Helaas is de cumulatieve verdelingsfunctie van de standaardnormale verdeling niet zo eenvoudig gedefinieerd. Zonder tabel of GR is het onmogelijk tot een oplossing te komen, tenzij het om een bekende bovengrens gaat, zoals 0 of 1,645.quote:Je moet dan wel eerst de verdeling standaardiseren, dan kun je deze problemen simpel oplossen met de cumulatieve verdelingsfunctie van de standaard normaal verdeling.
Ik bedoelde dus met tabel..., enne die integraal is nu niet echt moeilijk te noemen.quote:Op vrijdag 23 juni 2006 19:17 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Helaas is de cumulatieve verdelingsfunctie van de standaardnormale verdeling niet zo eenvoudig gedefinieerd. Zonder tabel of GR is het onmogelijk tot een oplossing te komen, tenzij het om een bekende bovengrens gaat, zoals 0 of 1,645.
En de eenvoudige rekenmachines zoals die in de onderbouw van het middelbaar onderwijs gebruikt worden, kunnen geen integralen uitrekenen, en kennen ook de normale verdeling niet.
Er bestaat geen primitieve van die integraal, dus moeilijker kan volgens mij niet. Je kunt wel benaderingsformules zoeken en gebruiken, maar een exacte oplossing is met pen, papier en een eenvoudige rekenmachine niet te verkrijgen.quote:enne die integraal is nu niet echt moeilijk te noemen.
Gewoon invullen in de hoofdvergelijking zoals je al zegt:quote:Op zondag 25 juni 2006 16:08 schreef 205_Lacoste het volgende:
Over 3 dagen een tentamen Calculus, en zit met de vraag of ik dit probleem goed oplos (zonder gebruik te maken van Lagrange multipliers)
Bepaal het maximum en minimum van f(x,y) op het gebied D
f(x,y) = 2x^3 + y^4
D={(x,y) | x^2 + y^2 <= 1}
Mijn oplossing zou zijn:
Eerst bepalen of er kritieke punten zijn. M.a.w. de partieel afgeleide bepalen voor x en y en kijken waar deze 0 zijn. Dit is in dit geval voor het punt (0,0) waarmee f(0,0) = 0.
Het is duidelijk dat dit niet het maximum van de functie oplevert op dat gebied, dus nu moeten de randpunten onderzocht worden die op de cirkel met straal één liggen. Zie D.
Aangezien het gaat om randpunten valt te zeggen: x^2 + y^2 = 1
Hieruit volgt y = +/- Sqrt(1 - x^2 )
En hierna loop ik eigenlijk vast. Je moet deze vergelijking volgens mij invullen in de hoofdvergelijking waarmee je y vervangt door Sqrt(1 - x^2)... maar dan?
Wie zou me hiermee kunnen helpen. Alvast erg bedankt.
Waarschijnlijk komt het doordat je wortelfunctie de halve cirkel beslaat van (-1,0) t/m (1,0), vandaar dat de afgeleide die punten niet pakt, ook dit zijn immers weer randpunten. Je moet dus ook bij die afgeleide van mij weer checken op randpunten en dan kom je wel tot je antwoord.quote:Op zondag 25 juni 2006 16:46 schreef 205_Lacoste het volgende:
Je oplossing klopt in ieder geval niet aangezien x= 0,5 en x= -2 0 oplevert uit je afgeleide functie.
Het maximum voor de functie f(x,y) zit echter op (1,0) en het minimum op (-1,0).
Dat is nou het hele punt, die randpunten liggen juist op die cirkel. En aangezien je niet alle punten op die cirkel kan bekijken zoals bij een gebied besloten in een rechthoek waar je alleen de hoekpunten hoeft te nemen is het ook met formule op te lossen.quote:Op zondag 25 juni 2006 16:55 schreef Enigmatic het volgende:
[..]
Waarschijnlijk komt het doordat je wortelfunctie de halve cirkel beslaat van (-1,0) t/m (1,0), vandaar dat de afgeleide die punten niet pakt, ook dit zijn immers weer randpunten. Je moet dus ook bij die afgeleide van mij weer checken op randpunten en dan kom je wel tot je antwoord.
Ook een top ligt niet op 0,5, kijk maar naar de partieel afgeleide over de Fx en de Fy. Hieruit blijkt dat er alleen een kritiek punt op 0,0 ligt.quote:Op zondag 25 juni 2006 17:10 schreef Enigmatic het volgende:
mja die afgeleide die ik neem gaat over de rand van de cirkel, de enige top ligt dus bij 0.5
dan moet je enkel nog checken voor de randpunten, en die blijken idd hoger te zijn dan alles op de rand en binnen de cirkel. Lijkt mij een net bewijs.
