Ik heb het even gepaintificeerd.quote:Op dinsdag 19 februari 2013 19:53 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Als je het isomeer van het plaatje bedoelt, dan klopt het inderdaad.
Beide configuraties wisselen bij R-S geeft S-R. Het hele S-R-isomeer kun je wentelen en dan valt het weer precies samen met wat je had, namelijk R-S.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Bedankt voor de hulp allemaal! Ik had natuurlijk ook de formules kunnen leren maar ik wil toch graag begrijpen wat ik doe.Unbowed, Unbent, Unbroken.
Begin maar eens met |u> en |v> uitschrijven in de basis |u>, |u⊥>.quote:Op zondag 17 februari 2013 20:46 schreef KapiteinGasthof het volgende:
Hallo hier Ik kreeg in het Beta wiskundetopic de tip dat hier misschien iemand is die bekend is met QM en me wat verder kan helpen. Ik ben bezig met een cursus Quantum mechanics and quantum computation en ik loop tegen de volgende opdracht aan:
A qubit is either in the state |u>=cos((π/4)−(x/2))|0> +sin((π/4)−(x/2))|1> or |v>=cos((π/4)+(x/2))|0>+sin((π/4)+(x/2))|1> and we want to determine which is the case by measuring it. One of the following two measurements is optimal in terms of the probability of success.
[ afbeelding ]
Measurement I: Measure in the |u>=cos((π/4)−(x/2))|0>+sin((π/4)−(x/2))|1>, |u⊥>=−sin((π/4)−(x/2))|0>+cos((π/4)−(x/2))|1> basis and interpret the outcome u as |u> and u⊥ as |v>.
Measurement II: Measure in the standard basis and interpret 0 as |u> and 1 as |v>.
The probability of success is defined as (1/2)pu+(1/2)pv, where pu=Pr[we output |u>∣the qubit was in the state |u>] and pv=Pr[we output |v>∣the qubit was in the state |v>].
The probability of success of Measurement I as a function of x is
(1+sin2x ) / 2. Why?
Cis en trans gebruiken we om qua naamgeving onderscheidt te maken tussen twee moleculen met dezelfde atomen. Rond een dubbele binding kan je namelijk niet draaien. Als je met naamgeving bezig bent zul je zien dat je voor het geval dat beide Cl atomen links zitten en beide H atomen rechts je wel een andere naam kan verzinnen maar in jouw geval je wel gebruik moet maken van de cis en trans omschrijving.quote:Op dinsdag 19 februari 2013 21:28 schreef BeyondTheGreen het volgende:
Nog een vraagje: een voorwaarde van cis-trans isomerie is volgens Google (dit staat niet eens in mijn sk boek...) dat aan beide kanten van een dubbele binding twee verschillende groepen moeten staan.
[ afbeelding ]
Waarom eigenlijk. Stel dat links twee Cl atomen waren en rechts twee H atomen, wat is er dan anders? Je kan de Cl en H atomen dan toch nog steeds verwisselen? Is dit een regeltje of zit er een logica achter?
Dat was in 1e instantie mijn antwoord ja.quote:Op dinsdag 19 februari 2013 21:58 schreef thabit het volgende:
Vanwege de dubbele binding kun je niet aan 1 C-atoom draaien dacht ik. De dubbele binding houdt alles in 1 vlak en verhindert de draaiing. Maar pin me hier niet op vast, scheikunde was voor mij ook al meer dan 15 jaar geleden.
Het is een logische regel de naamgeving heeft als doel volledig te zijn.quote:Op dinsdag 19 februari 2013 22:01 schreef BeyondTheGreen het volgende:
Oké, het is dus meer regel dan logica dus. Gewoon zodat het naamgevingsysteem beter in elkaar zit.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.E: Laat maar zitten. Ik snap het al.
[ Bericht 16% gewijzigd door BeyondTheGreen op 20-02-2013 14:33:05 ]Unbowed, Unbent, Unbroken.
Niet alle H-atomen zijn gelijkwaardig in pentaan. Die aan het eerste en het vijfde koolstofatoom zijn gelijkwaardig, net als die aan het tweede en vierde. Ten slotte zijn de twee waterstofatomen aan het derde koolstofatoom gelijkwaardig aan elkaar. Dat betekent dus ook dat niet welke monosubstitutie hetzelfde product oplevert: 1-chloorpentaan is niet hetzelfde als 2-chloorpentaan of 3-chloorpentaan.quote:Op woensdag 20 februari 2013 14:24 schreef BeyondTheGreen het volgende:
Oké, daar zit wat in inderdaad!
Nu heb ik hier nog een vraag over een substitutiereactie.
Gegeven is dat bij de chlorering van een alkaan met molecuulmassa 72u één monochloorsubstitutieproduct ontstaat.
Welk alkaan is hier gebruikt?
Nu dacht ik dat dit gewoon pentaan was, maar blijkbaar is dat fout, het moet (2,2)dimethylpropaan zijn. Want, staat er, het moet een hoogsymmetrisch molecuul zijn waarin alle H-atomen gelijkwardig zijn. Ik weet wat dat betekent, maar waarom is dat nodig?
Ja, ik had het één monochloorsubstitutieproduct te letterlijk genomen en dacht aan "één willekeurig product"quote:Op woensdag 20 februari 2013 14:40 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Niet alle H-atomen zijn gelijkwaardig in pentaan. Die aan het eerste en het vijfde koolstofatoom zijn gelijkwaardig, net als die aan het tweede en vierde. Ten slotte zijn de twee waterstofatomen aan het derde koolstofatoom gelijkwaardig aan elkaar. Dat betekent dus ook dat niet welke monosubstitutie hetzelfde product oplevert: 1-chloorpentaan is niet hetzelfde als 2-chloorpentaan of 3-chloorpentaan.
In 2,2-dimethylpropaan zijn wel alle H-atomen gelijkwaardig. Die stof is namelijk te beschouwen als een C-atoom met daar omheen tetragonaal gerangschikt vier methylgroepen. Het maakt daarom niet uit welk H-atoom gesubstitueerd wordt, want het levert telkens hetzelfde product.
Ik mis hier denk ik echt een stukje basiskennis.quote:Op
dinsdag 19 februari 2013 20:14
schreef thabit het volgende:
[..]
Begin maar eens met |u> en |v> uitschrijven in de basis |u>, |u⊥>.
SPOILER: Plaatje met meting 1 en 2 van een medecursistOm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.SPOILER: oorspronkelijke postOm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 2% gewijzigd door KapiteinGasthof op 20-02-2013 17:04:50 ]Zoon van goldfinger1963 O+
Tegen vaccinaties en inentingen? http://www.flabber.nl/art(...)-gelijk-hebben-49742
quote:Op woensdag 20 februari 2013 16:31 schreef KapiteinGasthof het volgende:
[..]
Ik mis hier denk ik echt een stukje basiskennis.
Ik doe |V> = cos x |u> + sin x |u⊥>, dan is Pu = cos2x en Pu⊥ = sin2x. Maar dat is dus niet goed.SPOILER: Plaatje met meting 1 en 2 van een medecursistOm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Een meting stuurt een quantumsuperpositie naar een pure staat. Dat doe je door die superpositie op een orthonormale basis van pure staten te projecteren. De kans dat de uitkomst van de meting een gegeven staat is, is gelijk aan (of evenredig met, afhankelijk van je normalisatie) het kwadraat van de absolute waarde van de coëfficiënt van die staat.SPOILER: oorspronkelijke postOm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Die coëfficiënten kun je overigens gewoon met inproducten uitrekenen, omdat de basis toch orthonormaal is. Je moet in wezen dus 4 inproducten uitrekenen: <a|b>, waarbij a gelijk is aan u of v en b gelijk is aan u of u⊥.
Wat wordt met sin2x hier bedoeld? sin(2x) of sin2x? In het laatste geval komt het toch precies met je uitwerking overeen?quote:Op zondag 17 februari 2013 20:46 schreef KapiteinGasthof het volgende:
The probability of success of Measurement I as a function of x is
(1+sin2x ) / 2. Why?
Het laatste inderdaad. Zeg je nou dat (1+sin2x) / 2 hetzelfde is als sin2x? Nu voel ik me echt achterlijk Kan je dat toelichten? Sorry als dat raar is, alles wat ik kan heb ik mezelf aangeleerd dus het kan heel goed dat ik een simpele basisregel nog niet door heb..quote:Op woensdag 20 februari 2013 20:11 schreef thabit het volgende:
Ah, ik zie dat je het een en ander al hebt uitgewerkt.
[..]
Wat wordt met sin2x hier bedoeld? sin(2x) of sin2x? In het laatste geval komt het toch precies met je uitwerking overeen?
Nee, dat zeg ik niet. Je hebt alleen Pv gedaan; je moet ook Pu doen, maar dat is gewoon 1 in dit geval.quote:Op woensdag 20 februari 2013 20:29 schreef KapiteinGasthof het volgende:
[..]
Het laatste inderdaad. Zeg je nou dat (1+sin2x) / 2 hetzelfde is als sin2x?
Oke.quote:Op woensdag 20 februari 2013 20:45 schreef thabit het volgende:
[..]
Nee, dat zeg ik niet. Je hebt alleen Pv gedaan; je moet ook Pu doen, maar dat is gewoon 1 in dit geval.
En terecht dusquote:Op woensdag 20 februari 2013 20:29 schreef KapiteinGasthof het volgende:
Nu voel ik me echt achterlijk
Dit is dan een soort van invuloefening waarbij ik ervan uit kan gaan dat x ≈ 0 is? Dan kan ik er bij (1+sin2x) / 2 vanuit gaan dat sin x ≈ x toch? Dus dan moet het antwoord voor de eerste meting (1+x2) / 2 zijn. De tweede snap ik niet.. waarom opeens een c? Hoe moet ik dit zien?quote:Now note that the following becomes good approximations as θ→0:
sinθ≈θ
sin2((π/4)−θ)≈(1/2)−c⋅θ
(where c is some constant.) Use these approximations to estimate the probability of success of the two measurements as x→0 (as a function of x and c).
Het lijkt me dat de hoek van 50gr. de kracht op het koort met een bepaalde factor verminderd. Maar hoe je dat berekend.. daar weet een ander vast het antwoord op.quote:Op maandag 4 maart 2013 13:49 schreef Moos. het volgende:
Gutentag Leute,
Het onderwerp van de toets morgen is kracht. Nu ik aan het leren ben, loop ik vast met een onderwerp: spankracht. En wel met de volgende vraag:
https://www.dropbox.com/s(...)03-04%2013.45.33.jpg
Het antwoord moet 27N zijn. Maar ik snap niet waarom de spankracht niet het gewicht is wat er aan hangt, 35N. Iemand die mij dit kan uitleggen?
Je weet dat je krachten kunt voorstellen door vectoren en dat je deze ook kunt ontbinden in twee onderling loodrechte componenten?quote:Op maandag 4 maart 2013 13:49 schreef Moos. het volgende:
Gutentag Leute,
Het onderwerp van de toets morgen is kracht. Nu ik aan het leren ben, loop ik vast met een onderwerp: spankracht. En wel met de volgende vraag:
https://www.dropbox.com/s(...)03-04%2013.45.33.jpg
Het antwoord moet 27N zijn. Maar ik snap niet waarom de spankracht niet het gewicht is wat er aan hangt, 35N. Iemand die mij dit kan uitleggen?
Ah zo, dus omdat er ook een kracht is die hem naar links en rechts trekt, is de resulterende spankracht van 54N (27+27 van beide touwtjes) meer dan 35N?quote:Op maandag 4 maart 2013 15:05 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je weet dat je krachten kunt voorstellen door vectoren en dat je deze ook kunt ontbinden in twee onderling loodrechte componenten?
Nee, zo kun je dat niet stellen. Het is wel zo dat de vectoriële som van de krachten die werken op het aangrijppunt P gelijk is aan nul, omdat het hele zaakje immers in evenwicht verkeert: de lamp blijft gewoon hangen op dezelfde plaats.quote:Op maandag 4 maart 2013 15:16 schreef Moos. het volgende:
[..]
Ah zo, dus omdat er ook een kracht is die hem naar links en rechts trekt, is de resulterende spankracht van 54N (27+27 van beide touwtjes) meer dan 35N?
http://books.google.nl/bo(...)of%20an%20os&f=falsequote:Op dinsdag 9 april 2013 17:55 schreef superky het volgende:
3.2 Wat verstaan computergebruikers onder een OS?
Yes! Nogmaals hartstikke bedankt voor uw hulp!quote:Op dinsdag 9 april 2013 18:09 schreef Scuidward het volgende:
[..]
http://books.google.nl/bo(...)of%20an%20os&f=false
Heb hier een bronnetje.
Hey Scuidward een vraagje, kan jij de laatste factor in het Nederlands vertalen? Want dat lukt me niet. Iemand anders mag me ook helpen als diegene dat wilt Hier is de afbeelding waarin je de laatste factor kan lezen:quote:Op dinsdag 9 april 2013 18:09 schreef Scuidward het volgende:
[..]
http://books.google.nl/bo(...)of%20an%20os&f=false
Heb hier een bronnetje.
Dit is al opgelost, dus op mijn vraag hoeft er niet meer gereageerd te worden .quote:Op woensdag 10 april 2013 00:18 schreef superky het volgende:
[..]
Hey Scuidward een vraagje, kan jij de laatste factor in het Nederlands vertalen? Want dat lukt me niet. Iemand anders mag me ook helpen als diegene dat wilt Hier is de afbeelding waarin je de laatste factor kan lezen:
[ afbeelding ]
De eerste twee factoren heb ik al namelijk:
Volgens Tata McGraw-Hill verschillen de antwoorden, dit omdat de perceptie van de gebruiker namelijk afhankelijk is van drie factoren:
-Het doel waarvoor een computer gebruikt wordt.
- De omgeving waarin een computer systeem wordt gebruikt.
- De mate van de overeenstemming met het computersysteem waarvoor het doel wordt <---- Dit is de factor die ik nog niet goed kan omzetten in het Nederlands..
Graag wacht ik op uw reactie, alvast bedankt voor uw antwoord!
Gr,
superky
Er zijn eigenlijk 2 soorten titraties in het VWO-programma, probeer te bedenken welke dat zijn en welke je hier aantreft. Dan kun je vervolgens m.b.v. de bijbehorende binas tabel verder.quote:Op woensdag 8 mei 2013 13:33 schreef ulq het volgende:
Hey ik heb een vrij specifieke vraag over titraties.
Hoe weet je in welke oplossing je een bepaalde stof moet titreren? Heeft dat te maken met de oplosbaarheid (BINAS tabel 45A)? Of is daar een andere specifieke tabel voor oid?
Ik kom bijvoorbeeld niet uit opgave 1 Scheikunde examen vwo 2010 tijdvak 1.
Hierin wordt vind deze reactie plaats.
I2 + SO2 + 2 H2O --> 2 I (-) + SO4 (2-) + 4 H (+)
Vervolgens wordt de ontstane oplossing getitreerd om de hoeveelheid jood te bepalen.
Nu moet ik weten in welke oplossing wordt getitreerd en bij het antwoord geven ze dat dit Natriumthiosulfaat moet zijn. Ik heb echter geen idee hoe ze hier op komen? Zou iemand mij kunnen helpen?
Bij voorbaat dank!!!
Ja ik heb die stof nooit precies gehad. Weet wel het principe van titreren uiteraard. Maar bedoel je met 'de bijbehorende binas tabel' mijn eerdergenoemde tabel 45A over neerslagvorming van zouten? Of bestaat er een speciale titratietabel ofzo? (denk het niet eigenlijk )quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:13 schreef De-Haas het volgende:
[..]
Er zijn eigenlijk 2 soorten titraties in het VWO-programma, probeer te bedenken welke dat zijn en welke je hier aantreft. Dan kun je vervolgens m.b.v. de bijbehorende binas tabel verder.
Pak een woordenboek en zoek het op. Daar heb je heel wat meer aan of wil jij de rest van je leven afhankelijk blijven van een ander voor simpele Engelse tekstjes? Dan heb je namelijk een vrij fors probleem zo gauw je een hbo-opleiding gaat volgen.quote:Op woensdag 10 april 2013 00:18 schreef superky het volgende:
[..]
Hey Scuidward een vraagje, kan jij de laatste factor in het Nederlands vertalen?
Heb je opgezocht wat de structuurformule is van thiosulfaat en hoe het kan reageren met een van de moleculen/ionen die in de oplossing aanwezig is? Afgaande op wat jij uitlegt ligt het antwoord erg voor de hand als je dat opzoekt. Geef de volgende keer alsjeblieft even een link naar het examen, dat is wat handiger. Er ontstaat al snel ruis als je informatie uit een tweede bron krijgt.quote:Op woensdag 8 mei 2013 13:33 schreef ulq het volgende:
Hey ik heb een vrij specifieke vraag over titraties.
Hoe weet je in welke oplossing je een bepaalde stof moet titreren? Heeft dat te maken met de oplosbaarheid (BINAS tabel 45A)? Of is daar een andere specifieke tabel voor oid?
