Huidig beleid verwarde personen drijft omwonenden en hulpverleners tot wanhoop
Politieagenten krijgen buikpijn van de terugkerende meldingen waar ze soms wekelijks op af moeten. Hulpverleners lopen op hun tandvlees. Buurtbewoners raken overspannen door de voortdurende onrust in hun omgeving. En zelfs de burgemeester heeft nu alarm geslagen in een brandbrief aan Den Haag. Het aantal meldingen van verward gedrag in Amsterdam blijft onverminderd stijgen: sinds de opening van het nieuwe centraal meldpunt in februari stromen er wekelijks zo'n 400 meldingen binnen. Toch blijven structurele oplossingen uit, en groeit bij alle betrokkenen de frustratie. Dus rijst de vraag: Is het huidige overheidsbeleid, dat verwarde mensen in de samenleving wil opvangen, niet te ver doorgeslagen?Als we vragen aan de 45-jarige Kari Anne uit West hoe het is om onder een verwarde man te wonen, schieten de tranen in haar ogen: "Je schrikt iedere keer weer als je wat hoort. Hij gooit dingen van het balkon, schreeuwt, slaat met dingen tegen de muur of op de gang. We hebben eigenlijk elke dag last. Deze meneer hoort hier niet te wonen. Het breekt me echt."
Haar buurvrouw, die ook onder de verwarde woont en alleen anoniem haar verhaal aan ons wil vertellen, zit inmiddels werkloos thuis. "Door de constante angst en spanning is mijn huis geen veilige plek meer." Haar therapeuten concluderen dat herstel onmogelijk is zolang ze geen rust vindt.
Frustratie bij hulpverleners
De werkdruk in de acute psychiatrische zorg is hoog, volgens ambulancechauffeur Michel Nijssen. "Soms heb je twee of drie meldingen op een dag, soms wel zeven of acht. Op drukke dagen neem je dat mee naar huis. Gelukkig kan ik er goed over praten thuis. Dat helpt me om het los te koppelen, maar het blijft elke keer schakelen na een heftige rit."
Niet alleen bij de ambulancedienst, ook bij de politie voelen ze de druk van het toenemend aantal meldingen van mensen met verward gedrag. "Het gebeurt regelmatig dat we in één week meerdere keren bij dezelfde persoon langskomen", vertelt Kyra Hanekamp, specialist Zorg & Welzijn bij de politie. "Maar als politie hebben we maar beperkte bevoegdheden. We kunnen niet zomaar ingrijpen. Dat veroorzaakt echt buikpijn bij ons."
Anna Visser, ambulanceverpleegkundige, herkent dat gevoel van frustratie. "Soms zeggen buren: 'Ben je hier nou weer?' als ze me voor de zoveelste keer zien uitstappen. Dat voelt ongemakkelijk. Je weet dat iemand passende zorg nodig heeft, en toch gebeurt er niets. Dat is verdrietig." Dat raakt ook haar collega Nijssen: "We hebben in Nederland een prachtig zorgstelsel, maar toch zijn er mensen die tussen wal en schip vallen. Als hulpverlener, maar ook als mens hoop je dat iedereen de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft." Volgens hem is er nog veel te winnen in de afstemming en samenwerking tussen verschillende instanties.
Door die continue stroom van psychische meldingen groeit niet alleen de werkdruk, maar ook het belang van goede nazorg. De directie van de ambulancedienst heeft inmiddels 100 mensen ingezet in Amsterdam voor acute psychiatrie en extra nazorg voor de mentale gezondheid van het eigen personeel is opgeschroefd.
Time-out woningen
Het overheidsbeleid is al jaren gericht op participatie: ook mensen met ernstige psychische problematiek moeten zo veel mogelijk zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij. Maar steeds vaker rijst de vraag of dat ideaal niet is doorgeslagen. In de praktijk blijkt dat intensieve begeleiding ontbreekt en dat signalen uit de wijk onvoldoende worden opgevolgd.
Erik Gerritsen, bestuurder bij woningbouwcorporatie Ymere, pleitte vorig jaar voor zogenoemde 'time-outwoningen', plekken waar mensen met ernstige overlastproblematiek tijdelijk kunnen wonen zonder hun omgeving tot last te zijn. Psychiater Anne-Marie van Dam sluit zich daarbij aan: "Als je bijvoorbeeld in het Westelijk Havengebied een aantal containers neerzet waar iemand 's nachts gewoon even kan schreeuwen zonder dat buren er last van hebben, dan lijkt me dat een goed plan. Natuurlijk wel met begeleiding."
Skaeve Huse
Vroeger waren er in Amsterdam speciale woonlocaties zoals de Skaeve Huse in de Houthavens, waar sinds 2007 overlastgevende huurders succesvol apart woonden. Zowel bewoners als omwonenden waren tevreden, maar in 2010 moesten de woningen wijken voor nieuwbouw.
Op dit moment staat de gemeente open voor initiatieven als Skaeve Huse en wil dit verder onderzoeken, maar benadrukt dat financiering een knelpunt blijft. "We hebben plekken nodig voor mensen die langdurige en complexe zorg nodig hebben, variërend van beschermd wonen en beveiligde behandelplekken in de GGZ tot forensische woonvormen en speciale woonlocaties zoals Skaeve Huse, voor mensen die niet in een reguliere woonwijk passen", zegt de gemeente in een reactie.
Deze oproep sluit aan bij de G4-brief aan het Rijk waarin wordt gevraagd te investeren in voldoende verblijfsvoorzieningen, waaronder ook time-outwoningen vallen. Daarnaast is het vroegere OGGZ-meldpunt inmiddels opgegaan in een pilot voor één centraal meldpunt, dat regie voert op complexe situaties in de wijk.
Nieuw centraal meldpunt
De pilot van het nieuwe meldpunt loopt momenteel voor een periode van een half jaar en de officiële evaluatie volgt pas na de zomer. De gemeente heeft aangegeven daarom nog niet te willen reageren. Wel valt op dat ze zo’n 400 meldingen per week ontvangt. "Daarbij is het belangrijk te benadrukken dat dit niet betekent dat er sprake is van 400 unieke casussen, veel meldingen gaan over terugkerende signalen rond dezelfde personen of situaties", laat een woordvoerder weten.
UithuisplaatsingOok de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, waarbij alle woningcorporaties in de stad zijn aangesloten, ervaart steeds vaker uitdagingen met huurders die verward gedrag vertonen. "Bij overlast kijken we altijd eerst zorgvuldig wat er speelt", laat de federatie weten. "Soms helpt buurtbemiddeling, soms is er meer nodig." Zowel melder als huurder wordt gehoord, en pas als de overlast ernstig en aanhoudend is, volgt mogelijk ingrijpen. Ontruimen is daarbij echt het uiterste redmiddel, altijd in overleg met zorg- en veiligheidspartners. "Woningcorporaties zijn in de basis geen zorginstellingen, wij zijn verhuurders. Daarom werken we hierin nauw samen met zorgpartijen, zij hebben de juiste expertise. Maar het blijft een grijs gebied waarin we samen moeten zoeken naar de juiste balans."
Psychiater van Dam laat juist weten dat psychiaters niet bepalen of iemand een woning uit moet. "De woningbouwvereniging is verantwoordelijk voor het woongenot van de buren", legt ze uit. "Uiteindelijk is het aan hen om te besluiten of iemand uit huis moet worden gezet. De crisisdienst beoordeelt of er op dat moment sprake is van gevaar als gevolg van een psychische stoornis, maar wij bepalen niet of iemand zijn woning moet verlaten."
Uithuisplaatsing werkt niet altijd
Psychiater Anne-Marie van Dam vertelt ook over een schrijnende situatie uit het verleden: "We hebben wel eens, in samenwerking met de woningbouwcorporatie, iemand uit huis gehaald omdat de buren wanhopig waren. Die meneer kwam in een verpleeghuis terecht, en is daar als een kasplantje langzaam overleden. Het was voor de buren een opluchting, maar voor de man zelf? Achteraf hadden we dat anders moeten doen. Dat is enorm verdrietig."
Achteraf kijk je de koe in zijn gat
"Wanneer het misgaat: een geweldsincident, een crisis of zelfs een overlijden, bij iemand die in behandeling is (of was), heeft dat een enorme impact op de nabestaanden en bij de behandelaren. Dat is echt verschrikkelijk."
"We kunnen niet alles voorkomen. Nu niet, nooit niet. Achteraf kijk je de koe in zijn gat en weet iedereen het beter. Maar wij zeggen altijd: Fout gegaan is niet altijd fout gedaan. Een incident wordt dan ook altijd grondig onderzocht. "We evalueren en kijken naar verbeterpunten. Maar het blijft een harde waarheid: de beste voorspeller van gevaar, is eerder opgetreden gevaar."
Psychische kwetsbaarheid is complex en verandert over de tijd. Beelden veranderen, inzichten groeien, zegt van Dam. "Je kunt na verloop van tijd denken: ik heb het toen toch verkeerd ingeschat. Daar leer je van, maar het blijft pijn doen. Toch wil van Dam benadrukken dat het in de overgrote meerderheid van de gevallen goed gaat. "Het is een héél klein groepje dat echt ernstige problemen veroorzaakt."
Keer op keer melden
De roep om verandering klinkt luider dan ooit. Maar zolang niemand echt verantwoordelijkheid neemt, blijven zowel hulpverleners, mensen met onbegrepen gedrag en hun omgeving in de kou staan. Ondanks dat Kari Anne en haar buurvrouw keer op keer melding blijven maken, voelen ze zich machteloos en niet gehoord: "Hoe vaak moeten we nog aan de bel trekken voordat er iets verandert? We weten niet hoe lang we dit volhouden."