abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_132487022
Dat moment waarop je niet meer weet hoe je aan iets bent gekomen. :') Misschien dat iemand hier me kan helpen.



Hoe ben ik tot de conclusie gekomen dat 1 een singlet is? 1 heeft maar één buur, en die heeft geen waterstofatomen, dus dan zou het toch niks moeten zijn? :? Hetzelfde voor 4 trouwens, die heeft ook geen buren met H'tjes.

Edit: Ik geloof dat ik een heel verkeerd idee heb van wat nou multiplicity nou ook weer was. :{

[ Bericht 3% gewijzigd door Rezania op 23-10-2013 20:25:38 ]
Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
  woensdag 23 oktober 2013 @ 21:04:09 #277
203089 Scuidward
Vleugje cynisme, vol verstand
pi_132490040
quote:
0s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 20:08 schreef Rezania het volgende:
Dat moment waarop je niet meer weet hoe je aan iets bent gekomen. :') Misschien dat iemand hier me kan helpen.

[ afbeelding ]

Hoe ben ik tot de conclusie gekomen dat 1 een singlet is? 1 heeft maar één buur, en die heeft geen waterstofatomen, dus dan zou het toch niks moeten zijn? :? Hetzelfde voor 4 trouwens, die heeft ook geen buren met H'tjes.

Edit: Ik geloof dat ik een heel verkeerd idee heb van wat nou multiplicity nou ook weer was. :{
Waarschijnlijk is 1 een singlet omdat ook die waterstofatomen geen directe naaste buren hebben.

Multiplicity zegt iets over de naaste h-atomen. Weet je wel waarom 7 en 8 een triplet zijn?
pi_132490509
quote:
0s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 21:04 schreef Scuidward het volgende:

[..]

Waarschijnlijk is 1 een singlet omdat ook die waterstofatomen geen directe naaste buren hebben.
Dus wat je eigenlijk zegt is dat 1 een singlet is, omdat 1 wel waterstofatomen heeft, maar geen buren met waterstofatomen?
quote:
Multiplicity zegt iets over de naaste h-atomen. Weet je wel waarom 7 en 8 een triplet zijn?
Dat zou dan ook 7 en 8 verklaren, allebei hebben ze zelf waterstofatomen (singlet dus) en twee buren met waterstofatomen (triplet). Je kan geen onderscheid maken tussen de ene 7 en de andere 7 in het spectra, dus logisch dat het een triplet wordt. :P
Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
  woensdag 23 oktober 2013 @ 21:16:54 #279
203089 Scuidward
Vleugje cynisme, vol verstand
pi_132490808
quote:
0s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 21:12 schreef Rezania het volgende:

[..]

Dus wat je eigenlijk zegt is dat 1 een singlet is, omdat 1 wel waterstofatomen heeft, maar geen buren met waterstofatomen?
Exact.
quote:
Dat zou dan ook 7 en 8 verklaren, allebei hebben ze zelf waterstofatomen (singlet dus) en twee buren met waterstofatomen (triplet). Je kan geen onderscheid maken tussen de ene 7 en de andere 7 in het spectra, dus logisch dat het een triplet wordt. :P
Dat je geen onderscheid kan maken verklaart in dit geval ook de rel. int.
Let wel, ze hebben alle vier slechts èèn buur met twéé waterstofatomen.
pi_132490887
quote:
0s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 21:16 schreef Scuidward het volgende:

[..]

Exact.

[..]

Dat je geen onderscheid kan maken verklaart in dit geval ook de rel. int.
Let wel, ze hebben alle vier slechts èèn buur met twéé waterstofatomen.
Maar dat is alleen relevant als je de stof nog moet bepalen, maar de stof weet ik al. :P

Bedankt voor je hulp, ik kan weer verder. :)
Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
  woensdag 23 oktober 2013 @ 21:24:11 #281
203089 Scuidward
Vleugje cynisme, vol verstand
pi_132491173
quote:
14s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 21:18 schreef Rezania het volgende:

[..]

Maar dat is alleen relevant als je de stof nog moet bepalen, maar de stof weet ik al. :P

Bedankt voor je hulp, ik kan weer verder. :)
Bedoelde dat je zei dat het 'logisch is dat het een triplet wordt' omdat je geen onderscheid zou kunnen maken tussen de ene 7 en de andere 7, dat is volgens mij ietwat kort door de bocht. Wel hebben ze alle 4 slechts 1 buur met H-atomen (dus niet 'twee buren') omdat er ook nog O en N zitten in die ring, vandaar. Het klopt wel dat je inderdaad geen onderscheid kan maken. Mooi dat het heeft geholpen.
pi_132493410
quote:
0s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 21:12 schreef Rezania het volgende:
Dat zou dan ook 7 en 8 verklaren, allebei hebben ze zelf waterstofatomen (singlet dus) en twee buren met waterstofatomen (triplet). Je kan geen onderscheid maken tussen de ene 7 en de andere 7 in het spectra, dus logisch dat het een triplet wordt. :P
Dat je een triplet ziet in het spectrum komt door spin-spin-koppeling. Omdat er twee naburige waterstofatomen zijn bij 8, zijn er drie situaties mogelijk:

1) beide H's bij 8 hebben een spin met het elektrisch veld mee, waardoor een H bij 7 meer beïnvloed wordt door het magnetische veld, of
2) beide H's bij 8 hebben een spin tegen het veld in, waardoor een H bij 7 juist minder wordt beïnvloed door het magnetische veld, of
3) een H bij 8 heeft een spin met het veld mee en de ander tegen het veld in (of vice versa), waardoor een H bij 7 niet extra wordt beïnvloed door het magnetische veld.

Dat geeft:

1) een shift die meer downfield is (hogere ppm-waarde),
2) een shift die meer upfield is (lagere ppm-waarde),
3) een hogere shift midden tussen de andere shifts in.

Met vergelijkbare redenaties kun je nagaan dat 1 naburig H-atoom een doublet geeft, en 3 naburige H's een kwartet.

Zie ook hier.
pi_132493813
quote:
0s.gif Op woensdag 23 oktober 2013 21:59 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Dat je een triplet ziet in het spectrum komt door spin-spin-koppeling. Omdat er twee naburige waterstofatomen zijn bij 8, zijn er drie situaties mogelijk:

1) beide H's bij 8 hebben een spin met het elektrisch veld mee, waardoor een H bij 7 meer beïnvloed wordt door het magnetische veld, of
2) beide H's bij 8 hebben een spin tegen het veld in, waardoor een H bij 7 juist minder wordt beïnvloed door het magnetische veld, of
3) een H bij 8 heeft een spin met het veld mee en de ander tegen het veld in (of vice versa), waardoor een H bij 7 niet extra wordt beïnvloed door het magnetische veld.

Dat geeft:

1) een shift die meer downfield is (hogere ppm-waarde),
2) een shift die meer upfield is (lagere ppm-waarde),
3) een hogere shift midden tussen de andere shifts in.

Met vergelijkbare redenaties kun je nagaan dat 1 naburig H-atoom een doublet geeft, en 3 naburige H's een kwartet.

Zie ook hier.
Ah, zo dus. :o Dat is eigenlijk best wel logisch. :Y Bedankt.
Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
pi_132523158
Ik heb een vraag over genetica. En dan met name van het genotype naar het fenotype.

Casus: http://www.dailymail.co.u(...)albino-children.html

Mijn vraag: waar komt dat stijle haar vandaan? Moeder is donker en heeft kroes haar. Twee kinderen donker waarvan 1 (meisje) met kroes haar en een jongen die stijl haar lijkt te hebben. De drie andere kinderen zijn blank (albino) en hebben blond stijl haar. Ook lichte ogen meen ik te hebben gezien.

Op het vwo heb ik geleerd dat er een allel voor haarkleur/vorm/oogkleur is. Dit zou echter moeten betekenen dat deze albino kinderen van de vrouw homozygoot zijn voor haarvorm, haarkleur, huidskleur en oogkleur. Die kans is toch vrijwel nihiel? Daarom ook het lage percentage albino kinderen van donker gekleurde ouders.

Ik vind het een bezonder fenomeen.

Zou iemand toelichting kunnen geven over het stijle haar en de lichte oogkleur? Is het een gedeelde allel? Dat als je het allel voor een albino huidskleur hebt, je ook meteen de andere recessieve eigenschappen bezit? Heeft deze vorm van allelen combinatie geen naam? Ik ben die naam even kwijt. Forced Shared homozygosity allels? :p
pi_132650036
Kan iemand mij aub uitleggen hoe auxine en cytokine samenhangen?

Volgens mij is het zo dat auxine cytokine activeert. Cytokine zorgt vervolgens voor de celdeling van de plant. Ik las ook iets over dat als er een lage concentratie auxine was, de plant aan de zijkant veel gaat groeien en een hoge concentratie auxine zorgt dat de plant omhoog groeit.

Iemand?
pi_132654346
quote:
0s.gif Op maandag 28 oktober 2013 12:03 schreef DefinitionX het volgende:
Kan iemand mij aub uitleggen hoe auxine en cytokine samenhangen?

Volgens mij is het zo dat auxine cytokine activeert. Cytokine zorgt vervolgens voor de celdeling van de plant. Ik las ook iets over dat als er een lage concentratie auxine was, de plant aan de zijkant veel gaat groeien en een hoge concentratie auxine zorgt dat de plant omhoog groeit.

Iemand?
Je bedoelt waarschijnlijk cytokinine. Het draait om een evenwicht van die stof met auxine, dat een heel scala aan effecten heeft.

Auxine alleen stimuleert groei, maar het ontstaan van verschillende celtypen (celdifferentiatie) gebeurt onder invloed van cytokinine. Auxine wordt voornamelijk geproduceerd in de toppen van stengels en zorgt ervoor dat er vooral lengtegroei is en dat knoppen niet uitlopen, waardoor er ook geen zijscheuten worden gevormd. Wordt de auxineproducerende top weggeknipt, dan verschuift het evenwicht naar de cytokininekant en lopen de knoppen wel uit. Wegknippen van een wortel verschuift het evenwicht naar de auxinekant en dat stimuleert weer wortelgroei.
pi_132769769
Dankje lycolyc.



Ik kom bij vraag 7b op een hele andere waarde uit dan het antwoord in de bijlage, maar wel dat b een hoger vermogen heeft. Volgens het antwoordmodel is de stroom in vraag 7b gelijk aan 0.35 ampere, maar ik kom uit op 0.23 ampere.
pi_132776364
quote:
0s.gif Op donderdag 31 oktober 2013 19:35 schreef DefinitionX het volgende:
Dankje lycolyc.

[ afbeelding ]

Ik kom bij vraag 7b op een hele andere waarde uit dan het antwoord in de bijlage, maar wel dat b een hoger vermogen heeft. Volgens het antwoordmodel is de stroom in vraag 7b gelijk aan 0.35 ampere, maar ik kom uit op 0.23 ampere.
Om de opgenomen vermogens PA en PB van de lampjes A en B bij een aangelegde spanning van 15 volt te berekenen lezen we eerst uit de grafiek af dat bij deze spanning geldt IA = 0,55 A en IB = 0,4 A. Hiermee vinden we dan

PA = 15·0,55 = 8,25 W, PB = 15·0,4 = 6 W

Lampje A geeft dus het meeste licht, als we althans aannemen dat de rendementen van de lampjes gelijk zijn.

Bij serieschakeling geldt dat er dezelfde stroom door beide lampjes loopt en dat de som van de spanningen over de beide lampjes gelijk is aan 15 volt. Om uit de grafiek af te lezen hoe groot die stroom is, moet je een horizontale lijn vinden in de grafiek zodanig dat voor de snijpunten met de curves van lampje A en lampje B geldt dat de som van de afstanden van deze snijpunten tot de verticale as gelijk is aan 15.

We zien nu direct dat jouw antwoord niet klopt, want bij I = 0,25 A staat blijkens de grafiek over lampje A een spanning van ca. 2,5 volt en over lampje B een spanning van ca. 5 volt. Dat is samen 7,5 volt, en dus niet 15 volt.

Leggen we de horizontale lijn wat hoger in de grafiek, dan zien we gemakkelijk dat bij I = 0,35 A over lampje A een spanning staat van ca. 5 volt en over lampje B een spanning van ca. 10 volt. Samen dus 15 volt, zijnde de spanning die de spanningsbron levert. De gevraagde stroomsterkte bij serieschakeling is dus 0,35 A.

Om na te gaan welk lampje bij serieschakeling het meeste licht geeft, moeten we weer kijken naar het opgenomen vermogen van elk lampje afzonderlijk. Rekenwerk is hier niet nodig, want aangezien er dezelfde stroom door beide lampjes loopt, kunnen we direct zeggen dat lampje B nu tweemaal zoveel vermogen opneemt als lampje A. Onder de veronderstelling dat de rendementen van beide lampjes gelijk zijn, volgt hieruit dat lampje B nu het meeste licht geeft.
pi_132776738
quote:
0s.gif Op donderdag 31 oktober 2013 21:48 schreef Riparius het volgende:

[..]

Om de opgenomen vermogens PA en PB van de lampjes A en B bij een aangelegde spanning van 15 volt te berekenen lezen we eerst uit de grafiek af dat bij deze spanning geldt IA = 0,55 A en IB = 0,4 A. Hiermee vinden we dan

PA = 15·0,55 = 8,25 W, PB = 15·0,4 = 6 W

Lampje A geeft dus het meeste licht, als we althans aannemen dat de rendementen van de lampjes gelijk zijn.

Bij serieschakeling geldt dat er dezelfde stroom door beide lampjes loopt en dat de som van de spanningen over de beide lampjes gelijk is aan 15 volt. Om uit de grafiek af te lezen hoe groot die stroom is, moet je een horizontale lijn vinden in de grafiek zodanig dat voor de snijpunten met de curves van lampje A en lampje B geldt dat de som van de afstanden van deze snijpunten tot de verticale as gelijk is aan 15.

We zien nu direct dat jouw antwoord niet klopt, want bij I = 0,25 A staat blijkens de grafiek over lampje A een spanning van ca. 2,5 volt en over lampje B een spanning van ca. 5 volt. Dat is samen 7,5 volt, en dus niet 15 volt.

Leggen we de horizontale lijn wat hoger in de grafiek, dan zien we gemakkelijk dat bij I = 0,35 A over lampje A een spanning staat van ca. 5 volt en over lampje B een spanning van ca. 10 volt. Samen dus 15 volt, zijnde de spanning die de spanningsbron levert. De gevraagde stroomsterkte bij serieschakeling is dus 0,35 A.

Om na te gaan welk lampje bij serieschakeling het meeste licht geeft, moeten we weer kijken naar het opgenomen vermogen van elk lampje afzonderlijk. Rekenwerk is hier niet nodig, want aangezien er dezelfde stroom door beide lampjes loopt, kunnen we direct zeggen dat lampje B nu tweemaal zoveel vermogen opneemt als lampje A. Onder de veronderstelling dat de rendementen van beide lampjes gelijk zijn, volgt hieruit dat lampje B nu het meeste licht geeft.
Ongelooflijk bedankt voor de hulp bij deze fysica vraag. Ik dacht niet na over dat je de grafiek op die manier kon gebruiken. Ik keek zocht steeds algebraisch (weet niet of dit de juiste term is) naar een antwoord. Terugkijkend naar uw uitleg snap ik ook waarom het zo is. Het ligt in de aard van de serie- en parallelschakelingen.
pi_132851705
Voor mijn SK PO heb ik het gehalte vitamine C bepaald in sinaasappelsappen. Nu kom ik hier op uit:
quote:
Reactievergelijking 1:
KIO3 (s) ---> K+(aq) + IO3-(aq) (oplossen reactievergelijking)
Hieruit volgt de molverhouding: KIO3 : IO3- = 1:1.
Reactievergelijkingen 2 en 3:
IO3- (aq) + 5I- (aq) + 6H+ (aq) ---> 3I2 (aq) + 3H2O (l)
C6H8O6 (aq) + I2 (aq) ---> C6H6O6 + 2H+ (aq) + 2I- (aq)
Hieruit volgt de molverhouding : IO3- : C6H8O6 = 1:3.
Gegeven:
-Verschil buretstand (hoeveelheid toegevoegde kaliumjodaatoplossing) = 6,73mL .
-[KIO3] = 0,001M.
-Het gewicht van de sinaasappelsap = 74.46g.
-De soortelijke massa van de sinaasappelsap = 1,02 g/mL.
Gevraagd: Percentage mg C6H8O6 van 100g vruchtensap.
Berekening van mL gegeven stof naar mol reagerende ionsoort:
Hoeveel mmol IO3- is opgelost in 6,73mL 0,001M kaliumjodaatoplossing?
KIO3 : IO3- = 1:1. Dus [IO3-] = 0,001M.
Aantal mmol IO3- dat gereageerd heeft = 0,001M * 6,73mL = 0,00673mmol IO3-.
Berekening aantal mol gevraagde stof:
Uit de molverhouding, IO3- : C6H8O6 = 1:3, volgt dat het aantal mmol C6H8O6 dat gereageert heeft 3*0,00673mmol = 0,02019mmol C6H8O6 is.
Berekening mol naar procenten miligram vitamine C per 100 gram sinaassap:
De molaire massa van C6H8O6 is 176.1256 g/mol of 176.1256 mg/mmol.
0,02019mmol C6H8O6 * 176.1256mg/mmol = ong. 3.555975864mg Vitamine C in 74.46 g sap.
Ik denk dat er een factor 10 ergens fout zit, omdat het vitamine C gehalte ongeveer 35 mg/100g is.

[ Bericht 0% gewijzigd door #ANONIEM op 03-11-2013 14:20:32 ]
pi_132851850
Ik zie in de uitwerking zowel 74,46mg als 74,46g?
pi_132851941
quote:
1s.gif Op zondag 3 november 2013 14:18 schreef boyv het volgende:
Ik zie in de uitwerking zowel 74,46mg als 74,46g?
Ik zie het, dit moet gram zijn.

[ Bericht 0% gewijzigd door #ANONIEM op 03-11-2013 14:20:50 ]
pi_132863252
Hey kan iemand mij ff helpen met het substitutioneren/vergelijken van de raaklijn van;

[KNIP -som impliciet gedifferenteerd-] geeft y'=.
r.c. van de raaklijn aan de kromme moet (2,1) zijn, invullen geeft -6/11.
Wat ik even niet zie/snap is dat de vergelijking met de raaklijn (2,1) ook geschreven kan worden als ofwel :%
pi_132863954
quote:
0s.gif Op zondag 3 november 2013 19:34 schreef Iateyourtaco het volgende:
Hey kan iemand mij ff helpen met het substitutioneren/vergelijken van de raaklijn van;

[KNIP -som impliciet gedifferenteerd-] geeft y'=[ afbeelding ].
r.c. van de raaklijn aan de kromme moet (2,1) zijn, invullen geeft -6/11.
Wat ik even niet zie/snap is dat de vergelijking met de raaklijn (2,1) ook geschreven kan worden als [ afbeelding ] ofwel [ afbeelding ] :%

Werk de haakjes in de linkerformule eens weg en vereenvoudig de formule. Dat moet de rechterformule opleveren.
pi_132863961
quote:
0s.gif Op zondag 3 november 2013 14:15 schreef DrNick het volgende:
Voor mijn SK PO heb ik het gehalte vitamine C bepaald in sinaasappelsappen. Nu kom ik hier op uit:

[..]

Ik denk dat er een factor 10 ergens fout zit, omdat het vitamine C gehalte ongeveer 35 mg/100g is.
Je berekening klopt. Concentratie KIO3 wel goed afgelezen?
Op woensdag 20 april 2011 23:38 schreef luckass het volgende:
bazen zijn alleen vindbaar voor de chicks.
pi_132864533
quote:
2s.gif Op zondag 3 november 2013 19:50 schreef yosander het volgende:

[..]

Je berekening klopt. Concentratie KIO3 wel goed afgelezen?
Jup.

Vreemd...
pi_132872053
quote:
0s.gif Op zondag 3 november 2013 20:04 schreef DrNick het volgende:

[..]

Jup.

Vreemd...
Kan er ook niet echt iets van maken momenteel (bier) en de berekening klopt verder. Er zou in de uitvoering een foutje kunnen zitten, of in de concentraties die je hebt gekregen / bereid, of tijdens het uitvoeren van de test / analyse.

Anders google je even naar hetzelfde practicum van iemand anders, en ga vergelijken. Met name de uitkomst in verhouding / percentages en de gebruikte concentraties.
pi_132872317
quote:
0s.gif Op zondag 3 november 2013 22:08 schreef boyv het volgende:

[..]

Kan er ook niet echt iets van maken momenteel (bier) en de berekening klopt verder. Er zou in de uitvoering een foutje kunnen zitten, of in de concentraties die je hebt gekregen / bereid, of tijdens het uitvoeren van de test / analyse.

Anders google je even naar hetzelfde practicum van iemand anders, en ga vergelijken. Met name de uitkomst in verhouding / percentages en de gebruikte concentraties.
http://www.scholieren.com/praktische-opdracht/18168

Hier hebben ze 0,03 M gebruikt in plaats van onze 0,001 M.

Algemene uitwerking
Uit de theorie is gebleken dat kaliumjodaat en vitamine C 1:3 met elkaar reageren. Hieruit is ook gebleken dat de molaire massa van vitamine C 176,1 g/mol is.

1. Aantal ml IO3- x [IO3-] x 10-3= Aantal gebruikte mol IO3-
2. Aantal gebruikte mol IO3- x 3 = Aantal mol vitamine C
3. Aantal mol Vitamine C omrekenen naar aantal gram
4. Aantal gram omrekenen naar procenten
5. aantal procent x 1000 = aantal mg/ 100g

Voorbeeld: Ananas
Uitwerking van de eerste meting
1. 2,67 x 0,03 x 10-3 = 8,01 x 10-5 mol IO3-
2. 8,01 x 10-5 x 3 = 2,4 x 10-4 mol I2
3. 2,4 x 10-4 x 176,1 = 4,2 x 10-2 gram in 49,28 gram
4. 4,2 x 10-2 / 49,28 x 100% = 0,086%
5. 0,086 x 1000 = 86 mg/100g

Ik vraag me af waarom ze in stap 1 vermenigvuldigen met 10^-3. De 49,28 is de afgemeten hoeveelheid (stap 4).
pi_132872330
edit:

*paste* http://www.scholieren.com/praktische-opdracht/18168

Deze jongedame gebruikt andere concentraties bij de titratie, maar zie de kaliumjodaatoplossing van 0,03M. Daar verschillen jullie wel een (ahum) factor 10. Heb je de opdracht nog?
pi_132872408
_O-
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')