quote:
Op vrijdag 12 juli 2019 07:30 schreef Idisrom het volgende:Johan Bruyneel staat vandaag op de voorkant van De Telegraaf, plus 2 hele pagina´s over dat hij zijn stilzijgen verbreekt. Op blad T6 en T7. Morgen komt er nog een vervolgstuk.
Is dit nog nieuws?
Het belangrijkste stuk in mijn ogen is dat Johan Bruyneel denkt als Lance Armstrong geen comeback in 2009 had gemaakt, dat er dan nooit een Usada-rapport was geweest. Citaat: "Door nogmaals op het hoogste niveau terug te keren heeft hij heel veel mensen getergd. Ik vraag me nu wel vaker af waarom die comeback nog moest? ….".
’Epo kon je zo bij de apotheek krijgen’
Bruyneel onthult: ’’Nee’ was geen antwoord’
Door RAYMOND KERCKHOFFS
Updated 29 min geleden
3 uur geleden in WIELRENNEN
Johan Bruyneel
Johan BruyneelⒸ RAYMOND KERCKHOFFS
Zeven jaar lang was de Tour de France dé speeltuin van Lance Armstrong. De architect achter zijn zeven Tour-zeges was ploegleider Johan Bruyneel. Na de val van de Amerikaan door het Usada-rapport, waarin een jarenlang structureel dopingnetwerk in de ploeg werd blootgelegd, werd ook Bruyneel afgeschilderd als een van de grootste duivels van de wielersport. Bijna zeven jaar lang zweeg hij over het rapport dat de hele sportwereld op zijn kop zette. Nu hij levenslang geschorst is, wil hij wel praten over de roemruchte jaren. Aan deze krant geeft hij voor het eerst tekst en uitleg over zijn rol.
Het waren bedorven jaren in de wielersport. In 1998 stond het hele peloton in brand, nadat vlak voor de Tourstart nabij de Frans-Belgische grens. Festina-verzorger Willy Voet met een kofferbak vol dopingproducten werd aangehouden. Het was het begin van een jarenlange heksenjacht waarin steeds duidelijker werd dat de wielersport behoorlijk verrot was.
Valpartij
Een week lang fietste Bruyneel mee in deze roemruchte ’Tour de Dopage’. Door de blessures die hij bij een valpartij in de derde rit had opgelopen, was hij genoodzaakt om in de Pyreneeën op te geven. Welgeteld twee dagen nadat de volledig Festina-ploeg vanwege alle dopingperikelen uit koers was gehaald, stapte Bruyneel van de fiets. Nog geen maand later bereikte de West-Vlaming een akkoord om in 1999 in dienst te treden als ploegleider van de pas genezen kankerpatiënt Lance Armstrong bij US Postal. Een mooier moment om een grote schoonmaak door te voeren leek er niet te zijn.
"’Wielerartsen worden vaak afgeschilderd als Frankensteins’"
„In die Vuelta, een maand na de doping-Tour, hadden wij echter al in de gaten dat er in het peloton niets was veranderd”, kijkt Bruyneel terug. „De Festina-Tour had de verboden producten niet uit het peloton verbannen. Het had er alleen voor gezorgd dat er geen doping meer werd gebruikt in Frankrijk. In Spanje hoefde je je daarentegen geen zorgen te maken. Daar was het bezit en gebruik van doping niet strafbaar.”
Proces
„Als renner wist ik van de hoed en de rand. Ik was zelf immers jaren prof in het epotijdperk. Ik praat dus uit ervaring. Als jonge renner doorloop je een proces. Voordat je prof wordt, heb je vele opofferingen moeten doen. Je moet zelfs je studie opgeven om die ene droom na te streven. Dan kom je bij de grote jongens, en ontdek je dat daar bepaalde zaken gebeuren. Je ziet dat mannen die bij de amateurs uit je wiel losten, nu ineens vijf kilometer per uur sneller rijden. Wanneer je gaat rondvragen, krijg je te horen welke producten dat verschil maken. Nee, er was in die jaren geen enkel taboe over epo. Het was een onopspoorbaar product en op genoeg plekken eenvoudig te verkrijgen. Dan is het vrij simpel om in het gebruik van epo te rollen.”
„Het was ook niks nieuws in het wielrennen. Elk tijdperk kent zijn eigen systemen. Van alcohol, amfetamines, hormonen, anabolica, bloedtransfusies, corstisonen naar epo en weer terug naar de bloedtransfusies. Alle Tourwinnaars namen de middelen die in hun tijdperk voorhanden waren en die in die jaren niet traceerbaar waren. De laatste jaren heb ik voor het eerst het gevoel dat er daadwerkelijk een andere cultuur en mentaliteit heersen. Wanneer er nu weer een nieuw onopspoorbaar wondermiddel komt, zullen er altijd weer sporters naar grijpen. Maar de omvang zal door het mentaliteitsverschil nooit meer zo groot zijn als in de epojaren.”
Johan Bruyneel proost met Lance Armstrong
Johan Bruyneel proost met Lance ArmstrongⒸ EPA
„Uit eigen ervaring wist ik welke wegen renners bewandelen om aan epo te geraken. Ik snapte de vraag van de renners die bij ons aanklopten. Deed je niet mee aan deze medische begeleiding, dan werd je als een bal in een flipperkast alle kanten op gereden. Als de renners in die jaren niet de vraag om medische begeleiding bij de ploeg konden neerleggen, gingen ze zelf op zoek. Dan kwam je bij kwakzalvers als Eufemiano Fuentes terecht of begon je op eigen houtje epo te injecteren. Daarom heb ik ook zo’n probleem met de conclusie dat er binnen onze ploeg een dopingprogramma was. Epo kon je in veel landen zo bij de apotheek krijgen en iedereen kon dat eigenlijk gewoon zelf injecteren. Het was niks ingewikkelds.”
„Als de vraag van een renner kwam, wist je dat ’nee’ geen antwoord was. Wanneer renners zelf aan de slag gaan, beginnen immers pas echt de problemen. De toekomst van de ploeg kwam in gevaar wanneer we met een positieve dopingtest te maken kregen. Zeker met een Amerikaans overheidsbedrijf als US Postal als sponsor. Voor ons waren er twee basisprincipes. De gezondheid van de renners mocht nooit in gevaar komen en er mocht nooit een renner positief testen. Daarom stelden wij onze hematocrietgrens niet op 50 zoals de UCI deed, maar een stuk lager op 48.”
Trots
„De enige arts die wij kenden die hier borg voor stond, was Michele Ferrari. Ik ben er trots op dat ik kan zeggen dat in al die besmette jaren nooit iemand in onze ploeg enig gezondheidsrisico heeft gelopen. Wielerartsen worden vaak afgeschilderd als Frankensteins. Maar de artsen die ik ken, waakten in die jaren juist dat hun renners geen rare dingen deden.”
"’Als je als ploeg niks deed, gebeurde het achter je rug’"
„Het is moeilijk voor de buitenwacht om een voorstelling te maken van de cultuur die in die jaren in de wielersport heerste. Er waren jonge renners die bij ons letterlijk kwamen smeken om deel te mogen nemen aan het medische programma. Ik wil een verhaal uit het Usada-rapport weerleggen, omdat dit mij persoonlijk beschadigde. Op emotionele wijze stelt David Zabriskie dat ik hem geforceerd heb om epo te gebruiken. Dat is grote bullshit! Ik heb getuigen die dit kunnen bevestigen. Zabriskie was in 2004 nog een talentvolle renner toen ik met hem in de Eneco Tour over een contractverlenging sprak. In de Ronde van Spanje riep hij mij nog eens op zijn kamer. Hij wilde over het volgende seizoen spreken. Ik gaf aan dat ik al eerder toegezegd had dat ik zijn contract wilde verlengen. ’Nee, nee’, antwoordde hij. ’Hij moest boem-boem, de spullen net als de big boys in de ploeg’, terwijl hij naar de aderen aan de binnenkant van zijn arm wees. Dat is de man die ons later verwijt dat wij hem iets verplicht hebben.”
Lance Armstrong met Johan Bruyneel
Lance Armstrong met Johan BruyneelⒸ EPA
Dat er in het Usada-rapport staat dat je binnen de US Postalploeg aan het dopingprogramma moest meedoen om in aanmerking te komen voor een plek in de Tourselectie, ontkent Bruyneel ten stelligste. „De grote jongens die van andere ploegen kwamen, wisten hoe de top in het wielrennen in elkaar zat. Niemand schrok van wat er bij ons gebeurde. Met de hand op mijn hart kan ik zeggen dat ik nooit iemand verplicht of aangespoord heb om iets te doen of te nemen. De renners zijn altijd de smekende partij geweest. Wij hebben nooit iemand een revolver tegen zijn hoofd gezet.”
Wie was er dan verantwoordelijk binnen de ploeg voor die medische begeleiding? Kopman Lance Armstrong, de doktoren of toch jij als eerste ploegleider?
„Die verantwoordelijkheid lag niet bij één persoon. Het speelde binnen het hele begeleidingsteam en iedereen ging daar op een verantwoorde manier mee om. Ik wist wat er gebeurde, maar ga niet over anderen spreken. Iedereen moet zelf bepalen wat hij wil zeggen en zijn eigen verantwoordelijkheid dragen. Het is tegen mijn principes om anderen te verklikken.”
Maar had je dan niet zelf de klok moeten luiden over die toestanden in het peloton? Had je geen instanties moeten waarschuwen?
„De klokkenluiders? Wie zijn dat? Dat zijn de mannen die zelf gepakt zijn en daarna met frustraties rondlopen. Floyd Landis, Tyler Hamilton en David Millar begonnen te praten nadat ze zelf tegen de lamp waren gelopen. Nogmaals, het ligt niet in mijn aard om naar anderen te verwijzen.”
Je kunt niet ontkennen dat jullie de wielersport enorme schade hebben berokkend. Heb je daar dan geen spijt van?
„Het klopt dat we schade aan de wielersport hebben toegebracht. Maar dat kwam omdat we deel uitmaakten van een generatie. Een generatie die zelf niet heeft gekozen om te fietsen in het epotijdperk. Iedereen werd geconfronteerd met dit jarenlang onoplosbare probleem. We hadden te maken met dit onopspoorbare product en moesten daar een weg mee zie te vinden. Zoals iedereen dat in die jaren moest. Van renners tot dokters tot managers. Iedereen. Indien er een keuze was, had echt niemand voor epo gekozen. Maar als je op het hoogste niveau wilde blijven fietsen, kon je niet anders dan hier aan mee te doen. Het is heel moeilijk om uit te leggen in welke innerlijke strijd je zat. Daarom ben ik nu ook een boek aan het schrijven waarin ik probeer uit te leggen wat er zich in die jaren in het hoofd van een jonge atleet allemaal afspeelde.