quote:
Op dinsdag 7 september 2004 19:48 schreef Johan_de_With het volgende:
Verlichtingscultuur van de Romeinen?
Is dit ook niet het boek waaruit je nooit zult leren dat Athene een imperialistische polis werd?
Inderdaad. De man beschrijft de positieve invloeden die zijn blijven hangen en niet de spelen waarin misdadigers het leven lieten ter vermaak van het volk. De man is ook geen historicus. Verder heeft hij een kapstok nodig om zijn verhaal aan op te hangen. Wil je echter geschiedenisles dan kan ik je een andere auteur aanbevelen. Cliteur verhaalt nu eenmaal niet van de cultuur van de Myceense beschaving die door binnentrekkende Doriërs werd verwoest.
Speciaal voor jou wil ik best wat omissies uit het boek van Cliteur invullen uit het noeste werk van anderen:
GESCHIEDENIS van GRIEKENLANDHet Griekse vasteland ( 2800-1100 v. Chr.)Griekse Bronstijdperk begon op het Griekse vasteland met het gebruik van metaal. In deze tijd werd de graaneconomie van Thessalië vervangen door een economie gebaseerd op graan, olijven en wijn. Omstreeks 2200 vestigden bewoners uit het noordoosten zich in Argos en omgeving. Ze spraken een als Grieks herkenbare taal. In deze tijd deed ook de pottenbakkersschijf en het "megaron", een zaal met een voorhal met pilaren, hun intrede. Deze beschaving vertoonde ook de invloed van de Minoïsche beschaving op Kreta. Krachtige steden, zoals Mycene, ontstonden. Eerste blijken van het opbloeien van een beschaving op het vasteland komen voor in de schachtgraven van Mycene, 16e eeuw v. Chr. . Ze bevatten goud, zilver en brons, in kristal, albast en klei. Het waren koninklijke rustplaatsen. Deze vroege Grieken waren ook zeevaarders zoals uit voorwerpen van Egyptische oorsprong blijkt.
Verspreiding van de Myceense beschavingToen de macht van de Minoërs van Kreta terug liep kregen de Grieken van het vasteland hun kans. Hun aardewerk, vaak gevuld met reukwaren., had grote aftrek in de Levant en in Egypte. Vanuit Cyprus vervoerden ze koper. In het zuiden van Italië ontstond een grote haven, Tarentum, voor handel op het westen. Kreta werd bezet en het Paleis van Knossos werd herbouwd en tot zetel van een nieuwe dynastie. In de Griekse steden vervaardigden ambachtslieden edelsmeedwerk en aardewerk. De steden werden groter, beter ingericht, omgeven door muren en voorzien van waterinstallaties. De paleizen werden verfraaid met fresco's. Koepelvormige, 'tholoi', graven getuigden van architectonische vaardigheid . Er is vastgesteld dat de Myceners, de Achaeërs van Homerus, althans wat taal betreft de ware voorouders van de klassieke Grieken zijn.
Verval van de Myceense beschavingDe steden in het zuiden zijn, met uitzondering van Athene, door de binnentrekkende Doriërs verwoest. Onderlinge twisten zouden aan het verval sterk hebben bijgedragen. Er was grote onrust in dit gebied. In deze tijd, 1200, valt ook het beleg van Troje. Feit is dat de gehele voorafgaande beschaving op het vasteland van Griekenland verloren
De Grieken tot de opkomst van AtheneOmstreeks 1200 v. Chr. trokken Dorische stammen vanuit het noorden Griekenland binnen. Ze vestigden zich in de Peloponnesus. De volken die daar woonden werden teruggedrongen naar kleinere gebieden of werden geassimileerd. De Ioniës en Aeoliërs werden over de zee naar Klein - Azië verjaagd. Daar stichtten zij steden.
