Wat krijgskunst.
Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg wordt gezien als een van de belangrijkste aanjagers van de zogenoemde Militaire Revolutie van het Staatse leger. Na een uitvoerige studie van klassieke bronnen en tests ter velde kwam hij eind 1594 met een voorstel voor een tactische manoeuvre die ervoor zorgde dat de in een slagorde opgestelde haakschutters en musketiers
quote:
'seer bequaemelick, (...) seker ende bien à propos schieten conne (…). Als naemlick, dat so balde het erste gelidt te gelyck affgeschoeten heft, per evolutionem et versum te rugge trede. Het twede voor trede ofte stilstaende schiete te gelyck. Daerna afftrede, het derde ende navolgende dergelycken doe. Also aleer die leste gleder affgeschoeten hebben, het erste weder geladen heft'.
Vlug vertaald:
quote:
'zeer geordend, (…) zeker en direct kunnen schieten (…). Zodra het eerste gelid tegelijk heeft gevuurd maakt het een draai op de plaats en treedt het terug [naar het einde van de slagorde]. Het tweede [gelid] treed naar voren of staat stil en vuurt tegelijk. Daarna terugtreden, het derde en daaropvolgende [gelid] doet hetzelfde. Wanneer de laatste gelederen geschoten hebben, heeft het eerste herladen’.
Ter verduidelijking maakte de Friese stadhouder een tekening waarin een aantal ‘stippelckens’ de ‘wech, die den gleder afftreden, so se geschoten hebben’ voorstelden (zie hieronder). Deze beweging werd in de zomer van 1595 na enkele verbeteringen ingevoerd bij alle regimenten van het Staatse leger. Militaire expertise werd binnen korte tijd een van de belangrijkste Staatse exportproducten.
Welnu:
wat is de naam van deze manoeuvre, en waar was deze op gebaseerd? [citaten naar: Werner Hahlweg (ed.), Die Heeresreform der Oranier: Das Kriegsbuch des Grafen Johann von Nassau-Siegen. Veröffentlichungen der Historischen Kommission für Nassau XX (Wiesbaden 1973) A.12 fol. 3v, 610]