Ja, is op zich wel een goede. Moet ik natuurlijk wel weer even uitzoeken hoe Maple werkt, is al lang geledenquote:Op zondag 25 juni 2006 17:43 schreef Enigmatic het volgende:
Ja is ook goed mogelijk, je zou het ook nog even kunnen checken in maple, weet je in één keer hoe het in elkaar zit
Dan doel je vast op D=Fxx*Fyy - [ Fxy]^2quote:Op zondag 25 juni 2006 17:55 schreef GlowMouse het volgende:
Bij y = Sqrt(1-x^2) zijn jullie vergeten om naar de tweede afgeleide te kijken. Voor een maximum moet die negatief zijn.
Bij x = Sqrt(1-y²) zijn jullie dat ook vergeten, maar omdat het gezochte punt daar geen randpunt is, ging het daar wel goed.
Jawel, maar die afgeleide met x=0,5 en x=-2 klopt in het geheel niet bij de opgave.quote:Op zondag 25 juni 2006 18:03 schreef GlowMouse het volgende:
Nee, ik had het over deze: f'(x) = 6x^2 - 4x +4x^3 = 0. f''(x) = 12x²+6x-4
f'(x)=0 levert x=0, x=0,5 of x=-2. De tweede orde afgeleide is alleen voor x=0 negatief, de andere twee punten vallen dus sowieso af.
Met Kuhn-Tucker kom ik op (1,0) als maximum.
Als je x uitdrukt in y, loop je constant over de rand, en zegt de afgeleide wat er gebeurt als je x groter of kleiner maakt. Dat je dan de straal kunt vergroten om een grotere functiewaarde te krijgen, zit niet meer in deze afgeleide verborgen.quote:In beide gevallen gaat het om randpunten aangezien x^2+y^2=1 Dus ook als je deze functie als functie van x of y schrijft.
| 1 2 | teken f'(x) irrelevant 0 + 0 - 0 + |
Wat bedoel je daarmee? Door y=wortel(1-x²) te substitueren, levert elke x in [-1,1] een mogelijke oplossing waarvoor geldt x²+y²=1. Ook x=0,5 (namelijk y=wortel(0,75) of y=-wortel(0,75)).quote:Wat ik zeg is dat x=-0.5 bij voorbaata al nóóit een goed antwoord kan zijn voor het minimum. Het enige kritieke punt ligt op 0,0. Als je voor x=0.5 neemt dan is x^2+y^2 automatisch kleiner dan 1, en dat punt is daarmee, voor welke y ook, nooit een randpunt.
Je hebt gelijk, ik loop vandaag echt te falen. Afgelopen week ging het allemaal knetter soepel, en vandaag is het één grote ramp. Denk dat ik met m'n hoofd er niet bij ben.quote:Op zondag 25 juni 2006 19:52 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Wat bedoel je daarmee? Door y=wortel(1-x²) te substitueren, levert elke x in [-1,1] een mogelijke oplossing waarvoor geldt x²+y²=1. Ook x=0,5 (namelijk y=wortel(0,75) of y=-wortel(0,75)).
Ok, dit zijn wel mooie dingen om te weten, want zulke informatie haal ik niet vaak uit boeken ofzoquote:Op vrijdag 23 juni 2006 10:11 schreef Iblis het volgende:
[..]
Hij bedoelt waarschijnlijk dat de array met waardes ook static zal moeten zijn.
Wat precies het verschil is, is zeker voor beginnende programmeurs niet zo van belang. Het nadeel van Java is dat het snel veel overhead aan verplichte syntax oplevert waarvan de betekenis pas later duidelijk wordt.
Ik wil het echter wel een beetje proberen uit te leggen. Normaliter kun je een class zien als een soort blauwdruk voor een object. Classes zijn de bouwtekeningen, objecten zijn de daadwerkelijke constructies die worden geproduceerd als de bouwtekening wordt gevolgd. Dus, stel je hebt een Class Fiets, met een methode 'Schakel(int versnelling)', dan is dat alleen maar een manier waarop je Java zegt: Indien iemand een object van het type fiets wil hebben, dan moet je zorgen dat er ook een methode Schakel bij hoort, en je moet eventuele ruimte voor variabelen in die class reserveren:
[ code verwijderd ]
Zo'n object maak je meestal aan met 'new', er staat dan ergens in je code waar je zo'n fiets-object nodig hebt: Fiets f = new Fiets(); (Dan krijg je ook te maken met een zogenaamde constructor, die meehelpt het object te construeren.) Pas zodra dat gedaan is kun je f.schakel() aanroepen. Methodes kunnen in beginsel dus alléén worden aangeroepen als ze bij een object horen.
En dat is de truuk waar static methoden in het spel komen. Die bestaan eigenlijk altijd, ook al is er nog geen object aangemaakt. (Voor simpelere programma's versimpelt dat het programmeren wat, want je hoeft geen objecten in het leven te roepen.) Hét klassieke voorbeeld van een statische methode is de methode 'main' – immers er zal een methode moeten zijn waarin eventuele objecten worden aangemaakt die het gehele programma op gang brengen, als het programma start bestaan er nog geen objecten namelijk.
Echter, als zo'n static method wordt aangeroepen dan hoort deze niet bij een object, dus als deze andere methodes of variabelen van die class wil gebruiken (instantievariabelen worden ze genoemd), dan moeten die ook static zijn, want anders kun je niet garanderen dat die bestaan. Een method die bij een object hoort werkt namelijk normaal gesproken op de variabelen in dat object. Als het voorbeeld fiets hebt: met die class of blauwdruk kun je nog een fiets maken. Fiets g = new Fiets(). Als je met die fiets schakelt is het logisch dat de versnellingen van fiets 'f' niet veranderen.
Soms kun je trouwens wel met twee dezelfde namen naar hetzelfde object verwijzen. Als je zegt: Fiets h (d.w.z. h is een variabele die een fiets aanduidt) en je doet Fiets h = f, dan zijn h en f benamingen voor hetzelfde ding. Alles wat aan 'h' verandert verandert dan ook aan 'f'.
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 | if ( i >= waarde.length ) { if(buitA == buitB) { // geldige mogelijkheid, zorg dat je hier artikelenA en artikelenB laat zien } return true; } else { verdeelbaar_mogelijkheden( i+1, buitA+waarde[i], buitB, artikelenA[] met toegevoegd waarde[i], artikelenB[] ); verdeelbaar_mogelijkheden( i+1, buitA, buitB+waarde[i], artikelenA[], artikelenB[] met toegevoegd waarde[i]); return true; } |
Over welke combinaties heb je het nu? Een gelijke verdeling of zijn bij alle combinaties ook ongelijke verdelingen toegestaan?quote:Op maandag 26 juni 2006 12:07 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ok, dit zijn wel mooie dingen om te weten, want zulke informatie haal ik niet vaak uit boeken ofzo
Nu ben ik bezig geweest met de extensie, dat er moet worden afgedrukt welke dief welke artikelen krijgt,
-bij de eerste de beste combinatie
-bij alle combinaties.
Je kunt beter een array vullen met 0 (gebruiker A) en 1 (gebruiker B). Zodra je een oplossing hebt gevonden kun je dit dan makkelijk omzetten in de gewenste vorm.quote:Nou denk ik zelf dat je hiervoor een extra variabele voor moet invoeren, of 2 arrays: artikelenA en artikelenB. Deze moeten dan worden aangevuld bij de 2 functieaanroepen in de methode zelf. Je kunt dan voor verschillende vormen kiezen; ik heb gekozen voor het idee dat als de dief een artikel niet krijgt, de plaats op dat array op 0 wordt gezet. Dat kan vast netter, maar eerst even het idee![]()
Dan natuurlijk het tellen: Bij de eerste if moet nog een andere conditie staan, namelijk dat er 2^(waarde.length) keer moet worden gecheckt. Hier kan dan eventueel, zoals Wolfje ook al opmerkte, een stopconditie in als de verdeling kansloos wordt. Dat tellen kan dan denk ik met een for lus om de methode heen. En dan nog een printstatement om die arrays af te drukken. Ben ik hiermee een beetje in de goede richting?
