Lief dagboek,
Vandaag is het gebeurd. Het keringspunt in mijn leven is bereikt. Jarenlang is er tegen mij gelogen, jarenlang heb ik in de veronderstelling geleefd dat iets dergelijks niet mogelijk was. Ik beschouwde dit fenomeen als iets onnatuurlijks, iets onmogelijks, een proces dat totaal tegen de leer van Darwin inging. Een bovennatuurlijk fenomeen waar zelfs de TRU'ers geen pap van lusten. Mijn ogen waren gesloten, mijn leven was vredig. Tot vandaag.
Vrolijk meezingend met 'You spin me round' fietste ik vandaag richting mijn werk. Mijn vredige baantje kon beginnen. Na twee uur gevuld met vertier en lol naderde het moment om even rust te nemen. Zoals elke man weet, is het 2 maal daags nodig om het darmkanaal te legen. Dit is voor mij een van de plezierigste momenten van de dag, afgezien van aftrekken dan. Al huppelend naderde ik de deur van de WC. Plotseling opende de deur en stapte een van mijn vrouwelijke collega's de deuropening uit.
"Hihi, daar zou ik niet heen gaan als ik jou was!"
Verschillende beelden schoten door mijn hoofd heen. Wat zou ze daar mee bedoelen, "als ik jou was"? Ik raakte opgewonden. Had ze misschien gemasturbeerd op het toilet en had ze over de vloer gesquirt? Of was het misschien iets minder opwindend en had ze tijdens het plassen over de bril heen gemorst? Een mysterie, jolijt!
Enthousiast stapte ik het schijthuis in. Ik maakte een keuze die ik nooit in mijn leven had mogen, moeten maken...
Ik stapte een andere wereld, een andere dimensie, neen, de hel in! De ruimte die mij bekend was als het toilet, was veranderd in een mistige omgeving waar duidelijk de geur van een beerput te ruiken was. Wat een ongelofelijke stank! Ik kon niet meer ademen en begon te hyperventileren. Minuten verstreken. De deur naar de thuiswereld was niet meer te vinden, ik raakte gedesoriënteerd.
Opeens zag ik een witte schim in het midden van de kamer en liep er heen. Van dichtbij bleek dat het de wcpot was. Ik ging op mijn kniën voor de pot en bad naar de rioolgod. "Waar ben ik?" vroeg ik de Heer. "Kijk eens in de pot, klootviool" volgde als antwoord.
Ik kwam, ik zag, en mijn leven stortte ineen. Het werd me opeens allemaal duidelijk. "Hihi, daar zou ik niet heen gaan als ik jou was.", spookte door mijn hoofd.
De WC was lang niet meer zo wit als dat van een afstand leek. Het was nu meer als een mislukte dalmatier, wit met bruine stippen. De goedkope aidshoer had de wc ondergespetterd met vrouwenpoep.
klacht: vrouwen

.