Ik probeer mijn wiskunde kennis te verbeteren, daar ik wiskunde nodig zal hebben in mijn vervolgopleiding en rekenmachines niet zijn toegestaan in mijn vervolgopleiding. Echter merk ik dat de Wiskunde B die ik vroeger op de HAVO heb gevolgd niet toereikend is en dat het meer een soort van grafisch rekenmachine cursus is. Daarom zit ik met een kloof tussen de kennis die ik heb en de kennis, die ik geacht word te kennen die lokaal beduidend hoger ligt dan in Nederland en zijn delen van uitwerkingen in lokale antwoorden boeken niet te volgen, omdat ze er vanuit gaan dat je een bepaalde kennis hebt die in Nederland op de HAVO niet word gedoceerd. Waar ik in Nederland vaak bepaalde vergelijkingen grafisch-numeriek moest oplossen, moet het hier allemaal handmatig en moet het geen benadering zijn maar exacte antwoorden. Ik hoop dat door dit soort tussenstappen door de rekenmachine op te lossen, dat ik meer inzicht krijg in de tussenstappen ten opzichte van grafisch-numeriek oplossen. Tevens heb ik zeer binnenkort toelatingsexamens voor mijn vervolgopleiding, waar ik als buitenlander gelukkig een rekenmachine mag gebruiken en het zou daar gewoon heel erg handig zijn om waar nodig dit soort functies tot beschikking te hebben, omdat de tijd te beperkt is om alle wiskundige principes mijzelf eigen te maken is, hoewel ik zelf ook realiseer dat dit een absolute vereiste is voor de toekomst en daarom zoek ik ook mogelijkheden om mijn wiskunde te verbeteren.quote:Op zaterdag 8 juni 2013 12:41 schreef Thormodo het volgende:
En je wiskundekennis denk je te gaan verbeteren door je rekenmachine de rest van het werk ook maar te laten doen? Gewoon veel oefenen, de enige manier om wiskunde te leren.
Standaard kan de TI-84 in ieder geval niet symbolisch rekenen.
Dat is hem.quote:Op zaterdag 8 juni 2013 13:24 schreef Thormodo het volgende:
Verder is het dus symbolisch rekenen, oftewel je had kunnen zoeken op "symbolic calculations Ti-84"
http://www.calcblog.com/t(...)ti83-ti84-into-ti89/ -> http://www.detachedsolutions.com/symbolic/
Dan is het overigens nog maar de vraag of je dat mag gebruiken op de toets, ondanks dat je een rekenmachine mag gebruiken.
Ofwel, jij wil omzeilen dat je zelf moet gaan afleiden op het examen.quote:Op zaterdag 8 juni 2013 12:16 schreef vaduz het volgende:
Ik heb een vraag met betrekking tot de TI-84 rekenmachine van Texas Instruments. Ik vroeg me af of het op de een of andere manier mogelijk zou zijn om tussen antwoorden te krijgen. Bijvoorbeeld ik voer in x + x en dat de rekenmachine dan 2x weergeeft in plaats van 2 keer de waarde van x op te tellen?
Dat denk ik niet. Als je je even (gratis) registreert voor WolframAlpha dan kun je uitwerkingen te zien krijgen van dit soort opgaven, maar die zijn zelden erg handig in vergelijking met herleidingen die je zelf met pen en papier en je grijze massa kunt doen, terwijl een dergelijke geautomatiseerde uitwerking ook vaak niet de beproefde standaardherleidingen toepast en niet de meest intelligente keuzes maakt. Ik kan je voorbeelden daarvan laten zien als je dit niet wil geloven. Kortom, gebruik maken van dergelijke hulpmiddelen is de beste manier om het niet te leren.quote:Op zaterdag 8 juni 2013 20:48 schreef vaduz het volgende:
[ afbeelding ]
Met dit soort opgave vind ik het zelf toch wel handig om dit soort functies te hebben.
Dit is juist een mooi voorbeeld van hoe je een dergelijke opgave niet aan moet pakken. Om te beginnen zou je jezelf een groot plezier doen door eerst beide leden met (a + b)(a − b)x te vermenigvuldigen om alle breuken kwijt te raken. Dan houd je namelijk na een eenvoudige herleiding de volgende vierkantsvergelijking in x over:quote:Overigens is dit een vrij makkelijk voorbeeld dat hier voor 15 jarigen bedoeld is, maar ik kon even niet zo snel een ander boek vinden.
