c_n\right)  (mod 9)$
  dinsdag 8 november 2011 @ 13:25:27 #246
113650 maniack28
Dresden Dolls O+
pi_104118023
Als Psi(x,t=0) = B sin (2*pi*x/2a) cos (7*pi*x/2a)

Hoe kom ik dan naar Psi(x,t=0) = B / 2 * [sin (4*pi*x/a) - sin (3*pi*x/a)] ????
Cause I'd rather continue my trip to the top of the mountain then freeze to death in the valley.
  dinsdag 8 november 2011 @ 15:36:12 #247
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_104122832
ln ( p * 110 + (1-p) * 92.5) / 100 = 0.05

kan iemand mij laten zien hoe ik p oplos? In redelijk detail aub :@
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
pi_104123295
Links en rechts met 100 vermenigvuldigen:

 ln[110p+92,5(1-p)] = 5

Dan e-macht nemen aan beide kanten:

 [110p+92,5(1-p)] = e^5

Dan haakjes uitwerken:

 [110p+92,5 - 92,5p] = e^5

Dus

 [17,5p+92,5] = e^5

Oftewel

 17,5p = e^5 - 92,5

Dus

 p = \frac{e^5 - 92,5}{17,5}

Reken maar ff na op rekenfouten, goeie oefening :P
pi_104123728
quote:
0s.gif Op dinsdag 8 november 2011 13:25 schreef maniack28 het volgende:
Als Psi(x,t=0) = B sin (2*pi*x/2a) cos (7*pi*x/2a)

Hoe kom ik dan naar Psi(x,t=0) = B / 2 * [sin (4*pi*x/a) - sin (3*pi*x/a)] ????
Er gelden rekenregels: sin(a±b) = sin(a)cos(b) ± cos(a)sin(b). Tel dit voor + en - in ± bij elkaar op, dan staat er bijna al wat je hebben moet.
  dinsdag 8 november 2011 @ 16:06:02 #250
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_104124155
quote:
0s.gif Op dinsdag 8 november 2011 15:46 schreef Haushofer het volgende:

Dus

 p = \frac{e^5 - 92,5}{17,5}

Reken maar ff na op rekenfouten, goeie oefening :P
Maarrr, hoe krijg ik e5 uit mijn calculator?

Als dat 148 nog wat wordt, dan kom ik niet uit op de verwachte

ln{[px110 + (1-p)x92.50]/100} = 5%. -> p = 0.7215 (and: [1-p] = 0.2785)
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')