Het grote verschil tussen joden en moslims
Joden en moslims kunnen best met elkaar vergeleken worden, meent Yoram Stein, maar dan moet je het belangrijkste verschil niet buiten beschouwing laten.
De vergelijking tussen Joden en moslims kan verhelderend zijn om de merkwaardige tijden waarin wij leven beter te begrijpen. Maar de manier waarop beide groepen door Maleiha Malik vergeleken worden (Forum, 27 februari), is dat bepaald niet.
Dat komt omdat zij het belangrijkste verschil buiten beschouwing laat. Joden kennen geen doctrine van de jihad, die gelovigen oproept om de ongelovigen te bekeren, te onderwerpen of te bestrijden (Koran, soera 9:29). Joden hebben ook, anders dan Malik suggereert, nooit in naam van hun geloof, en met inachtneming van alle mogelijke middelen, geijverd voor de omverwerping van de gevestigde politieke orde van het Westen. Maar allerlei gewelddadige islamitische groeperingen en tal van radicaliserende islamitische individuen denken wel dat God wil dat zij het Westen door middel van terreur op de knieën dwingen.
Voor een betere vergelijking tussen joden en moslims is het volgende gedachte-experiment zinvol. Stel je eens voor dat het geen moslims, maar joden waren geweest die wereldwijd terroristische aanslagen zouden plegen, met als doel zoveel mogelijk dood en verderf te zaaien onder niet-joden, en stel je eens voor dat ze dat allemaal zouden doen in naam van hun geloof. Stel je dan bovendien eens voor dat het joden waren die achter de aanslagen van 11 setpember zaten, achter de aanslagen in Bali, achter die in Marokko, in Saoedi-Arabië, in Madrid, en in Londen. Stel je dan tenslotte eens voor dat het een orthodoxe jood was geweest die Theo van Gogh had vermoord vanwege zijn beledigingen aan het adres van Jahweh. Stel je dat allemaal eens voor, en bedenk dan wat er zou gebeuren.
Ten eerste zou het overgrote deel van de joden zich massaal en luidkeels tegen hun moordzuchtige broeders en zusters keren. Ze zouden deze terroristen als hun allergrootste vijanden beschouwen, en ze zouden er van harte mee instemmen dat deze moordenaars met alle mogelijke middelen opgespoord en vernietigd worden. Ze zouden zeggen dat dergelijek aanslagen verboden worden door het jodendom, en dat er geen enkel excuus voor mogelijk is. Joden zouden in een dergelijk geval dus vooraan staan in de strijd tegen extremistisch terreur.
Ten tweede zouden de rechten van joden om hun geloof uit te oefenen, in onze denkbeeldige situatie, hoogstwaarschijnlijk worden ingeperkt. Niemand wil immers dat joodse kinderen geïndoctrineerd worden door de opvatting dat alle joden het bevel van God gekregen hebben om de niet-joden te bestrijden. Op zijn minst zou het als volkomen gerechtvaardigd en zelfs noodzakelijk beschouwd worden om de joodse religie kritisch te onderzoeken. Niet-joden zouden in deze hypothetische situatie dus alle recht van de wereld hebben om de joodse geloofsopvattingen onder kritiek te stellen.
Dan nu terug naar de realiteit, waarin het geen joden, maar moslims zijn die achter het merendeel van de wereldwijze terreuraanslagen zitten. Hoor je veel moslims verontwaardigd zijn over deze terreur? En is het in westerse landen vanzelfsprekend geworden om kritiek op de geloofsopvattingen van de islam te hebben? Nee, het omgekeerde is het geval. Een ieder die kritiek heeft op de islam kan rekenen op tal van doodsbedreigingen uit islamitische hoek, terwijl de beschaafde westerse publieke opinie dergelijke critici verwijt islamofoob en suïcidaal te zijn.
Yoram Stein is filosoof en publicist. Vorig jaar verscheen van hem het boek Filosofisch Elftal, waarin hij Nederlandse denkers bevraagt over de politieke actualiteit.