quote:
Rusland ís je vriend niet, gesnopen?
Europese Unie moet af van het idee dat de regering-Poetin Europese waarden deelt
Met de toetreding tot de G7 zou Rusland wel even een Europese democratie worden. Niet dus. Maar de EU weigert dat te accepteren.
Toen de leiders van de voornaamste geïndustrialiseerde democratieën in 1998 Rusland uitnodigden om toe te treden tot de G7, was iedereen ervan overtuigd dat dit land na tachtig jaar communistisch bewind eindelijk zijn plaats onder de democratieën zou innemen. Vooral de Europeanen smachtten ernaar dat Rusland zou worden zoals zij: democratisch, stabiel, met dezelfde sociale en politieke waarden.
Van die verwachtingen zal morgen, wanneer president Poetin met de andere zeven leiders bijeenkomt in Heiligendamm, niet veel over zijn. Rusland is niet het democratische land geworden waar de Europeanen van droomden.
In plaats daarvan heeft Poetin politieke partijen, jeugdorganisaties, vakbonden en mediakanalen gecreëerd die slaafs de lijn van zijn partij Verenigd Rusland volgen. Dankzij de hoge energieprijzen heeft Poetin Rusland gemaakt tot een trots land vol zelfvertrouwen, maar ook tot een prikkelbaar land. Het is afgelopen met de smeekbeden om hulp van de dappere maar chaotische Boris Jeltsin van eind jaren negentig, toen Rusland financieel aan de rand van de afgrond stond. Maar er is iets nog fundamentelers veranderd in het Rusland van Poetin wat de Europeanen nog niet doorhebben: Poetin heeft het niet op de Europese Unie.
„Als de EU het ergens over eens is, dan zijn dat waarden als mensenrechten en democratie. De huidige Russische leiding ziet daar vrijwel niets in”, zei Oksana Antonenko, een Russische analiste van het Internationaal Instituut voor Strategische Studies in Londen. „Daar weet de EU zich geen raad mee. De Unie heeft een Ruslandcomplex: ze smacht naar een Rusland dat de waarden van de EU verwelkomt. Poetin vindt dat hij wordt gekoeioneerd, dat hem de les wordt gelezen. De EU heeft geen strategie voor de omgang met dit nieuwe Rusland.”
De regering-Poetin staat in haar voorbehoud ten aanzien van de Europese waarden niet alleen. Volgens een recente peiling van het Levada Centrum, een vooraanstaande Russische onderzoeksinstelling, beschouwt 71 procent van de Russen zich niet als Europeaan. Bijna de helft van de Russen denkt dat de EU een potentieel gevaar is voor Rusland en zijn financiële en industriële onafhankelijkheid. Slechts eenderde beschouwt Europa als een buur en partner waarmee een langdurige relatie moet worden opgebouwd.
Dat is nogal een verandering. Toen Poetin in 1999 voor het eerst gekozen werd, maakte hij zich geen zorgen over de EU. Hij beschouwde haar als een economisch blok, als de belangrijkste handelspartner van Rusland. Zelfs toen Ruslands voormalige Oost-Europese satellietstaten zich in 2004 bij de EU aansloten, deed Rusland nauwelijks moeilijk. „De NAVO was de kwaaie pier, niet de EU”, zegt Jacques Rupnik, hoogleraar politicologie en hoofd research aan het Instituut voor Politieke Studies in Parijs.
Een van de dingen waardoor de kijk van het Kremlin op de EU is veranderd is de Oranje Revolutie van 2005 in Oekraïne, toen de presidenten van twee recent tot de EU toegetreden landen, Polen en Litouwen, naar Kiev vlogen om te bemiddelen in de impasse tussen de pro-westerse Viktor Joesjtsjenko en zijn door Moskou gesteunde opponent Viktor Janoekovitsj. „Rusland zag een nieuwe EU, die een Oekraïnebeleid ontwikkelde”, aldus Rupnik.