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 | int[] verdeling = new int[waarde.length]; return verdeelbaar(0,0,0,verdeling); } public boolean verdeelbaar( int i, int buitA, int buitB,int[] verdeling ) { if ( i == waarde.length ) { if ( buitA == buitB ) { // doe hier iets met verdeling (printen, opslaan in lijst) return true; } else { return false; } } verdeling[ i ] = 0; if ( verdeelbaar( i+1, buitA+waarde[i],buitB,verdeling ) { return true; } verdeling[ i ] = 1; if ( verdeelbaar(i+1, buitA, buitB+waarde[i],verdeling ) { return true; } return false; } |
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 | int[] verdeling = new int[waarde.length]; verdeelbaar(0,0,0,verdeling); } static void verdeelbaar_mogelijkheden(int i, int buitA, int buitB, int[] verdeling) { if ( i == waarde.length ) { if(buitA == buitB) { // geldige mogelijkheid, sla verdeling op of geef weer } } else { verdeling[ i ] = 0; verdeelbaar_mogelijkheden( i+1, buitA+waarde[i], buitB, verdeling ); verdeling[ i ] = 1; verdeelbaar_mogelijkheden( i+1, buitA, buitB+waarde[i], verdeling); } |
Ohwja, sorry, ik bedoelde dus alle goede combinaties waarin een eerlijke verdeling mogelijk isquote:Op maandag 26 juni 2006 21:07 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Over welke combinaties heb je het nu? Een gelijke verdeling of zijn bij alle combinaties ook ongelijke verdelingen toegestaan?
[..]
Ok, da's wel handig inderdaadquote:Je kunt beter een array vullen met 0 (gebruiker A) en 1 (gebruiker B). Zodra je een oplossing hebt gevonden kun je dit dan makkelijk omzetten in de gewenste vorm.
Ik weet het, je kunt de klasse Math gebruiken, die heeft geloof ik een methode pow ofzo, zodat je dan zou krijgen Math.pow(2, waarde.length ) of iets dergelijks. Je kunt natuurlijk ook een leuke recursieve methode schrijven om mee te machtsverheffenquote:Dat if lusje in je recursieve methode is ook niet echt nodig zoals al uitgelegd. Bovendien is 2^waarde.length niet wat jij denkt dat het is. In java staat ^ voor de (bitsgewijze) XOR functie. Daar kun je ook heel leuke dingen mee doen, maar niet machtsverheffen.
Ok, ontzettend bedankt, ik zal er even goed naar kijkenquote:Ik zou het als volgt doen.
[ code verwijderd ]
Same herequote:Op maandag 26 juni 2006 22:09 schreef GlowMouse het volgende:
Met wolfjes methode krijg je één oplossing. Door wat syntax te spieken hier de code om alle mogelijkheden te krijgen. Daarnaast heb ik alle returns weggehaald omdat ze overbodig waren. Door te kiezen voor 'void' ipv 'boolean' hoeft de functie ook niks te retourneren.
[ code verwijderd ]
Moet je dan niet eerst de kracht in het scharnierpunt weten?quote:Op dinsdag 27 juni 2006 09:58 schreef Enigmatic het volgende:
Ik zou hem doorsnijden is S, vervolgens aan de linkerkant met een momentenvergelijking reactiekracht A berekenen. Met behulp van een verticaal krachtenevenwicht kun je vervolgens bepalen wat de kracht moet zijn die rechts van het scharnier werkt. Dan een momentenvergelijking opstellen rondom punt B en je vindt Rc. En uit het verticale evenwicht volgt dan logischerwijs je reactiekracht in B.
Nee, dat hoeft niet, want deze kracht draagt niet bij aan het moment om het scharnier.quote:Op dinsdag 27 juni 2006 14:17 schreef Coldplaya het volgende:
[..]
Moet je dan niet eerst de kracht in het scharnierpunt weten?
Oefenen, oefenen, oefenen. Dat is de enige manier waarop je inzicht krijgt in de abstracties.quote:Op donderdag 29 juni 2006 21:42 schreef teletubbies het volgende:
hee hee..ik heb geen specifieke vragen . maar goed...
de vraag is: het vak algebra ( je weet wel ringen groepen, euuh.. etc.. ) ..
hoe kan je het best leren/begrijpen? en waar liggen de moeilijkheden om het te begrijpen?..
moet je veel lezen of meer oefenen? mmm wat is jullie ervaring ermee?merci
Symmetrische bilineaire vormen zie ik vandaag voor het eerst en misschien zie ik wat over het hoofd, maar klopt deze bewering wel? Voor iedere symmetrische pd-matrix geldt per definitie dat A(x,x)>0, zodat de ongelijkheid bij λ=-1 altijd zal gelden. Toch kan -1 geen kleinste eigenwaarde zijn, omdat de eigenwaarde van een pd-matrix altijd positief is. Voor het bewijs van deze stelling is dit echter irrelevant.quote:Er geldt dan dat lambda de kleinste eigenwaarde is dan en slechts dan als voor alle x in V de ongelijkheid A(x,x) >= lambda<x,x> geldt.
