PersoneelsbeleidIn “The Economist” adverteert de Britse overheid voor een Secretaris-Generaal voor het Ministerie van Milieu. Salarissen in Londen zijn aanzienlijk hoger dan in Den Haag, zodat de keus aan geinteresseerde kandidaten ook breder is dan in Nederland. De eisen voor de functie staan in de advertentie: bestuurlijke ervaring op het niveau RvB, communicatieve vaardigheden voor werk in binnen- en buitenland, en “a keen interest in and understanding of the Department’s work and how it can improve the lives of everyone in Britain.”
Ongetwijfeld is de Nederlandse Secretaris-Generaal voor Milieu, Marjanne Sint, een voortreffelijk ambtenares, maar ze is nooit gemeten aan de meetlat die in Engeland wordt aangelegd. Marjanne Sint was de succesvolle uitgeefster van het weekblad Intermediair, werd voorzitter van de PvdA en werd daar onhoudbaar vanwege een conflict met Wim Kok. Toen ging voor haar de nooduitgang open naar het openbaar bestuur – eerst bij de gemeente Amsterdam en daarna bij het Ministerie van VROM. Dat loste een probleem op bij de PvdA, maar verhinderde deskundige en ervaren kandidaten om mee te dingen naar die functie. Zo kwam ook Arthur Docters van Leeuwen aan zijn baan bij de AFM (minister wilde hem snel weg hebben) en werd een topambtenaar van Onderwijs voorzitter van de Open Universiteit (ruzie met minister Ritzen). Niet de beste kandidaat na een open procedure, maar degene die het meest dringend weg moest bij de vorige politieke baas.
Hoe gesloten het systeem in Nederland is, kan iedereen zelf constateren op de website
www.werkenbijdeoverheid.nl . Er staat op dit moment geen enkele vacature open bij het Rijk met een salaris van meer dan 8000 Euro per maand, en slechts één baan voor een salaris tussen 7000 en 8000 Euro. Lezers van “The Economist” kunnen gemakkelijk vergelijken: Engeland, Nieuw-Zeeland, Australie en Canada adverteren regelmatig in het weekblad voor topfunkties bij de Centrale Bank en bij de Overheid; Nederland nooit.
Kamerlid Frank de Grave (defensie-specialist) verveelt zich als vice-voorzitter van de VVD-fractie – voila, hij wordt voorzitter van het orgaan dat alle tarieven vaststelt in de gezondheidszorg. Ex-kamerlid Hans Hillen (nog een defensie-kenner) zit thuis; vooruit, hij wordt voorzitter van het orgaan dat de ziekenfondsen controleert. Joan Leemhuis-Stout is werkeloos, omdat ze na een schandaal moest aftreden als Commissaris van de Koningin. Zij wordt geschoven in de vacature voor een voorzitter voor alle ziekenhuizen.
Door zulke benoemingen kunnen de grote politieke partijen vlot hun outplacement regelen of hun ereschulden aflossen, en de ministers in Den Haag krijgen teamspelers in maatschappelijk middenveld. Wanneer zoveel topfuncties in de gezondheidszorg worden bekleed door trouwe leden van VVD of CDA die zonder kennis van zaken zijn benoemd, kan de minister gemakkelijk een beroep doen op goed overleg en hoeft hij niet bang te zijn voor radikale kritiek – daarvoor is inzicht vereist dat deze politieke figuren niet inbrachten. De politieke partijen zorgen zo ook voor een aanwas van ambitieuze, nieuwe leden, want kennelijk helpt het voor de carriere om lid te zijn van een goedgekeurde partij.
De Grave, Hillen en Leemhuis-Stout zijn samen goed voor veertig miljard Euro. Nederland loopt dus substantiele risico’s dat tien procent van de economie niet goed wordt bestuurd, omdat drie topspelers zijn benoemd zonder relevante kennis van zaken.
Engeland, Australie en Canada hebben een loonniveau dat niet veel verschilt van Nederland. Maar de overheid in die landen voert een open personeelsbeleid en verwart benoemingen voor topfuncties niet met outplacement van politieke partijen. Hard voor politici die zo graag een mooie, nieuwe baan willen, maar beter voor de burgers en eerlijker voor iedereen die misschien wil solliciteren maar niet bereid is om daarvoor eerst lid te worden van een erkende politieke partij.