Deze omwenteling moet gepaard gegaan zijn met grote sociale veranderingen. Wat we van de 400 jaar die daar op volgde weten ontlenen we aan de twee heldendichten, de Ilias en de Odyssee. Steeds meer werd ijzer gebruikt voor wapens en gereedschap; er kwam een alfabet tot stand en er ontstond een gevoel van nationaal bewustzijn. Het woord Hellas kwam in gebruik voor de hele Griekse wereld. Ook werd een pantheon gevormd van goden die in de gedichten van Homerus voorkomen. Er ontwikkelden zich godsdienstige rituelen en er ontstonden heilige plaatsen zoals Delphi. Als staatkundige, economische en sociale eenheid ontstond de stadsstaat.
Het bergachtige karakter van Griekenland droeg er toe bij dat bewoners van elk dal zich als een afzonderlijke eenheid beschouwden. Griekenland was een lappendeken van staatjes. Elk staatje verdedigde zijn eigen onafhankelijkheid angstvallig.Een Griek had banden van trouw met Hellas. met zijn stadsstaat en met zijn stam. Er bestond de overtuiging dat een politieke eenheid niet te groot moest zijn en dat de regering gegrondvest moest zijn op openbare wetten.
Landbouw was het voornaamste middel van bestaan. De steden bleven de band met het platteland houden. Geleidelijk ontstond een klasse van neringdoenden en handwerkslieden. Tegen de 7e eeuw v. Chr. ontstond er een bevoorrechte adellijke klasse die de politieke, militaire en godsdienstige macht bezat. Dat veroorzaakte spanning tussen haar en het gewone volk. De spanning werd nog verergerd door de bevolkingsaanwas. Voor dit laatste vond men een oplossing in kolonisatie. Nieuwe steden werden overzee gesticht. Griekse steden verbreidden zich langs de gehele Middellandse en Zwarte Zee. Wat bleef was de klassenstrijd. Overal grepen tussen 800 en 500 v. Chr. tirannen de macht Ze regeerden zonder wettige steun.
In Athene probeerde Solon ca. 600 v. Chr. de staatsrechtelijke instellingen te hervormen om de zwakkeren te beschermen. Pisistratus vergrootte de rechten van het gewone volk en stelde de adel onder de wet. Zo kreeg het democratisch stelsel de volgende twee eeuwen in Athene vaste vorm. Andere staten volgden.
In 490 probeerde de Perzische keizer Darius Athene te onderwerpen. Atheense legers versloegen de Perzen beslissend bij Marathon. Darius trok terug, Grieken bleven zegevierend maar onderling verdeeld achter.
De Griekse bloeitijdIn 480 v. Chr. vielen de Perzen. onder leiding van Xerxes, opnieuw Griekenland binnen. Ze trokken over de Hellespont Griekenland binnen. Bij Thermopylae werden ze door 300 Spartanen onder leiding van koning Leonidas lang tegengehouden. Athene werd bezet maar kort daarna versloeg de Atheense vloot onder aanvoering van Themistokles, de Perzen bij Salamis. Ze trokken zich in noordelijke richting terug. De Spartaan Pausanias versloeg ze in 479 bij Plataeae. Zouden de Grieken de Perzen niet verslagen hebben dan had de geschiedenis van Europa er geheel anders uitgezien. Een Perzische beschaving zou Europa andere maatstaven en instellingen nagelaten hebben.
]Gouden Eeuw van AtheneDaar de dreiging van de Perzen bleef verenigden de Griekse staten zich in de Delische Bond waarin Athene, als machtigste staat, overheerste. Dit wekte vooral bij Sparta en Korinthe angst en naijver. De Peloponnesische oorlog(431-404) was een gevolg van deze belangentegenstellingen. Uiteindelijk viel Athene en werd de democratie vervangen door een oligarchie.
De voortdurende onderlinge strijd en de dreiging van de Perzen leidden er toe dat Athene zich ontdeed van Sparta en zich kon herstellen. Al in 403 v. Chr. werd de democratie hersteld. Thebe werd echter wel de overheersende macht, toen het bij Leuktra het Spartaanse leger versloeg.
Het Hellenistische tijdperkIn het noorden groeide een nieuwe dreiging. Koning Philippus van Macedonië was een groot organisator, generaal en diplomaat. Hij maakte een eenheid van de stammen in zijn land en annexeerde Thessalië en Thracië. De Griekse redenaar Demosthenes trachtte te vergeefs de Grieken wakker te schudden door hen op het gevaar vanuit het noorden te wijzen. Uiteindelijk werd wel een Griekse bond gevormd maar in 338 v. Chr. versloeg Philippus de Griekse legers bij Chaeronea en bezette Thebe. Op het congres van Korinthe werd een nieuwe Griekse statenbond opgericht onder Macedonische leiding. Aan de onafhankelijkheid van de vrije stadstaten was een eind gekomen.
Alexander de GroteAlexander was de zoon van Philippus van Macedonië. Hij was een leerling van de Griekse wijsgeer Aristoteles. Hij heeft het grootste rijk gesticht dat men in de Oudheid tot dan toe gekend had.Het strekte zich uit van Libië tot Punjab. Hoewel Alexander in de eerste plaats vermaard werd om zijn militaire overwinningen, hij versloeg o.a. de Perzische koning Darius, is zijn grootste prestatie de verspreiding van de Griekse cultuur en de Griekse taal in de Aziatische wereld.
De Griekse stadstaatKlassieke Griekenland was de bakermat van veel westerse denkbeelden over kunst, literatuur, filosofie , wetenschap en politiek. Voor het eerst zijn democratische denkbeelden hier ontwikkeld. Met name Athene bracht in twee eeuwen veel uitmuntende schrijvers, kunstenaars, geleerden en filosofen voort. De stadstaat Athene was de grootste van de vele stadstaten waarin Griekenland verdeeld was. De democratie berustte vooral op rechtstreekse deelname. Elke burger had gelijke kansen op het vervullen van ambten.
Kern van de democratie was de Demos, de groep burgers (mannen met burgerrecht).Om de tien dagen kwamen ze in het openbaar bijeen.Hier kon elke burger voorstellen doen. Deze werden besproken en er werd over gestemd. Ook kozen ze burgerlijke en godsdienstige ambtsdragers. Onder de ambtenaren was geen hiërarchie. Ze waren alleen verantwoording schuldig aan de Vergadering. De Vergadering werd voorbereid door een Raad van 500, gekozen door de tien stammen waarin de burgers verdeeld waren.
Rechten en plichten Elke Atheense burger had het recht en de plicht de staat te dienen. Het heeft Athene nooit ontbroken aan bekwame mannen die bereid waren voor weinig of geen beloning hun. stad te dienen. Atheners verwierven hun rijkdom uit land. handel of nijverheid. In de 5e eeuw was Athene een belangrijke exporteur van aardewerk, olie en wijn en importeur van vis, hout en graan. Alle burgers en vreemdelingen waren dienstplichtig. Ze moesten hun eigen wapenrusting betalen. Tijdens de Peloponnesische oorlog bracht Athene 12000 hoplieten, zwaar bewapende infanteristen. in het veld. De vloot werd bemand door 12000 manschappen uit de armere burgerij.
SpartaWas de voornaamste tegenstander van Athene. Politiek en sociaal was Sparta de tegenpool van Athene. Het was een unieke militaristische staat. Onderworpen volken werden geknecht en de bewoners tot Heloten (horigen) gemaakt. Sparta was een grote kazerne. Elke burger was een beroepssoldaat , van kinds af getraind in gehoorzaamheid en krijgskunst. Twee erfelijke koningen voerden het leger in het veld aan. Het was een gesloten staat, zelfs handel werd geminacht.
De weigering om nieuwe burgers op te nemen, leidde tot een afname van de bevolking en de uiteindelijke ondergang. Sparta is het voorbeeld gebleven van een gesloten en geheel gedisciplineerde maatschappij. Athene schonk de wereld twee blijvende idealen: vrijheid en democratie.