Poetin zag ook dat Polen en de Baltische landen meer te vertellen kregen in de EU – zij beïnvloedden het beleid van het blok ten aanzien van Rusland. „Voor die landen is de tijd gekomen om af te rekenen met Rusland”, zei Antonenko. „Maar het ontbreekt ze aan een groot strategisch plan; in plaats daarvan concentreren ze zich op nationalistische kwesties van ondergeschikt belang. Doordat verscheidene nieuwe lidstaten zo hun eigen grieven koesteren jegens Rusland, kan de EU de uiteenlopende belangen nog niet met elkaar verzoenen.”
Nu is het wel zo dat Poetin enkele van de jongere en oudere lidstaten, die willen dat de EU zich harder opstelt tegenover het Kremlin, in de kaart heeft gespeeld. Zijn lompe optreden tegen de democratische oppositie in Rusland, de recente aanval van zijn aanhangers op de Estlandse ambassade in Moskou, en zijn gebruik van energiebronnen als politiek wapen hebben Brussel genoeg motieven gegeven om het voor Polen en de Baltische landen op te nemen tegen Rusland. De mislukking van de EU-Russische top vorige maand in Samara, waar de onderhandelingen voor een nieuwe politieke en handelsovereenkomst tussen de twee partijen weer werden opgeschort, heeft laten zien hoe breed de kloof tussen beide is geworden.
Er zijn nog andere redenen waarom Poetin steeds meer een hekel heeft gekregen aan de EU. De EU probeert een ‘buurtbeleid’ te ontwikkelen voor landen als Oekraïne en Moldavië. Ofschoon de EU weinig kan doen om die landen over te halen tot radicale politieke en economische veranderingen, ergert Rusland zich toch aan dat beleid.
Duitsland, dat een nieuw EU-beleid jegens Centraal-Azië heeft ingeluid, heeft van het Kremlin te verstaan gekregen dat het zich niet moet bemoeien met een regio die Moskou tot zijn legitieme invloedssfeer rekent. De Duitse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Gernot Erler, een Ruslandspecialist, heeft onlangs verklaard dat Berlijn had geprobeerd Poetin duidelijk te maken dat Rusland van zo’n initiatief niets te vrezen heeft. Toch maakt het Kremlin zich zorgen over hetgeen waar de EU voor staat. „Het gaat om waarden”, zei Gienek Smolar, het hoofd van het Centrum voor Internationale Aangelegenheden in Warschau. „Poetin hééft het niet op de verbreiding van het waardenstelsel van de EU, ook al heeft dat tot dusverre nauwelijks positief effect gehad op de mensenrechtensituatie in Centraal-Azië.”
In reactie op deze Brusselse manoeuvres distantieert Rusland zich van de EU als instituut en praat het in plaats daarvan met de afzonderlijke lidstaten. Met grote gevolgen: Rusland heeft met succes het streven van de Europese Commissie naar een gemeenschappelijk energiebeleid ondergraven door langlopende energiecontracten te sluiten met de grote Franse, Duitse, Italiaanse en Oostenrijkse ondernemingen. Volgens analisten is het de Commissie en de lidstaten niet gelukt zulke overeenkomsten te verhinderen, doordat zij er niet in geslaagd zijn hun strategische en nationale belangen te scheiden van hun streven naar gemeenschappelijke waarden. Bij de top in Samara is gebleken dat doordat de EU handelsbelangen koppelt aan mensenrechten, haar warrige strategie jegens Rusland weinig heeft opgeleverd. In Heiligendamm krijgen we misschien weer zo’n warrige strategie te zien. Volgens Smolar moet Europa af van het idee dat Europa en Rusland, zoals hij het noemt, een waardengemeenschap vormen. „Wij moeten af van het idee dat de regering-Poetin onze waarden deelt en dat de EU belangen kan combineren met waarden. Hoe langer wij wachten met het ontkoppelen van die twee, des te minder kans de EU maakt om iets te bereiken bij Poetins opvolger”, zei hij.