Toch even een poging wagen, omdat daar nu de essentie van het bewijs zit. Stel A is een symmetrische nxn matrix, dan geldt A=PDP-1 waarbij de kolommen van P orthogonaal zijn, en D een diagonaalmatrix is. Hieruit volgt dat A en D similar zijn, en dus hetzelfde karakteristiek polynoom hebben, en dus dezelfde eigenwaarden hebben.quote:Dat het lemma'tje geldt kun je inzien door te gebruiken dat een symmetrische matrix altijd diagonaliseerbaar is met behulp van een orthogonale matrix.
Zie je ook waar je in het bewijs gebruik maakt van de orthogonaliteit van P?quote:Op maandag 3 juli 2006 16:05 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Toch even een poging wagen, omdat daar nu de essentie van het bewijs zit. Stel A is een symmetrische nxn matrix, dan geldt A=PDP-1 waarbij de kolommen van P orthogonaal zijn, en D een diagonaalmatrix is. Hieruit volgt dat A en D similar zijn, en dus hetzelfde karakteristiek polynoom hebben, en dus dezelfde eigenwaarden hebben.
D(x,x) is per definitie gelijk aan d1,1*x12+d2,2*x22+...+dn,n*xn2 Omdat de eigenwaarden op de diagonaal staan, moet wel gelden dat
D(x,x) >= λ<x,x>, met λ de kleinste eigenwaarde.
Achteraf niet zo'n heel lastig bewijs. Bedankt voor de hulp. Mocht ik er nog achterkomen hoe het met A-λI kan, zal ik het nog wel even posten.
Ik gebruik alleen dat hij inverteerbaar is, maar dat zit eigenljik al in de stelling dat 'als een nxn matrix A symmetrisch is, dan is A orthogonaal diagonaliseerbaar'.quote:Zie je ook waar je in het bewijs gebruik maakt van de orthogonaliteit van P?
Je bewijs gebruikt het wel degelijk. Je gebruikt namelijk dat als D(x,x) >= lambda<x,x> voor alle x, dat dat dan ook voor A geldt. Dit volgt uit de twee identiteiten D(x,x) = A(Px,Px) en <Px,Px> = <x,x> en om die aan te tonen heb je nodig dat P orthogonaal is.quote:Op maandag 3 juli 2006 16:27 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik gebruik alleen dat hij inverteerbaar is, maar dat zit eigenljik al in de stelling dat 'als een nxn matrix A symmetrisch is, dan is A orthogonaal diagonaliseerbaar'.
De terminologie is inderdaad wat verwarrend: P orthogonaal betekent dat de kolomvectoren (equivalent: de rijvectoren) een orthonormale basis vormen.quote:Op maandag 3 juli 2006 17:39 schreef GlowMouse het volgende:
Dat stuk ontbrak zelfs nog in mijn bewijs, en daar had ik ook niet aan gedacht. daarvoor moet P zelfs orthonormaal zijn, maar dat is geen probleem. In ieder geval weer bedankt
Dat is moeilijk te zeggen. Er zijn tests voor 'randomness'. Je wilt b.v. dat er geen correlatie in zit. B.v. tussen de verschillen van de getallen, of herhalingen, je moet niet aan de hand van eerder gegenereerde getallen kunnen voorspellen wat het volgende getal wordt.quote:Op maandag 3 juli 2006 21:35 schreef teletubbies het volgende:
een vraagje.. mmm
veel programmeertalen kunnen randomgetallen genereren mbv van bepaalde algoritmes....
maar hoe willekeurig zijn die randomgetallen? hoe kan je ze eigenlijk maken?
Als beide kanten van het =teken aan elkaar gelijk moeten zijn, dan moeten de machten ook hetzelfde zijn, aangezien de grondtallen gelijk zijn.quote:Op maandag 3 juli 2006 22:43 schreef flyin-hawk het volgende:
2x = 23.x+2 => x = 3 . x + 2 => x – 3 . x = 2 => -2 . x = 2 => x = -1
2x2 = 23.x-2 => x2 => 3 . x - 2 => x2 - 3 . x + 2 = 0 => x = 1 & x = 2
Ik snap niet helemaal wat het probleem is. Maar ik probeer gewoon 2x = 23.x+2 uit te leggen, misschien dat je het dan ziet.quote:Op maandag 3 juli 2006 22:43 schreef flyin-hawk het volgende:
Ik zit hier met een probleem waar ik niet uit kom![]()
Lineaire basis vergelijking:
x = c(onstante)
Exponentiele basisvergelijking:
grondtalexp1 = grondtalexp2
exp1 = exp2 => x = c en eventueel x = d
Dit begrijp ik dus al niet![]()
Dan hier 2 voorbeelden:
2x = 23.x+2 => x = 3 . x + 2 => x – 3 . x = 2 => -2 . x = 2 => x = -1
2x2 = 23.x-2 => x2 => 3 . x - 2 => x2 - 3 . x + 2 = 0 => x = 1 & x = 2
En dit begrijp ik al helemaal niet![]()
quote:
Het begint te dagen! Morgenochtend vroeg zal ik er nog eens naar kijken dan snap ik het denk ik nog beter. Alvast super bedankt!quote:Op maandag 3 juli 2006 22:55 schreef Iblis het volgende:
Ik snap niet helemaal wat het probleem is. Maar ik probeer gewoon 2x = 23.x+2 uit te leggen, misschien dat je het dan ziet.
