Geen vuurwerk dit oudjaar? Dan steken ze het nu wel afOverlast Sinds het vuurwerkverbod werd afgekondigd was het in meerdere plaatsen raak. Overlast, brandstichting en… vuurwerkoverlast.
Op Urk was het de afgelopen weken herhaaldelijk onrustig: brandstichting, illegaal vuurwerk, lawaai. Overlast veroorzaakt door groepjes jongeren. In de Arnhemse wijk de Geitenkamp hetzelfde verhaal: vijf avonden op rij werd hier zwaar en illegaal vuurwerk afgestoken en provoceerden jongeren de massaal uitgerukte politie. In Roosendaal ging het zo ver dat burgemeester Han van Midden woensdag een noodverordening afkondigde voor de wijken Kalsdonk, Kroeven, Langdonk en Westrand: twee weken lang mag hier niemand in die er niets te zoeken heeft. Sinds dinsdag gold in heel Roosendaal al een samenscholingsverbod.
Wat is er aan de hand? ‘Coronaverveling’ speelt een belangrijke rol, zeggen betrokkenen. Jongeren kunnen niet uitgaan en mogen ook op straat niet bij elkaar staan. Ze hebben niets te doen. Tel daar de woede en frustratie over het vuurwerkverbod bij op en een rel is geboren. “Er is altijd een kern die uit is op confrontatie en provocatie van de politie”, zegt burgemeester Ahmed Marcouch van Arnhem.
NRC ging kijken in de drie gemeentes en sprak met buurtbewoners, burgemeesters en politie.
Urk – Samen rellen, en iedere dag bij opa en oma op bezoek
Niemand hoeft de Urkers te vertellen wat ze moeten doen, ook als het om corona gaat.De witte balkonnetjes van Zorgcentrum Talma schitteren in de zon. Voor de deur op het gras ligt een groot roestig scheepsanker – dit is vissersdorp Urk. Deze week zijn drie ouderen in Talma overleden aan Covid-19, op één afdeling zijn 14 van de 15 oude bewoners besmet. Het contrast met de rellen in het dorp dit weekend, waarbij jongeren vuurwerk afstaken en brandjes stichtten, lijkt groot. Maar de rellen en de besmettingen hangen met elkaar samen.
Urk is momenteel relatief de grootste coronabrandhaard van Nederland. 283 nieuwe besmettingen in één week, turfde de lokale GGD (op 21.000 bewoners). Urk breekt wel vaker records. Het dorp telt naar verhouding de meeste jongeren: de helft van de bevolking is onder de 24 jaar. De vaccinatiegraad is laag – niet meer dan 58 procent van de kinderen wordt ingeënt tegen mazelen en andere ziektes; landelijk wordt 91 procent gevaccineerd.
Politie en handhavers op Urk zijn de afgelopen weken streng gaan letten op naleving van de coronamaatregelen. Eind oktober ontruimden ze een illegaal jeugdhonk op het Urker industrieterrein waar vijftig jongeren bij elkaar zaten. In het weekend van 17 november zijn ze weer onverwacht op het industrieterrein gaan kijken, waar ze stuitten op diverse bijeenkomsten van ongeveer 15 man per locatie. Ze deelden 46 boetes uit.
Het verbaast de Belgische schrijver Matthias Declercq niet. Hij woonde een half jaar op Urk – in het tuinhuisje van een groot gezin – en verdiepte zich in de cultuur van het dorp. Zijn boek ‘De ontdekking van Urk’ verscheen een maand geleden. „De jongvolwassenen van Urk werken van maandag tot vrijdag keihard”, vertelt hij. „Vrijdag- en zaterdagavond gaan ze los, vaak in illegale cafés op het industrieterrein. Het is daar leeg, ze kunnen hun gang gaan. Nu waren er boetes uitgedeeld en dat is tegen het verkeerde been. Ze zijn het dorp ingetrokken om te laten weten: wij doen wat we willen.”
Agenten van buiten
Het sluiten van illegale barretjes is maar één oorzaak voor de rellen, zegt de woordvoerder van de gemeente Urk. „Er werd ook gehoor gegeven aan een landelijke oproep om vuurwerk af te steken uit protest tegen het vuurwerkverbod dit jaar. En sommige relschoppers waren verkleed als Zwarte Piet. Misschien zodat de politie hun gezicht niet kon zien.”
Er zijn 25 kerken op Urk, die normaal gesproken op zondag vol zitten. Het gezag van de kerk mag nog groot zijn in Urk, het gezag van de overheid is klein, zegt Declercq. De gemeentewoordvoerder bevestigt dat „veel mensen op Urk geen mondkapje dragen in de winkel”.
Ook het gezag van de politie is beperkt. Declercq: „Agenten doen hun best maar ze komen van buiten. De cultuur van Urkers is hecht. Er zijn veel hele grote families. Ze regelen alles onder elkaar. Als twee mensen vechten en er gaat een bril kapot, dan zal het slachtoffer nooit aangifte doen bij de politie. De dader belt een paar dagen later aan met 500 euro en zegt: hier, voor een nieuwe bril.”
Tien kinderen
In zijn boek beschrijft Declercq de worstelingen van veel Urkers met het moderne leven. „Een jonge kerel: ‘Ik kom uit een groot gezin, we zijn thuis met tien kinderen. Op een zondag gaan we allemaal samen naar de kerk. Na afloop, ‘s ochtends én ‘s middags, op de koffie bij vader en moeder. De wereld houdt zich bezig met (genderneutrale-) toiletten en het klimaat en is helemaal vergeten waar het om draait in het leven.” Families, zo blijkt uit het boek, zorgen voor elkaar. Op bezoek gaan bij opa en oma, elke dag.
Dat is het tragische aan de coronapandemie die nu ook Urk heeft bereikt, vindt Declercq. „Urkers zijn trots op hoe ze voor elkaar zorgen. De buitenwereld laat hun oudjes stikken, vinden zij. Maar ze gaan op Urk dus ook veel op bezoek tijdens de pandemie en dat is riskant.”
Corona zorgt voor onenigheid binnen families. „Er zijn er die zeggen: ‘Dit waait wel over, de Heer zal het oplossen’. En er zijn er die zeggen: nee, we moeten ons aan de maatregelen houden.” Sommigen stappen zelfs uit de familie-appgroep.
Sommige inwoners lezen het Reformatorisch Dagblad – waarvan de website nog altijd ‘dicht’ is op zondagen. In de allerstrengste gezinnen is „geen bier, geen wijn, geen televisie, geen radio en geen gekleurde trui, maar wél een onlineverbinding met de hele wereld”, schrijft Declercq in zijn boek. Die gezinnen gebruiken een internetfilter dat de inhoud van elke site toetst aan de Tien Geboden. Anderen lezen het mildere Nederlands Dagblad en de rekkelijksten lezen Trouw.
De driehoek (burgemeester, OM en de politie Noordoostpolder) zei dat vrijdag maatregelen tegen de rellen op Urk bekend worden gemaakt. De politie zegt filmpjes te hebben van de brandstichting van zaterdag. Er is nog niemand gearresteerd. Volgens de politie komt er weinig informatie binnen. Ze roepen op níet te kijken naar de rellen omdat toeschouwers politie en brandweer in de weg lopen.
Arnhem – ‘Met de kinderwagen in de hand naar de rellen kijken’
De Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch ging zelf kijken toen het in de Geitenkamp uit de hand liep. Wat hij zag, beviel hem niet.Alsof er bommen afgaan. Keiharde knallen, urenlang. Afgewisseld door loeiende sirenes. Tot in de verre omgeving is te horen hoe de ‘vuurwerkprotesten’ in de Arnhemse wijk de Geitenkamp deze week uitmondden in een harde confrontatie tussen rellende jongeren en de politie.
„Het leek wel oorlog”, zegt buurtbewoner Giovanni (‘Liever geen achternaam”) woensdagmiddag op het pleintje waar de schroeiplekken van branden op de stoep en in vuilcontainers nog te zien zijn. Het geknal begon dit jaar al in oktober, zegt Giovanni. Hij is wel wat gewend hier, maar wat hij de afgelopen dagen meemaakte is „ongekend”.
De balans na vijf dagen: twintig aanhoudingen, tientallen bekeuringen, kilo’s in beslag genomen zwaar en illegaal vuurwerk, vrijwel permanente aanwezigheid van politie en de plaatsing van grote bouwlampen die de wijk na vijf uur ’s avonds hel verlichten.
Vierduizend mensen dicht op elkaar
Het lijkt effect te hebben: de afgelopen dagen bleef het betrekkelijk rustig. Maar, vrezen buurtbewoners voor de plaatselijke Coop, het moet nog december worden. Ze praten niet graag over de onlusten en willen al helemaal niet met hun achternaam in NRC. „Ik durf de straat ’s avonds niet meer op”, zegt tweedejaars student Yunus. Buurvrouw Emma: „Ik kom na zeven uur ook niet meer buiten.” Knallen hielden haar kinderen wakker.
Volgens de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch begon de onrust zaterdag na een oproep op sociale media om uit protest tegen het vuurwerkverbod juist vuurwerk af te steken. Jongeren gooiden vuurwerkbommen naar fietsers en auto’s, staken containers in brand en vuurpijlen door brievenbussen.
Oud-politieagent Marcouch ging maandagavond zelf de straat op met de politie. Hij zag dat het niet alleen jongeren waren die de confrontatie zochten. „Er stonden ook vaders tussen die hun kinderen aanmoedigden om vuurwerk te gooien naar ‘die kutmongolen van de politie’. En mensen die met een kinderwagen in de hand stonden te kijken.”
De onrust verklaren door verveling als gevolg van corona? Dat vindt Marcouch „te makkelijk”. „We zien dat er ook bekende voetbalhooligans tussen de jongeren staan. Ze kunnen niet naar Vitesse, dus gaan ze rellen in hun eigen wijk. In die zin heeft corona er zijdelings toch mee te maken. Je hebt altijd een kern die uit is op confrontatie en provocatie van de politie en het leven in de wijk ontwricht.”
Een wijk die, zoals buurtbewoner Hans („Al veertig jaar een Geitenkamper”) het zegt, „sociaal een beetje bewogen is”. Er wonen hier zo’n vierduizend mensen dicht op elkaar in vaak kleine arbeiderswoningen. Het is een wijk waar bij de laatste verkiezingen vooral SP en PVV werd gestemd. Waar volgens Marcouch „soms hele straten werkloos zijn, met gezinnen waar al jaren hulpverlening op zit.” Maar het is ook een wijk waar, door de nog betaalbare woningen, verpleegkundigen en leraren wonen. Marcouch wil maar zeggen: veruit de meeste bewoners moeten niets hebben van de rellen.
„Klopt”, zegt Hans vanaf zijn scootmobiel. „Een klein groepje verpest het voor de rest. Ik snap dat die jongens zich te pletter vervelen, maar dit gaat te ver. Ze worden niet opgevoed door hun ouders.”
Roosendaal – Noodverordening werkt uitstekend, vindt gemeente
Het komt door verveling, zeggen jongeren in Roosendaal over de onrust. De gemeente reageert met stevige maatregelen.Het was vier, vijf uur in de ochtend en Eugene Mensah (55) zat rechtop in bed. Een enorme knal. Boem! En daarna weer en weer. Boem! Boem! Boem! „Ik dacht: óf de gemeente Roosendaal heeft besloten een militaire oefening te houden. Óf het is oorlog.”
Aan vuurwerk dacht hij niet, zegt hij, terwijl hij naar zijn huis in de wijk Westrand loopt. Maar dat was het waarschijnlijk wel. Vermoedelijk illegaal, vandaar de énorme knal.
Het is al dagen onrustig in Roosendaal, provinciestad in West-Brabant. Sinds de aankondiging van het landelijk vuurwerkverbod steken groepen jongeren ’s avonds en ’s nachts vuurwerk af, soms zeer zware vuurwerkbommen, en stichten ze brandjes.
„Overlast? Van dronken Polen?” Aliya Dömez van Dönmez Market, een kleine supermarkt in het winkelcentrumpje van Westrand, knikt naar de Polen met blikjes bier voor de Poolse supermarkt aan de overkant. „Oh, vuurwerkoverlast. Jazeker, dat hadden we ook. E-nor-me knallen, de ramen trilden. Afgelopen nacht hoorde ik het niet meer.”
Woensdag kondigde burgemeester Han van Midden een noodverordening voor de wijken Kalsdonk, Kroeven, Langdonk en Westrand af. Mensen die er niet wonen of werken mogen de wijken niet in. Het is er verboden vuurwerk bij je te hebben, of „objecten die als wapen gebruikt kunnen worden”.
De noodverordening heeft meteen gewerkt, zegt de woordvoerder van de burgemeester. De nacht van woensdag op donderdag bleef het rustig en de verwachting is dat dat zo blijft. „We willen dat mensen van buiten Roosendaal die alleen komen om te rellen wegblijven.” Negen mensen zijn aangehouden. De meesten van hen komen van buiten Roosendaal. De noodverordening geldt voor zeker twee weken. Overtreding ervan kan een gevangenisstraf tot drie maanden of een geldboete van maximaal 4.350 euro opleveren.
Sinds dinsdag geldt een samenscholingsverbod voor de hele gemeente, het is niet toegestaan met meer dan twee personen buiten samen te komen. Daarnaast fouilleert de politie mensen bij verdenking van het bezit van vuurwerk.
Het kruit van sterretjes
Jongeren vervelen zich dood, zegt Mohammed Amin (16). Door de coronamaatregelen is er weinig meer te doen. Zelf doet hij niet aan illegaal vuurwerk, zegt hij. „Als je gepakt wordt, heb je een strafblad. Dat is het niet waard.” Hij heeft trouwens ook geen tijd, want voetbaltraining gaat wel door én hij werkt bij de Albert Heijn.
Ook Adnan Abdulaai (26) denkt dat het verveling is wat de jongeren drijft. Vroeger was hij ook bezig met vuurwerk, maar hij begon eerder een week dan een ruime maand voor de jaarwisseling. Met een grijns vertelt hij hoe hij met vrienden het kruit van sterretjes afschraapte en in een bus verzamelde. Of ze stopten vuurwerk in een put.
Hij herinnert zich ook goed dat zelfgemaakt vuurwerk in de hand van een vriend ontplofte. „Er was enorm veel bloed. Hij is naar het ziekenhuis gebracht en kwam daar uit met nog maar vier vingers aan die hand. We zijn ons kapot geschrokken. Als je jong bent, realiseer je je het niet. Maar het is levensgevaarlijk.”
NRC