quote:
In Nederland gelden inderdaad een aantal beperkingen:
Voor gemeenteraadsleden (uit de Gemeentewet):
quote:
1.Een lid van de raad is niet tevens:
a. minister;
b. staatssecretaris;
c. lid van de Raad van State;
d. lid van de Algemene Rekenkamer;
e. Nationale ombudsman;
f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;
g. commissaris van de Koning;
h. gedeputeerde;
i. secretaris van de provincie;
j. griffier van de provincie;
k. burgemeester;
l. wethouder;
m. lid van de rekenkamer;
n. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid;
o. lid van een deelraad;
p. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente;
q. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt
Voor burgemeesters & wethouders, of leden van de gemeentelijke rekenkamer, gelden min of meer dezelfde beperkingen. Verder geldt artikel 1q niet voor ambtenaren van de burgerlijke stand, leraren op een openbare school, en bv brandweerlieden.
Op provinciaal niveau gelden ook min of meer dezelfde beperkingen (zie de Provinciewet), al mag een Statenlid wel raadslid, burgemeester of wethouder zijn. Voor gedeputeerden en de CdK geldt dit niet, dat zal wel ivm toezicht op gemeenten zijn.
Voor Kamerleden is het o.a. in de Grondwet geregeld:
quote:
1. Niemand kan lid van beide kamers zijn.
2. Een lid van de Staten-Generaal kan niet tevens zijn minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman of substituut-ombudsman, of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad.
en in de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement:
quote:
2. De volgende ambten kunnen niet gelijktijdig worden uitgeoefend met het lidmaatschap van de Staten-Generaal:
a. commissaris van de Koning;
b. militair ambtenaar in werkelijke dienst;
c. ambtenaar bij de Raad van State, de Algemene Rekenkamer of het bureau van de Nationale ombudsman;
d. ambtenaar bij een ministerie, alsmede de daaronder ressorterende instellingen, diensten en bedrijven;
e. lid van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Sociale verzekeringsbank, genoemd in de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
f. lid van de commissie van toezicht, bedoeld in artikel 64 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;
g. Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Kamerleden mogen ook geen lid van het Europees Parlement zijn, dat staat dan weer in een Europees Verdrag.