2x wil zeggen, 2*2*2*...*2 en dat dan x keer. 23x+2 wil zeggen: 2*2*2*...*2 en dat dan precies 3x + 2 keer. Wanneer is die eerste 2*2*2*...*2 gelijk aan die tweede 2*2*2*...*2? Als er precies evenveel keren '2' als factor staat. Immers, een ongelijk aantal betekent dat het nooit gelijk kan zijn.
Het aantal keren '2' wordt gegeven door de exponenten, dus daarom moeten – als de grondtallen gelijk zijn – de exponenten ook gelijk zijn om de gelijkheid te laten kloppen.
Derhalve moet je dus oplossen: x = 3x+2. Want als dat geldt zijn de exponenten gelijk, en dus automatisch de gehele vergelijking omdat je al weet dat de grondtallen gelijk zijn. Dat gaat gewoon volgens het traditionele vergelijkingen oplossen. x = 3x + 2 geeft dan inderdaad x = -1. Als je dat dan invult zie je dat je inderdaad krijgt:
2x = 2-1 aan de linkerkant, en 23x+2 = 2-3+2 = 2-1 aan de rechterkant, dus: 2-1 = 2-1. En dat klopt als een zwerende vinger.
ja jij ook vriendelijk bedanktquote:
Stel 2x+4 = 23xquote:Op maandag 3 juli 2006 22:43 schreef flyin-hawk het volgende:
grondtalexp1 = grondtalexp2
exp1 = exp2 => x = c en eventueel x = d
quote:2x = 23.x+2 => x = 3 . x + 2 => x – 3 . x = 2 => -2 . x = 2 => x = -1
2x2 = 23.x-2 => x2 => 3 . x - 2 => x2 - 3 . x + 2 = 0 => x = 1 & x = 2
Ik snap het!quote:Op maandag 3 juli 2006 23:58 schreef -J-D- het volgende:
eventueel x=d staat er ook omdat je mogelijk 2 oplossing hebt bij een kwadratische vergelijking.
Als de ene macht x2 is en de ander -4x - 4 of zo, dan krijg je mogelijkerwijs 2 oplossingen.
jouw 'flauwe voorbeeld''is opzich niet zo flauw..quote:Op maandag 3 juli 2006 21:55 schreef Iblis het volgende:
[..]
Dat is moeilijk te zeggen. Er zijn tests voor 'randomness'. Je wilt b.v. dat er geen correlatie in zit. B.v. tussen de verschillen van de getallen, of herhalingen, je moet niet aan de hand van eerder gegenereerde getallen kunnen voorspellen wat het volgende getal wordt.
Een flauw voorbeeld is b.v. Pi. 3,1415962653... Als je ergens midden in Pi begint (wat iemand niet zo herkent), dan is die reeks random. Maar, wel regenereerbaar. En dat is een makke van veel random reeksen. Als je de generator niet 'seedt', dan geeft het altijd dezelfde reeks (maar soms ook wel makkelijk!). En ook seeden met hetzelfde getal geeft dezelfde 'random' reeks.
Alhoewel praktisch voelt het natuurlijk niet echt als willekeurig als je zo'n reeks na believen kunt regeneren, zulke generatoren worden dan ook 'pseudo-random' genoemt. Deels omdat ze voorspelbaar zijn mits je het algoritme weet (zonder dat is het wel heel lastig en statistisch gezien kunnen die reeksen heel goed willekeurig lijken), maar ook omdat, aangezien het bereik van getallen slechts eindig is, zo'n randomgenerator altijd weer in een toestand moet komen waar hij al inzat, en dan gaat het op dezelfde wijze verder.
Algoritmes staan op Wikipedia. Het bekendste is denk ik echter Von Neumanns methode, waarbij je gegeven een getal de middelste cijfers neemt, dat kwadrateert, en dan weer een random getal hebt. Dus stel dat 01234321 je eerste random getal is, dan kwadrateer je daarna 2343 en krijg je 05489649 als getal, en 4896 als volgende seed. Merk op dat 0000 nogal snel in rondjes loopt.