Voor wie dit deel niet kan volgen, Riparius gebruikt hier een som-product-methode voor wanneer a (de a van deze vergelijking: ax2 + bx + c) niet gelijk is aan 1. In deze reactie legt hij uit hoe je zelf deze som-product-methode kan afleiden: SES / vraagje m.b.t. stelsel lineaire vergelijkingenquote:Nu zouden we dit in factoren kunnen ontbinden als we twee grootheden zouden kunnen vinden waarvan het product 2b(a + b)2(a − b) is en de som −(a + b)2. Dit is helemaal niet zo moeilijk als je bedenkt dat (a − b) + 2b = (a + b) zodat de gezochte grootheden dus zijn −(a + b)(a − b) en −(a + b)2b. Nu kan ik schrijven:
Even oversteken vanuit het andere topic: Nee, deze kon ik niet opgelost krijgen, dus ik heb maar naar de uitwerking hier gekeken om te zien of ik nog bepaalde heuristiek of een algemene techniek erin kon bespeuren. So, correct me if I'm wrong, maar als ik het goed heb gezien moet je dus zoeken naar de gemeenschappelijke factor (a+b) in de coëfficiënten v/d de lineaire term (b) en de restterm (c), en een uitdrukking vinden die een verband legt ts. de coëfficiënt v/d kwadratische term(a) en de andere factor (a-b) in de coëfficiënt v/d restterm (c). Dan pas je vervolgens de door jou aangehaalde techniek van zoeken naar twee getallen of variabelen waarvoor geldt pq = ac en p+q = b toe.quote:Op zaterdag 8 juni 2013 22:38 schreef Riparius het volgende:
[...]
Dit is juist een mooi voorbeeld van hoe je een dergelijke opgave niet aan moet pakken. Om te beginnen zou je jezelf een groot plezier doen door eerst beide leden met (a + b)(a − b)x te vermenigvuldigen om alle breuken kwijt te raken. Dan houd je namelijk na een eenvoudige herleiding de volgende vierkantsvergelijking in x over:
2bx2 − (a + b)2x + (a + b)2(a − b) = 0
Nu zouden we dit in factoren kunnen ontbinden als we twee grootheden zouden kunnen vinden waarvan het product 2b(a + b)2(a − b) is en de som −(a + b)2. Dit is helemaal niet zo moeilijk als je bedenkt dat (a − b) + 2b = (a + b) zodat de gezochte grootheden dus zijn −(a + b)(a − b) en −(a + b)2b. Nu kan ik schrijven:
2bx2 − (a + b)2bx − (a + b)(a − b)x + (a + b)2(a − b) = 0
en dus:
2bx·(x − (a + b)) − (a + b)(a − b)·(x − (a + b)) = 0
Nu kunnen we de factor (x − (a + b)) buiten haakjes halen en krijgen we met gebruikmaking van het merkwaardig product (a + b)(a − b) = a2 − b2 dus
(2bx − (a2 − b2))·(x − (a + b)) = 0
zodat het duidelijk is dat
x = (a2 − b2)/2b, a2 − b2 ≠ 0, b ≠ 0 ∨ x = a + b, a2 − b2 ≠ 0
Nee, want de coëfficiënt van de lineaire term en de constante term van een vierkantsvergelijking die is op te lossen door ontbinden in factoren hoeven geen factor gemeen te hebben. Hier hebben de coëfficiënt −(a + b)2 van de lineaire term en de constante term (a + b)2(a − b) weliswaar een factor (a + b)2 gemeen, maar dat is niet relevant. Het is de bedoeling om het product 2b(a + b)2(a − b) op te splitsen in twee factoren met als som −(a + b)2. En dat kan omdatquote:Op zondag 23 juni 2013 17:48 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Even oversteken vanuit het andere topic: Nee, deze kon ik niet opgelost krijgen, dus ik heb maar naar de uitwerking hier gekeken om te zien of ik nog bepaalde heuristiek of een algemene techniek erin kon bespeuren. So, correct me if I'm wrong, maar als ik het goed heb gezien moet je dus zoeken naar de gemeenschappelijke factor (a+b) in de coëfficiënten v/d de lineaire term (b) en de restterm (c),
Misschien helpt het als je wat voorbeelden bekijkt met concrete getallen. Kiezen we a = 4 en b = 1 dan luidt de vierkantsvergelijkingquote:Op maandag 24 juni 2013 02:57 schreef VanishedEntity het volgende:
??? Waarom begin je dan wel gelijk met het (op)stellen van (a − b) + 2b = (a + b), wat direct een verband legt ts. enerzijds de ene factor v/d coëfficiënt van c en de coëfficiënt van a en anderzijds de coëfficiënt van b en die andere factor v/d coëfficiënt van c? Dan is de gemeenschappelijkheid van de factor (a+b) van de coëfficiënten b en c juist van essentieel belang; dat is nl. de factor die je twee gezochte variabelen hier gemeen moeten hebben.
Omdat dit weer wel correct is.quote:En waarom laat je de laatste zin (Dan pas je vervolgens de door jou aangehaalde techniek van zoeken naar twee getallen of variabelen waarvoor geldt pq = ac en p+q = b toe.) weg uit jouw quote van mn reply?
Ja ho even, de coëfficiënten in dit voorbeeld zijn integers hèh. En sinds we het toch over ontbinden in factoren hebben, grote kans dat je het algoritme gewoon direct kan toepassen. Dat voordeel heb je met variabele coëfficiënten zoals even hierboven weer niet.quote:Op maandag 24 juni 2013 13:43 schreef Riparius het volgende:
Misschien helpt het als je wat voorbeelden bekijkt met concrete getallen. Kiezen we a = 4 en b = 1 dan luidt de vierkantsvergelijking
2x2 − 25x + 75 = 0
...
OK, fair enough, maar ipv zoeken naar een gemeenschappelijke factor in de b-term en c-term ben je dus nu de b-term zodanig aan het manipuleren dat deze bij toepassing van pq=ac en p+q=b de andere coëfficiënten teruggeeft. Oftewel, met direct het ontbinden-in-factoren-algoritme kom je er dus niet. Dat bedoelde ik te zeggen met zoeken naar bepaalde heursitiek die ik ergens gemist moet hebben en die op de één of andere manier uit de opgave naar boven moet kunnen worden gehaald.quote:Bekijk nu de vergelijking
2bx2 − (a2 + 4ab − b2)x + (a + b)2(a − b) = 0
Hier hebben de coëfficiënt −(a2 + 4ab − b2) van de lineaire term en de constante term (a + b)2(a − b) geen factoren gemeen, maar ook deze vergelijking is wel degelijk op te lossen via ontbinden in factoren. We kunnen hier namelijk bedenken dat
a2 + 4ab − b2 = a2 + 2ab + b2 + 2ab − 2b2 = (a + b)2 + 2b(a − b)
zodat het duidelijk is dat −(a + b)2 en −2b(a − b) twee grootheden zijn waarvan het product gelijk is aan 2b(a + b)2(a − b) terwijl de som gelijk is aan −(a2 + 4ab − b2). De vergelijking kunnen we nu herschrijven als
2bx2 − 2b(a − b)x − (a + b)2x + (a + b)2(a − b) = 0
Liever niet doen, zo kan het overkomen alsof de ander zich blindstaart op één punt en de andere noodzakelijkheden uit het oog is verloren.quote:[..]
Omdat dit weer wel correct is.
Het ging er om aan de hand van een getallenvoorbeeld te laten zien dat het voor het vinden van een ontbinding in factoren van een kwadratische veelterm niet relevant is of de coëfficiënt van de lineaire term en de constante term wel of geen factoren gemeen hebben. Dat geldt net zo goed voor een kwadratische veelterm waarvan de coëfficiënten gehele getallen zijn als voor een kwadratische veelterm waarvan de coëfficiënten bijvoorbeeld veeltermen in a en b zijn.quote:Op maandag 24 juni 2013 16:33 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Ja ho even, de coëfficiënten in dit voorbeeld zijn integers hèh.
Toch wel: bij een kwadratische veelterm waarvan de coëfficiënten gehele getallen zijn kun je het product van de coëfficiënt van de kwadratische term en de constante term - afgezien van het teken - ontbinden in priemfactoren om te zien op welke manieren je dit kunt schrijven als een product van twee gehele getallen die dan een bepaalde som moeten hebben, resp. een bepaald verschil als van de gezochte getallen er één positief moet zijn en één negatief.quote:En sinds we het toch over ontbinden in factoren hebben, grote kans dat je het algoritme gewoon direct kan toepassen. Dat voordeel heb je met variabele coëfficiënten zoals even hierboven weer niet.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |