De kans is groot dat de tweede stad van Estland vroeger of later wordt binnengevallen door Rusland. Maar vinden de mensen in deze stad dat eigenlijk wel zo erg, vraagt Pieter Waterdrinker zich af.
Als het gaat gebeuren, dan gebeurt het vrijwel zeker hier. In de tweede stad van Estland, Narva. De laatste grenspost van de NAVO, op roepafstand van het immense Rusland. Maar hoe groot is de vrees dat Moskou – uit wraak, uit zelfverklaarde zelfverdediging of zomaar omdat het kan – een aanval zal uitvoeren op de Baltische landen?
“Die angst is gewoon smerige westerse propaganda.” In een koffietentje raak ik aan de praat met Anton, een drieëntwintigjarige etnische Rus. Buiten dampt de vorst, binnen zit hij in T-shirt; zijn armen als staalkabels zijn een portrettengalerij van tatoeages. Hij doet een opleiding tot vrachtwagenchauffeur. Net als zijn vader en zijn grootvader is hij hier in Narva geboren. Of hij ook het Estisch spreekt? “Nee, bijna geen woord. Waarom zou ik? Iedereen spreekt hier Russisch. We kijken naar de Russische tv.”
Voor negen van de tien inwoners van deze stad van 58 duizend inwoners is de moedertaal Russisch. Steunen veel mensen in Narva heimelijk Poetins oorlog in Oekraïne? “Ik praat nooit over politiek,” reageert een andere koffiedrinker, een dertigjarige blondine in een roze bontjas, zittend aan het tafeltje naast Anton. Als ik beleefd doorvraag, ontvlamt ze ineens: “Jullie blijven maar stoken, flikker toch op!”
Jullie – dat zijn wij, de Europeanen. Iedereen jonger dan dertig die hier ter wereld kwam, deed dat in Europa. Maar door velen wordt dat niet zo gevoeld. Ze leven dan wel fysiek in de Europese Unie, hun hart en hun geest verkeren in Rusland.
SOVJETPUIST IN ESTLAND
Na Soete Suikerbol-achtige intimiteit van Tallinn, de waanzinnige schoonheid van de natuur onderweg, een woestijn van sneeuw, is Narva als stad ronduit een afknapper. De vorige keer dat ik hier was, bracht ik een bezoek aan een gepensioneerde Amsterdammer. Een oud-Marxist. Hij had hier een flatje gekocht, voor minder dan vijftienduizend euro. “Mijn vriendin woont in Petersburg, maar als ik daar ga wonen krijg ik problemen met mijn AOW. Daarom zit ik hier.” Van tijd tot tijd ging hij de grens over, naar zijn vriendin in Rusland.
Inmiddels heeft het bejaarde liefdespaar deze puist van Sovjetarchitectuur verruild voor het warme, AOW-vriendelijke Portugal. Vanwege de veranderde tijden.
Narva was het Marioepol, het Bachmoet, het Avdiivka van die dagen. Net als Poetin maalde Stalin niet om mensen. Bij de Slag om Narva in 1944 kwamen naar schatting alleen al 150 duizend Russen om het leven. Vrijwel de gehele historische stad werd weggevaagd.
VIJFDE COLONNE
“Geschiedenis interesseert me niet,” zegt een oudere Russin, als ik haar vraag of ze op foto’s weleens de architectonische pracht heeft gezien van het middeleeuwse Narva. En of ze geen angst heeft dat de geschiedenis zich zal herhalen. “Ik leef in het nu. Met mijn kinderen en kleinkinderen.”
Na een dag ronddwalen door de stad is mij dit geworden: het grote zwijgen, het zich niet willen uitspreken, de afwachtende houding. In Tallinn trof ik Esten die vrezen dat een deel van de etnische Russen in hun land een ‘Vijfde Colonne’ vormen, een slapende cel die Poetin, als hij zijn furie na Oekraïne ook op het Balticum richt, met een druk op de knop kan activeren.
Tegen de avond moet ik terug zijn in de hoofdstad van Estland. Vanwege de zware sneeuwval is veel openbaar vervoer uitgevallen. Een vriendelijke man op straat raadt me aan te gaan naar de grensovergang. Voor dertig euro nemen chauffeurs van de touringcars graag een verstekeling mee, als er plaats is.
Even later sta ik op de plek die ik zo goed ken. Aan de oever van de dicht bevroren grensrivier de Narva. Rechts van mij, op de Hermannsburcht, hangt de vlag van Estland. Aan de overkant, op het fort van Ivangorod, het wit-blauw-rood van Rusland. Op het kasteel houdt een Russische militair met een groene bontmuts zijn verrekijker gericht op de buren.
“Waar moet u heen?”
“Tallinn.”
“Dertig euro, helemaal achterin is nog plek.”
Even later zit ik tussen passagiers die ‘s ochtends uit Sint-Petersburg zijn vertrokken, op weg naar Tallinn.
Op de achterbank hebben zich de vrijbuiters van de bus verzameld, de heimelijke rokers, als vroeger de keters in de klas. Ze praten onophoudelijk. Terwijl de sneeuwvlakte in parelgrijze schemering voorbijglijdt, luister ik eerst toe. Al snel weet ik zo’n beetje wie-wie is.
“Alle Polen zijn fascisten!” fulmineert een magere Rus van zestig tegen zijn buurman, een biljartbalkale Wit-Rus. “Man, wat háát ik de Polen!” Zijn bron van haat is dat de Polen auto’s met Russisch nummerbord sinds Ruslands agressie in Oekraïne van de wegen weert. “Ik woon al dertig jaar in Berlijn en Moskou, heb twee paspoorten, maar dat maakt die fascisten daar niet uit!”
“Elke dag krijgt Poetin meer gelijk,” zegt de Wit-Rus, die in Moskou woont, maar op weg is naar zijn geboorteland, omdat daar de tandarts gratis is. “Als ik mijn gebit in Moskou laat doen kost me dat 3000 euro!”
FASCISTEN
Links van mij zitten twee Oezbeekse meisjes van twintig, constant turend op hun mobiel. Ze hebben Oud en Nieuw doorgebracht in Moskou, zijn nu via Rome op weg naar New York. Ze reizen zonder koffers en bagage. Alleen met creditcards en telefoon. Maar hoe doen ze dat dan met hun kleren? “We kopen steeds alles nieuw,” zegt een van hen. Hun papa’s, begrijp ik, zitten hoog in de Oezbeekse politiek.
“Zag je hoe die klote-Esten ons bij de grens vuil aankeken?” zegt de Wit-Rus dan.
“Wat denk je?” reageert de zestiger weer. “Voor die gasten zijn wij Russen Üntermenschen. Die Esten zijn ook geboren fascisten.”
Als hij begint over zijn leven in Duitsland, over een maîtresse in Berlijn, denk ik plots: veel Esten maken zich zorgen. Maar hoe groot is de Russische Vijfde Colonne eigenlijk elders in Europa? Een samenzweringsgedachte. Ik weet het. Maar helaas, het zijn de tijden.
https://www.ewmagazine.nl(...)ding%20boven%2050%25
When government - in pursuit of good intentions - tries to rearrange the economy, legislate morality, or help special interests, the cost come in inefficiency, lack of motivation, and loss of freedom. Government should be a referee, not an active player.
Friedman on Donahue