Gebaseerd op hardware en user-input zijn er betere generatoren te maken. Die gebruiken b.v. metingen over het netwerkverkeer, of de muisbewegingen van de gebruiker, of fluctuaties in je CPU-temperatuur als inputbron van randomness.
Maar juist door dat willekeurig gooien krijg je pi. Als je wilt, kan ik die kans wel wiskundig afleiden. Pi sluipt erin door naar de hoek te kijken die de naald maakt.quote:Op woensdag 5 juli 2006 18:54 schreef teletubbies het volgende:
jouw 'flauwe voorbeeld''is opzich niet zo flauw..
bij zo'n experiment, als je ene naald gooit tussen twee rechte lijnen heeeeeeeel vaaak, kun je een benadering vinden voor het getal pi.
Dat vind ik op zich raar, maar goed..als je gooit..dan gooi je toch 'willekeurig'?
Klopt. Ik was even in de war met het Engelse intelligence.quote:
Nee. Maar wat is het doel van dit topic denk je?quote:En is dit een manier om andere mensen jouw opdracht te laten maken?
De kip stamt af van dinosauriërs, waarvan het ei een product is. Maar dat is weer een heel andere discussie. Mijn vraag was wat nu precies het evolutionaire nut is van dit ei en waarom de zoogdieren er een andere methode op nahouden. Aangezien je het antwoord niet direct geeft, neem ik aan dat je het niet hebtquote:De enige vraag die ik heb is wie er eerder was: De kip of het ei.
Ook het Engelse "intelligence" is gewoon met een i waar jij een e gebruikte. Een zeer slap excuus voor een dergelijke fout. Je had beter kunnen zeggen dat het een typefout betrof.quote:Op zaterdag 8 juli 2006 13:03 schreef Coldplaya het volgende:
[..]
Klopt. Ik was even in de war met het Engelse intelligence.
Heb je al wat over minimale afbeeldingen en dergelijke gehad? Het makkelijke antwoord is namelijk dat elke lineaire afbeelding geannuleerd wordt door zijn karakteristiek polynoom, dwz p(A) = 0. Jouw afbeelding is singulier en heeft dus det(A)=0, maar dit is precies p_0. Zodoende krijg je dus de gewenste afhankelijkheidsrelatie.quote:Op zaterdag 8 juli 2006 00:36 schreef GlowMouse het volgende:
Waarom geldt voor iedere singuliere nxn matrix A dat An in span{A,A2,A3,...,An-1} zit?
Ik heb nog geen idee hoe ik hieraan moet beginnen. In ieder geval weet ik dat Det(An)=0, en dat An dezelfde eigenvectoren heeft als A.
Stel ik heb An = c1A + c2A2 + .. + c(n-1)An-1
dan An - c(n-1)An-1 - ... - c2A2 - c1A = 0
dus A(An-1-c(n-1)An-2-...-c2A - c1I) = 0
Als A=0 gaat dit altijd op, anders moet An-1-c(n-1)An-2-...-c2A - c1I = 0. Hoe dit verder kan helpen weet ik nog niet, maar de oplossing zoek ik in deze richting.
Het karakteristiek polynoom heeft graad hooguit n, dus dan krijg je iets als A^n + lagere machten van A = 0. Herschrijven geeft dan A^n = som_{i=1}^{n-1}c_i A^ i, ofwel: A^n zit in het opspanselquote:Op zaterdag 8 juli 2006 14:12 schreef GlowMouse het volgende:
Dat is de stelling van Cayley-Hamilton.
Als p(A)=0, dan (A-λ1I)*(A-λ2I)*..*(A-λkI)=0.
Expanderen kan geven dat An-1-c(n-1)An-2-...-c2A - c1I = 0, maar dan mag het aantal eigenvectoren niet groter zijn dan n-1. De determinant is het product van de eigenwaarden, dus één ew is alvast 0. Maar verder ken ik geen stelling die het aantal eigenwaarden limiteert.
Als je dat product verkeerd uitwerkt heb je inderdaad niet nodig dat A singulier moet zijnquote:Op zaterdag 8 juli 2006 14:33 schreef GlowMouse het volgende:
Jaaaaaa toch, bedankt
Ik heb nu dus:
Zij A een nxn matrix met karakteristiek polynoom p(x).
Er geldt P(A) = (A-λ1I)*(A-λ2I)*..*(A-λkI) = 0.