Ik kom bijvoorbeeld niet uit opgave 1 Scheikunde examen vwo 2010 tijdvak 1.
Hierin wordt vind deze reactie plaats.
I2 + SO2 + 2 H2O --> 2 I (-) + SO4 (2-) + 4 H (+)
Vervolgens wordt de ontstane oplossing getitreerd om de hoeveelheid jood te bepalen.
Nu moet ik weten in welke oplossing wordt getitreerd en bij het antwoord geven ze dat dit Natriumthiosulfaat moet zijn. Ik heb echter geen idee hoe ze hier op komen? Zou iemand mij kunnen helpen?
Bij voorbaat dank!!!
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.ING en ABN investeerden honderden miljoenen euro in DAPL.
#NoDAPL
Oke laat ik het zo zeggen, er zijn zuur-base titraties en redoxtitraties, als je kijkt naar je reactie en de stoffen die daarin voorkomen en de stof waarvan je de hoeveelheid wil bepalen, wat voor soort titratie zou dit dan zijn?quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:21 schreef ulq het volgende:
[..]
Ja ik heb die stof nooit precies gehad. Weet wel het principe van titreren uiteraard. Maar bedoel je met 'de bijbehorende binas tabel' mijn eerdergenoemde tabel 45A over neerslagvorming van zouten? Of bestaat er een speciale titratietabel ofzo? (denk het niet eigenlijk )
Nu even niets meer zeggen zodat hij zelf wat nadenkt, anders leert hij er nog niets van.quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:40 schreef De-Haas het volgende:
[..]
Oke laat ik het zo zeggen, er zijn zuur-base titraties en redoxtitraties, als je kijkt naar je reactie en de stoffen die daarin voorkomen en de stof waarvan je de hoeveelheid wil bepalen, wat voor soort titratie zou dit dan zijn?
Ja precies, maar hij begreep de vorige hint niet, dus ik denk ik geef hem een zetje in de goede richting.quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:44 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Nu even niets meer zeggen zodat hij zelf wat nadenkt, anders leert hij er nog niets van.
quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:46 schreef De-Haas het volgende:
[..]
Ja precies, maar hij begreep de vorige hint niet, dus ik denk ik geef hem een zetje in de goede richting.
Sorry als ik wat lui over kom, dat is helemaal niet de bedoeling. Ik doorgrond de opgave gewoon niet zo goed.quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:44 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Nu even niets meer zeggen zodat hij zelf wat nadenkt, anders leert hij er nog niets van.
Welke concentratie moet je bepalen de I2 of de I-?quote:Op woensdag 8 mei 2013 15:45 schreef ulq het volgende:
[..]
[..]
Sorry als ik wat lui over kom, dat is helemaal niet de bedoeling. Ik doorgrond de opgave gewoon niet zo goed.
Ik denk dat dit dan een redox-titratie is aangezien de H+ niet direct meedoet aan de reactie, het gaat immers om het bepalen van de I2 (-) ionen. En als het een zuur-base titratie was zou er ook een indicator nodig zijn en ook door wordt niks over gezegd
Maar ook als het een redox-titratie zou zijn snap ik niet precies welke dat dan zou zijn en hoe daaruit dan de I2 (-) concentratie berekend kan worden. Zie ook geen reactie waar thioslufaat ( S2O3 (2-) ) in betrokken wordt in mijn tabel staan.
quote:Op woensdag 8 mei 2013 14:40 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Heb je opgezocht wat de structuurformule is van thiosulfaat en hoe het kan reageren met een van de moleculen/ionen die in de oplossing aanwezig is? Afgaande op wat jij uitlegt ligt het antwoord erg voor de hand als je dat opzoekt. Geef de volgende keer alsjeblieft even een link naar het examen, dat is wat handiger. Er ontstaat al snel ruis als je informatie uit een tweede bron krijgt.Net alsof structuurformules van anorganische ionen een rol spelen bij scheikunde op vwo-niveau.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Ok, je zit volgens mij in de goede tabel. Het is inderdaad een redoxreactie (tabel standaardelektrodepotentialen) en geen pH-titratie. Ik zal misschien proberen het truucje uit te leggen, dan kan je zelf wellicht met de getallen goochelen, maar volgens mij weet je die wel van de pH-titratie?quote:Op woensdag 8 mei 2013 15:45 schreef ulq het volgende:
Maar ook als het een redox-titratie zou zijn snap ik niet precies welke dat dan zou zijn en hoe daaruit dan de I2 (-) concentratie berekend kan worden. Zie ook geen reactie waar thioslufaat ( S2O3 (2-) ) in betrokken wordt als oxidator en I2 (-) als reductor of via versa. Ze staan allebei alleen als reductor genoemd.
Macht der gewoonte. Goed, in dat geval mag hij gewoon simpelweg kijken naar de formule.quote:Op woensdag 8 mei 2013 15:59 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Net alsof structuurformules van anorganische ionen een rol spelen bij scheikunde op vwo-niveau.
Ik snap goed hoe redoxreacties in het algemeen gaan. Alleen hier is geen van de gegeven stoffen ''te gebruiken'' als een oxidator. Dus daarom snap ik niet precies hoe dit een redoxreactie zou zijn en hoe je dan uberhaupt daarmee de concentratie van de 2 I (-) kan bepalen.quote:Op woensdag 8 mei 2013 17:27 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Ok, je zit volgens mij in de goede tabel. Het is inderdaad een redoxreactie (tabel standaardelektrodepotentialen) en geen pH-titratie. Ik zal misschien proberen het truucje uit te leggen, dan kan je zelf wellicht met de getallen goochelen, maar volgens mij weet je die wel van de pH-titratie?
Die S2O32- staat bij +0,10. Daar gebruiken ze er dus 2 van.
Verder is het 2 I- en geen I2-
Maar hoeveel heeft je docent behandelt? En titreren ze niet IN maar MET de oplossing?
Ik snap je punt. Is het niet iets van triviale kennis ofzo? Net als dat je methaan, ethaan, propaan, butaan moet weten?quote:Op woensdag 8 mei 2013 20:46 schreef ulq het volgende:
[..]
Ik snap goed hoe redoxreacties in het algemeen gaan. Alleen hier is geen van de gegeven stoffen ''te gebruiken'' als een oxidator. Dus daarom snap ik niet precies hoe dit een redoxreactie zou zijn en hoe je dan uberhaupt daarmee de concentratie van de 2 I (-) kan bepalen.
De vergelijking die je in je eerste post toonde is namelijk de redox reactie, immers.quote:Iodometry
In analytical chemistry, the most important use comes from the fact that the thiosulfate anion reacts stoichiometrically with iodine in aqueous solution, reducing it to iodide as it is oxidized to tetrathionate:
2 S2O32− + I2 → S4O62− + 2 I−
http://www.havovwo.nl/vwo/vsk/bestanden/vsk10iex.pdfquote:Op woensdag 8 mei 2013 21:09 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Ik snap je punt. Is het niet iets van triviale kennis ofzo? Net als dat je methaan, ethaan, propaan, butaan moet weten?
Dit staat namelijk op de Engelse wikipedia maar niet op de Nederlandse.
[..]
De vergelijking die je in je eerste post toonde is namelijk de redox reactie, immers.
a + e <-> b
c <-> d + e
--------------------- +
wegstrepen.
Verder kon ik hier de vraag niet vinden. En redoxreacties met een potentiaalverschil van meer dan 0.3 eV zijn in principe aflopend.
Ik denk dat je moet oppassen om iemand die hier een vraag komt stellen te behandelen als ongemotiveerd. Je kent simpelweg de achtergrond van een vraagsteller niet. En volgens mij hebben wij allebei niet een erg hoge pet op van het onderwijs in de bèta-vakken op de middelbare school.quote:Op woensdag 8 mei 2013 18:27 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Macht der gewoonte. Goed, in dat geval mag hij gewoon simpelweg kijken naar de formule.
Zo een geavanceerde stof is dat nu ook weer niet, in andere landen is dat gewoon stof voor de middelbare school.
Beter fok als huiswerkmachine dan helemaal geen hw maken. Ik heb dit schooljaar (V6) voor wiskunde B en D, natuurkunde, scheikunde en biologie geen enkele huiswerkopgaven gemaakt en 80 procent van de klas met mij.quote:Op woensdag 8 mei 2013 23:12 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Het ging mij niet om het al dan niet gemotiveerd zijn. Of dat hij wel of niet voldoende gemotiveerd is, hij leert er meer van door eerst zelf na te denken, zijn overwegingen hier te plaatsen en dan feedback te krijgen. Aan hem besteed ik nog aandacht, als ik de indruk heb dat iemand het forum als huiswerkmachine gebruikt dan zou ik helemaal geen aandacht aan hem/haar besteden. Ik verwijt een VWO-leerling niet dat hij enigszins lui is (als dat het geval is), dat is minstens gedeeltelijk het gevolg van het onderwijs (je komt er veel te lang mee weg als je een beetje slim bent). Dat wil niet zeggen dat ik probeer te stimuleren om wat aan die luiheid te doen.
Daarmee bedoel ik de redox reactie, namelijk een reductie en een oxidatie.quote:Op woensdag 8 mei 2013 21:44 schreef ulq het volgende:
[..]
http://www.havovwo.nl/vwo/vsk/bestanden/vsk10iex.pdf
vraag 1
Ik snap niet wat je nou precies bedoelt met :
a + e <-> b
c <-> d + e
--------------------- +
wegstrepen.
Kan jij toevallig mijn tentamen maken? Alvast bedankt.quote:Op zaterdag 11 mei 2013 13:35 schreef Hanzel_lane het volgende:
Hallo!
Is er iemand die me op weg kan helpen met de volgende opgaven?
[ afbeelding ]
Bedankt!
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Snap dat het zo overkomt, ik heb de theorie gelezen, maar snap gewoon niet wat ik moet doen... vandaar.quote:Op zaterdag 11 mei 2013 15:45 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Dat zijn duidelijk vraagjes die je zelf kan maken door de definities goed te lezen, er wordt geen inzicht gevraagd. Jij hebt er meer aan als je eerst de theorie goed leest dan als iemand hier het antwoord geeft.
Ik denk dat ze bedoelen hoeveel gram je beginproducten zijn en hoeveel je eindproducten.quote:Op woensdag 15 mei 2013 17:14 schreef Spinosaurus het volgende:
Ik heb een vraag naar aanleiding van deze vraag in mijn scheikunde boekje.
Ik citeer: ''Noteer de reactievergelijking van de reactie tussen zout en kalksteen. Noteer er ook een grammenregel onder.''
Wat wordt er bedoelt met een grammenregel?
Bij voorbaat dank,
Spinosaurus
Ik denk dat je gelijk hebt omdat het woord grammen er in zit. Zal wel dus iets met de massa van de begin- en eindproducten te maken hebben.quote:Op woensdag 15 mei 2013 17:23 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Ik denk dat ze bedoelen hoeveel gram je beginproducten zijn en hoeveel je eindproducten.
Als er thymine zit ingebouwd in het DNA, dan komt op de overeenkomstige positie in het mRNA uracil. Guanine in het DNA levert gewoon guanine in het mRNA. Je weet dat bij de translatie per drie basen in het mRNA (een codon) een aminozuur in het eiwit wordt ingebouwd.quote:Op maandag 20 mei 2013 21:43 schreef ulq het volgende:
Heey. Ik snap vraag 20 van biologie vwo-examen 2012 tijdvak II niet.
Dit is de vraag:
De meest voorkomende mutatie van het mitochondriaal DNA (mtDNA) die de ziekte van Leigh veroorzaakt is een mutatie in het ATP-synthase-gen: op positie 8993 is in de coderende streng thymine vervangen door guanine. Hierdoor wordt er in plaats van leucine een ander aminozuur in het ATP-synthase ingebouwd.
20. Welk aminozuur kan dat zijn?
A: alleen arginine
B: alleen fenylalanine
C: alleen valine
D: arginine of tryptofaan
E: fenylalanine of cysteïne
F: valine of glycine
Het antwoord moet 'D' zijn. Ik heb alleen geen idee hoe ze hier aan komen? Je moet eerst het mRNA van Leucine omzetten naar DNA dacht ik en dan de mutatie toepassen op het DNA en dan het weer omzetten naar mRNA maar dit blijkt dus niet te moeten, omdat ik dan niet op antwoord 'D' uitkom. Kan iemand mij helpen?
Heey, ik snap hem al (volgensmij)! Bedankt voor de hulp alsnog!quote:Op maandag 20 mei 2013 22:52 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Als er thymine zit ingebouwd in het DNA, dan komt op de overeenkomstige positie in het mRNA uracil. Guanine in het DNA levert gewoon guanine in het mRNA. Je weet dat bij de translatie per drie basen in het mRNA (een codon) een aminozuur in het eiwit wordt ingebouwd.
Je hoeft daarom nog maar drie dingen uit te zoeken:
1. Waar vindt de mutatie plaats, op de 1e, 2e of 3e positie van het codon?
2. Welke nieuwe codons krijg je bij de mutatie?
3. Welke aminozuren kunnen er op grond van die mutatie ingebouwd worden in het eiwit?
Inderdaad, dat is het cruciale sommetje dat je moet maken. Je kunt beter nog wel iets zorgvuldiger formuleren: 3 nucleotiden samen vormen een codon en de mutatie vindt plaats op de tweede positie van het codon.quote:Op dinsdag 21 mei 2013 11:29 schreef ulq het volgende:
[..]
Heey, ik snap hem al (volgensmij)! Bedankt voor de hulp alsnog!
Volgensmij moet het zo:
1. Het is het tweede codon, want 8991 gedeeld door 3 is een geheel getal.
Dat volgt uit de DNA-mutatie. Leucine wordt ingebouwd bij de codons CUG, CUA, CUC, CUU, UUG en UUA. Na mutatie kun je dus de codons CGG, CGA, CGC, CGU, UGG of UGA hebben.quote:2. De U wordt een G.
CGG, CGA, CGC en CGU leidt tot inbouw van arginine, UGG geeft tryptofaan. UGA is een terminatiecodon. Daarvan kan geen sprake zijn in dit geval, want er wordt volgens de opgave een ander aminozuur ingebouwd.quote:3. Hieruit blijkt dat het D is.
quote:Ik dacht eerst dat het het derde codon was wat gemuteerd was vandaar dat ie niet lukte
Thanks anyway.
Iemand die me nog misschien kan helpen ??quote:Op donderdag 13 juni 2013 19:38 schreef superky het volgende:
Hey een vraagje ik ben bezig met mijn betoog met als stelling: "Privacy houdt technologische ontwikkelingen tegen." Tevens heb ik zelf ook al bronnen verzameld. Hier is mijn bronnenlijst:
Brandeis, W. a. (1890). The Right to Privacy. Boston: Harvard Law Review.
Duivestein, S. (2013, maart 16). Weerstand tegen Google Glass groeit. Opgehaald van http://www.marketingfacts.nl/: http://www.marketingfacts(...)-google-glass-groeit
Ntr (Regisseur). (sd). Focus op de maatschappij film.
Phares, E. (2013, maart 28). Drones: Cool Technology or Invasion of Privacy? Opgehaald van Tech of tomorrow: http://www.techoftomorrow(...)invasion-of-privacy/
Schipper, N. (2013, juni 10). Wat is belangrijker: veiligheid of privacy? Opgehaald van www.trouw.nl: http://www.trouw.nl/tr/nl(...)eid-of-privacy.dhtml
Solove, D. J. (2006). A taxonomy of privacy. Pennsylvania .
Thornhill, T. (2012, Maart 3). Google privacy policy Search giant know partner. Opgehaald van Dailymail: http://www.dailymail.co.u(...)nt-know-partner.html
Maar helaas kom ik nog steeds woorden tekort, want mijn betoog moet uit min.1400 woorden bestaan en ik heb nu 860 woorden.
Voor mijn betoog zoek ik nog bronnen over wat mensen eigenlijk erg vinden, dus vinden mensen het erg als Google hun gegevens gebruikt zodat Google aan hen consistente advertenties kunnen laten zien. En dat Google hiermee hun privacy heeft geschonden. Ik kan hierover nog geen bronnen, dus kan iemand me hiervan een bron geven of vertellen wat ik als zoekterm op Google moet intikken?
Graag wacht ik op uw reactie. Alvast bedankt voor uw antwoord.
Mvg,
superky
Ik denk niet dat iemand zin heeft om bronnen te zoeken. Dat kan je het beste zelf doen.quote:Op vrijdag 14 juni 2013 15:52 schreef superky het volgende:
[..]
Iemand die me nog misschien kan helpen ??
Dat laatste is fout, dat kan je doen om van basisch naar zuur te gaan.quote:Op vrijdag 14 juni 2013 23:38 schreef Nibnub het volgende:
Weet iemand wat je bij een chemische reactie moet doen als er bijvoorbeeld bij staat dat de oplossing:
1) Verzuurd is;
2) Geconcentreerd is;
3) Verdund is.
Ik weet wel dat een geconcentreerde oplossing een hogere concentratie heeft van de opgeloste stof dan bij een verdunde oplossing, maar wat is dan het verschil in de vergelijking? Of moet je bij een geconcentreerde oplossing gewoon ervan uit gaan dat de opgeloste stof in overmaat aanwezig is en bij een verdunde oplossing in ondermaat?
En bij een verzuurde oplossing moet je toch gewoon de opgeloste stof met een overmaat aan H+ laten reageren?
Ging sneller dan ik dacht:quote:Op donderdag 13 juni 2013 19:38 schreef superky het volgende:
Voor mijn betoog zoek ik nog bronnen over wat mensen eigenlijk erg vinden, dus vinden mensen het erg als Google hun gegevens gebruikt zodat Google aan hen consistente advertenties kunnen laten zien. En dat Google hiermee hun privacy heeft geschonden. Ik kan hierover nog geen bronnen, dus kan iemand me hiervan een bron geven of vertellen wat ik als zoekterm op Google moet intikken?
Ik denk dat dit maken heeft met de verschillende reactiepaden die je kan hebben naar gelang de omstandigheden c.q. het medium en de precieze voorbehandeling daarvan waarin de reactanten zich bevinden. Kijk bijv. naar de redoxreacties van KMnO4- die in BINAS vermeldt staan. In zuur milieu heb je de bijv de reactie (met ijzer als reductor)quote:Op vrijdag 14 juni 2013 23:38 schreef Nibnub het volgende:
Weet iemand wat je bij een chemische reactie moet doen als er bijvoorbeeld bij staat dat de oplossing:
1) Verzuurd is;
2) Geconcentreerd is;
3) Verdund is.
Ik weet wel dat een geconcentreerde oplossing een hogere concentratie heeft van de opgeloste stof dan bij een verdunde oplossing, maar wat is dan het verschil in de vergelijking? Of moet je bij een geconcentreerde oplossing gewoon ervan uit gaan dat de opgeloste stof in overmaat aanwezig is en bij een verdunde oplossing in ondermaat?
En bij een verzuurde oplossing moet je toch gewoon de opgeloste stof met een overmaat aan H+ laten reageren?
Je bedoelt waarschijnlijk het Principe van Le Châtelier.quote:Op zaterdag 15 juni 2013 01:27 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Ik denk dat dit maken heeft met de verschillende reactiepaden die je kan hebben naar gelang de omstandigheden c.q. het medium en de precieze voorbehandeling daarvan waarin de reactanten zich bevinden. Kijk bijv. naar de redoxreacties van KMnO4- die in BINAS vermeldt staan. In zuur milieu heb je de bijv de reactie (met ijzer als reductor)
MnO4- + 8 H+ + 5 e- H2O + Mn2+
4 H2SO4 8 H+ + SO42-
5 Fe2+ 5 Fe3+ + 5 e-
Terwijl je in basisch milieu
MnO4- + 3 e- + MnO2 + 2 O2-
2 O2- + 2 H2O 4 OH-
3 Fe2+ 3 Fe3+ + 3 e-
als reactie hebt.
Voor wat betreft geconcentreerd vs verdund verhaal; dit slaat op bijv. redoxreacties waarbij bijv. HNO3 als reactant betrokken is. In verdunde oplossingen is het het H+ ion dat als oxidator optreedt. In geconcentreerde oplossingen (max. 15 Molair) treedt echter het HNO3 molecuul als oxidator op, want het NO3--ion is dan in zulke hoge concentraties aanwezig, dat de evenwichtsreactie NO3-⇌ HNO3 + H+ naar de rechterkant v/d evenwichtsvergelijking opgeduwd wordt (Principe van Lavoisier). En omdat HNO3 een flink sterkere oxidator is als H+, zal eerst het salpeterzuur als oxidator reageren totdat deze zover opgesoupeerd is, dat de reactie van het waterstof-ion als oxidator weer significant wordt.
Eenzelfde verhaal geldt voor H2SO4
Klopt, Lavoisier was die knar van de wet van behoud van massa bij chemische reacties en daaruit voortvloeiend de massabalans.quote:Op zaterdag 15 juni 2013 04:18 schreef lyolyrc het volgende:
Je bedoelt waarschijnlijk het Principe van Le Châtelier.
We dragen allemaal ons steentje bij. Jij wist weer een goed antwoord te formuleren op de vraag.quote:Op zaterdag 15 juni 2013 04:35 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Klopt, Lavoisier was die knar van de wet van behoud van massa bij chemische reacties en daaruit voortvloeiend de massabalans.
Sorry, het is voor mij alweer enige tijd geleden dat de historie van de chemie werd behandeld.
Ja dat deed ik ook, maar ik kon helaas nog niets vinden... Daarom vraag ik het aan jullie . En het is trouwens maar een bron, ik vraag toch niet dat je mijn betoog moet schrijven xDquote:Op vrijdag 14 juni 2013 17:39 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik denk niet dat iemand zin heeft om bronnen te zoeken. Dat kan je het beste zelf doen.
Dat kan, maar dat hoeft niet. Kijk hier maar eens.quote:Op maandag 17 juni 2013 15:18 schreef bloodysunday het volgende:
Ik heb een vraag over het berekenen van de magnitude over het hele systeem van een dubbelster.
De magnitudes van de sterren zijn 3 en 4.
Ik had zelf het idee op de helderheid te berekenen van iedere dubbelster apart en die bij elkaar op te tellen en daarmee weer de magnitude van te berekenen maar weet niet of dat goed is?
kg en K staan beide in de noemer. Je moet J/kg*K dan ook lezen als J/(kg*K).quote:Op zaterdag 22 juni 2013 17:39 schreef Moos. het volgende:
Een vraagje over de eenheid van soortelijke warmte. We hebben het nu met Natuurkunde over warmtetoevoer, warmtecapaciteit enzovoort. En dus ook over soortelijke warmte met de eenheid J/kg*K. De eenheid betekent joule per kilogram per kelvin. Ik heb echter altijd gedacht dat zodra iets over "per zoveel" gaat, dat het dus gedeeld door is. (Bijvoorbeeld gram per vierkante centimeter = g/cm^2). Ik had dus gedacht dat het J/kg/K zou zijn. Hetzelfde had ik met m/s^2. Kan iemand mij deze stap uitleggen? Bedankt
Hmm oké, maar vanwaar de * tussen kg en K?quote:Op zaterdag 22 juni 2013 17:56 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
kg en K staan beide in de noemer. Je moet J/kg*K dan ook lezen als J/(kg*K).
Vermenigvuldiging? :Squote:Op zondag 23 juni 2013 11:10 schreef Moos. het volgende:
[..]
Hmm oké, maar vanwaar de * tussen kg en K?
(a : b) : c = a : bcquote:Op zondag 23 juni 2013 11:10 schreef Moos. het volgende:
[..]
Hmm oké, maar vanwaar de * tussen kg en K?
quote:Vraag1:
Een investeringsproject vergt een investering van ¤1.200.000,-
De looptijd van het project is 4 jaar
Het project levert jaarlijks een opbrengst van ¤950.00,-
De jaarlijkse kosten zijn ¤500.000 (exclusief afschrijving).
a De jaarlijkse cashflow is ¤300.000; de jaarlijkse winst is ¤150.000
b De jaarlijkse cashflow is ¤450.000; de jaarlijkse winst is ¤150.000
c De jaarlijkse cashflow is ¤450.000; de jaarlijkse winst is ¤450.000
d De jaarlijkse cashflow is ¤750.000; de jaarlijkse winst is ¤450.000
Alvast bedankt!quote:Vraag 2:
Een onderneming heeft voor een product een capaciteit van 650.000 eenheden. Men rekent voor dit jaar een normale (en verwachte) productie en afzet van 600.000 eenheden. De Verkoopprijs van het product bedraagt ¤50,-. De kostprijs bedraagt ¤30,- waarvan 65% vaste kosten zijn. Een buitenlandse ondernemer plaatst een order voor 30.000 eenheden, waarvoor hij ¤21,- wil betalen. Voor deze productieserie moet ook eenmalig nog ¤80.000,- worden geïnvesteerd. Deze investering is nadien niets meer waard. Wat is de totale winst voor deze onderneming als deze order wordt geaccepteerd?
Thnx!quote:Op maandag 1 juli 2013 19:18 schreef Viezze het volgende:
Vraag 1 (er vanuit gaande dat je 950.000 bedoelt)
+ 950.000 (opbrengst)
- 500.000 (kosten)
Cashflow = +450.000
Om de winst te weten moet hier de afschrijving nog vanaf
Jaarlijkse winst:
+450.000 (cashflow)
- 300.000 (1.200.000 delen door 4)
Jaarlijkse winst: 150.000
Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/Kasstroomoverzicht (kopje 3. Afschrijvingen) en http://nl.wikipedia.org/wiki/Kasstroom
Vraag 2
Van belang is het om te snappen dat de vaste kosten altijd gemaakt worden, het accepteren van deze order heeft daar geen invloed meer op. Dit houdt in dat de kosten per product alleen variabele kosten zijn, 35% van 30 euro oftewel 10,5 euro. Verder hebben we nog een investering van 80.000.
+ 30.000 * 21 = 630.000 (opbrengst van de order)
- 30.000 * 10,5 = 315.000 (variabele kosten van de order
- 80.000 (investering zonder restwaarde)
Totale winst van order: 235.000
Wat denk je zelf?quote:Op maandag 1 juli 2013 20:36 schreef Sunri5e het volgende:
[..]
Thnx!
Over vraag 2 heb ik nog een vraag. 235.000 is de totale winst van de order. Wat is de totale winst over het hele jaar?
Ik zeg 2C 3B en 4A.quote:Op zondag 21 juli 2013 14:42 schreef Lisje-92 het volgende:
Hey iedereen:)!
Ik had een paar vraagjes wat betreft biologie, misschien kunnen jullie mij ermee helpen? Ik zelf dacht 2=A 3=B 4=A Wat denken jullie?
Alvast bedankt:)!
Syndroom van Down
Bij de mens komt het syndroom van Down voor. Het syndroom wordt gekenmerkt door een geestelijke
achterstand en een aantal lichamelijke kenmerken. De lichaamscellen van iemand met het syndroom
van Down bevatten drie in plaats van twee chromosomen van het chromosoomtype 21, daarom wordt
ook wel gesproken van trisomie 21, waarvoor de volgende notatie wordt gebruikt: 47,XX,+21 of
47,XY,+21.
47 = aantal chromosomen
XX = vrouw
XY = man
+21 = van chromosoomtype 21 is een extra exemplaar aanwezig.
De meest voorkomende oorzaak van trisomie 21 is non-disjunctie: het niet uit elkaar gaan van
chromosomen of chromatiden tijdens de deling. Non-disjunctie kan zowel tijdens de meiose als tijdens
de mitose optreden. Als non-disjunctie tijdens de mitose optreedt, komen de beide chromatiden van
het betrokken chromosoom in één cel. Deze cel is levensvatbaar en kan zich mitotisch of eventueel
meiotisch delen.
Een jongen vertoont alle symptomen van het syndroom van Down, terwijl zijn ouders geen enkel
symptoom hebben. Met betrekking tot de non-disjunctie en de plaats waar deze is opgetreden,
worden twee mogelijkheden geopperd:
1. een non-disjunctie is opgetreden tijdens de meiose bij één van de ouders
2. een non-disjunctie bij één van de ouders is opgetreden tijdens de mitose in een cel waaruit een
gameetmoedercel is ontstaan.
2. Door welke van deze mogelijkheden kan het optreden van het syndroom van Down bij deze
jongen worden verklaard?
A. alleen door mogelijkheid 1
B. alleen door mogelijkheid 2
C. door de mogelijkheden 1 en 2
Mozaïekvorm van het syndroom van Down komt ook voor. Deze mozaïekvorm komt voor bij personen
bij wie slechts een gedeelte van de lichaamscellen (hoogstens de helft of een kwart) trisomie 21
vertoont. Personen met de mozaïekvorm vertonen bijvoorbeeld een normale geestelijke ontwikkeling,
maar hebben wel één of meer lichamelijke kenmerken van het syndroom.
Een meisje vertoont een mozaïekvorm van het syndroom van Down. Met betrekking tot de nondisjunctie en de plaats waar deze is opgetreden, worden twee mogelijkheden geopperd:
1. een non-disjunctie is opgetreden tijdens de meiose bij één van de ouders
2. een non-disjunctie is opgetreden tijdens mitose in een vroeg embryonaal stadium van het meisje
3. Door welke van deze mogelijkheden kan het optreden van het syndroom van Down bij dit
meisje worden verklaard?
A. alleen door mogelijkheid 1
B. alleen door mogelijkheid 2
C. door de mogelijkheden 1 en 2
Een jongen van acht vertoont de mozaïekvorm van het syndroom van Down. In zijn lichaam komen
celkernen met verschillende aantallen chromosomen voor.
Zes verschillende typen celkernen die bij de mens kunnen voorkomen, zijn:
1. 47,XY,+21
2. 46,XY
3. 23,X
4. 23,Y
5. 24,X,+21
6. 24,Y,+21
4. Van welke van de genoemde typen celkernen kan met zekerheid worden gezegd dat ze in het
lichaam van deze jongen voorkomen?
A. alleen van de typen celkernen 1 en 2
B. alleen van de typen celkernen 1, 2, 3 en 4
C. van alle genoemde typen celkernen
Ow ik dacht bij 2 juist heel zeker te zijn van A omdat ze bij 2 het volgende zeggen: een non-disjunctie bij één van de ouders is opgetreden tijdens de mitose in een cel waaruit eenquote:
Volgens mij bedoelen ze met de gameetmoedercel de cel waaruit de geslachtscellen ontstaan. Met andere woorden een cel waarin meiose I nog niet heeft plaatsgevonden.quote:Op zondag 21 juli 2013 17:21 schreef Lisje-92 het volgende:
[..]
Ow ik dacht bij 2 juist heel zeker te zijn van A omdat ze bij 2 het volgende zeggen: een non-disjunctie bij één van de ouders is opgetreden tijdens de mitose in een cel waaruit een
gameetmoedercel is ontstaan. En mitose en geslachtscellen gaan niet samen :p?
Thanks voor je antwoord:)!!quote:Op zondag 21 juli 2013 17:26 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Volgens mij bedoelen ze met de gameetmoedercel de cel waaruit de geslachtscellen ontstaan. Met andere woorden een cel waarin meiose I nog niet heeft plaatsgevonden.
Als je hier klikt, dan zie je in het rechtse taartdiagram dat trisomie ook zijn oorzaak kan vinden in een foutief verlopen mitose.
Ik zou willen dat ik het kon uitleggen ... maar ik ben bang dat ik de termen door elkaar ga gooien.quote:Op zondag 28 juli 2013 20:12 schreef DefinitionX het volgende:
Vwo scheikunde heeft mij geleerd dat C 4 covalente bindingen kan aangaan, N 3, O 2 en F 1.
Waarom zie ik dan in de lewis structuur van Ozon 3 covalente bindingen?
[ afbeelding ]
?
Ik vermoed dat de 3e binding komt zodat ook de 3e O een volle schil heeft met 8 elektronen, maar kan iemand hier de theorie achter uitleggen?
Door die link snap ik het beter. Bedankt.quote:Op zondag 28 juli 2013 20:42 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Ik zou willen dat ik het kon uitleggen ... maar ik ben bang dat ik de termen door elkaar ga gooien.
Het is in elk geval een resonantiestructuur, ozon is in feite geen van beide structuren maar 'iets ertussenin'.
http://www.mikeblaber.org(...)g/Resonan/Bond07.htm
Hier staat het stapsgewijs. Je vermoeden klopt in elk geval!
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Je moet het ook een beetje zien als een manier om de werkelijkheid te omschrijven. Eigenlijk zijn structuurformules een versimpelde weergave van lewisstructuren (ik denk dat je voor elk molecuul wel een lewisstructuur kan opstellen) en zijn die structuren weer een versimpelde weergave van de realiteit (die uiteraard ontastbaar klein is). Vanwaar de interesse? Studiegerelateerd ook? Er zijn boeken over geschreven uiteraard Als je zegt dat covalente bindingen anders zijn in beide gevallen dan is dat dus fout. Hoop dat je dat begrijpt van bovenstaand gezwets.
Een omringingsgetal van 2 is de 'standaard'. Uitzonderingen worden in het ene boek denk ik wel behandeld en in het andere niet. Ik denk dat middelbare school scheikunde poogt een algeheel beeld te geven van de gangbare theorie etc. en dat evt. extra info weggelaten zal worden. Voor veel scholieren is de basis al pittig natuurlijk.quote:Op zondag 28 juli 2013 21:56 schreef DefinitionX het volgende:
Maar dat is toch vreemd dan? Waarom zeggen ze in vwo boeken dat de covalentie van bijvoorbeeld O, 2 is, terwijl je toch meer dan 2 bindingen kan tekenen, zoals je in het ozon voorbeeld terug kunt zien?
