Uhu, maar ik snap niet hoe het antwoord dan dit is:quote:Op zaterdag 6 september 2014 15:46 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Je haalt niets naar links en naar rechts, maar je vermenigvuldigt links en rechts met hetzelfde. Heb je het voorbeeld uit post #145 al negerekend?
In dit geval zou je links en rechts met cp kunnen vermenigvuldigen.
Ik begrijp niet waarom je deze 'tip' geeft. Als je namelijk beide leden met (Px + Q)1/3 vermenigvuldigt, dan krijg je meteenquote:Op zaterdag 6 september 2014 15:03 schreef Janneke141 het volgende:
Tip bij de eerste: haal een van beide termen naar de andere kant en verhef links en rechts tot de derde macht.
Ik geef die tip omdat die voor leerlingen/studenten die minder algebraïsch begaafd zijn makkelijker te zien is en bovendien algemener toepasbaar.quote:Op zaterdag 6 september 2014 16:44 schreef Riparius het volgende:
Ik begrijp niet waarom je deze 'tip' geeft.
Ik denk juist dat met jouw advies veel meer leerlingen de mist ingaan. Maar laten we de proef op de som nemen:quote:Op zaterdag 6 september 2014 16:54 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Ik geef dit tip omdat die voor leerlingen/studenten die minder algebraïsch begaafd zijn makkelijker te zien is en bovendien algemener toepasbaar.
Neemt niet weg dat jouw oplossing in dit geval handiger is.
Om te beginnen: dit is niet het juiste antwoord als de opdracht luidde om b op te lossen uit je betrekking, want wat je hier geeft is een uitdrukking voor bρ.quote:Op zaterdag 6 september 2014 15:53 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Uhu, maar ik snap niet hoe het antwoord dan dit is:
λ−1(c−ρ −(1−λ)a−ρ).
Ik snap de verschijning van λ−1 buiten de haakjes niet.
Waar is (Px + Q) -1/3 gebleven? Die vaststond aan Px ---> Px(Px + Q) -1/3 ?quote:Op zaterdag 6 september 2014 16:44 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik begrijp niet waarom je deze 'tip' geeft. Als je namelijk beide leden met met (Px + Q)1/3 vermenigvuldigt, dan krijg je meteen
Px + (Px + Q) = 0
en dus
x = −Q/2P (P ≠ 0, Q ≠ 0)
En ja, dat gaat gewoon uit het blote hoofd, zonder pen en papier.
Als je een macht vermenigvuldigt met zijn tegengestelde, dan is dat gelijk aan 1.quote:Op zaterdag 6 september 2014 18:18 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Waar is (Px + Q) -1/3 gebleven? Die vaststond aan Px ---> Px(Px + Q) -1/3 ?
We hadden:quote:Op zaterdag 6 september 2014 18:18 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Waar is (Px + Q) -1/3 gebleven? Die vaststond aan Px ---> Px(Px + Q) -1/3 ?
Op mijn vooropleidingen stond ik gemiddeld meestal 8,5 tot 9,5 voor wiskunde. Dit behoort tot de stof van de eerste twee weken op de opleiding econometrie. De opgaven van de eerste drie hoofdstukken heb ik foutloos gemaakt, op de vragen (van verschillende opgaven) die ik hier gepost heb na.quote:Op zaterdag 6 september 2014 18:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
We hadden:
Px(Px + Q)−1/3 + (Px + Q)2/3 = 0
Nu vermenigvuldigen we beide leden met (Px + Q)1/3, en dan krijgen we:
Px(Px + Q)−1/3(Px + Q)1/3 + (Px + Q)2/3(Px + Q)1/3 = 0
Nu passen we de rekenregel toe die zegt dat exponenten optellen bij vermenigvuldiging van twee machten van hetzelfde grondtal (dat is: ab·ac = ab+c). We zien nu dat (Px + Q)−1/3(Px + Q)1/3 = (Px + Q)−1/3+1/3 = (Px + Q)0 = 1 en (Px + Q)2/3(Px + Q)1/3 = (Px + Q)2/3+1/3 = (Px + Q)1 = (Px + Q). De vergelijking wordt nu dus
Px + (Px + Q) = 0
en dus
2Px + Q = 0
Van beide leden Q aftrekken geeft:
2Px = −Q
en tenslotte beide leden delen door 2P en we krijgen:
x = −Q/2P
Merk op dat zowel P als Q ongelijk aan nul moeten zijn.