Twintig eeuwen Griekse Geschiedenis. 3000-1150 v. Chr Egeïsche beschaving
2500 v. Chr.:De Minoïsche beschaving (van de Kretenzische paleizen o.a. Knossos en Festos) (bronstijd)
1700 Kreta op toppunt macht
1500 v. Chr.:Opkomst Mykeense cultuur, Explosie van Santorini, Val van Knossos. (bronstijd)
1400 Grieken veroveren Kreta
1150 Verwoesting van Troje
1200-1000 Dorische volksverhuizing
1100 v. Chr.:Begin van de Griekse IJzertijd
1100-700 Donkere eeuwentot (1000 Kolonisatie Klein-Azië en Egeïsche eilanden
na (800 Kolonisatie Zuid-Italië, Sicilië, Thracië, Pontus, enz.
800-700 Sparta onderwerpt Peloponnesus
800 v Chr.: De grote dichter Homerus verzamelt oude gedichten en voegt ze samen tot twee epische gedichten: de Ilias en de Odyssee.
800 v.Chr.: Stadsstaten (Athene, Sparta) koloniseren kusten rondom de Middellandse en de Zwarte Zee.
776 v. Chr.: De eerste Olympische Spelen.
700-500 Wetgevers en tyrannen621 Draco wetgever te Athene
600 v. Chr.: Begin van de democratie in Athene, De eerste Griekse munten
594 Solon wetgever te Athene
560-528 Peisistratos tyran Athene
528-510 Hippias tyran te Athene
508 Vestiging democratie
548 Perzen veroveren Klein-Azië
500-479 Perzische Oorlogen
500-494 Ionische opstand494 Milete verwoest
492 Eerste Perzische Oorlog
492 Perz. vloot vergaat bij Athos (onder Darius)
490 Tweede Perzische Oorlog (onder Darius)
490 Slag bij Marathon
481-479 Derde Perzische Oorlog (onder Xerxes)
480 Slag bij Thermopylai (Leonidas)
480 Slag bij Salamis (Themistokles)
479 Slag bij Plataiai
479-431 Atheense hegemonie478 Delisch-Attische zeebond
462-429 Perikles
431-404 Pelopponesische Oorlog413 Mislukte Atheense aanval op Syracuse (Alkibiades)
404 Athene capituleert voor Sparta
404 Kritias vestigt oligarchie
403 Herstel democratie
404-378 Spartaanse hegemonie382 Sparta bezet burcht Thebe
379 Thebe staat op tegen Sparta
378-362 Thebaanse hegemonie371 Slag bij Leuktra (Epaminondas)
362 Slag bij Mantinea
362-338 Politieke wanorde356 Fokiërs plunderen Delfi
338-146 Macedonische overheersing359-336 Philippus
338 Slag bij Chaironeia
336 Philippus vermoord
336-323 v.Chr Alexander de Grote334 Verovering Klein-Azië
333 Slag bij Issos
332 Verovering Egypte
331 Slag bij Gaugamèla
326 Alexander bereikt Indus
323 Alexander sterft te Babylon: Het Macedonische Rijk van Alexander de Grote valt na zijn dood in handen van de Diadogen.
323-146 v. Chr Hellenistische rijken305-30 Ptolemeeën in Egypte
312-64 Seleukiden in Syrië
241-133 Attaliden in Pergamum
283-146 Antigoniden in Macedonië
197 Slag bij Cynoscephalae
Romeinse overheersing, 146 v. Chr. – 395.146 v. Chr.: Rome sticht na drie oorlogen de provincie Macedonië. Verovering Macedonië en Griekenland
133 Inlijving Pergamum
88-85, 75-66 Opstanden v. Mithradates
64 v.C. Verovering Syrië
30 v.C. Verovering Egypte
330 n.C. Constantinopel hoofdstad. Keizer Constantijn verplaatst zijn residentie naar Constantinopel., wat een Christelijke stad werd.
395 n.C. Definitieve tweedeling rijk. het Romeinse rijk verdeeld in een West- en een Oostromeins rijk
Giekenland onder Byzantium, 395 – 1456. Veel last van invallen o.a. door Vandalen, Oostgoten, Slaven, Alvaren en Hunnen, Saracenen, Bulgaren en in de 11e eeuw de Noormannen vanuit Sicilië.
527-565 Justinianus de Grote
529 Sluiting van de Academie
Onder leiding van de Patriarch van Byzantium scheidt de oosterse of Grieks-orthodoxe kerk zich in 1054 af van de kerk van Rome.
1204 Kruisvaarders veroveren Constantinopel. Franken in Griekenland, aan het einde van de vierde kruistocht, 1202 – 1204, plunderen ze Constantinopel;
1204-1260 Latijnse Keizerrijk. Mistras residentie van Byzantijnse stadhouder, beleeft in 14e en 15e eeuw een bloeitijd.
1354-1453 Opdringen der Turken
1453 Val van Constantinopel. Venetië vestigt zich op de Peleponesos
Turken veroveren Griekenland, 1456 – 1830. 1453: Heerschappij van de Osmanen.(Turken)
1821: Opstand tegen het Osmaanse Rijk die pas succes heeft in 1827 als Rusland, Frankrijk en Engeland te hulp schieten.
1822: Uitroeping van de onafhankelijkheid.
Griekenland naar onafhankelijkheid, 1830 tot heden. 1832: Onder de hoede van Frankrijk, Engeland en Rusland wordt het Griekse Koninkrijk gesticht; Koning Otto I. Nafplion werd de eerste hoofdstad, later wordt dat Athene.
1864: Invoering van een parlementaire monarchie.
1881: Oorlog met Turkije.
1912: Balkanoorlogen.
1913: Balkanoorlogen.
Diverse koningen; Otto I, George I; Konstantijn I, die in de eerste wereld oorlog pro-Duits is en premier Venizelos verbant; moet zelf het veld ruimen onder druk van de geallieerden; Alexander I zoon van Konstantijn sterft jong en Konstantijn komt weer terug.
In 1923 – 1935 Griekse republiek.
Bevolkingsuitwisseling – Grieken uit Turkije en de Turken uit Griekenland en Bulgarije, tengevolge van een verloren oorlog door de Grieken in Klein-Azië tegen de Turken. Venizelos komt weer terug.
1924: Griekenland wordt een republiek.
1926: Dictatuur door Pangalos.
1935: De regering wordt door royalisten ten val gebracht en Georg II wordt na 1922 opnieuw koning van Griekenland.
1936: Nieuwe val van de regering, generaal Ioannis Metaxas vestigt een dictatuur.
In 1940 vallen de Italianen Griekenland in, gevolgd door de Duitsers
Duitsers geven Athene over aan de Engelsen in 1944.
1946: Na een volksraadpleging wordt weer een monarchie ingevoerd, Georg II bestijgt opnieuw de troon.
Burgeroorlog, tussen communisten en regeringstroepen van 1945 – 1949.
Paul I van 1947 – 1964. Verwoeste land heeft veel steun gehad van de V.S..
1952: Griekenland wordt door een nieuwe grondwet een constitutionele monarchie.
1960: Onafhankelijkheid van Cyprus.
1964: Na parlementsverkiezingen wordt Papandreou premier.
1967: Staatsgreep onder Georgios Papandreou en oprichting van een dictatuur.Kolonels regiem, met o.a. Papadopoulos en Patakos.
1973: Militair regime vervangt Papadopulos.
1974: Na de val van het militaire regime wordt K. Karamanlis als balling terug uit Frankrijk minister-president van de Republiek Griekenland.
1975: Nieuwe grondwet.
1980: Karamanlis wordt president.
Griekenland wordt in 1981 lid van de Eur.Gemeenschap.
1981 Georgios Papandreou. Lid van de PASOK, socialistische partij, minister-president en voert veel vernieuwingen in.
1985: Karamanlis treedt af als president; nieuwe president wordt Christos Sartzetakis.
1990: De nieuwe democratie onder Konstantin Mitsotakis vormt na een verkiezingsnederlaag van de socialisten de regering.
1993: Verkiezingsoverwinning van de Panhellenische Socialistische Beweging met A. Papandreou, die opnieuw ministerpresident wordt.
1995: Na een nieuwe regeringsherschikking wordt Konstantinos Simitis de nieuwe ministerpresident en Konstantinos Stefanopoulos president en staatshoofd.
1996: Spanningen tussen Turken en Grieken op Cyprus.
Konstandinos KaramanlisKonstandinos Karamanlis werd op 23 februari 1907 geboren in Proti, een klein dorp in de prefectuur Serres in Oost-Macedonie, als oudste zoon van dorpsonderwijzer Georgios Karamanlis en Fotini Dologlou.
Hij groeide op in een groot gezin met drie broers en vier zusters. Na het gymnasium ging hij in 1925 rechten studeren aan de Universiteit van Athene. Alhoewel hij de colleges nauwelijks volgde, is het hem gelukt door veel zelfstudie, met name in de zomervakanties, zonder vertraging in 1929 af te studeren.
De naam Karamanlis verscheen voor het eerst in de regionale bladen van Serres in 1931, toen hij met een advertentie in de regionale bladen bekendmaakte dat hij zich als advocaat in Serres vestigde. Vrij snel liet hij aan zijn omgeving weten dat hij zich met de politiek wilde bezighouden. Zijn vader was niet blij met deze wens. De oude onderwijzer en Macedoniestrijder was resoluut: zijn zoon mocht zich niet met politiek gaan bemoeien. Hij beschouwde politiek als een pest. De politiek werd in die tijd bedreven door de gevestigde orde die permanent met politieke intriges bezig was. De politieke verhoudingen waren diep geworteld en de fanatieke partijbonzen van Serres zaten stevig is het zadel.
De tegenstand van zijn vader was snel verdwenen, zij het op een pijnlijke manier: in de herfst van 1932 overleed de onderwijzer Georgios Karamanlis aan tyfus. Door de dood van zijn vader kwam voor de jonge Karamanlis de weg vrij om de strijd met de gevestigde politieke orde aan te gaan.
PolitiekHij sloot zich aan bij de Volkspartij (Laiko Komma), een rechtse partij, en bij de parlementsverkiezingen van 9 juni 1935 kwam hij voor die partij in het parlement. In deze periode heerste er in Griekenland een grote politieke instabiliteit. Dat jaar keerde Koning Georgios de Tweede na elf jaar ballingschap terug in Griekenland en hij raakte vrij snel in conflict met de toenmalige onderkoning, Georgios Kondylis, die dictatoriale trekken vertoonde. Op 26 januari 1936 volgden parlementsverkiezingen.
Bij deze verkiezingen zou Karamanlis zijn politieke peetvader Athanasios Argyros voorbij streven. Door voorkeurstemmen wist hij de enige zetel van de Volkspartij te bemachtigen. Hoe dat precies heeft kunnen gebeuren, is moeilijk te achterhalen. Er wordt beweerd dat Karamanlis de liefde en vriendschap van de oude politicus heeft misbruikt om aanhangers over te halen op hem te stemmen. De oude Argyros zou toch wel gekozen worden, zo maakte Karamanlis de aanhangers van de partij wijs.
Vanaf die periode heeft hij vrijwel onafgebroken een prominente rol in de Griekse politiek gespeeld (zie ook Lychnari 2/98). Bijna onafgebroken, omdat er periodes zijn geweest waarin hij zich vrijwillig uit de politiek terugtrok, soms in Griekenland en soms in het buitenland.
Zo was hij tijdens de dictatuur van Ioannis Metaxas (1936-1940) politiek passief en ook tijdens de Duitse bezetting heeft hij zich uitsluitend met zijn advocatenpraktijk bezig gehouden. Net voor het einde van de oorlog (1944) vond hij dat het moment aangebroken was om weer politiek actief te worden. Hij vluchtte uit bezet Griekenland naar Egypte, waar alle Griekse politici in ballingschap verbleven. Na de bevrijding keerde hij naar Griekenland terug, samen met de andere politici. Bij de parlementsverkiezingen van 1946 kwam hij weer voor de Volkspartij in het parlement.
Politieke doorbraakZijn politieke doorbraak kwam echter in 1955, toen Koning Pavlos de Eerste na de dood van premier Papagos de twee vice-premiers oversloeg en Karamanlis de opdracht gaf om een nieuwe regering te vormen. Een vrij ongebruikelijke gang van zaken. Hiermee werd al duidelijk dat het koninklijk huis eigenhandig, los van de politieke verhoudingen optrad. Een optreden waarvan Karamanlis later zelf veel last zou krijgen.
De regering Karamanlis formuleerde drie doelstellingen: de oplossing van de kwestie-Cyprus, de modernisering van de economie en de hervorming van het openbare leven. Maar eerst begon hij zijn positie als leider van rechts Griekenland veilig te stellen. In 1956 richtte hij een nieuwe partij op, de Nationale Radicale Unie (ERE). ERE kon meteen op een meerderheid in het parlement rekenen. 170 parlementsleden stapten over naar de nieuwe partij. De oprichting van de ERE was een meesterzet. Hiermee was hij voor lange tijd de absolute leider van rechts Griekenland. Het is hem gelukt om acht jaar lang, tot 1963, premier van Griekenland te blijven.
Over die periode ontwikkelde de economie, na de catastrofale ontwikkelingen van de Burgeroorlog (1946-1949), zich in een snel tempo. Het bruto nationaal product steeg van $ 112 in 1951 tot $ 500. De landbouw en industriele productie werden verdubbeld, terwijl de Griekse koopvaardij de derde plaats op de wereldranglijst veroverde.
Geweld en vervalsingIn tegenstelling tot de economische successen is de hervorming van het politieke klimaat totaal mislukt. Al van 1955 af was duidelijk dat de macht zichtbaar werd uitgeoefend door buitenparlementaire krachten. Er werd een derde parallelle macht ontwikkeld die buiten regering en parlement de touwtjes in handen hield. De benoeming van Karamanlis tot premier was daar een voorbeeld van.
Die derde macht werd uitgeoefend door de Koning en zijn naaste omgeving, met name Koningin Frederika, het leger, de Inlichtingendienst (de gewraakte KYP), de politie en de paramilitaire organisaties. Deze krachten werkten iedere democratiseringspoging tegen. Er heerste een klimaat van politieke onderdrukking van alles wat op vernieuwing en democratisering leek. Karamanlis kon deze situatie niet meester worden. Hij was zelf ook verantwoordelijk voor deze situatie.
Ondanks acht jaar regeringsleiderschap met een grote parlementaire meerderheid heeft hij de derde macht zijn gang laten gaan. Het belangrijkste moment van deze praktijken vormden de verkiezingen van 1961, die de geschiedenis in zullen gaan als de verkiezingen van geweld en vervalsing (biva kai noqeiva) door deze derde macht. Ook de moord op de linkse parlementarier Grigoris Lambrakis in mei 1963 door de extreem rechte organisatie karfitsa met medeplichtigheid van de politie was een uitvloeisel van het heersende politieke klimaat.
Rond 1962 begon dit eigenmachtige optreden van de derde macht de relatie tussen Karamanlis en het Paleis te schaden. De eerste wolken boven deze relatie waren al verschenen. Met name tussen Karamanlis en Koningin Frederika was de verhouding erg slecht geworden. Karamanlis ging zich verzetten tegen de handel en wandel van het koninklijk paar. Allerlei voorstellen van de regering werden door de Koning niet aangenomen. Van die periode dateert de uitspraak van Karamanlis die op een gegeven moment riep: ‘wie bestuurt dit land?’. Als reactie op deze ontwikkeling diende hij op 11 juni 1963 het ontslag van zijn regering in.
Na de parlementsverkiezingen van november 1963 kwam Karamanlis voor het eerst niet als winnaar uit de bus. Hij koos het hazenpad. In plaats van als oppositieleider in het parlement te blijven, droeg hij de leiding van de partij over aan Panayotis Kanellopoulos en vertrok onder een valse naam naar Parijs.
In 1974, na de val van de kolonels, werd hij teruggeroepen om een regering van nationale eenheid te vormen. Links, dat nog steeds als partij verboden was, en Andreas Papandreou werd niet gevraagd om deel te nemen aan de nieuwe regering. Naar alle waarschijnlijkheid omdat Karamanlis bang was dat de militairen zich dan alsnog niet vrijwillig terug zouden trekken in de kazernes. Mikis Theodorakis, de bekende componist en linkse verzetsman, had zich al een jaar eerder uitgesproken voor ‘de oplossing Karamanlis’. Een uitspraak waarmee hij in eigen kring politieke vijanden maakte. Zijn keus heeft hij als volgt verklaard: ‘Er zijn drie factoren die de politieke situatie in Griekenland bepalen: het Griekse volk, het Griekse leger en de Amerikanen. Er zijn verschillende Griekse politici die aan een van deze factoren voldoen, maar Karamanlis is de enige die momenteel aan alle factoren voldoet.’.
Periode 1974-1998 De regering van nationale eenheid onder Karamanlis’ leiding besloot om zich terug te trekken uit de militaire tak van de NAVO, omdat deze weigerde in te grijpen toen Turkije een tweede inval (Attila 2) inzette op Cyprus. Verder legaliseerde hij de Communistische Partij (KKE), die 26 jaar lang illegaal was, en richtte hij voor de tweede keer in zijn politieke carriere een nieuwe partij op, de Nea Dimokratia (Nieuwe Democratie). Met deze partij won hij op 17 november 1974 de parlementsverkiezingen met grote meerderheid. Met 54% van de stemmen haalde zijn Nea Dimokratia 220 van 300 parlementszetels.
Ook de verkiezingen van 1977 won hij. Met 41,84% van de stemmen veroverde zijn partij dit keer 172 zetels. Karamanlis is van 1974 tot 1980, het jaar dat hij President van de Republiek werd, premier van Griekenland gebleven.In deze periode zijn een aantal cruciale vraagstukken voor Griekenland opgelost. In een referendum van december 1974 hebben de Grieken met 69,1% voor de presidentiele democratie als staatsvorm gekozen.
De militairen die de staatsgreep pleegden en de folteraars zijn berecht en gestraft. Tenslotte heeft het parlement in 1975 de nieuwe Grondwet bekrachtigd waarin de presidentiele parlementaire democratie en het beginsel van de volkssoevereiniteit zeker gesteld werden. Bovendien heeft in de regeerperiode van Karamanlis een enorme economische ontwikkeling plaats gevonden. Jaarlijks groeide de economie met 5%.
Bronnen:
Pavlos Petridis - De Politicus Theodorakis 1940-1996
Theodore I. Theodorides - De Grieken van de Zwarte Zee. Van de mythe tot het drama. Vertaling: L. Topaltzikis. Uitg. Stichting ‘Dioskouri.’ Utrecht 2002. ISBN 9080342629
Thanos Veremis - Greece's Balkan Entanglement. ELIAMEP-YALCO, Athene, 1995
Dimitris Giannakos - Konstandinos Karamanlis. Een empiricus zonder ideologie’ (Lychnari 4/1998)