De octetregel heeft de hoogste prioriteit voor de C, N, O en F. Dat betekent dat deze elementen altijd zullen streven naar 8 elektronen om zich heen. Voor die 8 elektronen tellen alle elektronen die betrokken zijn bij een binding mee (dus ook de elektronen die eigenlijk bij het naburige atoom horen) en de vrije elektronenparen van het atoom waarvoor je het octet moet vaststellen.quote:Op zondag 28 juli 2013 21:56 schreef DefinitionX het volgende:
Maar dat is toch vreemd dan? Waarom zeggen ze in vwo boeken dat de covalentie van bijvoorbeeld O, 2 is, terwijl je toch meer dan 2 bindingen kan tekenen, zoals je in het ozon voorbeeld terug kunt zien?
Niet helemaal, een subschil is zoals de naam zegt een onderschil van een hoofdschil. Een orbitaal is dat gedeelte van de ruimte rondom een atoomkern waarin de kans +/- 90% is dat bij meting een electron met bepaalde quantumgetallen n,l,m, en s te vinden valt. Dat kan een standaard (sub)schil zijn, maar ook een zgn hybride.quote:Op maandag 29 juli 2013 21:10 schreef DefinitionX het volgende:
Ze hebben het in mijn boek nu over subschillen rond een nucleus. Dit gaat me helpen om elektronenconfiguraties te kunnen schrijven.
Mijn vraag: ze hebben het over subschillen, maar dan zeggen ze bijvoorbeeld '2p-orbital' en niet '2p-subshell'. Begrijp ik het goed dat een subshell=orbital?
Nee, een orbitaal is dat gedeelte van de ruimte rondom een atoomkern waarin de kans +/- 90% is dat bij meting een electron met bepaalde quantumgetallen n,l,m, en s te vinden valt. Een kans an sich is het niet, maar het is er wel op gebaseerd.quote:Op maandag 29 juli 2013 23:37 schreef DefinitionX het volgende:
Ik heb het even opnieuw gelezen in mijn boek. Dus orbitals zijn oplossingen voor de kans om een elektron te vinden rondom een atoomkern in een bepaalde schil.
[ afbeelding ]
Er staat dan hoeveel orbitals per subschil, dat betekent dus bijvoorbeeld voor de 2p schil/orbital 3 kansen. Heb ik dat goed begrepen?
Scuidward, ik heb n.a.v. jouw post nog even in het boek gekeken, en het klopt. Dus orbitals zijn kansen/oplossingen voor elektronen.
Nee, vanuit n kan je niet de lading afleiden. Dan moet je echt kijken naar het atoomnummer oftewel het aantal protonen in de atoomkern. Vanuit n is wel het aantal hoofdschillen die (deels) bezet worden te bepalen, en de energietoestand waarin een electron met hoofdquantumgetal n (en l, m, s) en de daarbij corresponderende orbitaal zich bevindt te bepalen.quote:VanishedEntity, ik heb nog geen theorie van de sp3 gehad, maar ik snap waar de naam vandaan komt nu, bedankt.
Trouwens, dit zijn mijn definities van de quantum getallen n, l en m:
n = lading en hoeveelheid schillen
Persoonlijk stel ik voor het bepalen van het aantal subschillen binnenin een hoofdschil de relatie l = n, want de eerste hoofdorbitaal kent maar 1 type suborbitaal, nl. 1s. De conventie l = n-1 wordt gebruikt voor de bepaling van het hoekmoment L = ℏ√(l(l+1) omdat de s-orbitaal geen hoekmoment heeft.quote:l = aantal vormen van orbitals l=n-1, dus stel dat je n=3 dan l=2 en dan heb je sowieso s, p en d subschillen
Nee, dit is de projectie van de hoekmoment-vector (hoekmoment is een vectorgrootheid) langs de z-as, gegeven door Lz=mℏ. Dit quantumgetal bepaalt de orientatie van de orbitaal in de ruimte, en vanaf d en hoger ook de vorm.quote:m1 = magnetische lading (dit is nog vaag bij mij)
Even twee opmerkingen:quote:Op maandag 29 juli 2013 22:36 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Niet helemaal, een subschil is zoals de naam zegt een onderschil van een hoofdschil. Een orbitaal is dat gedeelte van de ruimte rondom een atoomkern waarin de kans +/- 90% is dat bij meting een electron met bepaalde quantumgetallen n,l,m, en s te vinden valt. Dat kan een standaard (sub)schil zijn, maar ook een zgn hybride.
Het blijkt nl. dat die (sub)schillen bij benadering te beschijven zijn adhv de schrödingervergelijking, en als je daaraan gaat rekenen komt daar een bepaalde vorm voor de verschillende orbitalen uitrollen. Het blijkt ook dat je zgn. lineaire combinaties kan nemen van die subschillen. Kijken we bijv. naar het koolstofatoom, dan omvat de 2de hoofdschil één subschil 2s, en drie subschillen 2px, 2py en 2pz, waar je in totaal 8 electronen in kan parkeren.
Deze subschillen zijn op verschillen wijzen lineair te combineren. Laten we met de meest tot de verbeelding sprekende beginnen, de sp3 hybridisatie. Zoals de term al aangeeft, is dit een combi van de 2s orbitaal en de drie 2p orbitalen. Dit levert de koolstof-tetraedervorm op, waarbij de 4 sp3 orbitalen langs de lijnen van het zwaartepunt naar de 4 hoekpunten van de tetraedervorm lopen, en hiermee de covalentie van 4. Anders gezegd, dit is bij benadering de reden waarom koolstof graag 4 bindingen vormt, bijv met H om methaan te vormen. En doordat elke H-atoom 1 electron in zn 1s schil heeft rondzwerven, kan je door de 4 1s schillen te laten overlappen met de 4 sp3 orbitalen een situatie bewerkstelligen waarbij effectief zowel de 1s schillen als de sp3 bezet zijn met 2 electronen. En dit is, zoals eerder opgemerkt, een energetisch gunstige toestand, en zijn er chemische bindingen gevormd. Dit type chemische binding ts een sp3 orbitaal en een andere sp33, of een s orbitaal wordt een sigma-binding genoemd. Andere typen bindingen zijn de pi-binding, betrokken bij dubbele (sp2) en drievoudige (sp) bindingen, en delta-bindingen (die zal je in het begin van een chemie-curriculum niet tegenkomen). Zie google images en Wikipedia.
Daar wou ik nog even mee wachten totdat hij de concepten orbitaal en hybridisatie beter begrijpt.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:30 schreef lyolyrc het volgende:
2. Bij sp2 en sp-hybridisatie krijg je ook 4 bindingen, maar dan hebben ze niet meer allemaal hetzelfde karakter (voor sp2 3 σ en 1 π en voor sp 2 σ en 2 π). De π binding werd bij ons overigens direct behandeld.
Ik denk persoonlijk dat het introduceren van de sp2- en sp-hybrides minder gewaagd is dan een formule voor hoekmoment. Ook denk ik dat die hybrides relevanter zijn voor DefinitionX, gezien de reden van zijn vragen. Desondanks is het nooit verkeerd om wat meer aan theorie aan te bieden dan strikt noodzakelijk. Dat prikkelt (bij mij in ieder geval) de geest.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:35 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Daar wou ik nog even mee wachten totdat hij de concepten orbitaal en hybridisatie beter begrijpt.
Uiteraard hoeft hij zich nu niet direct bezig te houden met de exacte formule voor de angular momentum voor subschillen oftewel de p-, d-, f- en hogere orbitalen, maar als je voor het eerst leert dat 1ste hoofdschil maar 1 type subschil kent (1s) , de 2de hoofdschil 2 typen subschillen (2s, 2p), de 3de hoofdschil 3 typen subschillen (3s, 3p, 3d) etc etc, dan is het aan te raden ook even die formule te laten zien zodat de student in kwestie ook ziet waar die notatie l = n - 1 voor het nevenquantumgetal (azimuthal quantum number) vandaan komt. Dat ziet hij/zij nl. ook dat die formule laat zien dat de s-orbitalen geen hoekmoment kennen, terwijl de notatie l = n op diens beurt weer laat zien hoeveel typen subschillen er in een hoofdschil n aanwezig zijn.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:48 schreef lyolyrc het volgende:
Ik denk persoonlijk dat het introduceren van de sp2- en sp-hybrides minder gewaagd is dan een formule voor hoekmoment. Ook denk ik dat die hybrides relevanter zijn voor DefinitionX, gezien de reden van zijn vragen. Desondanks is het nooit verkeerd om wat meer aan theorie aan te bieden dan strikt noodzakelijk. Dat prikkelt (bij mij in ieder geval) de geest.
Hybridisatie is het nemen van lineaire combinaties van de formules die de suborbitalen binnen een hoofdorbitaal beschrijven. Dit levert dan één of meerdere hybride orbitalen op van gelijk energieniveau maar verschillende ruimtelijke vorm. Eentje had ik even hierboven voor je beschreven, nl. de sp3 orbitalen die de typische tetraedervorm opleveren.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 01:08 schreef DefinitionX het volgende:
Trouwens, geen idee wat hybridisatie is, maar dat behandelt mijn boek geloof ik ook. Dus hopelijk kom ik daar gauw achter, want bij Lewis structuren zegt met name deze persoon dat vaak:
Omdat de reactieorde en de exponent moeten overeenkomen. xe orde betekent [A]xquote:Op dinsdag 30 juli 2013 15:19 schreef DefinitionX het volgende:
We beschouwen de volgende evenwichtsreactie:
2A + B -><- C + 2D
De reactie is van eerste orde voor reagens A en van eerste orde voor reagens B.
Welke formule geeft de reactiesnelheid van deze reactie?
<A> v = k . [A] . [B]
<B> v = k . [A]2 . [B]
<C> v = k . [A]2 . [B]2
<D> v = k . [A] . [B]2
Ik had B, maar het antwoord moet A zijn, waarom?
Jij probeert, denk ik, te redeneren net als bij evenwichtsbreuken, tot de macht van de coëfficient in de reactie. Zoals gezegd werkt het bij snelheidsvergelijkingen echter anders (zie link van Viezze).quote:Op dinsdag 30 juli 2013 15:19 schreef DefinitionX het volgende:
We beschouwen de volgende evenwichtsreactie:
2A + B -><- C + 2D
De reactie is van eerste orde voor reagens A en van eerste orde voor reagens B.
Welke formule geeft de reactiesnelheid van deze reactie?
<A> v = k . [A] . [B]
<B> v = k . [A]2 . [B]
<C> v = k . [A]2 . [B]2
<D> v = k . [A] . [B]2
Ik had B, maar het antwoord moet A zijn, waarom?
Dit is geen uitdaging hoor. Dit soort opgaven zijn klassiekers om te testen of iemand echt inzicht heeft of maar slaafs wat half of niet begrepen formuletjes gaat zitten invullen. Lang vóór Newton, in de Middeleeuwen, kon men dit al oplossen, lees het Wikipedia artikel over de Oxford calculators er maar eens op na.quote:Op maandag 5 augustus 2013 01:22 schreef DefinitionX het volgende:
Bedankt jongens.
Misschien een andere uitdaging:
Een vliegtuig heeft een startbaan van 500 meter nodig om op te stijgen. Het moet daarbij een startsnelheid van 50 m/s bereiken.
Wat is de versnelling van het vliegtuig als je aanneemt dat het de gehele baan gebruikt?
<A> 1 m/s²
<B> 2 m/s²
<C> 2,5 m/s²
<D> 3 m/s²
Dat lijkt me sterk, want zo is het mij ook aangeleerd op de middelbare school.quote:Op dinsdag 6 augustus 2013 01:28 schreef VanishedEntity het volgende:
Ik betwijfel of hij in dit stadium van het Natuurkunde curriculum gebruik van dat theorema mag maken. Zo gehanteerd lijkt het zomaar past boem uit lucht te komen vallen, en docenten en examinatoren/correctors hanteren daar doorgaans direct de rode pen voor.
Nee, het is een meerkeuzevraag uit de Vlaamse toelatingstoets. Het is daarbij niet de bedoeling uitwerkingen in te leveren, alleen antwoorden. Heel veel vragen uit die toets zijn gericht op het testen van inzicht. Dat geldt ook voor de wiskundevragen.quote:Op dinsdag 6 augustus 2013 01:28 schreef VanishedEntity het volgende:
Ik betwijfel of hij in dit stadium van het Natuurkunde curriculum gebruik van dat theorema mag maken. Zo gehanteerd lijkt het zomaar past boem uit lucht te komen vallen, en docenten en examinatoren/correctors hanteren daar doorgaans direct de rode pen voor.
Hier kun je oefenen: http://www.sporcle.com/games/g/elementsquote:Op donderdag 8 augustus 2013 20:21 schreef DefinitionX het volgende:
Iemand tips/trucs om heel het tabel der elementen uit je hoofd te kunnen opschrijven?
Bij een vraag van de proef uit Belgie vroegen ze welke elementen dezelfde eigenschappen hebben. Nu weet ik dat dat te maken heeft met de groep van de elementen. Als je het tabel uit je hoofd kent is dat natuurlijk niet zo moeilijk meer.
En de Amerikanen gebruiken schijnbaar het 1a-2a-7a-8a systeem voor het labelen van de groepen, maar wij gaan tot 18 geloof ik. Mijn boek dat in het engels is gebruikt het Amerikaans model, maar hoe zal ik dat leren dan? Maakt het opzich uit welke van de 2 ik kies?
Als ik voor het 1a-2a systeem ga dan kan ik ook zo de 1-18 groep schrijven, want dan hoef ik enkel de rijen te tellen.
Kijk hier voor uitleg over het verschillende gebruik van de termen richting en zin bij vectoriële grootheden in Nederland en Vlaanderen.quote:Op zondag 25 augustus 2013 17:15 schreef DefinitionX het volgende:
Ik gebruik nu een Belgische methode voor fysica. Ik ben nu bij elektrische velden en daar noemen ze termen zoals richting en 'zin' van een elektrisch veld. Wat is het verschil tussen de zin en de richting van bijvoorbeeld een kracht of elektrisch veld?
Of zoals een voormalige docent van mij het deed: substitutie van de ene vergelijking naar de andere, berekenen en vervolgens droog opmerken dat je ook het antwoord had kunnen vinden door je inzicht te gebruiken.quote:Op dinsdag 6 augustus 2013 00:40 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dit is geen uitdaging hoor. Dit soort opgaven zijn klassiekers om te testen of iemand echt inzicht heeft of maar slaafs wat half of niet begrepen formuletjes gaat zitten invullen. Lang vóór Newton, in de Middeleeuwen, kon men dit al oplossen, lees het Wikipedia artikel over de Oxford calculators er maar eens op na.
Gewoon uit het blote hoofd: de gemiddelde snelheid van het vliegtuig op de startbaan is 25 m/s, dus het vliegtuig doet er 500/25 = 20 seconden over om het einde van de startbaan te bereiken. De versnelling bedraagt dus 50/20 = 2,5 m/s². Mooi hè, dat inzicht?
Je moet voor een beperkt aantal elementen de plaats in de tabel weten maar het is minstens zo belangrijk dat jij begrijp waarom groepen elementen bepaalde eigenschappen hebben. Verdiep je hier vooral in! No shortcuts.quote:Op donderdag 8 augustus 2013 20:21 schreef DefinitionX het volgende:
Iemand tips/trucs om heel het tabel der elementen uit je hoofd te kunnen opschrijven?
Bij een vraag van de proef uit Belgie vroegen ze welke elementen dezelfde eigenschappen hebben. Nu weet ik dat dat te maken heeft met de groep van de elementen. Als je het tabel uit je hoofd kent is dat natuurlijk niet zo moeilijk meer.
Veel deeltjes hebben een lading, die kan positief of negatief zijn. Een positief geladen deeltje wordt aangetrokken door een negatieve lading en wordt afgestoten door positieve lading, vice versa voor negatief geladen deeltjes. Een elektrisch veld zorgt voor een spanningsgradiënt tussen twee plaatsen in de ruimte. De zin geeft de hoek aan. Stel je voor dat je een hoek van +30 graden hebt, teken die lijn in een assenstelsel of beeld het je in. Dan zijn er dus twee richtingen. Dat is het verschil tussen de zin en de richting. Technisch gezien zouden beide termen door 1 term kunnen worden vervangen (enkel de hoek) maar dat doen ze om de een of andere reden niet.quote:Op zondag 25 augustus 2013 17:15 schreef DefinitionX het volgende:
Ik gebruik nu een Belgische methode voor fysica. Ik ben nu bij elektrische velden en daar noemen ze termen zoals richting en 'zin' van een elektrisch veld. Wat is het verschil tussen de zin en de richting van bijvoorbeeld een kracht of elektrisch veld?
Het ging om een vraag uit die Vlaamse toelatingstoets. Ik weet niet of je die toetsen (of althans reconstructies ervan, want ze worden niet vrijgegeven) wel eens nader hebt bekeken, maar dan zie je dat veel vragen zijn te beantwoorden zonder pen en papier te gebruiken en dus ook zonder berekeningen die je niet uit het blote hoofd zou kunnen doen. Er wordt vooral op inzicht getoetst.quote:Op zondag 25 augustus 2013 18:53 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Of zoals een voormalige docent van mij het deed: substitutie van de ene vergelijking naar de andere, berekenen en vervolgens droog opmerken dat je ook het antwoord had kunnen vinden door je inzicht te gebruiken.
Het is echter wel wat link om voor iemand die nog niet dat inzicht heeft op dit inzicht te vertrouwen. Jij kan nu het gemiddelde op deze manier nemen doordat vanuit rust met een constante accelleratie een bepaalde snelheid wordt bereikt na een bepaalde afstand, daarom is het veilig om aan te nemen dat de gemiddelde snelheid de helft bedraagt van de uiteindelijke snelheid. Je moet niet alleen slaafs formules invullen, je moet logisch nadenken en vermoedens toetsen met de formules die je hebt. Maar of dat het nu verstandig is om als beginner blindelings op je inzicht te vertrouwen...dan kan je bedrogen uitkomen.
Strikt genomen klopt je berekening niet en is die ook niet netjes opgeschreven, maar je gedachtengang is goed en daardoor kom je toch op een goed antwoord uit.quote:Op dinsdag 3 september 2013 09:37 schreef sugar4 het volgende:
Zou iemand mij kunnen helpen? Het is niet echt een huiswerkvraag, maar vindt het een beetje overdreven om een topic voor aan te maken in K&W.
Onze oprit wordt komend weekend verhoogd (ligt aan een dijk). Nu komen er keerwanden om de boel op z'n plaats te houden. Nu moet ik alleen ook zand bestellen, maar ik weet niet zeker hoeveel.
Situatie: (Ik heb het in paint gemaakt dus let niet op de verhoudingen)
[ afbeelding ]
De oprit wordt met 1 meter verhoogd, maar om de inhoud te berekenen dacht ik dat het makkelijker was om de hoek 90 te maken. Dat is bij 1,5 meter.
Dus ik dacht 1,5*3,2*7,5 = 36 / 2 = 18*2/3 = 12m3 meter
Iemand enig idee of mijn berekening zo klopt of zie ik iets over het hoofd. Het gaat overigens om een benadering, maar ik wil geen bergen overhouden en zeker geen tekort.
Thanks voor de uitleg en bevestiging!quote:Op dinsdag 3 september 2013 12:35 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Strikt genomen klopt je berekening niet en is die ook niet netjes opgeschreven, maar je gedachtengang is goed en daardoor kom je toch op een goed antwoord uit.
Je zou eigenlijk met 7,2 moeten vermenigvuldigen in plaats van 7,5. In dat geval kom je op een iets lager antwoord uit, namelijk 11,52 m3. Maar aangezien de boel vast niet helemaal recht is en je zeker niet te weinig wil hebben, kun je beter 12 m3 nemen.
Je berekening wordt niet makkelijker zo, integendeel. Het gezochte volume kun je eenvoudig berekenen door de oppervlakte van de zwarte driehoek in zijaanzicht te vermenigvuldigen met 3,2. En de oppervlakte van die zwarte driehoek in zijaanzicht (halve basis maal hoogte, draai de tekening een kwart slag linksom) is ½·1·7,2 = 3,6 m². Het gezochte volume is dus 3,6·3,2 = 11,52 m³.quote:Op dinsdag 3 september 2013 09:37 schreef sugar4 het volgende:
Zou iemand mij kunnen helpen? Het is niet echt een huiswerkvraag, maar vindt het een beetje overdreven om een topic voor aan te maken in K&W.
Onze oprit wordt komend weekend verhoogd (ligt aan een dijk). Nu komen er keerwanden om de boel op z'n plaats te houden. Nu moet ik alleen ook zand bestellen, maar ik weet niet zeker hoeveel.
Situatie: (Ik heb het in paint gemaakt dus let niet op de verhoudingen)
[ afbeelding ]
De oprit wordt met 1 meter verhoogd, maar om de inhoud te berekenen dacht ik dat het makkelijker was om de hoek 90° te maken. Dat is bij 1,5 meter.
Dus ik dacht 1,5*3,2*7,5 = 36 / 2 = 18*2/3 = 12m3 meter
Kortere golflengtes kun je idd niet zien, dus je hebt waarschijnlijk gelijk. In de praktijk zal het ook lastig zijn om een spectrometer te maken die zowel in het zichtbare deel van het spectrum als in het UV deel lijnen kan zien.quote:Op woensdag 14 augustus 2013 23:06 schreef DefinitionX het volgende:
Enkele vragen over elektromagnetisch spectrum en de relatie met atomen:
1) In mijn boek zie ik een spectrum voor waterstof. Ik zie 4 streepjes die elk corresponderen met een bepaalde golflengte.
Echter met de Balmer-Rydberg vergelijking vind je golflengtes die lager zijn dan op het spectrum dat in het boek te zien is. Dus als er in het boek het laagste streepje = lambda 410 nm, kun je met de Balmer-Rydberg vergelijking nog lagere golflengtjes vinden.
Hoe moet ik dat zien? Ik vermoed omdat de afbeelding in het boek zichtbaar licht bedoelt met die 4 streepjes.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Evenredigheidquote:Op zondag 8 september 2013 14:39 schreef fruitsalade007 het volgende:
Wat is een recht evenredig verband?
Suspensie zijn deeltjes die niet opgelost zijn zoals suiker of zout maar eerder een zichtbaar mengsel vormen zoals Brinta in melk. Een emulsie zijn twee verschillende lagen (bijv. vloeistoffen, olie drijft op water) die niet mengen. Emulsies kunnen wel mengen met een emulgator en dan krijg je een suspensie geloof ik. Sap is een suspensie (in elk geval wel met sinaasappelsap en vruchtvlees). Koffie weet ik niet, koffie is dan net als thee een extractie van de oplosbare delen van de koffie in heet water (misschien zelfs een andere term voor). Kijk ook evt. op de beide Wikipediapagina's voor extra toelichting.quote:Op woensdag 4 september 2013 18:28 schreef Barthoofd het volgende:
Ik heb een eenvoudig probleem met scheikunde. We krijgen een herhalingstoets maar die stof is zo lang geleden uitgelegd, dat ik hier vast zit.
Het gaat om het verschil tussen een suspensie en een emulsie. Ik snap de principes, maar ik weet niet hoe ik er een zou moeten herkennen. Hoe weet ik bijvoorbeeld of koffie een suspensie is, of een emulsie? Of sap? En bestaat er ook een combinatie tussen een suspensie en een emulsie?
Ik hoop dat iemand mij dit kan uitleggen
Dat de een een veelvoud is van de ander. Bijv. met briefjes van 10,-quote:Op zondag 8 september 2013 14:39 schreef fruitsalade007 het volgende:
Wat is een recht evenredig verband?
Ik heb hier geen duidelijke zin uit kunnen pikken die aangeeft wat het betekent..quote:Op zondag 8 september 2013 14:47 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
https://nl.wikipedia.org/wiki/Evenredigheid
Stel je fietst met 30 km / uur.quote:Op zondag 8 september 2013 14:49 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Ik heb hier geen duidelijke zin uit kunnen pikken die aangeeft wat het betekent..
Nee ik begrijp het al. Je eerste post was al vrij duidelijk, dus bedankt. Zou je nog twee voorbeelden kunnen geven? (moet d'r 4 geven)quote:Op zondag 8 september 2013 14:51 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Stel je fietst met 30 km / uur.
De totale afstand is dan recht evenredig aan de totale reistijd.
1 uur - 30 km
2 uur - 60 km
3 uur - 90 km
etc.
Mocht het zo nog niet duidelijk zijn dan ben ik benieuwd van wie of waar je deze term voor het eerst tegen kwam.
Ow ik mag je huiswerk gaan maken? Ga ik niet doen, denk dat je wel slim genoeg bent.quote:Op zondag 8 september 2013 14:54 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Nee ik begrijp het al. Je eerste post was al vrij duidelijk, dus bedankt. Zou je nog twee voorbeelden kunnen geven? (moet d'r 4 geven)
quote:Op zondag 8 september 2013 14:58 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Ow ik mag je huiswerk gaan maken? Ga ik niet doen, denk dat je wel slim genoeg bent.
Desnoods google je maar. Kwam er net al een tegen van hotelkamerovernachtingen.
Wiskundig gezien is iedere lijn y = ax rechtevenredig. y is namelijk een veelvoud van x. Nu moet je toch wel wat zaken kunnen opdreunen?quote:Op zondag 8 september 2013 14:54 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Nee ik begrijp het al. Je eerste post was al vrij duidelijk, dus bedankt. Zou je nog twee voorbeelden kunnen geven? (moet d'r 4 geven)
Lees het nog een keer...quote:Op zondag 8 september 2013 14:49 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Ik heb hier geen duidelijke zin uit kunnen pikken die aangeeft wat het betekent..
Het kiemgetal of kolonievormende eenheden (kve) is het aantal bacteriekiemen dat zich in of op een product bevindt.quote:Op maandag 9 september 2013 00:03 schreef DefinitionX het volgende:
Kan iemand me aub uitleggen wat kve inhoudt en hoe je het berekent. Ben moe en heb een grote deel van de dag gestudeerd.
Wat ik weet is dat het met het kiemgetal te maken heeft. Kiemgetal bereken je geloof ik door het aantal kolonies te delen door het oppervlak, nietwaar? Kve heeft te maken met eenheden, maar wat precies weet ik niet.
Dankje.quote:Op maandag 9 september 2013 00:35 schreef thenxero het volgende:
[..]
Het kiemgetal of kolonievormende eenheden (kve) is het aantal bacteriekiemen dat zich in of op een product bevindt.
Wat is een atoomsoort? Wat is een molecuul?quote:Op woensdag 11 september 2013 20:32 schreef fruitsalade007 het volgende:
Hoeveel molecuul- en atoomsoorten bestaan er?
Deze vragen had ik al beantwoord. (niet zo moeilijk ;p) Overigens weet ik het aantal atoomsoorten al, namelijk 110. Alleen het aantal molecuulsoorten kan ik echt niet vinden, enig idee?quote:Op woensdag 11 september 2013 20:41 schreef Aardappeltaart het volgende:
[..]
Wat is een atoomsoort? Wat is een molecuul?
Hoeveel atomen zijn er (hint: kijk in het Periodiek systeem). Waaruit bestaat een molecuul?
Hoop dat deze hulpvragen je in de goeie richting helpen!
Ah top! Het is slim om te vermelden hoever je al bent met je vraag in plaats van die zo hier neer te gooien, dan krijgen mensen minder snel het idee dat je je huiswerk dumpt. Zomaar 'n tip !quote:Op woensdag 11 september 2013 20:47 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Deze vragen had ik al beantwoord. (niet zo moeilijk ;p) Overigens weet ik het aantal atoomsoorten al, namelijk 110. Alleen het aantal molecuulsoorten kan ik echt niet vinden, enig idee?
Afleesfout is denk ik wanneer je bijv. een analoge weegschaal gebruikt en je een schatting moet geven. Maar ook als je bij een titratie een ijklijn van 10 erlenmeyers tot het streepje moet vullen.quote:Op donderdag 12 september 2013 19:40 schreef BalotelliFan het volgende:
Zou iemand mij kunnen vertellen wat het verschil tussen een afleesfout en een toevallige fout is?
Bij voorbaat dank!
Zoals Scuidward het zie, zie ik het ook.quote:Op donderdag 12 september 2013 19:40 schreef BalotelliFan het volgende:
Zou iemand mij kunnen vertellen wat het verschil tussen een afleesfout en een toevallige fout is?
Bij voorbaat dank!
Zo zout heb ik het nog nooit gegeten. Wat jij moet doen is gewoon die opgave opnieuw maken, maar nu fatsoenlijk. Je uitwerking is sowieso fout en onbruikbaar.quote:Op maandag 23 september 2013 14:09 schreef GoodGawd het volgende:
Hello ik heb tijdje geleden een berekening gemaakt, ik zit nu weer te reviewen maar ik snap niet meer waar het getal 15.63 vandaag komt in de regel waar staat ABC-formule. Kan iemand me helpen mijn eigen uitwerking knoeiwerk te ontcijferen?
Wat hij bedoelt te zeggen is dat je enkel de wortel van de discriminant moet nemen, dusquote:Op maandag 23 september 2013 20:32 schreef Riparius het volgende:
[..]
Zo zout heb ik het nog nooit gegeten. Wat jij moet doen is gewoon die opgave opnieuw maken, maar nu fatsoenlijk. Je uitwerking is sowieso fout en onbruikbaar.
Ik vermoed dat je destijds iets verkeerd hebt ingetoetst op je calculator aangezien (1/15,63)2 ≈ 0,004. Maar dan nog. Ik zie dat je de abc-formule ook niet eens correct weet te gebruiken. Epic fail.
En dat je b² hebt, en niet -b².quote:Op maandag 23 september 2013 22:57 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Wat hij bedoelt te zeggen is dat je enkel de wortel van de discriminant moet nemen, dus
x1,2 = (-b ± √D)/(2a) met D = b2 -4•a•c.
Ook dat nog ja.quote:Op maandag 23 september 2013 23:40 schreef thenxero het volgende:
[..]
En dat je b² hebt, en niet -b².
Verdomme, mijn hele reactie weg.quote:Op maandag 30 september 2013 21:57 schreef AlexanderC het volgende:
Ik heb al het volgende:
25000mg/0.200l=125000 ppm aluminumsulfaat in de 1e oplossing
125000x(15/250)=7500 ppm aluminiumsulfaat in de tweede oplossing.
Maar daarna gaat het fout. Wie helpt mij?
Voorbeeld:quote:Op maandag 30 september 2013 22:23 schreef AlexanderC het volgende:
Ik kom niet op het juiste antwoord.
In theorie zou het inderdaad moeten werken, maar ergens gaat het mis. Kan iemand het niet gewoon voordoen? zo moeilijk kan het toch niet zijn?
Aluminiumsulfaat heeft een molgewicht van 342.15 g/mol. Aluminium heeft een molgewicht van 26.98 g/mol. Dus 26.98x2 / 342.15 is de ratio van aluminium in het aluminiumsulfaat. Reken dit om naar de fractie in 25 gram. Dan weet je hoeveel gram aluminium je in 200 ml hebt (reken om naar een percentage). De oplossing is homogeen dus als je 15 ml er uit haalt dan heb je dus hetzelfde percentage aluminium als in de maatkolf van 200 ml. Als je bijvoorbeeld 3% hebt in 200 ml dan heb je dus ook 3% in 15 ml. Reken die 3% weer om naar een gewicht. Reken dan het aluminium gewicht weer om naar een percentage en zet het dan om naar ppm.quote:Op maandag 30 september 2013 21:20 schreef AlexanderC het volgende:
Hallo ik heb een vraag waar ik maar niet uitkom.
Er wordt 25 gram Aluminiumsulfaat opgelost en in een maatkolf van 200 mL gedaan. Hieruit wordt na aanvullen en homogeniseren 15 mL gepipetteerd in een maatkolf van 250 mL en aangevuld.
a) Hoeveel ppm Al bevat de laatste oplossing
b) Hoeveel ppm Sulfaat bevat de laatste oplossing
Ik vind het inderdaad ook een beetje aan de warrige kant. Bovendien heeft de vraagsteller al de juiste concentratie aluminiumsulfaat van de eindoplossing (in ppm) te pakken, dus hij hoeft dat alleen nog maar te vermenigvuldigen met de molfracties van de ionen om de juiste antwoorden te krijgen.quote:Op maandag 30 september 2013 23:15 schreef Platina het volgende:
[..]
Aluminiumsulfaat heeft een molgewicht van 342.15 g/mol. Aluminium heeft een molgewicht van 26.98 g/mol. Dus 26.98x2 / 342.15 is de ratio van aluminium in het aluminiumsulfaat. Reken dit om naar de fractie in 25 gram. Dan weet je hoeveel gram aluminium je in 200 ml hebt (reken om naar een percentage). De oplossing is homogeen dus als je 15 ml er uit haalt dan heb je dus hetzelfde percentage aluminium als in de maatkolf van 200 ml. Als je bijvoorbeeld 3% hebt in 200 ml dan heb je dus ook 3% in 15 ml. Reken die 3% weer om naar een gewicht. Reken dan het aluminium gewicht weer om naar een percentage en zet het dan om naar ppm.
^^ Beetje warrig maar hopelijk kom je er uit (en klopt mijn uitleg ook nog )
Uit je hoofd suggereert toch echt stampen. Het is eigenlijk het periodieke systeem, maar dan net een stapje hoger.quote:Op vrijdag 4 oktober 2013 23:49 schreef Rezania het volgende:
Ik moet alle 20 aminozuren (eigenschappen, groep, drieletterige code, eenletterige code) uit mijn hoofd leren. Iemand die een goede methode of site weet? Want gewoon stampen werkt tot nu toe niet echt.