Expanderen geeft c1A+c2A2+c3A3+...+cnAn
Dus An = -c1/cnA - c2/cnA2 - ... - cn-1/cnAn-1. Dat A singulier moet zijn, heb ik nu niet eens gebruikt.
Namens iedereen (om een stormloop te voorkomen.quote:Op dinsdag 11 juli 2006 11:04 schreef Haushofer het volgende:
Hoi, had een 7 voor mn programmeren, dus iedereen die me op weg heeft geholpen, ontzettend bedankt !
quote:Op dinsdag 11 juli 2006 19:36 schreef teletubbies het volgende:
k had 8,6 voor me herkansing visual basic en een 8,5 voor mijn opdracht (spelletje).. he he bedankt allemaal..vooral : glowmouse.
dit jaar me propedeuse (hbo) bedrijfswiskunde behaald.. nu ga ik wisk. studeren op univ.quote:
Dijkstra werkt niet zo. Dijkstra vindt het korste pad tussen twee punten. Niet het kortste pad dat een willekeurig groot aantal punten aandoet. Dat is wat anders. Stel, je weet al wat de volgorde van de punten is, b.v. ABCD, dan kun je Dijkstra doen van A naar B, van B naar C, en van C naar D. Dat is allemaal te doen.quote:Op dinsdag 11 juli 2006 22:01 schreef teletubbies het volgende:
ergens staat er een afstudeerscriptie over dit soort optimale oplossingen...
trefwoorden: het algoritme van Dijkstra..
een programma..ken ik echt niet
3/4 = 9/12, dus het punt 3/4 ligt op 1/4 deel van het laatste interval [2/3, 1]=[8/12,12/12]. Evenzo ligt 1/4 op 3/4 van het interval [0,1/3]. Bij elke iteratie ligt het punt dus in een interval dat overblijft. Het zit dus in de Cantor verzameling.quote:Op donderdag 13 juli 2006 21:19 schreef teletubbies het volgende:
een vraagje waarom zit 3/4 in cantor-verzameling?
er geldt wel dat 3/4=2/3(1+1/9+1/81+..) (trouwens valt ditmatie ook te bewijzen?
k heb gestopt bij:
sommatie (n=1 tot oneindig) 1/3^n=1 (why?)
en als de som is 1,
3/4 zit wel in [2/3, 1] dat is logisch....
1 + x + x2 + ... + xn = (1-xn+1)/(1-x), vervolgens neem je n naar oneindig.quote:Op donderdag 13 juli 2006 21:19 schreef teletubbies het volgende:
een vraagje waarom zit 3/4 in cantor-verzameling?
er geldt wel dat 3/4=2/3(1+1/9+1/81+..) (trouwens valt ditmatie ook te bewijzen?
k heb gestopt bij:
sommatie (n=1 tot oneindig) 1/3^n=1 (why?)
en als de som is 1,
3/4 zit wel in [2/3, 1] dat is logisch....
Je kunt aan de schrijfwijze van een getal in het 3-tallig stelsel zien of het in de cantorverzameling zit. Grofweg komt het erop neer dat de getallen in de cantor verzameling de getallen zijn die geen enen hebben in de drietallige schrijfwijze.quote:Op vrijdag 14 juli 2006 15:57 schreef teletubbies het volgende:
voor dat getal was het inderdaad niet zo moeilijk, voor andere getallen moest ik ze blijkbaar schrijven in een ander getalstelsel ( met basis 3)
eigenlijk was het de som van 1/9^n (n=1 tot oneindig)
Hey ja! Ik heb het even uitgetekend en het klopt jaquote:Op woensdag 19 juli 2006 16:33 schreef thabit het volgende:
Ja, als C het snijpunt is van de cirkel met de middelloodlijn van A en B, dan gaan de middelloodlijnen van AB, BC en CA door 1 punt en dat punt is het middelpunt van de cirkel.
Wees iets nauwkeuriger, gaat het om precies één keer de rode, of om minstens één keer?quote:Op donderdag 20 juli 2006 11:04 schreef DaFan het volgende:
Ff snel een korte vraag:
10 knikkers, 9 wit en 1 rood.
Hoe reken je dan ook alweer de kans uit dat je met 10x pakken met terugleggen de rode te pakken krijgt? (Maakt niet uit of dat de eerste poging is of de achtste).
Tis iets met 1 boven tien enzo maar 4 jaar geen wiskunde na eindexamen helpt niet
Minstensquote:Op donderdag 20 juli 2006 11:32 schreef Iblis het volgende:
[..]
Wees iets nauwkeuriger, gaat het om precies één keer de rode, of om minstens één keer?
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |