quote:
Tien jaar voorsprong op de Chinezen
Harry Coerver
Sittard - De eenvoudige productie verdwijnt voor een belangrijk deel naar lagelonenlanden. Om voldoende werkgelegenheid te behouden, zijn nieuwe producten nodig die ze in die landen niet kunnen maken. Jacques Joosten is een van de mensen die moet zorgen dat voldoende van die nieuwe producten er ook zullen zijn.
,,De toekomst van de chemische industrie in Nederland en Europa ziet er zonnig uit'', zegt Jacques Joosten. Er zit geen enkele twijfel in zijn stem. ,,Niet alleen hebben we een kennisvoorsprong van tien jaar op landen als China. We kunnen en moeten die voorsprong ook zien te behouden. En dat gaat lukken.''
Joosten is enkele weken geleden benoemd om de 'Regiegroep Chemie' op te zetten om dat laatste mogelijk te maken. De benoeming komt van het Innovatieplatform waarvan premier Balkenende de voorzitter is.
Regiegroep? Innovatieplatform? Hoe zit dat ook alweer. Voor een antwoord moeten we even terug in de tijd.
De laatste jaren verdwijnt fabriek na fabriek naar Oost-Europa en vooral het Verre Oosten. Het blijft niet bij fabrieken is de grote angst. Het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe producten begint ook te verschuiven. Europese regeringsleiders bijeen in Lissabon verzonnen in 2000 een oplossing voor dit probleem. De Europese Unie zou in 2010 de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie van de wereld moeten zijn. Ze beloofden bijvoorbeeld dat de landen van de EU in 2010, 3 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) spenderen aan wetenschappelijk onderzoek. Onderzoek dat moet leiden tot nieuwe technieken en nieuwe producten, waar landen als China, India of Brazilië voorlopig nog niet aan toe zijn. Dat cijfer ligt nu echter nog een stuk lager op ongeveer 1,9. Dat de drie procent gehaald wordt in 2010 gelooft inmiddels bijna niemand meer.
Om de doelstellingen van 'Lissabon' te halen, is in Nederland onder meer het Innovatieplatform opgericht, met minister-president Balkenende aan het hoofd. Met dat Platform moet onderzoek gestimuleerd worden, krijgen bedrijven, universiteiten en tal van instellingen subsidies om de (kennis)economie op de een of andere manier te stimuleren. Worden regels verandert om hoogwaardige kennis voor Nederland te behouden. Het Innovatieplatform heeft enkele economisch belangrijke gebieden aangewezen die daarbij speciale aandacht krijgen. Sinds kort hoort daar ook Chemie bij. En Joosten moet met de Regiegroep Chemie voor Balkenende uitzoeken wat er allemaal moet gebeuren om de kennisvoorsprong in de chemie te behouden.
Joosten kent de weg in de wereld van de chemie als weinig anderen in Nederland. Hij is niet alleen bij chemiebedrijf DSM een van de leidinggevenden van de R&D, hij is ook directeur van het Dutch Polymer Institute, een instelling waar kennis van polymeren (plastics) is samengebald. Voorts kent Joosten de situatie in het Verre Oosten op zijn duimpje. Niet alleen is hij daar de baas van de onderzoeksafdelingen van DSM, hij is er ook 'visiting professor' aan drie Chinese universiteiten. Dat betekent dat hij aan die universiteiten zo nu en dan gastcolleges geeft. Daar ziet hij op welke manier de kennis van de honderdduizenden technici in dat onmetelijke land, toegepast wordt in de industrie. Of beter gezegd (nog) niet toegepast wordt in de industrie.
,,Dat is de kern,'' zegt Joosten bezwerend. ,,De kennis uit verschillende vakgebieden bij elkaar brengen en dan nieuwe producten ontwikkelen. In China staat er nog een grote muur tussen de universiteiten en de bedrijven. Het duurt nog zeker vijf of tien jaar voordat dit verandert. In Europa zijn we een stuk verder. Als we een apparaatje willen ontwikkelen waarbij een suikerpatiënt precies op het goede moment van de dag, precies genoeg insuline krijgt, moeten voedingsdeskundigen, elektrotechnici, chemici, werktuigbouwkundigen en medici nauw samenwerken, en dat kunnen we in Europa. Hetzelfde geldt voor producten of productieprocessen die het milieu niet meer aantasten.''
Joosten: ,,Daarvoor moeten niet alleen grote bedrijven en universiteiten samenwerken. Technici moeten kansen krijgen om bedrijfjes op te zetten en nieuwe producten ontwikkelen. Dat moet op alle mogelijke manieren gesteund worden. Er moet geld zijn om de eerste tijd door te komen, de periode dat er nog niks verkocht kan worden. Er moeten minder belemmeringen zijn om de goede mensen, soms uit een ver buitenland, in Nederland te kunnen laten wonen en werken. Zulke starters moeten dicht bij elkaar zitten, zodat ze van elkaar kunnen profiteren en leren.''
Vier jaar lang is Joosten voorzitter van de Regiegroep Chemie. ,, Het zou mooi zijn als we in die tijd ervoor kunnen zorgen dat er tussen de tien en de honderd nieuwe bedrijfjes ontstaan met nieuwe producten die de wereld kunnen veroveren.
Bij DSM is Joosten onder meer verantwoordelijk voor de laboratoria in China. Is dat niet in strijd met het streven om juist een kennisvoorsprong op China te behouden? Volgens Joosten niet. ,,Voor ons zijn dat ook uitkijkposten over wat er in China gebeurt. Wie weet komen er toch ooit nieuwe en interessante producten vandaan. En dan is het beter dat je er dicht bij zit.'' Joosten laat vervolgens met opzet het eerste woordje 'if' weg van een Engelse uitdrukking: ,,You cannot beat them, join them''.
De Limburger