Vier jaar geleden maakte ik me boos om een column in HP/De Tijd van Jacques van Doorn, inmiddels overleden, die zonder een greintje bewijs suggereerde dat Afshin Ellian in de jaren tachtig had gecollaboreerd met de communistische marionettenregering in Afghanistan. Ellian, destijds een van de weinige columnisten in de gevestigde media die kritisch was over het verstikkende politiekcorrecte klimaat in multicultureel Nederland, was regelmatig het slachtoffer van dergelijke verdachtmakingen. Behalve Van Doorn hebben Ronald Plasterk, Anil Ramdas, Ian Buruma en tal van anderen een laffe poging tot karaktermoord op Ellian gedaan.
Maar de tijden zijn veranderd. Ellian is niet langer een roepende in de woestijn, de donkere kantjes van de multiculturele samenleving worden niet langer toegedekt met de mantel der liefde. Femke Halsema heeft definitief afgerekend met het knuffelimago van GroenLinks met een ongekend kritisch betoog over religieuze dwingelandij. Ellian prees haar een half jaar geleden nog als de vrouw die GroenLinks de beginselen van vrijzinnigheid en redelijkheid heeft bijgebracht. ‘Femke neemt het op voor het recht van andersdenkenden om op vrije en veilige wijze hun mening te kunnen uiten’, schreef Ellian. Halsema had volgens hem wat SP-leider Jan Marijnissen miste: ‘durf en moed’.
Gisteren ging Ellian op de site van weekblad Elsevier echter frontaal in de aanval met een stuk zoals zijn vijanden die vier jaar geleden graag over hem schreven. Het is een
belabberd geschreven en onsamenhangend betoog waarin Ellian tegen Halsema tekeer gaat omdat ze in een film van haar man Robert Oey over de crisis rond Ayaan Hirsi Ali’s denaturalisatie een heldenrol krijgt toegedicht. Dat kán niet en dat mág niet, vindt Ellian, want Halsema was één van de ‘felste, linkse tegenstanders van Ayaan’. Hij is het zelf die Ayaan heeft gered, hij, als intimus van Ayaan, en de voltallige VVD.
Wat een delirische apekool. Het was een VVD-minister, Rita Verdonk, die geen tijd verknoeide om Ayaan Hirsi Ali haar Nederlanderschap te ontnemen en het was Halsema die daarop een spoeddebat aanvroeg en Verdonk tot diep in de nacht het vuur na aan de schenen legde en op een leugen betrapte. Ik herinner me drie helden in die affaire: Halsema, Lousewies van der Laan en VVD’er Bibi de Vries, van wie we na haar ongezouten kritiek op Verdonk niet veel meer mochten vernemen. Verdonk, daarentegen, eindigde kort daarna bij de verkiezingen als tweede op de VVD-kieslijst.
Het gemor binnen de VVD over Ayaan Hirsi Ali was dan ook niet van de lucht. Daar was men deze amokmaker liever kwijt dan rijk. Niet voor niks stemde ook de VVD tégen het betalen van Hirsi Ali’s beveiliging in de VS. De enige die pleitte voor voortzetting daarvan was, jawel, Femke Halsema.
Het is waar: Halsema had altijd pittige kritiek op Hirsi Ali, maar ze is ook altijd consequent geweest in het verdedigen van de vrijheid van meningsuiting van iedereen, ook van politieke tegenstanders, en in het bijzonder van Ayaan Hirsi Ali.
Als ze dus een heldenrol heeft in de film van Robert Oey, die ik niet heb gezien, dan is dat zeer terecht. Het feit dat Hirsi Ali Halsema nog speciaal bedankte in haar afscheidsrede, zou Ellian genoeg moeten zeggen. In plaats daarvan zit-ie kinderachtig te sputteren dat Hirsi Ali Femke pas als laatste bedankte. Nee, Einstein, Hirsi Ali noemde Halsema als enige bij naam. Halsema kreeg een speciale vermelding. Ellian niet.
Ook in dit verhaal speelt Halsema de heldenrol, als iemand met principes van grafeen, iemand die opkomt voor andersdenkenden, terwijl Ellian de Jago speelt, de glibberige, jaloerse leugenaar die zijn vrienden verraad uit ijdelheid, eerzucht en kinnesinne.
Als Ellian mij of mijn geliefde op zo’n laaghartige en verraderlijke wijze te grazen nam, ging ik toch eens uitzoeken wat-ie precies in Kabul heeft uitgevreten. Als wederdienst, zogezegd.
Peter Breedveld is gedesillusioneerd door de onttakeling van wat vijf jaar geleden een fris, nieuw rechts geluid beloofde te worden.