Ik zie in je postgeschiedenis dat je net bent begonnen met Econometrie. Ik denk dat je het heel zwaar gaat krijgen, dit is een studie waarbij aardig wat wiskunde komt kijken, terwijl je nauwelijks op het niveau van een brugklasser zit (ja, uit de tijd dat er nog goed onderwijs was) voor wat betreft je algebraïsche vaardigheden.
Post nu nog even je eigen uitwerking van deze opgave aan de hand van het advies dat je van Janneke had gekregen, zoals ik je heb gevraagd. Ik heb zo'n donkerbruin vermoeden dat daar ook niet veel van deugt.
Die cijfers die je bij je vooropleidingen hebt behaald (welke vooropleidingen waren dat overigens?) zijn dan kennelijk onderhevig aan een enorme inflatie, of die opleidingen sjoemelen met de cijfers om zo een hoger slagingspercentage en minder uitval te krijgen en daarmee ook meer subsidie te blijven ontvangen. Je bent kennelijk ook niet op de hoogte met de juiste termen voor allerlei begrippen uit de elementaire algebra, nog even afgezien van het gebrek aan vaardigheden.quote:Op zaterdag 6 september 2014 18:43 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Op mijn vooropleidingen stond ik gemiddeld meestal 8,5 tot 9,5 voor wiskunde. Dit behoort tot de stof van de eerste twee weken op de opleiding econometrie. De opgaven van de eerste drie hoofdstukken heb ik foutloos gemaakt, op de vragen (van verschillende opgaven) die ik hier gepost heb na.
Havo (en wisk a) en hbo. Nu wo econometrie.quote:Op zaterdag 6 september 2014 18:53 schreef Riparius het volgende:
[..]
Die cijfers die je bij je vooropleidingen hebt behaald (welke vooropleidingen waren dat overigens?) zijn dan kennelijk onderhevig aan een enorme inflatie, of die opleidingen sjoemelen met de cijfers om zo een hoger slagingspercentage en minder uitval te krijgen en daarmee ook meer subsidie te blijven ontvangen. Je bent kennelijk ook niet op de hoogte met de juiste termen voor allerlei begrippen uit de elementaire algebra, nog even afgezien van het gebrek aan vaardigheden.
Als x = 3 dan geldt (x-3)² (y+2) = 0 ongeacht wat y is.quote:Op zaterdag 6 september 2014 22:05 schreef Brainstorm245 het volgende:
(x-3)² (y+2) > 0 --> y > -2 hier is ---> true en <--- false en ik weet niet waarom. Ik kan het ook niet 123 eruit halen zoals ik bij andere opgaven dat wel kan.. Ik zie het, soort van, trucje niet en ik begrijp het niet als het zo complex is. Ondanks dat ik de implications wel begrijp bij x² = 16 --> x = 4, maar toch begrijp ik het niet bij wat complexere vergelijkingen/inequalities.
Dank je wel.quote:Op zondag 31 augustus 2014 17:37 schreef Riparius het volgende:
[..]
Vermenigvuldig de eerste term met x2 / x2 en de tweede term met 2√x / 2√x, dan krijg je twee gelijknamige breuken met als noemer 4x2.
Ik heb het idee dat jequote:Op zaterdag 6 september 2014 22:30 schreef rareziekte het volgende:
[..]
Dank je wel.
Ik zit nu met een soortgelijk probleem, namelijk:
[ afbeelding ]
Het tweede klopt niet. Hoe doe ik het wel goed?
Je hebt gelijk. Het eerste moet 2x+1 gedeeld door 2sqrt(x^2+x) zijn, en niet 2sqrt(x^2+2). (En het tweede moet *2sqrt(x^2+x) zijn).quote:Op zaterdag 6 september 2014 23:47 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik heb het idee dat je
probeert te differentiëren met behulp van de quotiëntregel, maar dan klopt je eerste regel ook niet. En je herleiding is sowieso onjuist, want als je √(x² + x) vermenigvuldigt met 2√(x² + 2) krijg je niet 2(x² + x).
Haakjes vergeten.quote:Op zondag 7 september 2014 12:17 schreef MonoIith het volgende:
Gegeven zijn de functies y1 = 2x^2+5x+2 / x+3 en y2 = 2x^2+2x-7 / x+3
Bereken y1-y2
Y1-y2 = 2x^2+5x+2 / x+3 - 2x^2+2x-7 / x + 3
Tekenfout. Als je 2x2 + 2x − 7 aftrekt van 2x2 + 5x + 2 dan krijg jequote:Op zondag 7 september 2014 12:17 schreef MonoIith het volgende:
Gegeven zijn de functies y1 = 2x^2+5x+2 / x+3 en y2 = 2x^2+2x-7 / x+3
Bereken y1-y2
Y1-y2 = 2x^2+5x+2 / x+3 - 2x^2+2x-7 / 3
= 2x^2+5x+2-2x^2+2x-7 / x+3
= 7x-5 / x+3
Het antwoorden boek zegt y1-y2 = 3x+9 / x+3
= 3(x+9) / x+3
= 3
Wat doe ik fout?
1 2 3 4 | 2x² + 5x + 2 2x² + 2x - 7 ------------ - 0 + 3x + 9 |
Goed, we hebbenquote:Op zondag 7 september 2014 11:14 schreef rareziekte het volgende:
[..]
Je hebt gelijk. Het eerste moet 2x+1 gedeeld door 2sqrt(x^2+x) zijn, en niet 2sqrt(x^2+2). (En het tweede moet *2sqrt(x^2+x) zijn).
Maar nu zit ik nog steeds vast.
Bedankt voor je heldere uitleg!quote:Op zondag 7 september 2014 14:45 schreef Riparius het volgende:
[..]
Goed, we hebben
Met behulp van de quotiëntregel (en de kettingregel!) krijgen we dan
Nu vermenigvuldigen we teller en noemer van de breuk met 2√(x²+x) en dan hebben we
Voor de teller van de breuk hebben we nu
zodat het quotiënt wordt
Nu kunnen we teller en noemer van deze breuk nog door (x+1) delen, en dan krijgen we
Je moet x+h invullen? En waarom vul je dan 10 in? Leg eens duidelijk uit wat de opgave is.quote:Op zondag 7 september 2014 17:52 schreef RustCohle het volgende:
Ik heb de volgende formule:
C(x) = Ax√x + B
Ik moet hem substitueren met ( x+h)
Ik maak er dan het volgende van:
C(x) = C(10) = A(10)√(10) + B
Heb ik het goed gedaan? Zo ja, kan ik het korter opschrijven? Ik zat eraan te denken om het te kwadrateren om zo van de wortel af te komen, dus:
A²(10)²(10) + B²
Ik heb de volgende formule:quote:Op zondag 7 september 2014 18:18 schreef Ensemble het volgende:
[..]
Je moet x+h invullen? En waarom vul je dan 10 in? Leg eens duidelijk uit wat de opgave is.
En dat laatste deel is pure onzin natuurlijk. Je mag toch hopelijk nu wel weten dat (A+B)2 niet gelijk is aan A2 + B2. En als je het kwadraat neemt verander je de functie. Dat lijkt mij ook niet de bedoeling.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |