quote:
'Wij hebben niet het alleenrecht op goede ideeën'
Ze begon haar carrière in de internationale politiek nog tijdens de Koude Oorlog. Nu moet ze de wereld overtuigen van de noodzaak van de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme. Condoleezza Rice over gevaarlijke Noord-Koreanen, beschaafde Palestijnen en Amerikaanse reuzen.
Volgende week wordt Condoleezza Rice 52 jaar. Ze is dus niet alleen een Amerikaanse vrouw met Afrikaanse wortels, ze is bovendien ook nog piepjong voor de functie die ze bekleedt. Een merkwaardige combinatie in de meest conservatieve Amerikaanse regering sinds mensenheugenis.
Condoleezza Rice stamt uit Birmingham, in de zuidelijke staat Alabama, waar ze in haar jeugd zeker nog blanke mannen in het akelige uniform van de racistische en gewelddadige Ku-Klux-Klan door de straten heeft zien lopen. Ze groeide er op als het enige kind van een presbyteriaanse dominee en koos uiteindelijk voor een studie in de politieke wetenschappen boven een professionele carrière als concertpianiste. Haar voornaam zou overigens zijn afgeleid van een uitdrukking uit de Italiaanse musical: con dolcezza . Maar zo zoet is Rice niet altijd.
Ze werd professor aan de gereputeerde Stanford University en dook eind jaren tachtig op in de omgeving van president George Herbert Walker Bush, toen die bij de val van de Muur in Berlijn deskundig advies over Oost-Europa en de hereniging van Duitsland nodig had. Toen zijn zoon George W. Bush in 2000 tot president werd verkozen, promoveerde Condoleezza Rice tot nationaal veiligheidsadviseur - een topfunctie in het Witte Huis. Twee jaar geleden volgde ze Colin Powell op als minister van Buitenlandse Zaken. Heeft ze geen heimwee naar de tijd van de Koude Oorlog, toen de wereld zoveel eenvoudiger in elkaar zat?
'Het klopt dat alles vroeger veel duidelijker was', zegt Condoleezza Rice tijdens een gesprek in haar kantoor. 'We wisten wie de vijand was en we wisten ook dat we weinig of niets met de Sovjet-Unie gemeen hadden. Wij hadden onze vrienden en onze bondgenoten en zij de hunne. De hele internationale politiek was rond die breuklijn georganiseerd.'
'Na de val van het communisme gingen een aantal mensen er met Francis Fukuyama van uit dat het 'einde van de geschiedenis' bereikt was: er bleef maar één politiek systeem over met één supermacht. We hadden even geen oog voor de niet-traditionele dreigingen die vorm kregen. Het transnationale terrorisme. Landen die buiten de bestaande structuren aan wapens voor massavernietiging werkten. Landen zoals Iran en Noord-Korea, die een neus zetten naar het internationale verdrag over de verspreiding van kernwapens.'
Hebben de VS de ontwikkelingen in het Midden-Oosten verkeerd ingeschat?
CONDOLEEZZA RICE: Het Midden-Oosten leek in ieder geval stabieler dan het in werkelijkheid was. Dat de regio nu aan zoveel turbulentie onderhevig is, heeft ermee te maken dat de mensen zich hergroeperen rond andere politieke principes en verwachtingen. We staan aan het begin van een nieuwe historische ontwikkeling.
Toen ik bijna twintig jaar geleden voor de vader van de huidige president op het departement van Buitenlandse Zaken aan de slag ging, stonden we aan het eind van vijftig jaar Sovjetdreiging. We plukten de vruchten van onze politiek. De Duitse eenmaking. De bevrijding van Oost-Europa. Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zelf, zonder bloedvergieten. Nu staan we aan het begin van een nieuwe ontwikkeling die moet leiden tot de uiteindelijke overwinning van de democratie over de ideologie van de haat en het terrorisme. Dat zál gebeuren, daar ben ik van overtuigd. Het zal alleen nog niet voor morgen zijn - en misschien ook niet voor overmorgen.
Klopt de vaststelling dat de tegenpartij er in dit geval op rekent dat Amerikanen niet houden van oorlogen die te lang duren?
RICE: Daar zouden ze zich wel eens kunnen in vergissen. We hielden tijdens de Koude Oorlog wel lang het been stijf.
U kunt de Koude Oorlog toch niet vergelijken met wat er nu gebeurt?
RICE: Nee, maar de prijs was toen ook niet zo hoog. Enkele dagen na de aanslagen van 11 september 2001, waarbij drieduizend Amerikanen het leven lieten, zei president George W. Bush al dat we aan een lange oorlog waren begonnen. Tijdens een toespraak voor het parlement op 20 september 2001 zei hij dat deze strijd niet tijdens zijn ambtstermijn zal worden gewonnen, dat toekomstige presidenten hem zullen moeten voortzetten.
Het is ook een totaal ander soort oorlog.
RICE: Het verschil is dat de Sovjet-Unie na verloop van tijd belang had bij een vorm van stabiliteit. Dit keer worden we in Irak en Afghanistan echt beschoten door een vijand die mensen wil doden, die chaos wil scheppen en die onze vastberadenheid wil breken. Ik weet dat Amerikanen vooruitgang willen zien. Wat ze elke dag op hun televisiescherm zien, is weinig hoopgevend. Maar geweld en puin tonen, is gemakkelijker dan het verhaal vertellen van een traag en moeilijk politiek proces.
Wat ze ook op hun scherm zien, is de manier waarop China vandaag zijn grens met Noord-Korea ook echt bewaakt. Staan de Chinezen in dat conflict aan uw kant?
RICE: China heeft alle redenen om zich zorgen te maken over het Noord-Koreaanse kernprogramma. Een Noord-Koreaanse atoombom bedreigt de hele regio. Het brengt andere landen op ideeën. Zoals wij zijn de Chinezen ook bang dat Noord-Korea een handeltje in gevaarlijk materiaal zou opzetten, dat dan in de verkeerde handen kan belanden. Ze steunen resolutie 1718 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties niet omdat wij dat zo mooi hebben gevraagd, maar omdat het in hun eigen belang is. Dat is ook het resultaat van de politiek die president Bush de voorbije drie jaar heeft gevoerd. Hij heeft China mee verantwoordelijk gemaakt voor de Noord-Koreaanse kwestie en Peking voelt zich nu zeer betrokken. De Noord-Koreaanse kernproef ging niet alleen in tegen het Amerikaanse beleid, maar ook tegen het Chinese.
Een commissie onder het voorzitterschap van uw voorganger James Baker schrijft aan een rapport over de Amerikaanse politiek in Irak. Baker zou daarin pleiten voor een plan B: het vastleggen van een datum om de troepen uit Irak terug te trekken.
RICE: Ik geef geen commentaar op teksten die ik niet ken. Ik kijk er wel naar uit om met James Baker te praten. Hij zit een groep verstandige mensen voor. Het is altijd goed om met een frisse blik naar een probleem te kijken. De voorstellen die ze doen, zullen ons zeker vooruithelpen. Wij hebben niet het alleenrecht op goede ideeën.
Sommige Democraten zijn van mening dat de VS rechtstreeks met de leiders in Syrië, Iran en Noord-Korea moeten praten. Kunnen dat soort van directe contacten vruchtbaar zijn?
RICE: Ik zal u een geheimpje verklappen. Onderminister Christopher Hill had in juli 2005 een direct contact met de Noord-Koreanen, tijdens een diner dat door de Chinezen werd georganiseerd. Maar we hebben toch liever dat er andere partijen mee aan tafel zitten, die ook belangen hebben bij goede afspraken. In het geval van Noord-Korea zitten er zes partijen rond de tafel: wij, Noord- en Zuid-Korea, China, Rusland en Japan.
Waarom is dat beter?
RICE: Als je met meerdere partijen rond de tafel zit, is de druk groter. Dan komen ze, bijvoorbeeld, niet alleen terug op een afspraak met ons, maar ook met China en Rusland. Noord-Korea wil niet liever dan alleen met ons praten. Maar dit gaat niet alleen om hen, het gaat om de hele regio.
Wat gebeurt er met de politiek van deze regering als de Democraten deze week de tussentijdse parlementsverkiezingen winnen?
RICE: Het staat de Amerikanen vrij om te kiezen. De president heeft voldoende duidelijk gemaakt waarom onze politiek klopt. Hebben we overal goede resultaten gehaald? Nee. Maar we werken hard. Volgens sommigen bewijst de Noord-Koreaanse kernproef dat onze politiek heeft gefaald. Voor zover ik weet, werkt Noord-Korea al dertig jaar aan een bom. Het heeft meer afspraken en overeenkomsten geschonden dan ik op de vingers van mijn twee handen kan tellen. Het verbaast me dus niet dat het nu een kernproef heeft gehouden.
Het resultaat van onze politiek is niet dat we zelf scherp hebben gereageerd, maar dat er in de Veiligheidsraad een resolutie is goedgekeurd die verder gaat dan welke vorige resolutie ook - met uitzondering misschien van die tegen Irak. China keurde een resolutie goed onder Hoofdstuk 7 van het Handvest van de Verenigde Naties, met zware sancties tegen zijn naaste buur terwijl het tevoren zelfs niet in sancties geloofde. Dat hebben we dan toch voor elkaar gekregen.
Ondertussen onderzoekt Egypte van zijn kant de mogelijkheden van kernenergie.
RICE: Egypte maakt zich zorgen over zijn energiebehoeften. Als ik het goed begrepen heb, zit er daar nog voor 15 jaar olie en voor 34 jaar gas in de grond. Dat is niet genoeg voor wat een groeiende economie nodig heeft. Kernenergie kan helpen om landen minder afhankelijk te maken van olie. Er zijn plekken op de wereld waar het beter is dat de afhankelijkheid van olie wat minder wordt. De president stelde een paar jaar geleden al voor dat wij landen aan kernenergie zouden helpen, zolang ze zelf niet met verrijkingsprocessen beginnen. Ze moeten dus niet de weg inslaan die tot de productie van kernwapens kan leiden.
Hoe kunt u dat voorkomen?
RICE: We zetten er een fabriek neer die de energie opwekt. Maar de brandstof die daarvoor nodig is, betrekken ze van een internationale brandstofbank die de brandstof na gebruik ook terughaalt. Dat vermindert de mogelijkheid dat een land onder het mom van een civiel kernprogramma toch aan een atoombom werkt. Daarover gaat ook de hele discussie met Iran. Ze mogen gerust een civiel kernprogramma hebben, maar ze mogen de technologie niet ontwikkelen die tot de productie van een nucleair wapen kan leiden.
Conservatieve Joden lusten u ondertussen rauw omdat u zich onlangs opnieuw uitsprak voor de oprichting van een Palestijnse staat naast Israël.
RICE: Dat was van bij de aanvang de politiek van deze regering.
Waarom denkt u dat het geweld dan zal stoppen?
RICE: Uit elke opiniepeiling blijkt dat 70 procent van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook in vrede en zij aan zij met Israël wil leven. Het klopt dat er ook extremisten zijn, Hezbollah in Libanon en Hamas in Palestina. Dat zijn terroristen die zoals terroristen moeten worden behandeld. Maar de grote meerderheid van de Palestijnen wil een beter leven. Ik geloof niet dat moeders willen dat hun kinderen opgroeien om zelfmoordterroristen te worden. Moeders willen dat hun kinderen opgroeien om universiteit te lopen. Als je de juiste voorwaarden schept, zullen ze dat ook doen.
Hoe bent u daar zo zeker van?
RICE: Ik heb daarover met veel Palestijnen gepraat. Als mensen geen betere toekomst willen voor hun kinderen, waarom doen wij dan nog aan politiek? Afgezien van de extremisten willen de mensen in het Midden-Oosten hetzelfde als mensen op alle andere plaatsen in de wereld. Ik ken geen enkele gemeenschap waarin mensen niet voor een beter leven en vrede kiezen als ze daar de kans toe krijgen.
Maar dan is er die godsdienst, die mensen een plaats in de hemel belooft als ze zichzelf opblazen.
RICE: Juist. Jammer misschien dat de leiders niet gehaast zijn om hun plaats in het paradijs in te nemen.
Dat hoeft ook niet. Ze hebben genoeg volgelingen.
RICE: Ik geloof echt niet dat de meeste mensen in het Midden-Oosten zichzelf willen opblazen. Zoals er vroeger in Rusland geen meerderheid was die in het internationale communisme geloofde. Er zijn altijd en overal extremisten. Maar als je mensen een alternatief aanbiedt, kiezen ze voor een andere weg.
Er zijn nu in Latijns-Amerika landen die voor een andere weg kiezen, maar daar bent u niet zo gelukkig mee?
RICE: Onze relaties met landen zoals Chili, Brazilië en Uruguay zijn uitstekend. Het gaat er ons om dat mensen vrij kunnen stemmen en dat de oppositie haar rol kan spelen. Dan is het afwachten waar dat democratische proces ons brengt. Doorgaans kiezen ze toch voor een vrije markteconomie, of ze nu van links of van rechts zijn. Wij hebben er geen probleem mee om met regeringen van links samen te werken.
Dat geldt dan toch niet voor Venezuela en Cuba. Krijgt u niet regelmatig hoofdpijn van de oliepolitiek van de Venezolaanse president Hugo Chavez?
RICE: Ik zie ook veel verzet tegen de politiek van Venezuela. We schoten goed op met dat land, en we willen graag opnieuw goed met hen opschieten. Maar daarvoor hebben ze een president nodig die de democratische instellingen respecteert en die zijn neus niet de hele tijd in de zaken van zijn buurlanden steekt.
U had het daarnet over Rusland. Is het presidentschap van Vladimir Poetin niet stilaan een ontgoocheling? De mensenrechten, het beknotten van bepaalde vrijheden, zijn houding tegenover Iran?
RICE: In verband met Iran kun je hem weinig verwijten. Rusland heeft een andere kijk op sancties dan wij, maar afgezien daarvan stelde het zich eigenlijk heel redelijk op. Maar zijn we ontgoocheld? Ja. Het Kremlin heeft in dat land zoveel macht. Als er daar geen andere machtscentra tegenover staan, doemt vlug het beeld van een autoritaire staat op. En in Rusland zijn de andere machtscentra helaas niet bijzonder sterk.
De kans bestaat dat George W. Bush na de verkiezingen zijn regering herschikt. Blijft u in functie tot het einde van zijn mandaat als president?
RICE: Dat hangt van hem af. Ik heb in ieder geval geen andere plannen voor de volgende twee jaar.
Gaat het ministerschap u zo goed af?
RICE: De ene dag al beter dan de andere. (lacht) Er zijn dagen waarop ik denk dat ik me gelukkiger zou voelen aan de universiteit. Er zijn er andere waarop ik blij ben dat ik doe wat ik doe. Ik voel me ook zeer vereerd dat ik dit mag doen. Als mensen me soms beklagen, denk ik dat het beter is om dit soort baan te hebben op een moment dat het ertoe doet.
Beklaagde Bill Clinton zich er niet over dat hij geen oorlog had?
RICE: Zoals ik zei: er zijn momenten die gewichtiger zijn dan andere. Ik wil me niet vergelijken met de mensen die in de jaren veertig aan de basis lagen van de wereld die toen is opgebouwd. Mensen zoals George Marshall en Harry Truman zijn reuzen in mijn ogen. Maar ook nu bevindt Amerika zich in een positie van leiderschap en verantwoordelijkheid die met die van geen enkel ander land kan worden vergeleken.
De zwarte Democratische senator Barack Obama overweegt om zich in 2008 kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen. Minder dan dertig jaar geleden zou dat voor een Amerikaan met Afrikaanse wortels ondenkbaar zijn geweest.
RICE: Hij zou arrogant of onbeschaamd zijn genoemd. Of gewoon gek.
U hebt het verstand en de ervaring, u bent een Afrikaans-Amerikaanse vrouw. Er wacht u een plaats in de geschiedenis. Waarom waagt u uw kans niet?
RICE: Als iemand moet worden overtuigd om die stap te zetten, ben je aan het verkeerde adres. Dit is iets wat je ook moet wíllen doen.
En u hebt er geen zin in?
RICE: Nee. Ik kom wel op een andere manier weer aan mijn trekken. Ik houd van dit land en van datgene waar het voor staat. Ik weet dat het tegenover mijn voorouders op een verkeerde voet is begonnen. Maar ik zie ook hoe de instellingen die door de stichters van de republiek in het leven zijn geroepen alle stormen, moeilijkheden en uitdagingen overleven en hun belofte altijd een beetje meer waarmaken.
Dat klinkt toch een beetje als een slechte reclameslogan.
RICE: Helemaal niet. Hier leven mensen uit alle hoeken van de wereld samen, en ze noemen zichzelf allemaal Amerikaan. Zo hoort het ook. Amerikanen vormen geen etnische groep. Maar in die grote, chaotische, multi-etnische democratie blijven de instellingen overeind. En nemen ze altijd meer mensen in hun schoot op. Dus ja, ik houd van dit land. Maar nee, ik wil er geen president van worden.
© 2006 Tribune Media Services inc.
Cal Thomas
Vertaald en bewerkt door Hubert Van Humbeeck.