Drieletterige code gaat wel, vooral omdat ik daar op de middelbare ook mee moest werken. Groepen zijn eigenlijk op zich ook wel te doen, ik kan prima bepalen of een aminozuur aromatisch is of niet om maar wat te noemen. Vooral de éénletterige code en het koppelen van namen aan structuren wil niet echt lukken. Dat eerste omdat ik er voordat ik aan mijn studie begon nog nooit van had gehoord, en dat tweede omdat ik daar vroeger Binas voor had.quote:Op vrijdag 4 oktober 2013 23:54 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Uit je hoofd suggereert toch echt stampen. Het is eigenlijk het periodieke systeem, maar dan net een stapje hoger.
Of gewenning als je bijv. 1 jaar lang dergelijk onderzoek doet. Je hebt waarschijnlijk al gemerkt dat de drieletterige code vaak dezelfde is als de eenletterige code, ik zou bijvoorbeeld eerder uitzonderingen gaan leren en daarna degene die geen uitzonderingen zijn. Groepen zijn volgens mij alleen het dipoolmoment? En soms zuur/basisch als het carbonzuren zijn? Maar nee, misschien weet iemand anders de gouden tip. Hoelang zit je hier al mee?
Heb je al gezocht naar sites die random je kennis testen en degene die je weet minder vaak in de roulatie neemt?
Hoewel dit forum natuurlijk veel beter is dan google gezien de persoonlijke interactie zullen er meer mensen zijn geweest met jouw probleem. Ik heb het zelf slechts voor èèn vak moeten kennen als onderdeel van een tentamen o.i.d. dus je kan je mijn laconiekheid wel enigszins voorstellen. Ik denk nog steeds stampen, maar wie weet ...quote:Op zaterdag 5 oktober 2013 00:06 schreef Rezania het volgende:
En nee, ik had nog niet gegoogled, helemaal niet aan gedacht.
Ik heb dus gegoogled, maar de twee quizzen die ik vond bevatten geen proline, maar wel zuren. Die zuren heb ik niet nodig, maar proline moet ik wel weten. Beetje onhandig dus.quote:Op zaterdag 5 oktober 2013 00:08 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Hoewel dit forum natuurlijk veel beter is dan google gezien de persoonlijke interactie zullen er meer mensen zijn geweest met jouw probleem. Ik heb het zelf slechts voor èèn vak moeten kennen als onderdeel van een tentamen o.i.d. dus je kan je mijn laconiekheid wel enigszins voorstellen. Ik denk nog steeds stampen, maar wie weet ...
In elk geval succes.
Ik zou het interactiever maken voor jezelf dan. Creatief gaan doen met post-its, a4-tjes, afdekken, ezelsbruggetjes ... en anders docenten om tips vragen? Het leerproces werkt op vele manieren, maar aangezien ik geen huiswerkbegeleider ben durf ik niet te zeggen wat ideaal is.quote:Op zaterdag 5 oktober 2013 00:13 schreef Rezania het volgende:
[..]
Ik heb dus gegoogled, maar de twee quizzen die ik vond bevatten geen proline, maar wel zuren. Die zuren heb ik niet nodig, maar proline moet ik wel weten. Beetje onhandig dus.
En aminozuren zijn best wel belangrijk voor mijn studie, dus ik wil ze gelijk even goed leren. Voor mijn gevoel lukt dat niet echt met stampen.
Misschien dat er een spel is of zo, ik zal eens zoeken. In ieder geval bedankt voor de tips.quote:Op zaterdag 5 oktober 2013 00:16 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Ik zou het interactiever maken voor jezelf dan. Creatief gaan doen met post-its, a4-tjes, afdekken, ezelsbruggetjes ... en anders docenten om tips vragen? Het leerproces werkt op vele manieren, maar aangezien ik geen huiswerkbegeleider ben durf ik niet te zeggen wat ideaal is.
Ik laat het dan maar even aan andere users over die dit later zullen lezen
Alle 20 aminozuren heb ik ook nog een keer moeten leren. Ik onthield de letters die niet gebruikt werden, omdat die een niet-bestaand woord vormen: BJOUXZ. Aan de hand daarvan ben ik verder gaan leren. Bij het repeteren zette ik het hele alfabet zonder die niet-gebruikte letters onder elkaar. Daarna zette ik de drieletterige codes erbij. Daarvan beginnen er 11 met dezelfde letter als de eenletterige code en zijn daarom makkelijk te onthouden. Een aantal andere drieletterige codes zijn toch ook wel te onthouden:quote:Op zaterdag 5 oktober 2013 00:20 schreef Rezania het volgende:
[..]
Misschien dat er een spel is of zo, ik zal eens zoeken. In ieder geval bedankt voor de tips.
Het is eigenlijk de bedoeling dat je het leert te begrijpen, ipv te ctrl-c ctrl-v'en.quote:Op zondag 8 september 2013 14:54 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Nee ik begrijp het al. Je eerste post was al vrij duidelijk, dus bedankt. Zou je nog twee voorbeelden kunnen geven? (moet d'r 4 geven)
Vreemde vraag aangezien zo goed als niemand dit weet natuurlijk.quote:Op woensdag 11 september 2013 20:47 schreef fruitsalade007 het volgende:
[..]
Deze vragen had ik al beantwoord. (niet zo moeilijk ;p) Overigens weet ik het aantal atoomsoorten al, namelijk 110. Alleen het aantal molecuulsoorten kan ik echt niet vinden, enig idee?
Via de gevolgen van puntmutaties? :pquote:Op vrijdag 4 oktober 2013 23:49 schreef Rezania het volgende:
Ik moet alle 20 aminozuren (eigenschappen, groep, drieletterige code, eenletterige code) uit mijn hoofd leren. Iemand die een goede methode of site weet? Want gewoon stampen werkt tot nu toe niet echt.
Je vraag is in deze vorm eigenlijk niet te beantwoorden, en uit je vraagstelling blijkt dat je inderdaad niet begrijpt wat een potentiaal(verschil) is, maar ik ga toch een poging doen het (eenvoudig) uit te leggen.quote:Op zaterdag 5 oktober 2013 21:13 schreef DefinitionX het volgende:
Als Epot de potentiele energie is van een punt P in een elektrisch veld, wat is dan het potentiaal in dat punt? Het wordt uitgedrukt in volt. Ik wil graag weten wat het is, niet hoe je het berekent.
Jij hebt het hier over codons, maar dat is volgende mij niet de vraag. Bovendien zijn er 43 = 64 verschillende codons, niet slechts 20.quote:Op zondag 6 oktober 2013 02:57 schreef boyv het volgende:
[..]
Via de gevolgen van puntmutaties? :p
Scheelt je in ieder geval bijna de helft.
Sikkelcelmutatie als voorbeeld. Veroorzaakt door GAG (glutamine, hydrofiel) --> GTG (valine, hydrofoob), etc..
Nog 18 te gaan!
Dit klinkt wel als een goed systeem, ga ik zeker proberen. Bedankt.quote:Op zondag 6 oktober 2013 00:10 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Alle 20 aminozuren heb ik ook nog een keer moeten leren. Ik onthield de letters die niet gebruikt werden, omdat die een niet-bestaand woord vormen: BJOUXZ. Aan de hand daarvan ben ik verder gaan leren. Bij het repeteren zette ik het hele alfabet zonder die niet-gebruikte letters onder elkaar. Daarna zette ik de drieletterige codes erbij. Daarvan beginnen er 11 met dezelfde letter als de eenletterige code en zijn daarom makkelijk te onthouden. Een aantal andere drieletterige codes zijn toch ook wel te onthouden:
• F - Phe - Fenylalanine: Ph spreek je uit als F
• R - Arg - Arginine: de r zit in de drieletterige code
• Y - Tyr - Tyrosine: de y zit in de drieletterige code
Verder heb je nog het onderscheid tussen asparaginezuur en glutaminezuur. Asparaginezuur komt eerder in het alfabet dan glutaminezuur en krijgt een eenletterig symbool dat eerder in het alfabet komt:
• D - Asp - Asparaginezuur
• E - Glu - Glutaminezuur
Op dezelfde manier komt asparagine eerder in de lijst dan glutamine. Je kunt dat eventueel onthouden aan de hand van het eenletterige symbool N dat ook voorkomt in Asn (asparagine).
Je hebt dan alleen nog lysine en tryptofaan die je zonder ezelsbrug moet proberen te onthouden.
Voor de structuren kan ik je geen tips geven. Vaak tekenen en oefenen!
Dan moet ik ook alle codons gaan stampen, niet zo handig.quote:Op zondag 6 oktober 2013 02:57 schreef boyv het volgende:
[..]
Via de gevolgen van puntmutaties? :p
Scheelt je in ieder geval bijna de helft.
Sikkelcelmutatie als voorbeeld. Veroorzaakt door GAG (glutamine, hydrofiel) --> GTG (valine, hydrofoob), etc..
Nog 18 te gaan!
Je post zelf dat je die moet weten?quote:Op zondag 6 oktober 2013 11:46 schreef Rezania het volgende:
[..]
Dit klinkt wel als een goed systeem, ga ik zeker proberen. Bedankt.
[..]
Dan moet ik ook alle codons gaan stampen, niet zo handig.
Nee? Alleen de namen, structuren en codes.quote:
Het is ontbinden in factoren (zo noemden ze dat dacht ik), stukje horizontaal en stukje verticaal, of loodrecht of hoe ze het noemen in de natuurkunde. De kracht werkt onder een hoek van 25 graden op 'iets'.quote:Op zondag 6 oktober 2013 14:57 schreef whoyoulove het volgende:
kan iemand me helpen
ik snap de volgende niet:
cos a = Fx/F => Fx = 40xcos25=36 N
misschien een heel domme vraag, maar hoe kom je in godsnaam uit op 36 als je die twee cijfers met elkaar vermenigvuldigt?
(excuses voor mijn 'domme' vraag, maar heb jaren geen natuurkunde gehad + nooit wiskunde b )
Een kracht kun je ontbinden in een x-component en een y component. Stel dat deze hoek alpha de hoek is tussen de kracht en zijn x-component. Dan heb je een driehoek met schuine zijde F, aanliggende zijde Fx. Voor deze driehoek (als er een hoek van 90 graden is), geldt:quote:Op zondag 6 oktober 2013 14:57 schreef whoyoulove het volgende:
kan iemand me helpen
ik snap de volgende niet:
cos a = Fx/F => Fx = 40xcos25=36 N
misschien een heel domme vraag, maar hoe kom je in godsnaam uit op 36 als je die twee cijfers met elkaar vermenigvuldigt?
(excuses voor mijn 'domme' vraag, maar heb jaren geen natuurkunde gehad + nooit wiskunde b )
quote:Op zondag 6 oktober 2013 15:19 schreef Aardappeltaart het volgende:
[..]
Een kracht kun je ontbinden in een x-component en een y component. Stel dat deze hoek alpha de hoek is tussen de kracht en zijn x-component. Dan heb je een driehoek met schuine zijde F, aanliggende zijde Fx. Voor deze driehoek (als er een hoek van 90 graden) is, geldt:
[tex] \[\begin{align}
& \cos \alpha =\frac{AanliggendeZijde}{SchuineZijde}=\frac{F}{{{F}_{x}}} \\
& {{F}_{x}}=F*\cos \alpha \\
\end{align}\]
[/tex]
Stel dat F=40, en alpha 25, en je voert die vermedigvuldiging uit, krijg je 36N als uitkomst.
EDIT: (Kak, eerste poging met LaTeX mislukt, wat doe ik fout?)
In ieder geval: De vergelijking moest zijn:
Cos(a)= AanliggendeZijde/SchuineZijde = Fx/F
Fx = F*Cos(a)
EDIT2: Scuidward was me voor. Het heet trouwens niet ontbinden in factoren, maar ontbinden van een kracht. Ontbinden in factoren is een getal ontbinden in een product van priemgetallen.
1 2 | [tex] \cos(a)= \frac{aanliggende \ zijde}{schuine \ zijde}=Fx/F[/tex] [tex]Fx=F \cdot \cos(a)[/tex] |
Dankje! Ik denk dat ik hem door heb nu. Gewoon per regel een set tex-tags. Ik gebruik MathType, en converteer dat dan naar TeX.quote:
Je hebt toch wel eens in een lift gestaan?quote:Op dinsdag 8 oktober 2013 15:37 schreef whoyoulove het volgende:
Nog een vraagje haha:
ik lees in mijn boek dat:
-als een lift optrekt (dus naar boven gaat), dat het voorwerp dan een resulterende kracht omhoog ondervindt. De extra kracht die op het voorwerp geleverd uitgeoefend wordt is de normaalkracht. De normaalkracht is in die situatie dus groter dan de zwaartekracht
maar
als de lift in constante snelheid omhoog beweegt, is de resulterende kracht op het voorwerp gelijk aan nul. normaalkracht is gelijk aan zwaartekracht
ik snap alleen niet waarom de normaalkracht bij het tweede geval gelijk is aan de zwaartekracht? je beweegt toch immers omhoog? :S
Dat heeft mijns inziens ook met moment te maken. Je moet eerst een versnelling bereiken maar om met constante snelheid te bewegen zijn andere krachtenverhoudingen vereist in vergelijking met de eerste stapjes om die lift in beweging te krijgen.quote:Op dinsdag 8 oktober 2013 15:37 schreef whoyoulove het volgende:
Nog een vraagje haha:
ik lees in mijn boek dat:
-als een lift optrekt (dus naar boven gaat), dat het voorwerp dan een resulterende kracht omhoog ondervindt. De extra kracht die op het voorwerp geleverd wordt is de normaalkracht. De normaalkracht is in die situatie dus groter dan de zwaartekracht
maar
als de lift in constante snelheid omhoog beweegt, is de resulterende kracht op het voorwerp gelijk aan nul. normaalkracht is gelijk aan zwaartekracht
ik snap alleen niet waarom de normaalkracht bij het tweede geval gelijk is aan de zwaartekracht? je beweegt toch immers omhoog? :S
Moment speelt hier geen rol, want we kijken hier niet naar het rotatie-effect van een kracht.quote:Op dinsdag 8 oktober 2013 16:41 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Dat heeft mijns inziens ook met moment te maken. Je moet eerst een versnelling bereiken maar om met constante snelheid te bewegen zijn andere krachtenverhoudingen vereist in vergelijking met de eerste stapjes om die lift in beweging te krijgen.
Denk dat ie momentum bedoelt.quote:Op dinsdag 8 oktober 2013 17:22 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Moment speelt hier geen rol, want we kijken hier niet naar het rotatie-effect van een kracht.
Ja impuls. Sorry ...quote:
Verandering van de impuls speelt een rol:quote:
Ik herinner me zo'n liftvraag uit het hoofdstuk over krachten. Deze vraag was om de wetten van Newton (http://nl.wikipedia.org/wiki/Wetten_van_Newton) toe te passen:quote:Op dinsdag 8 oktober 2013 15:37 schreef whoyoulove het volgende:
Nog een vraagje haha:
ik lees in mijn boek dat:
-als een lift optrekt (dus naar boven gaat), dat het voorwerp dan een resulterende kracht omhoog ondervindt. De extra kracht die op het voorwerp geleverd wordt is de normaalkracht. De normaalkracht is in die situatie dus groter dan de zwaartekracht
maar
als de lift in constante snelheid omhoog beweegt, is de resulterende kracht op het voorwerp gelijk aan nul. normaalkracht is gelijk aan zwaartekracht
ik snap alleen niet waarom de normaalkracht bij het tweede geval gelijk is aan de zwaartekracht? je beweegt toch immers omhoog? :S
Je had ook even je berekening moeten geven. Je kunt wel beweren dat je iets goed hebt berekend, maar als je niet precies laat zien wat je hebt gedaan dan is die bewering niet te controleren.quote:Op woensdag 9 oktober 2013 20:12 schreef DefinitionX het volgende:
Stel dat je een horizontale lijn hebt.
Tussen 2 puntladingen op die lijn, Qa = 5.0 C en Qb -10.0 C ligt een punt M precies in het midden van deze punten. De afstand van de punten is gelijk aan 12.0 cm.
Wat is de potentiaal in punt M.
Wel....Ik had in gedachte: Vm= Vqa (tov punt m) + Vqb (tov punt m).
Dat klopt ook, tenminste, kwa antwoorden.
Echter, ik snap niet wat ik aan het doen ben. Sjure, het antwoord is goed, maar begrijpen is wat anders.
Lees mijn uitleg hierboven over het begrip potentiaal nog eens heel goed. We hebben gezien dat het potentiaalverschil ΔV tussen twee punten P en P' in een homogeen elektrisch veld en in de richting waarin de kracht wordt uitgeoefend op een puntlading die zich in dat veld bevindt niets anders is dan het product E·Δx van de veldsterkte en de afstand van de punten.quote:Als punt m een potentiaal heeft tegenover beide puntladingen, waarom telt men deze dan bij elkaar op? Ik lees ook dat het potentiaal positief of negatief kan zijn.
Ik hoop dat het antwoord op deze vragen je nu duidelijk is.quote:Stel dat de richting van beide potentialen in 1 richting is (wat het geval is hier denk ik met M is aangrijpingspunt), waarom is het potentiaal Vm= Vqa - Vqb (+ wordt - omdat de puntlading Qb negatief is) en niet gewoon beide potentialen als absolute tekens bijelkaar optellen?
Hoe kan een potentiaal uberhaupt negatief zijn? Want als je van Vqb aftrekt van Vqa haal je potentiaal weg ipv erbij doen? Want punt M heeft 2 potentiaal mogelijkheden.
quote:Ik heb er over nagedacht, maar kom er niet uit. Het zou kunnen dat ik het morgen wel snap, maar als iemand er wat over kan vertellen/toelichten, graag....
Het is niet meer dan een afspraak. Op oneindig grote afstand van de puntlading is de grootte van de veldsterkte tenslotte ook gelijk aan nul. Wiskundig komt het erop neer dat je de integratieconstante bij bovenstaande integraal gelijk neemt aan nul. En wat zou je anders als referentie willen nemen, en waarom?quote:Op woensdag 9 oktober 2013 23:19 schreef DefinitionX het volgende:
Het enige wat nog een beetje onduidelijk is, is waarom men de potentiaal op eineindige grote afstand neemt. Ik denk dat hiermee bedoeld wordt het referentiepunt van de potentiaal. Hoe zou ik dat moeten illustreren? Kun je misschien een voorbeeld geven?
Aha! Je hebt gelijk. Waarom zou ik dat doen? Het heeft niet echt zin.quote:Op woensdag 9 oktober 2013 23:25 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het is niet meer dan een afspraak. Op oneindig grote afstand van de puntlading is de grootte van de veldsterkte tenslotte ook gelijk aan nul. Wiskundig komt het erop neer dat je de integratieconstante bij bovenstaande integraal gelijk neemt aan nul. En wat zou je anders als referentie willen nemen, en waarom?
Het rubber wordt zachter. Dat heeft tot gevolg dat je grip op het wegdek verbetert.quote:Op maandag 14 oktober 2013 18:54 schreef whoyoulove het volgende:
Waarom heeft een warme band een betere grip op de weg? Het is vast een heel simpele vraag maar weet echt niet wat mijn antwoord hierop zou moeten zijn.
Mijn theorie, het rubber wordt meer vervormbaar waardoor de vorm van het deel van de band wat contact maakt met de weg beter aansluit op de vorm van de weg. Bedenk hierbij dat het niet alleen gaat om wat je met het blote oog kan zien, die weg die vlak oogt is wellicht helemaal niet zo vlak als je bij wijze van spreken met een microscoop naar die weg gaat kijken.quote:Op maandag 14 oktober 2013 18:54 schreef whoyoulove het volgende:
Waarom heeft een warme band een betere grip op de weg? Het is vast een heel simpele vraag maar weet echt niet wat mijn antwoord hierop zou moeten zijn.
Precies dit. Het rubber wordt zachter waardoor het meer contact met de weg maakt. Een equivalente uitspraak is dat de wrijvingscoëfficient dan hoger wordt.quote:Op maandag 14 oktober 2013 19:26 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Mijn theorie, het rubber wordt meer vervormbaar waardoor de vorm van het deel van de band wat contact maakt met de weg beter aansluit op de vorm van de weg. Bedenk hierbij dat het niet alleen gaat om wat je met het blote oog kan zien, die weg die vlak oogt is wellicht helemaal niet zo vlak als je bij wijze van spreken met een microscoop naar die weg gaat kijken.
Zoek eens op wat de statische wrijvingscoëfficiënt is. Dat is hetzelfde principe.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
Post je vraag maar, dan zal ik kijken of ik je kan helpen.quote:
Maar dan moet die pentanol dus eerst de H van zijn OH-groep kwijtraken zodat zijn O negatief geladen wordt, hoe gebeurt dat dan? Gewoon zomaar opeens?quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:07 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Post je vraag maar, dan zal ik kijken of ik je kan helpen.
Het mechanisme in je vorige post klopt trouwens niet. Een alcohol is niet nucleofiel genoeg om te doen wat jij hebt getekend.
In jouw plaatje zie ik wel een propanol, geen pentanol. En deprotoneren kan met een base.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:09 schreef Rezania het volgende:
[..]
Maar dan moet die pentanol dus eerst de H van zijn OH-groep kwijtraken zodat zijn O negatief geladen wordt, hoe gebeurt dat dan? Gewoon zomaar opeens?
Ik zal de NMR-spectra even scannen.
Ja, propanol bedoel ik, sorry. De reactie was gekatalyseerd met een zuur ja, maar trekt dat zuur dat de H van die OH-groep weg?quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:13 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
In jouw plaatje zie ik wel een propanol, geen pentanol. En deprotoneren kan met een base.
Maar het is gebruikelijker om een omestering te doen met een katalytische hoeveelheid zuur.
Nee, de O van de carbonyl wordt geprotoneerd en krijgt dan een positieve lading. Die positieve lading trekt aan de elektronen van de π-binding, waardoor de C van de carbonyl elektrofieler wordt. Dan kan het alcohol wel gebonden worden.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:14 schreef Rezania het volgende:
[..]
Ja, propanol bedoel ik, sorry. De reactie was gekatalyseerd met een zuur ja, maar trekt dat zuur dat de H van die OH-groep weg?
En dan laat hij op een gegeven moment dat proton weer los zodat je weer het zuur krijgt waar je mee begon, waardoor het een katalysator is.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:17 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Nee, de O van de carbonyl wordt geprotoneerd en krijgt dan een positieve lading. Die positieve lading trekt aan de elektronen van de π-binding, waardoor de C van de carbonyl elektrofieler wordt. Dan kan het alcohol wel gebonden worden.
Hier staat het mechanisme uitgebreid getekend: http://science.uvu.edu/oc(...)transesterification/quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:22 schreef Rezania het volgende:
[..]
En dan laat hij op een gegeven moment dat proton weer los zodat je weer het zuur krijgt waar je mee begon, waardoor het een katalysator is.
Zo, dat is nog behoorlijk groot. Echt niet dat ik dat zelf kon bedenken. Gelukkig hoeft dat ook niet per se.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:24 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Hier staat het mechanisme uitgebreid getekend: http://science.uvu.edu/oc(...)transesterification/
Let vooral ook even op de extra informatie die onderaan staat. Je zult of het alcohol dat je er afsloopt moeten verwijderen of het alcohol dat de reactie moet aangaan met het ester in overmaat aanbieden om de reactie te laten aflopen. Anders krijg je een mengsel van twee esters.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:28 schreef Rezania het volgende:
[..]
Zo, dat is nog behoorlijk groot. Echt niet dat ik dat zelf kon bedenken. Gelukkig hoeft dat ook niet per se.
Ah, dat verklaart waarom ik een overmaat aan alcohol moest toevoegen, veel meer dan 1 op 3. Ik heb hem uitgevoerd in het lab, maar ik heb nog moeite om de praktijk aan de theorie te koppelen (eerste keer en zo).quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:36 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Let vooral ook even op de extra informatie die onderaan staat. Je zult of het alcohol dat je er afsloopt moeten verwijderen of het alcohol dat de reactie moet aangaan met het ester in overmaat aanbieden om de reactie te laten aflopen. Anders krijg je een mengsel van twee esters.
Mijn ervaring is overigens dat je reacties beter leert begrijpen als je ze ook uitvoert in het lab.
quote:Op woensdag 16 oktober 2013 20:44 schreef Rezania het volgende:
[..]
Ah, dat verklaart waarom ik een overmaat aan alcohol moest toevoegen, veel meer dan 1 op 3. Ik heb hem uitgevoerd in het lab, maar ik heb nog moeite om de praktijk aan de theorie te koppelen (eerste keer en zo).
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Hij is voor deze stof:
[ afbeelding ]
Die cijfers boven heeft een assistent er snel bijgezet zonder echt duidelijk uit te leggen wat ze betekenen en waar ze vandaag komen, dus daar kon ik al niks mee. Ik meen me wel te herinneren dat de pieken iets zeggen over de buren, ben ik dan correct om te zeggen dat de buur van de eerste piek 3 waterstofatomen heeft en de eerste piek zelf twee waterstofatomen?
Nee, hij is tamelijk simpel, maar ik was even met iets anders bezig.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:02 schreef Rezania het volgende:
Dit is zeker iets te veel gevraagd, of niet? Ik kan het anders ook gewoon aan mijn assistent vragen als ik hem weer zie, geen zorgen.
1 + 1 = 2quote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:08 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
[..]
Nee, hij is tamelijk simpel, maar ik was even met iets anders bezig.
Ik ga je even een hint geven: elk cijfer dat je begeleider op de H-NMR heeft geschreven staat voor een hoeveelheid waterstoffen die bij een shifts hoort. Als je de molecuulstructuur goed bekijkt, dan zie je dat de waterstofatomen te groeperen zijn. Door te bepalen welke H's equivalent zijn, kun je zo zeggen welke H's bij welke shift horen.
Zo?quote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:08 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
[..]
Nee, hij is tamelijk simpel, maar ik was even met iets anders bezig.
Ik ga je even een hint geven: elk cijfer dat je begeleider op de H-NMR heeft geschreven staat voor een hoeveelheid waterstoffen die bij een shift hoort. Als je de molecuulstructuur goed bekijkt, dan zie je dat de waterstofatomen te groeperen zijn. Door te bepalen welke H's equivalent zijn, kun je zo zeggen welke H's bij welke shift horen.
Oh ja, natuurlijk. En de onderste 7 en 8 moeten worden verwisseld zodat beide zevens dezelfde buren hebben, evenals de achten?quote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:45 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Bij 2, 3 en 5 bevinden zich geen waterstoffen. En de 7 en 8 moet je onderaan verwisselen.
Inderdaad, die cyclische groep mag je als symmetrisch beschouwen. Feitelijk zijn er verschillende conformaties, maar dat verschil is niet te zien in het spectrum.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:48 schreef Rezania het volgende:
[..]
Oh ja, natuurlijk. En de onderste 7 en 8 moeten worden verwisseld zodat beide zevens dezelfde buren hebben, evenals de achten?
De eerste piek bevat 9 protonen, dus 9 H. 1 is drie keer dezelfde methylgroep, dus drie H, is 9 H in totaal. 6 zal dan wel bij de tweede piek horen. N trekt harder dan O, dus de eerste piek met vier protonen bij 8, de tweede bij 7. Dan de laatste piek bij 4.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:53 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Inderdaad, die cyclische groep mag je als symmetrisch beschouwen. Feitelijk zijn er verschillende conformaties, maar dat verschil is niet te zien in het spectrum.
Er zijn dus H's bij 1, 4, 6, 7 en 8. Hoeveel zijn dat er? En probeer dat aantal eens te koppelen aan het spectrum.
O is elektronegatiever dan N. Maar welke piek precies bij 7 en welke bij 8 hoort, dat durf ik niet te zeggen. Als je ChemBiooffice gebruikt voor je molecuulstructuren, dan kun je de ingebouwde tool gebruiken om te kijken wat die voorspelt. Ook is er een database die vaak door organisch chemici wordt gebruikt: http://sdbs.riodb.aist.go.jp/sdbs/cgi-bin/direct_frame_top.cgiquote:Op woensdag 16 oktober 2013 21:58 schreef Rezania het volgende:
[..]
De eerste piek bevat 9 protonen, dus 9 H. 1 is drie keer dezelfde methylgroep, dus drie H, is 9 H in totaal. 6 zal dan wel bij de tweede piek horen. N trekt harder dan O, dus de eerste piek met vier protonen bij 8, de tweede bij 7. Dan de laatste piek bij 4.
Ik ben in de war. O is inderdaad elektronegatiever dan N, hierdoor verschuift de piek naar links (dat zei een assistent). Maar goed, de H-NMR is geanalyseerd, dan kan je toch nog geen conclusies trekken? Daarvoor moet je de C-NMR en H-NMR combineren toch?quote:Op woensdag 16 oktober 2013 22:17 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
O is elektronegatiever dan N. Maar welke piek precies bij 7 en welke bij 8 hoort, dat durf ik niet te zeggen. Als je ChemBiooffice gebruikt voor je molecuulstructuren, dan kun je de ingebouwde tool gebruiken om te kijken wat die voorspelt. Ook is er een database die vaak door organisch chemici wordt gebruikt: http://sdbs.riodb.aist.go.jp/sdbs/cgi-bin/direct_frame_top.cgi
Ik weet niet meer precies waar het zit, (omdat ik het programma niet meer heb), maar je kunt in een van de pull-down-menu's iets aanvinken om een voorspelling te krijgen van het NMR-spectrum.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 22:20 schreef Rezania het volgende:
[..]
Ik ben in de war. O is inderdaad elektronegatiever dan N, hierdoor verschuift de piek naar links (dat zei een assistent). Maar goed, de H-NMR is geanalyseerd, dan kan je toch nog geen conclusies trekken? Daarvoor moet je de C-NMR en H-NMR combineren toch?
Ik heb ChemBioOffice ja, maar bedoel je met die tool MNR Lite? Want die heb ik nog niet aan de praat gekregen.
quote:Op woensdag 16 oktober 2013 22:28 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Ik weet niet meer precies waar het zit, (omdat ik het programma niet meer heb), maar je kunt in een van de pull-down-menu's iets aanvinken om een voorspelling te krijgen van het NMR-spectrum.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt. Superhandig.Ah, maar ja, zowel C als H was verplicht.quote:Je hoeft overigens niet per se een C-NMR te doen om zekerheid te hebben. Als je het spectrum van de uitgangsstof hebt, je neemt een spectrum op tijdens de reactie en dan nog na zuiveren van de stof, dan heb je in principe al bewijs. Voor publicatie wordt dan vaak nog wel een zwik analysemethoden toegepast om het bewijs rond te breien.
In ieder geval bedankt voor je hulp.Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
Ah, ik dacht, waarom staan die pieken zo.quote:Op woensdag 16 oktober 2013 22:38 schreef lyolyrc het volgende:
Die C-NMR is trouwens in de APT-modus (Attached Proton Test) opgenomen, waardoor je er wel wat over kunt zeggen. De koolstoffen waaraan een oneven aantal protonen is gebonden geven een naar boven gerichte piek. De koolstoffen waaraan zich 0 of 2 protonen bevinden geven een piek omlaag.
Maar je hebt inmiddels die NMR-tool gevonden, zie ik. Hou er wel rekening mee dat die niet altijd correct is. Hij geeft bijvoorbeeld wel eens voorspellingen voor de shift van het proton van een hydroxy-groep, terwijl die shift meestal niet zichtbaar is in het spectrum.
Hij heeft sowieso geen chiraal centrum.quote:Op donderdag 17 oktober 2013 21:09 schreef Discombobulate het volgende:
Hoi hoi
Even een vraagje,
Ik moet m.b.v. ChemSketch een structuurformule tekenen van een enantiomeer die optisch actief is en met één chiraal c-atoom.
Nu heb ik als enantiomeer CH2Se gekozen, dit is neem ik aan een entantiomeer? Hij kan immers in spiegelbeeld.
Nu was mijn vraag hoe weet ik of het molecuul optisch actief is?
Dus ik moet eigenlijks gewoon een molecuul nemen met één koolstof atoom die om zich heen gebonden is met vier groepen, bijvoorbeeld een -COOH groep?quote:Op donderdag 17 oktober 2013 21:10 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Hij heeft sowieso geen chiraal centrum.
Die moleculen zijn altijd wel optisch actief meende ik, wellicht dat je daar gewoon vanuit mag gaan in dit specifieke geval.
Je moet een enantiomeer tekenen, CH2Se is dit niet, immers die C heeft twee bindingen naar Se.quote:Op donderdag 17 oktober 2013 21:23 schreef Discombobulate het volgende:
[..]
Dus ik moet eigenlijks gewoon een molecuul nemen met één koolstof atoom die om zich heen gebonden is met vier groepen, bijvoorbeeld een -COOH groep?
Zodat wel asymmetrisch is, of begrijp ik het nou verkeerd?
Thank you, het is duidelijk nu.quote:Op donderdag 17 oktober 2013 21:32 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Je moet een enantiomeer tekenen, CH2Se is dit niet, immers die C heeft twee bindingen naar Se.
Denk dat je het wel begrijpt.
Het lijkt me dat daarmee bedoelt wordt dat het een gas is en dat het dus onmiddelijk ´wegvliegt´quote:Op vrijdag 18 oktober 2013 19:39 schreef Rezania het volgende:
[ afbeelding ]
Weet iemand wat er met die rechterpijl wordt bedoeld? Heb het wel vaker gezien bij reacties, maar de docent heeft er niks over gezegd en in het boek ben ik het ook nergens tegengekomen.
Inderdaad. Het stikstofgas zal de oplossing waarin je reactie plaatsvindt, verlaten.quote:Op vrijdag 18 oktober 2013 21:01 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
Het lijkt me dat daarmee bedoelt wordt dat het een gas is en dat het dus onmiddelijk ´wegvliegt´
En dat moeten ze per se met een pijl aangeven? Net alsof je dat zelf niet kan bedenken. Nou ja, weet ik dat ook weer.quote:Op vrijdag 18 oktober 2013 21:01 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
Het lijkt me dat daarmee bedoelt wordt dat het een gas is en dat het dus onmiddelijk ´wegvliegt´
Staat op de site.quote:Op vrijdag 18 oktober 2013 21:53 schreef Rezania het volgende:
Weet iemand of het mogelijk is studentenkorting te krijgen op WolframAlpha Pro als Nederlandse student?
Oh, ik heb alleen geprobeerd mij te registreren voor Pro met studentenkorting, dat was onsuccesvol.quote:Op vrijdag 18 oktober 2013 23:36 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
Staat op de site.
Maar kan je Mathematica niet gratis krijgen via universiteit?
Mathematica is het programma met programmeertaal.quote:Op vrijdag 18 oktober 2013 23:37 schreef Rezania het volgende:
[..]
Oh, ik heb alleen geprobeerd mij te registreren voor Pro met studentenkorting, dat was onsuccesvol.
Maar Mathematica, is dat hetzelfde als Pro? Of is dat gewoon een programma?
En die geeft geen stap voor stap antwoorden zoals alpha. Voor een enkele berekening kan alpha pro wel allerlei voordelen hebben.quote:Op zaterdag 19 oktober 2013 11:16 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
Mathematica is het programma met programmeertaal.
Gewoon Pro nemen dus.quote:Op zaterdag 19 oktober 2013 13:33 schreef thenxero het volgende:
[..]
En die geeft geen stap voor stap antwoorden zoals alpha. Voor een enkele berekening kan alpha pro wel allerlei voordelen hebben.
Of gewoon pen en papier nemen en je hersens gebruiken. Werkt altijd en overal, crasht nooit, en kost niets. Ik heb al eens eerder iemand die een systeem wilde hebben dat uitwerkingen kan produceren erop gewezen dat je daar niets van leert, en dat dergelijke geautomatiseerde systemen vaak ook niet de meest handige of gangbare uitwerkingen produceren.quote:
Met Wolfram Alpha kan je geen complexe dingen doen, dan begrijpt die interpreter het niet meer.quote:
Nou, ik wilde het eigenlijk voor scheikunde gaan gebruiken, niet voor wiskunde. Maar na wat nader onderzoek bleek dat Pro bar weinig toevoegt qua scheikunde, kan ik net zo goed geen Pro nemen.quote:Op zaterdag 19 oktober 2013 14:03 schreef Riparius het volgende:
[..]
Of gewoon pen en papier nemen en je hersens gebruiken. Werkt altijd en overal, crasht nooit, en kost niets. Ik heb al eens eerder iemand die een systeem wilde hebben dat uitwerkingen kan produceren erop gewezen dat je daar niets van leert, en dat dergelijke geautomatiseerde systemen vaak ook niet de meest handige of gangbare uitwerkingen produceren.
Wat je zegt klopt in elk geval ja. Niet zo mijn ding dus ik heb er even een plaatje bijgepakt.quote:Op zaterdag 19 oktober 2013 20:21 schreef DefinitionX het volgende:
http://users.telenet.be/toelating/biologie/
Bestand: BIOLOGIEaug2010.docx
Vraag 1.
Dat moet het ruw ER zijn, toch? In de buurt van de celkern heb je voorzover ik weet geen andere organellen (dicht tegen celkern aan bedoel ik). De ribosomen zitten dan weer op het ruw ER.
Bedankt!quote:Op woensdag 23 oktober 2013 15:31 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Wat je zegt klopt in elk geval ja. Niet zo mijn ding dus ik heb er even een plaatje bijgepakt.
[ afbeelding ]
http://nl.wikipedia.org/wiki/Organel
Een typische dierlijke cel. In het cytoplasma zijn de belangrijkste organellen en celstructuren: 1. Nucleolus, 2. Kern, 3. Ribosoom, 4. Vesikel, 5. Ruw endoplasmatisch reticulum, 6. Golgi-apparaat, 7. Cytoskelet, 8. Glad endoplasmatisch reticulum, 9. mitochondria, 10. Vacuole, 11. Cytosol, 12. Lysosoom, 13. Centriolen.
Waarschijnlijk is 1 een singlet omdat ook die waterstofatomen geen directe naaste buren hebben.quote:Op woensdag 23 oktober 2013 20:08 schreef Rezania het volgende:
Dat moment waarop je niet meer weet hoe je aan iets bent gekomen. Misschien dat iemand hier me kan helpen.
[ afbeelding ]
Hoe ben ik tot de conclusie gekomen dat 1 een singlet is? 1 heeft maar één buur, en die heeft geen waterstofatomen, dus dan zou het toch niks moeten zijn? Hetzelfde voor 4 trouwens, die heeft ook geen buren met H'tjes.
Edit: Ik geloof dat ik een heel verkeerd idee heb van wat nou multiplicity nou ook weer was.
Dus wat je eigenlijk zegt is dat 1 een singlet is, omdat 1 wel waterstofatomen heeft, maar geen buren met waterstofatomen?quote:Op woensdag 23 oktober 2013 21:04 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Waarschijnlijk is 1 een singlet omdat ook die waterstofatomen geen directe naaste buren hebben.
Dat zou dan ook 7 en 8 verklaren, allebei hebben ze zelf waterstofatomen (singlet dus) en twee buren met waterstofatomen (triplet). Je kan geen onderscheid maken tussen de ene 7 en de andere 7 in het spectra, dus logisch dat het een triplet wordt.quote:Multiplicity zegt iets over de naaste h-atomen. Weet je wel waarom 7 en 8 een triplet zijn?
Exact.quote:Op woensdag 23 oktober 2013 21:12 schreef Rezania het volgende:
[..]
Dus wat je eigenlijk zegt is dat 1 een singlet is, omdat 1 wel waterstofatomen heeft, maar geen buren met waterstofatomen?
Dat je geen onderscheid kan maken verklaart in dit geval ook de rel. int.quote:Dat zou dan ook 7 en 8 verklaren, allebei hebben ze zelf waterstofatomen (singlet dus) en twee buren met waterstofatomen (triplet). Je kan geen onderscheid maken tussen de ene 7 en de andere 7 in het spectra, dus logisch dat het een triplet wordt.
Maar dat is alleen relevant als je de stof nog moet bepalen, maar de stof weet ik al.quote:Op woensdag 23 oktober 2013 21:16 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Exact.
[..]
Dat je geen onderscheid kan maken verklaart in dit geval ook de rel. int.
Let wel, ze hebben alle vier slechts èèn buur met twéé waterstofatomen.
Bedoelde dat je zei dat het 'logisch is dat het een triplet wordt' omdat je geen onderscheid zou kunnen maken tussen de ene 7 en de andere 7, dat is volgens mij ietwat kort door de bocht. Wel hebben ze alle 4 slechts 1 buur met H-atomen (dus niet 'twee buren') omdat er ook nog O en N zitten in die ring, vandaar. Het klopt wel dat je inderdaad geen onderscheid kan maken. Mooi dat het heeft geholpen.quote:Op woensdag 23 oktober 2013 21:18 schreef Rezania het volgende:
[..]
Maar dat is alleen relevant als je de stof nog moet bepalen, maar de stof weet ik al.
Bedankt voor je hulp, ik kan weer verder.
Dat je een triplet ziet in het spectrum komt door spin-spin-koppeling. Omdat er twee naburige waterstofatomen zijn bij 8, zijn er drie situaties mogelijk:quote:Op woensdag 23 oktober 2013 21:12 schreef Rezania het volgende:
Dat zou dan ook 7 en 8 verklaren, allebei hebben ze zelf waterstofatomen (singlet dus) en twee buren met waterstofatomen (triplet). Je kan geen onderscheid maken tussen de ene 7 en de andere 7 in het spectra, dus logisch dat het een triplet wordt.
Ah, zo dus. Dat is eigenlijk best wel logisch. Bedankt.quote:Op woensdag 23 oktober 2013 21:59 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Dat je een triplet ziet in het spectrum komt door spin-spin-koppeling. Omdat er twee naburige waterstofatomen zijn bij 8, zijn er drie situaties mogelijk:
1) beide H's bij 8 hebben een spin met het elektrisch veld mee, waardoor een H bij 7 meer beïnvloed wordt door het magnetische veld, of
2) beide H's bij 8 hebben een spin tegen het veld in, waardoor een H bij 7 juist minder wordt beïnvloed door het magnetische veld, of
3) een H bij 8 heeft een spin met het veld mee en de ander tegen het veld in (of vice versa), waardoor een H bij 7 niet extra wordt beïnvloed door het magnetische veld.
Dat geeft:
1) een shift die meer downfield is (hogere ppm-waarde),
2) een shift die meer upfield is (lagere ppm-waarde),
3) een hogere shift midden tussen de andere shifts in.
Met vergelijkbare redenaties kun je nagaan dat 1 naburig H-atoom een doublet geeft, en 3 naburige H's een kwartet.
Zie ook hier.
Je bedoelt waarschijnlijk cytokinine. Het draait om een evenwicht van die stof met auxine, dat een heel scala aan effecten heeft.quote:Op maandag 28 oktober 2013 12:03 schreef DefinitionX het volgende:
Kan iemand mij aub uitleggen hoe auxine en cytokine samenhangen?
Volgens mij is het zo dat auxine cytokine activeert. Cytokine zorgt vervolgens voor de celdeling van de plant. Ik las ook iets over dat als er een lage concentratie auxine was, de plant aan de zijkant veel gaat groeien en een hoge concentratie auxine zorgt dat de plant omhoog groeit.
Iemand?
Om de opgenomen vermogens PA en PB van de lampjes A en B bij een aangelegde spanning van 15 volt te berekenen lezen we eerst uit de grafiek af dat bij deze spanning geldt IA = 0,55 A en IB = 0,4 A. Hiermee vinden we danquote:Op donderdag 31 oktober 2013 19:35 schreef DefinitionX het volgende:
Dankje lycolyc.
[ afbeelding ]
Ik kom bij vraag 7b op een hele andere waarde uit dan het antwoord in de bijlage, maar wel dat b een hoger vermogen heeft. Volgens het antwoordmodel is de stroom in vraag 7b gelijk aan 0.35 ampere, maar ik kom uit op 0.23 ampere.
Ongelooflijk bedankt voor de hulp bij deze fysica vraag. Ik dacht niet na over dat je de grafiek op die manier kon gebruiken. Ik keek zocht steeds algebraisch (weet niet of dit de juiste term is) naar een antwoord. Terugkijkend naar uw uitleg snap ik ook waarom het zo is. Het ligt in de aard van de serie- en parallelschakelingen.quote:Op donderdag 31 oktober 2013 21:48 schreef Riparius het volgende:
[..]
Om de opgenomen vermogens PA en PB van de lampjes A en B bij een aangelegde spanning van 15 volt te berekenen lezen we eerst uit de grafiek af dat bij deze spanning geldt IA = 0,55 A en IB = 0,4 A. Hiermee vinden we dan
PA = 15·0,55 = 8,25 W, PB = 15·0,4 = 6 W
Lampje A geeft dus het meeste licht, als we althans aannemen dat de rendementen van de lampjes gelijk zijn.
Bij serieschakeling geldt dat er dezelfde stroom door beide lampjes loopt en dat de som van de spanningen over de beide lampjes gelijk is aan 15 volt. Om uit de grafiek af te lezen hoe groot die stroom is, moet je een horizontale lijn vinden in de grafiek zodanig dat voor de snijpunten met de curves van lampje A en lampje B geldt dat de som van de afstanden van deze snijpunten tot de verticale as gelijk is aan 15.
We zien nu direct dat jouw antwoord niet klopt, want bij I = 0,25 A staat blijkens de grafiek over lampje A een spanning van ca. 2,5 volt en over lampje B een spanning van ca. 5 volt. Dat is samen 7,5 volt, en dus niet 15 volt.
Leggen we de horizontale lijn wat hoger in de grafiek, dan zien we gemakkelijk dat bij I = 0,35 A over lampje A een spanning staat van ca. 5 volt en over lampje B een spanning van ca. 10 volt. Samen dus 15 volt, zijnde de spanning die de spanningsbron levert. De gevraagde stroomsterkte bij serieschakeling is dus 0,35 A.
Om na te gaan welk lampje bij serieschakeling het meeste licht geeft, moeten we weer kijken naar het opgenomen vermogen van elk lampje afzonderlijk. Rekenwerk is hier niet nodig, want aangezien er dezelfde stroom door beide lampjes loopt, kunnen we direct zeggen dat lampje B nu tweemaal zoveel vermogen opneemt als lampje A. Onder de veronderstelling dat de rendementen van beide lampjes gelijk zijn, volgt hieruit dat lampje B nu het meeste licht geeft.
Ik denk dat er een factor 10 ergens fout zit, omdat het vitamine C gehalte ongeveer 35 mg/100g is.quote:Reactievergelijking 1:
KIO3 (s) ---> K+(aq) + IO3-(aq) (oplossen reactievergelijking)
Hieruit volgt de molverhouding: KIO3 : IO3- = 1:1.
Reactievergelijkingen 2 en 3:
IO3- (aq) + 5I- (aq) + 6H+ (aq) ---> 3I2 (aq) + 3H2O (l)
C6H8O6 (aq) + I2 (aq) ---> C6H6O6 + 2H+ (aq) + 2I- (aq)
Hieruit volgt de molverhouding : IO3- : C6H8O6 = 1:3.
Gegeven:
-Verschil buretstand (hoeveelheid toegevoegde kaliumjodaatoplossing) = 6,73mL .
-[KIO3] = 0,001M.
-Het gewicht van de sinaasappelsap = 74.46g.
-De soortelijke massa van de sinaasappelsap = 1,02 g/mL.
Gevraagd: Percentage mg C6H8O6 van 100g vruchtensap.
Berekening van mL gegeven stof naar mol reagerende ionsoort:
Hoeveel mmol IO3- is opgelost in 6,73mL 0,001M kaliumjodaatoplossing?
KIO3 : IO3- = 1:1. Dus [IO3-] = 0,001M.
Aantal mmol IO3- dat gereageerd heeft = 0,001M * 6,73mL = 0,00673mmol IO3-.
Berekening aantal mol gevraagde stof:
Uit de molverhouding, IO3- : C6H8O6 = 1:3, volgt dat het aantal mmol C6H8O6 dat gereageert heeft 3*0,00673mmol = 0,02019mmol C6H8O6 is.
Berekening mol naar procenten miligram vitamine C per 100 gram sinaassap:
De molaire massa van C6H8O6 is 176.1256 g/mol of 176.1256 mg/mmol.
0,02019mmol C6H8O6 * 176.1256mg/mmol = ong. 3.555975864mg Vitamine C in 74.46 g sap.
Ik zie het, dit moet gram zijn.quote:Op zondag 3 november 2013 14:18 schreef boyv het volgende:
Ik zie in de uitwerking zowel 74,46mg als 74,46g?
Werk de haakjes in de linkerformule eens weg en vereenvoudig de formule. Dat moet de rechterformule opleveren.quote:Op zondag 3 november 2013 19:34 schreef Iateyourtaco het volgende:
Hey kan iemand mij ff helpen met het substitutioneren/vergelijken van de raaklijn van;
[KNIP -som impliciet gedifferenteerd-] geeft y'=[ afbeelding ].
r.c. van de raaklijn aan de kromme moet (2,1) zijn, invullen geeft -6/11.
Wat ik even niet zie/snap is dat de vergelijking met de raaklijn (2,1) ook geschreven kan worden als [ afbeelding ] ofwel [ afbeelding ]
Je berekening klopt. Concentratie KIO3 wel goed afgelezen?quote:Op zondag 3 november 2013 14:15 schreef DrNick het volgende:
Voor mijn SK PO heb ik het gehalte vitamine C bepaald in sinaasappelsappen. Nu kom ik hier op uit:
[..]
Ik denk dat er een factor 10 ergens fout zit, omdat het vitamine C gehalte ongeveer 35 mg/100g is.
Jup.quote:Op zondag 3 november 2013 19:50 schreef yosander het volgende:
[..]
Je berekening klopt. Concentratie KIO3 wel goed afgelezen?
Kan er ook niet echt iets van maken momenteel (bier) en de berekening klopt verder. Er zou in de uitvoering een foutje kunnen zitten, of in de concentraties die je hebt gekregen / bereid, of tijdens het uitvoeren van de test / analyse.quote:
http://www.scholieren.com/praktische-opdracht/18168quote:Op zondag 3 november 2013 22:08 schreef boyv het volgende:
[..]
Kan er ook niet echt iets van maken momenteel (bier) en de berekening klopt verder. Er zou in de uitvoering een foutje kunnen zitten, of in de concentraties die je hebt gekregen / bereid, of tijdens het uitvoeren van de test / analyse.
Anders google je even naar hetzelfde practicum van iemand anders, en ga vergelijken. Met name de uitkomst in verhouding / percentages en de gebruikte concentraties.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |