abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_109211826
Ik heb een vraag over kansrekenen:
Een gezamenlijke kansdichtheid:
f(x,y) = c \sqrt{1 - x^2 - y^2}
normaliseren geeft  c =\frac{3}{2\pi}
Nu zoek ik de marginale kansdichtheden.
Ik zag dit als plakjes snijden uit de bol, en wilde dan de oppervlakte van die plakjes bepalen. Alleen is f(x,y) geen echte bol. Hoe kan ik dit nu aanpakken?
Voor de andere vragen gebruikte ik poolcoordinaten om te integreren, maar ik weet niet of je daar de marginale kansdichtheden uit kon halen.
pi_109217727
Het is een ellips(oïde), de oppervlakte van een 'plakje' wordt gegeven door \pi a b, waarin a en b de halve assen zijn. Voor gegeven x kun je a en b uitrekenen.
pi_109218267
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 maart 2012 23:29 schreef twaalf het volgende:
Het is een ellips(oïde), de oppervlakte van een 'plakje' wordt gegeven door \pi a b, waarin a en b de halve assen zijn. Voor gegeven x kun je a en b uitrekenen.

Het is toch gewoon een bol?

Sorry je hebt gelijk, die c gooit roet in het eten.
pi_109218636
Maakt het überhaupt iets uit dat daar een c staat? Het is toch alleen maar een schalingsfactor?
pi_109218781
Het is gelukt. Je kon ook uitgaan van een bol en dan normaliseren, maar nu snap ik het beter. Bedankt.
pi_109218795
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 maart 2012 23:58 schreef thabit het volgende:
Maakt het überhaupt iets uit dat daar een c staat? Het is toch alleen maar een schalingsfactor?
pi *a*b reduceert gewoon tot pi*r^2 (de bol wordt in de richting van de z-as uitgerekt door c)
pi_109226551
Weet iemand hoe je T=27•0,4^t•(3-0,4^2t) herleidt tot de vorm T=a•g^t+b•h^t ?
"Nibnub. A name to remember."
pi_109227410
 27 \cdot 0.4^t \cdot (3 - 0.4^{2t})
 = 27 \cdot 0.4^t \cdot 3 - 27 \cdot 0.4^t \cdot 0.4^{2t}
 = 81 \cdot 0.4^t - 27 \cdot 0.4 ^{2t + t}
 = 81 \cdot 0.4^t - 27 \cdot 0.4 ^{3t}
Dus eerst de haakjes uitwerken en dan gebruiken dat x^a \cdot x^b = x^{a+b}
pi_109227660
quote:
0s.gif Op zondag 18 maart 2012 12:18 schreef Anoonumos het volgende:
 27 \cdot 0.4^t \cdot (3 - 0.4^{2t})
 = 27 \cdot 0.4^t \cdot 3 - 27 \cdot 0.4^t \cdot 0.4^{2t}
 = 81 \cdot 0.4^t - 27 \cdot 0.4 ^{2t + t}
 = 81 \cdot 0.4^t - 27 \cdot 0.4 ^{3t}
Dus eerst de haakjes uitwerken en dan gebruiken dat x^a \cdot x^b = x^{a+b}
Wat je dan nog kan schrijven als:
 = 81 \cdot 0.4^t - 27 \cdot 0.064 ^t

Gebruikmakende van x^{a \cdot b} = (x^a)^b

[ Bericht 0% gewijzigd door Nelis89 op 18-03-2012 14:36:38 ]
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
pi_109228406
Het klopt, bedankt Anoonumos & Nelis89 :)
"Nibnub. A name to remember."
pi_109232599
quote:
0s.gif Op zondag 18 maart 2012 12:53 schreef Nibnub het volgende:
Het klopt, bedankt Anoonumos & Nelis89 :)
Het antwoord van Nelis89 klopt niet, want 0,43 = 0,064.
pi_109232700
quote:
0s.gif Op zondag 18 maart 2012 14:33 schreef Riparius het volgende:

[..]

Het antwoord van Nelis89 klopt niet, want 0,43 = 0,064.
Fixed
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
pi_109290700
Ik ben mijn wiskunde aan het oppoetsen en me langzaam door een dik wiskunde boek aan het werken.

Ik kom echter bij het volgende voorbeeld niet verder:

quote:
Bewijs dat n2 > 7n + 1 for alle n >= 8

Oplossing: Het resultaat is waar wanneer n = 8, want 82 = 64 en 7 * 8 + 1 = 57. Veronderstel dat het waar is voor iedere n wanneer k ≥ 8, dat wil zeggen k2 > 7k + 1

(k + 1)2 = k2 + 2k + 1 > (7k + 1) + 2k + 1 = 7(k + 1) + 1 + (2k - 6)

Omdat k ≥ 8, is 2k - 6 een natuurlijk nummer, en de laatste uitdrukking boven is groter dan 7(k + 1). De inductie stap is geverifiëerd, en dus is het resultaat waar voor alle n ≥ 8.

(vrij vertaald uit het Engels uit Discrete Mathematics van Normal L. Biggs)
Ik kan het nog net volgen tot: (k + 1)2 = k2 + 2k + 1 > ....

Maar daarna wordt me het spoor bijster. Waar komt die "+ 2k + 1" vandaan, en waar komt daarna de "+ 1 + (2k - 6)" vandaan?

Ik begrijp waarom de uitdrukking altijd waar is voor elke n ≥ 8, ik volg alleen de redenering en de inductie niet.

Als dit niet de juiste plek is voor mijn vraag, dan hoor ik het wel!

:)
pi_109291024
quote:
0s.gif Op maandag 19 maart 2012 21:28 schreef RedVampire het volgende:
Ik ben mijn wiskunde aan het oppoetsen en me langzaam door een dik wiskunde boek aan het werken.

Ik kom echter bij het volgende voorbeeld niet verder:

[..]

Ik kan het nog net volgen tot: (k + 1)2 = k2 + 2k + 1 > ....

Maar daarna wordt me het spoor bijster. Waar komt die "+ 2k + 1" vandaan, en waar komt daarna de "+ 1 + (2k - 6)" vandaan?
Uit de kut van tante Sjaan!

Je gebruikt hier k2 > 7k + 1; dat mag je doen omdat dat de inductiehypothese is.
pi_109294126
Ik heb het een beetje herschreven en verduidelijkt:

quote:
Bewijs dat n² > 7n + 1 for alle n >= 8

Oplossing: Het resultaat is waar wanneer n = 8, want 82 = 64 en 7 * 8 + 1 = 57. Veronderstel dat het waar is voor een k ≥ 8, dat wil zeggen k² > 7k + 1. (Hiermee willen we aantonen dat het ook geldt voor k+1). Dan

(k + 1)² = k² + 2k + 1
> (7k + 1) + 2k + 1 (vanwege de inductiehypothese: k² > 7k + 1)
= 7(k + 1) + 1 + (2k - 6) (herschrijven)

Omdat k ≥ 8, is 2k - 6>0, dus de laatste uitdrukking boven is groter dan 7(k + 1). De inductie stap is geverifiëerd, en dus is het resultaat waar voor alle n ≥ 8.

(vrij vertaald uit het Engels uit Discrete Mathematics van Normal L. Biggs)
pi_109295700
quote:
0s.gif Op maandag 19 maart 2012 22:24 schreef thenxero het volgende:
Ik heb het een beetje herschreven en verduidelijkt:

[..]

Dus als ik het goed begrijpt, volg je de volgende stappen:
1. schrijf de (k + 1)2 uit
2. voeg het verschil tussen k2 en (k + 1)2 bij 7k + 1
3. herschrijf je die functie naar het format 7(k + 1) + 1 + ...

De volgende stap snap ik nog steeds niet helemaal, want als k = 8, dan is 2k - 6 toch 10? En (2k - 6) is toch al groter dan 0 vanaf k = 4?
pi_109297035
quote:
0s.gif Op maandag 19 maart 2012 22:57 schreef RedVampire het volgende:

[..]

De volgende stap snap ik nog steeds niet helemaal, want als k = 8, dan is 2k - 6 toch 10? En (2k - 6) is toch al groter dan 0 vanaf k = 4?
En dus ook vanaf k = 8.
pi_109297310
quote:
0s.gif Op maandag 19 maart 2012 22:57 schreef RedVampire het volgende:

[..]

Dus als ik het goed begrijpt, volg je de volgende stappen:
1. schrijf de (k + 1)2 uit
2. voeg het verschil tussen k2 en (k + 1)2 bij 7k + 1
3. herschrijf je die functie naar het format 7(k + 1) + 1 + ...

De volgende stap snap ik nog steeds niet helemaal, want als k = 8, dan is 2k - 6 toch 10? En (2k - 6) is toch al groter dan 0 vanaf k = 4?
Wat je met stap 2 bedoelt is nogal vaag. Ik heb het idee dat je inductie nog niet helemaal snapt.

Het idee van inductie is dat je een uitspraak P bewijst vanaf een 'basis' (in dit geval n=8). Dan stel je dat dat P(k) waar is (dat heet de inductiehypothese), en dan laat je zien dat P(k+1) waar is. Als dat lukt, dan heb je bewezen dat het waar is voor iedere n groter dan de basis. Want uit het geval n=8 volgt het voor n=9, daaruit weer voor n=10, etc, als een soort domino-effect. ;)

In dit specifieke neem je voor P(n) de uitspraak n² > 7n + 1. Dan bewijs je P(8), en stel je dat P(k) : k² > 7k + 1waar is (dat is je inductiehypothese). Je wil laten zien dat P(k+1) ook waar is, oftewel (k+1)² > 7(k+1) + 1. Dat doe je door (k+1)² uit te werken, je inductiehypothese te gebruiken, en te herschrijven. Dan zie je dat inderdaad (k + 1)² > 7(k + 1) + 1 + (2k - 6) > 7(k+1)+1, omdat (2k-6)>0 voor k>8. We bekijken k>8, omdat we het willen bewijzen voor k >= 8 (en k=8 is al bewezen). Dat het ook al geldt vanaf k=4 is fijn, maar dat heb je niet eens nodig.
pi_109298120
quote:
0s.gif Op maandag 19 maart 2012 23:44 schreef thenxero het volgende:

[..]

Wat je met stap 2 bedoelt is nogal vaag. Ik heb het idee dat je inductie nog niet helemaal snapt.

Het idee van inductie is dat je een uitspraak P bewijst vanaf een 'basis' (in dit geval n=8). Dan stel je dat dat P(k) waar is (dat heet de inductiehypothese), en dan laat je zien dat P(k+1) waar is. Als dat lukt, dan heb je bewezen dat het waar is voor iedere n groter dan de basis. Want uit het geval n=8 volgt het voor n=9, daaruit weer voor n=10, etc, als een soort domino-effect. ;)

In dit specifieke neem je voor P(n) de uitspraak n² > 7n + 1. Dan bewijs je P(8), en stel je dat P(k) : k² > 7k + 1waar is (dat is je inductiehypothese). Je wil laten zien dat P(k+1) ook waar is, oftewel (k+1)² > 7(k+1) + 1. Dat doe je door (k+1)² uit te werken, je inductiehypothese te gebruiken, en te herschrijven. Dan zie je dat inderdaad (k + 1)² > 7(k + 1) + 1 + (2k - 6) > 7(k+1)+1, omdat (2k-6)>0 voor k>8. We bekijken k>8, omdat we het willen bewijzen voor k >= 8 (en k=8 is al bewezen). Dat het ook al geldt vanaf k=4 is fijn, maar dat heb je niet eens nodig.
Je hebt gelijk, ik heb inderdaad wat moeite met het concept. Ik snapte het met de voorgaande voorbeelden wel, die begonnen met sommatie waar dan een functie voor was gegeven en die je dan voor k=1 en k=k+1 moest bewijzen dat die functie de sommatie correct beschreef.

Maar begrijp ik je nu goed dat de eerste stap in de inductie heeft bewezen waar het punt ligt dat k2 groter wordt dan 7k + 1, en dat de k+1 stap in deze heeft bewezen dat de k2 tegenover 7k + 1 alsmaar groter wordt?
pi_109298524
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 maart 2012 00:07 schreef RedVampire het volgende:

[..]

Je hebt gelijk, ik heb inderdaad wat moeite met het concept. Ik snapte het met de voorgaande voorbeelden wel, die begonnen met sommatie waar dan een functie voor was gegeven en die je dan voor k=1 en k=k+1 moest bewijzen dat die functie de sommatie correct beschreef.

Maar begrijp ik je nu goed dat de eerste stap in de inductie heeft bewezen waar het punt ligt dat k2 groter wordt dan 7k + 1
Nee, niet helemaal. Je hebt niet bewezen dat n=8 het kleinste getal is waar de uitspraak waar wordt (maar dat is natuurlijk wel eenvoudig na te gaan door n=7 in te vullen en te concluderen dat de uitspraak onwaar wordt). Je hebt wel al bewezen dat de uitspraak waar is vanaf n=8.

quote:
en dat de k+1 stap in deze heeft bewezen dat de k2 tegenover 7k + 1 alsmaar groter wordt?
Probeer dit eens helder te formuleren.
pi_109300410
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 maart 2012 00:07 schreef RedVampire het volgende:

[..]

Je hebt gelijk, ik heb inderdaad wat moeite met het concept. Ik snapte het met de voorgaande voorbeelden wel, die begonnen met sommatie waar dan een functie voor was gegeven en die je dan voor k=1 en k=k+1 moest bewijzen dat die functie de sommatie correct beschreef.
Nee, k = k + 1 is onmogelijk, dus zo moet je het om te beginnen al niet formuleren. De gedachte achter een bewijs met inductie is dat je eerst laat zien dat de te bewijzen uitspraak geldt voor de startwaarde (in jouw geval dus n = 8) en dat je vervolgens laat zien dat de juistheid van de uitspraak voor een natuurlijk getal n = k + 1 volgt uit de juistheid van de uitspraak voor een zekere n = k. Uiteraard mag je niet beginnen met te stellen, zoals je hierboven doet, dat de uitspraak waar is voor elke n ≥ 8, want dat is een petitio principii, d.w.z. dan neem je datgene wat je wil bewijzen al op voorhand voor waar aan, en dan bewijs je dus niets.
quote:
[cut crap]

Het helpt als je je stappen helder opschrijft, bijvoorbeeld als volgt. We hebben al gezien dat

(1) n2 > 7n + 1

geldt voor n = 8. We nemen nu aan dat (1) geldt voor een zekere n = k ≥ 8, dus:

(2) k2 > 7k + 1

Tellen we bij beide leden van (2) 2k + 1 op dan hebben we:

(3) k2 + 2k + 1 > 9k + 2

En dus:

(4) (k + 1)2 > 9k + 2

Nu geldt ook:

(5) 9k + 2 = 7(k + 1) + 1 + (2k - 6)

En aangezien 2k - 6 > 0 voor k ≥ 8 volgt uit (5) dat ook geldt:

(6) 9k + 2 > 7(k + 1) + 1

Op grond van de ongelijkheden (4) en (6) hebben we nu:

(7) (k + 1)2 > 7(k + 1) + 1

Maar (7) betekent niets anders dan dat (1) geldt voor n = k + 1. Uit (2), i.e. de juistheid van (1) voor n = k, volgt dus (7) en daarmee de juistheid van (1) voor n = k + 1. Tezamen met de juistheid van (1) voor n = 8 impliceert dit dat (1) juist is voor elk natuurlijk getal n ≥ 8, QED.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 20-03-2012 01:44:59 ]
pi_109303638
Bedankt voor de uitleg allemaal, het begint allemaal een beetje duidelijker te worden. Ik denk dat het tijd wordt om de opgaven in het boek even verder uit te werken, ik denk dat het dan vanzelf allemaal helemaal duidelijker wordt.

Ik begrijp nu tenminste hoe ik dit soort probleem moet aanpakken!

:)
pi_109429816
Hoop dat hier iemand mij kan helpen. De vraag waar ik niet uitkom is de volgende

Let A be a nonempty set, and let I be a nonempty set. Assume for all i in I A( i ) is a sigma-
algebra of A, then Intersection of all A( i ) is a sigma-algebra of A.
Het is logisch dat A en de empty set in de intersection zullen zitten maar de andere condities zou ik niet kunnen laten zien. Iemand een idee?
pi_109434868
Stel X\in \bigcap A_i,
dan X\in A_i voor alle i\in I (definitie doorsnede),
dus ook A-X\in A_i voor alle i\in I (definitie algebra),
dus A-X\in\bigcap A_i (definitie doorsnede).

En hetzelfde voor de andere voorwaarde.
pi_109464135
weet iemand hoe je hier makkelijk a en b uit kan halen?

3/(1+a) + 103/(1+b)^2 = 100.41

9/(1+a) + 109/(1+b)^2 = 104.32

Het lukt me om het op te lossen door eerst te schrijven in de vorm a = , en dan a te substituten voor b, maar dat duurt veel te lang.
pi_109464823
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 maart 2012 16:17 schreef Klonker het volgende:
weet iemand hoe je hier makkelijk a en b uit kan halen?

3/(1+a) + 103/(1+b)^2 = 100.41

9/(1+a) + 109/(1+b)^2 = 104.32

Het lukt me om het op te lossen door eerst te schrijven in de vorm a = , en dan a te substituten voor b, maar dat duurt veel te lang.
Vermenigvuldig beide leden van je eerste vergelijking met 3 en trek dan de leden van de tweede vergelijking af van de leden van de eerste vergelijking, zodat je een vergelijking in uitsluitend b overhoudt. Als je alleen in de antwoorden geïnteresseerd bent, kun je natuurlijk WolframAlpha gebruiken.
pi_109464984
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 maart 2012 16:46 schreef Riparius het volgende:

[..]

Vermenigvuldig beide leden van je eerste vergelijking met 3 en trek dan de leden van de tweede vergelijking af van de leden van de eerste vergelijking, zodat je een vergelijking in uitsluitend b overhoudt. Als je alleen in de antwoorden geïnteresseerd bent, kun je natuurlijk WolframAlpha gebruiken.
Bedankt!
pi_109497620
Even een vraagje over logaritmen.

Ik had dus het idee dat een logaritme van getal X met grondtal Y eigenlijk gewoon het getal is waarmee je Y moet verheffen om X te krijgen.

log(3)=0,477...
en 10^0,477

Dit klopt vooralsnog dus. Maar als ik een ander grondtal als 10 of e wil invoeren klopt het niet meer. Hier bijvoorbeeld:

5log(3)=2,386...
terwijl 5^2,386 niet gelijk is aan 5

Dus mijn vraag is: wat klopt er niet of wat doe ik fout?

Bij voorbaat dank!
  zondag 25 maart 2012 @ 17:57:28 #99
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109497904
Er staat 5*log(3). Voor 5log3 moet je log3/log5 intypen.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_109497979
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 17:57 schreef GlowMouse het volgende:
Er staat 5*log(3). Voor 5log3 moet je log3/log5 intypen.
aight ok bedankt
pi_109498385
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 17:51 schreef ulq het volgende:

Dus mijn vraag is: wat klopt er niet of wat doe ik fout?

Het is niet voor niets dat we het grondtal van de logaritme als superscript noteren, dus 5log 3. Gebruik dan ook superscript. Een hele tijd geleden was er hier een warrige discussie over een opgave met logaritmen waarbij alle misverstanden bleken te berusten op het feit dat de oorspronkelijke vragensteller te beroerd was geweest het grondtal even te superscripten. Let daar dus op.
pi_109498826
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 17:57 schreef GlowMouse het volgende:
Er staat 5*log(3). Voor 5log3 moet je log3/log5 intypen.
De wiskunde hierachter is:
5log3 is de oplossing van 5^x = 3.
Neem van de vergelijking aan beide kanten een willekeurige logaritme (geldt dus ook voor de 10-log die op je rekenmachine zit):

log(5^x) = log(3)
x * log(5) = log(3)
x = log(3)/log(5)

Als je het op deze manier nagaat vergeet je ook niet of je nou log(3)/log(5) of log(5)/log(3) moet doen.
pi_109499110
Ik kom niet uit deze analyse 2 vraag:

Beschouw de afbeelding H = 1/2 (x²y² + x²z² + y²z²)
Beschouw een deeltje dat zich beweegt door het vlak V = {x + 2y + 3z = 6} en dat zich bevindt
in het punt (1,1,1) in V.
Bepaal de richting waarin het deeltje moet bewegen om H zo sterk mogelijk te laten toenemen.

Mijn poging:
De gradient geeft de richting aan waarin de stijging het grootste is, grad H(1,1,1) = (2,2,2)
Het deeltje moet in V blijven, dus als (u1,u2,u3) de richting is dan
(1+ u1) + 2(1 + u2) + 3(1+u3) = 6
dus u1 + 2u2 + 3u3 = 0.
Hoe bepaal ik nu de richting m.b.v. deze twee voorwaarden?
  zondag 25 maart 2012 @ 18:31:34 #104
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109499168
volgende keer een keuze maken, topic openen of hier posten, niet allebei
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_109499546
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 18:29 schreef Anoonumos het volgende:
Ik kom niet uit deze analyse 2 vraag:

Beschouw de afbeelding H = 1/2 (x²y² + x²z² + y²z²)
Beschouw een deeltje dat zich beweegt door het vlak V = {x + 2y + 3z = 6} en dat zich bevindt
in het punt (1,1,1) in V.
Bepaal de richting waarin het deeltje moet bewegen om H zo sterk mogelijk te laten toenemen.

Mijn poging:
De gradient geeft de richting aan waarin de stijging het grootste is, grad H(1,1,1) = (2,2,2)
Het deeltje moet in V blijven, dus als (u1,u2,u3) de richting is dan
(1+ u1) + 2(1 + u2) + 3(1+u3) = 6
dus u1 + 2u2 + 3u3 = 0.
Hoe bepaal ik nu de richting m.b.v. deze twee voorwaarden?
Ik denk dat je de orthogonale projectie van de gradient op het vlak moet bepalen.
pi_109500022
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 18:22 schreef thenxero het volgende:

[..]

De wiskunde hierachter is:
5log3 is de oplossing van 5^x = 3.
Neem van de vergelijking aan beide kanten een willekeurige logaritme (geldt dus ook voor de 10-log die op je rekenmachine zit):

log(5^x) = log(3)
x * log(5) = log(3)
x = log(3)/log(5)

Als je het op deze manier nagaat vergeet je ook niet of je nou log(3)/log(5) of log(5)/log(3) moet doen.
oja, dank je.
  zondag 25 maart 2012 @ 19:07:05 #107
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109500480
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 18:22 schreef thenxero het volgende:
vergeet je ook niet of je nou log(3)/log(5) of log(5)/log(3) moet doen.
dat zie je ook gelijk doordat log(x)/log(3) stijgend is in x en log(3)/log(x) dalend
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 18:29 schreef Anoonumos het volgende:
Bepaal de richting waarin het deeltje moet bewegen om H zo sterk mogelijk te laten toenemen.
er zijn heel veel unbounded rays, wat is 'zo sterk mogelijk'?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_109500736
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 19:07 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

dat zie je ook gelijk doordat log(x)/log(3) stijgend is in x en log(3)/log(x) dalend

[..]

er zijn heel veel unbounded rays, wat is 'zo sterk mogelijk'?
Waar de richtingsafgeleide maximaal is zou ik zeggen. Daar gaat het hoofdstuk in ieder geval over.
Orthogonale projectie van de gradient op V zou moeten werken, maar het is niet iets wat we hebben behandeld bij dit vak.
  zondag 25 maart 2012 @ 19:17:31 #109
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109500842
Je kunt ook x substitueren uit de vergelijking voor H, dan heb je nog maar twee variabelen en geen restrictie.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_109500923
quote:
0s.gif Op zondag 25 maart 2012 19:14 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

Waar de richtingsafgeleide maximaal is zou ik zeggen. Daar gaat het hoofdstuk in ieder geval over.
Orthogonale projectie van de gradient op V zou moeten werken, maar het is niet iets wat we hebben behandeld bij dit vak.
Bestudeer even deze oude post van mij om te zien hoe je de coördinaten van het voetpunt van een loodlijn vanuit een punt op een vlak bepaalt.

Edit: ik kom voor jouw opgave op (u1, u2, u3) = (4/7, 1/7, -2/7).

[ Bericht 2% gewijzigd door Riparius op 25-03-2012 19:50:18 ]
pi_109503991
Ah, ik heb hem. Bij een andere opgave moest je berekenen in welke richting in het vlak de richtingsafgeleide 0 was, en de maximale toename staat hier dan loodrecht op. Ik krijg dan hetzelfde antwoord als Riparius. Bedankt.
  woensdag 28 maart 2012 @ 15:29:58 #112
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_109609754
Los de volgende diff verglijking op:

Dit is een stukje van de uitwerking, maar volgens mij is het fout? ze hebben die -s2 weggelaten, want y (0) = 1 dus waar is die opeens gebleven?

Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
  woensdag 28 maart 2012 @ 16:12:54 #113
351492 Kist.
Giants fanatico
pi_109611470
Ik snap de volgende vraag niet:

In de tabel staan de percentages van vijf leeftijdsklassen van de totale Nederlandse bevolking vermeld.

0-19 31,5
20-44 37,2
45-64 19,9
65-79 9,3
>80 2,1

Geef de mediaan


Het antwoordenboek zegt door middel van interpolatie 32,4.
Hoe doe ik dit?
  woensdag 28 maart 2012 @ 16:39:39 #114
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_109612496
Formule mediaan:

X = L + ( nl / nl + nr ) * Sm

19 + (20 / (19 + 35)) * 36 = 32.3333

SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
  Moderator / Redactie Sport / Devops woensdag 28 maart 2012 @ 16:44:02 #115
176766 zoem
zoemt
pi_109612681
quote:
0s.gif Op woensdag 28 maart 2012 16:39 schreef GoodGawd het volgende:
Formule mediaan:

X = L + ( nl / nl + nr ) * Sm

19 + (20 / (19 + 35)) * 36 = 32.3333
Huh? :D

M = 20 + \frac{\frac{100}{2} - 31,5}{37,2}\cdot 25 = 32,43279
  woensdag 28 maart 2012 @ 16:45:18 #116
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_109612739
lol ik deed hem even natte vinger :')
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
  woensdag 28 maart 2012 @ 16:53:32 #117
351492 Kist.
Giants fanatico
pi_109613151
Bedankt beide! Had nog gekeken op die site maar raakte in de war door de percentages :')
  donderdag 29 maart 2012 @ 13:04:19 #118
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_109649161
quote:
0s.gif Op woensdag 28 maart 2012 15:29 schreef GoodGawd het volgende:
Los de volgende diff verglijking op:

Dit is een stukje van de uitwerking, maar volgens mij is het fout? ze hebben die -s2 weggelaten, want y (0) = 1 dus waar is die opeens gebleven?

[ afbeelding ]
niemand :'( ?
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
  Moderator / Redactie Sport / Devops donderdag 29 maart 2012 @ 13:10:58 #119
176766 zoem
zoemt
pi_109649464
quote:
0s.gif Op donderdag 29 maart 2012 13:04 schreef GoodGawd het volgende:

[..]

niemand :'( ?
Het lijkt inderdaad vergeten te zijn, maar die materie is voor mij een tijdje geleden :@
  donderdag 29 maart 2012 @ 18:22:07 #120
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_109662456
Iemand verstand van GRM TI-83 rekenmachine?



Ik deed die matrices eerst met de hand maar word nu wel beetje groot..

Ik voer dit in op mijn GRM, die hele meut onder [A] en die kolom rechts onder matrix [B]
Maar hoe moet ik die twee matrices vermenigvuldigen zodat ik de onbekende A B C etc kom te weten?
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
pi_109662701
quote:
0s.gif Op donderdag 29 maart 2012 18:22 schreef GoodGawd het volgende:
Iemand verstand van GRM TI-83 rekenmachine?

[ afbeelding ]

Ik deed die matrices eerst met de hand maar word nu wel beetje groot..

Ik voer dit in op mijn GRM, die hele meut onder [A] en die kolom rechts onder matrix [B]
Maar hoe moet ik die twee matrices vermenigvuldigen zodat ik de onbekende A B C etc kom te weten?
De resultaatvector, dus die (0, 0, 0, 0, 0, 6)t, voorvermenigvuldigen met de inverse van die (grote) matrix.

[ Bericht 0% gewijzigd door kutkloon7 op 29-03-2012 18:52:46 ]
pi_109663378
Ik hoopte dat iemand me met het volgende kon helpen:

Dit komt uit een dictaat voor complexe analyse:
\frac{d}{dt}(re^{i\theta})=r\frac{d}{dt}(e^{i\theta})+\frac{dr}{dt}e^{i\theta}

En er geldt
z(t)=re^{i\theta}
(Oftewel, z is een complexe functie van t, en z is uitgedrukt als e-macht)

Waarom geldt dit? Ik heb geprobeerd hetzelfde resultaat te krijgen met de kettingregel voor meerdere variabelen:
SPOILER: Maar ik ben erachter dat ik iets onzinnigs deed :')
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Ik zal wel iets fout doen, aangezien ik de kettingregel voor meerdere variabelen nooit helemaal goed begrepen heb... Maar waar? Ik hoop dat iemand me wat verder kan helpen :)

Edit: Ik zie al wat ik fout doe, ik druk namelijk functies in elkaar uit en ga er daar één van differentiëren, wat me niet echt nuttig lijkt.
  Moderator / Redactie Sport / Devops donderdag 29 maart 2012 @ 19:05:41 #123
176766 zoem
zoemt
pi_109663897
Het lijkt gewoon te kloppen, ze werken alleen de d/dt van de exponent niet uit.

Het is overigens handiger om te zeggen dat

r=r(t) \tex{ en } \theta = \theta (t)

Dan ben je nooit mis met de variabelnamen.
  donderdag 29 maart 2012 @ 19:09:16 #124
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109664000
gebruik de productregel
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  donderdag 29 maart 2012 @ 19:40:44 #125
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_109665235
quote:
2s.gif Op donderdag 29 maart 2012 18:30 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

De resultaatvector, dus die (0, 0, 0, 0, 0, 6)t, voorvermenigvuldigen met de inverse van die (grote) matrix.
Ja dat snap ik, maar ik snap niet wat voor handelingen je daarvoor moet doen in de GR :@

-edit-

heb handboek van GR maar gedownload :')

Got it, oh het is echt super simpel T_T

[ Bericht 6% gewijzigd door GoodGawd op 29-03-2012 19:47:52 ]
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
pi_109667059
quote:
2s.gif Op donderdag 29 maart 2012 18:49 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik hoopte dat iemand me met het volgende kon helpen:

Dit komt uit een dictaat voor complexe analyse:
\frac{d}{dt}(re^{i\theta})=r\frac{d}{dt}(e^{i\theta})+\frac{dr}{dt}e^{i\theta}

En er geldt
z(t)=re^{i\theta}
(Oftewel, z is een complexe functie van t, en z is uitgedrukt als e-macht)

Je zou wat meer context moeten geven, want als dit werkelijk zo in je dictaat staat denk ik dat je dictaat niet helemaal netjes is. Als je een voorstelling r = r(θ) in poolcoördinaten hebt van een contour waarlangs je wil integreren (want ik vermoed dat dat de bedoeling is) dan kun je werken met z(θ) = r(θ)∙e als parametervoorstelling van je contour en dan is dus θ, niet t, je onafhankelijke variabele. Gaat het soms om een afleiding van de integraalformule van Cauchy?
pi_109673710
quote:
14s.gif Op donderdag 29 maart 2012 19:09 schreef GlowMouse het volgende:
gebruik de productregel
:D Bedankt! (en :') :') :')! dat ik het niet zag, misschien moet ik weer wat meer aan differentiëren en integreren doen...)

quote:
0s.gif Op donderdag 29 maart 2012 20:23 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je zou wat meer context moeten geven, want als dit werkelijk zo in je dictaat staat denk ik dat je dictaat niet helemaal netjes is. Als je een voorstelling r = r(θ) in poolcoördinaten hebt van een contour waarlangs je wil integreren (want ik vermoed dat dat de bedoeling is) dan kun je werken met z(θ) = r(θ)∙e als parametervoorstelling van je contour en dan is dus θ, niet t, je onafhankelijke variabele. Gaat het soms om een afleiding van de integraalformule van Cauchy?
Het gaat om de afleiding van een planeetbaan met complexe analyse (als ik het goed begrepen heb)
http://people.math.gatech.edu/~cain/winter99/ch2.pdf (bladzijde 2)
Voor de geïntresseerden, het hele dictaat complexe analyse is daar te downloaden. Het is een vak dat ik volgend jaar ga doen, en ik heb gemerkt dat je van te voren inlezen in vakken echt enorm scheelt. Heeft ook met motivatie te maken, als ik een vak heb is het opeens een verplichting in plaats van een keuze, waardoor mijn motivatie blijkbaar enorm daalt :P.
pi_109681763
quote:
2s.gif Op donderdag 29 maart 2012 22:12 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

:D Bedankt! (en :') :') :')! dat ik het niet zag, misschien moet ik weer wat meer aan differentiëren en integreren doen...)

[..]

Het gaat om de afleiding van een planeetbaan met complexe analyse (als ik het goed begrepen heb)
http://people.math.gatech.edu/~cain/winter99/ch2.pdf (bladzijde 2)
Voor de geïntresseerden, het hele dictaat complexe analyse is daar te downloaden. Het is een vak dat ik volgend jaar ga doen, en ik heb gemerkt dat je van te voren inlezen in vakken echt enorm scheelt. Heeft ook met motivatie te maken, als ik een vak heb is het opeens een verplichting in plaats van een keuze, waardoor mijn motivatie blijkbaar enorm daalt :P.
Ik zie het, het gaat om een afleiding van de eerste wet van Kepler met behulp van het complexe vlak. Meestal doet men dat met vectoranalyse. Als je dat eens wil zien, en dan meteen ook een afleiding van de perkenwet en de periodenwet (2e en 3e wet van Kepler) dan moet je het einde van dit dictaat eens doornemen.

Het dictaat waar je naar verwijst heb ik wel eens vaker gezien. Mijn bezwaar tegen de meeste inleidingen (zoals ook hoofdstuk 1 van het dictaat waar je naar verwijst) is dat de behandeling niet erg veel inzicht geeft. Zo wordt meestal gebruik gemaakt van de additietheorema's uit de goniometrie om aan te tonen dat argumenten optellen (modulo 2π) bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen, terwijl het nu juist veel inzichtelijker is om dit om te keren en te laten zien dat de additietheorema's van de goniometrie op een eenvoudige wijze volgen uit bepaalde eigenschappen van complexe getallen. Op die manier breng je studenten veel meer inzicht bij door te laten zien dat oude bekende resultaten dankzij de complexe getallen in een heel nieuw daglicht komen te staan. Zie hiervoor ook hoofdstuk III van het genoemde dictaat. Verder komt de formule van Euler vaak uit de lucht vallen doordat men min of meer out of the blue eit definieert als cos t + i∙sin t. Ook dit is didactisch (en historisch) helemaal fout, want voor iemand die net kennis maakt met complexe getallen is het totaal niet evident wat een complexe e-macht nu met cirkels en goniometrie heeft te maken. Dat kan uiteraard ook anders worden gedaan, zoals ik hier onlangs nog heb uiteengezet.

Er zijn heel wat dictaten over complexe analyse vrij beschikbaar op het web, en ik denk dat daar betere tussen zitten dan het dictaat waar je hier zelf naar verwijst. Probeer bijvoorbeeld eens dit of dit. Of dit, in het Nederlands.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 30-03-2012 01:36:40 ]
pi_109685232
quote:
0s.gif Op vrijdag 30 maart 2012 01:25 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik zie het, het gaat om een afleiding van de eerste wet van Kepler met behulp van het complexe vlak. Meestal doet men dat met vectoranalyse. Als je dat eens wil zien, en dan meteen ook een afleiding van de perkenwet en de periodenwet (2e en 3e wet van Kepler) dan moet je het einde van dit dictaat eens doornemen.

Het dictaat waar je naar verwijst heb ik wel eens vaker gezien. Mijn bezwaar tegen de meeste inleidingen (zoals ook hoofdstuk 1 van het dictaat waar je naar verwijst) is dat de behandeling niet erg veel inzicht geeft. Zo wordt meestal gebruik gemaakt van de additietheorema's uit de goniometrie om aan te tonen dat argumenten optellen (modulo 2π) bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen, terwijl het nu juist veel inzichtelijker is om dit om te keren en te laten zien dat de additietheorema's van de goniometrie op een eenvoudige wijze volgen uit bepaalde eigenschappen van complexe getallen. Op die manier breng je studenten veel meer inzicht bij door te laten zien dat oude bekende resultaten dankzij de complexe getallen in een heel nieuw daglicht komen te staan. Zie hiervoor ook hoofdstuk III van het genoemde dictaat. Verder komt de formule van Euler vaak uit de lucht vallen doordat men min of meer out of the blue eit definieert als cos t + i∙sin t. Ook dit is didactisch (en historisch) helemaal fout, want voor iemand die net kennis maakt met complexe getallen is het totaal niet evident wat een complexe e-macht nu met cirkels en goniometrie heeft te maken. Dat kan uiteraard ook anders worden gedaan, zoals ik hier onlangs nog heb uiteengezet.

Er zijn heel wat dictaten over complexe analyse vrij beschikbaar op het web, en ik denk dat daar betere tussen zitten dan het dictaat waar je hier zelf naar verwijst. Probeer bijvoorbeeld eens dit of dit. Of dit, in het Nederlands.
Hulde! Vooral voor het nederlandse dictaat, dat vind ik eerlijk gezegd nog altijd een stuk makkelijker lezen dan engelse teksten.

Ik ben het overigens totaal eens met je betoog over het definiëren van eit als cos t + i sin t. In mijn dictaat infinitesimaalrekening (wat eigenlijk gewoon calculus moet heten :P) werden de taylorreeksen vergeleken, wat wel een ok manier is, maar de manier die jij gebruikt vind ik veel didactisch verantwoorder (veel hoogleraren zouden er nog wat van kunnen leren...).
  zondag 1 april 2012 @ 12:11:50 #130
371657 Obey.
LIVE FREE
pi_109757978
Ik heb een vraagje over het toetsen van een hypothese.

Er is een opgave:
Volgens Hans kijkt de Nederlander gemiddeld minstens 28,4 uur per week naar de tv. Een medewerker van reclamebureau 'de Ster' trekt deze bewering in twijfel. Een aselecte steekproef van 30 personen levert het gemiddelde 27,6 uur op. Onderzoek of je het bij een significantieniveau 2,5% eens kunt zijn met de uitspraak van 'de Ster'. Ga er vanuit dat de tijd die een Nederlander per week naar de tv kijkt normaal verdeeld is met sigma=2,4.

Nu snap ik dat je de nulhypothese op 28,4 uur stelt, en de alternatieve hypothese op <28,4 omdat het steekproefgemiddelde lager is dan mu, en je dus linkszijdig moet toetsen.

Nu is er een andere opgave:
Een medicijn is verkrijgbaar in tabletvorm. Het werkzame aandeel X in een tablet is normaal verdeeld met een gemiddelde van 4 mg en een standaardafwijking van 0,12 mg. Het medicijn helpt als het werkzame aandeel per tablet tussen 3,8 mg en 4,2 mg ligt.
Er vinden regelmatig controles plaats om te kijken of de gemiddelde hoeveelheid inderdaad 4 mg is. Een steekproef van 50 tabletten levert een gemiddelde van 3,95 mg werkzame stof op. Toets of hieruit volgt dat dit gemiddelde niet significant afwijkt van 4 mg met alpha = 0,05.

Volgens de uitwerkingen wordt hier tweezijdig getoetst, maar als je naar de vorige opgave kijkt, waarbij je linkszijdig toets doordat het steekproefgemiddelde lager is dan mu, waarom doe je dat hier dan ook niet? 3,95 is minder dan 4 en dus kan je toch linkszijdig toetsen??
Alvast bedankt. :P
Het levende bewijs dat drugs en intelligentie prima samengaan.
  zondag 1 april 2012 @ 12:23:00 #131
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109758345
>> de alternatieve hypothese op <28,4 omdat het steekproefgemiddelde lager is dan mu, en je dus linkszijdig moet toetsen.
Dit klopt niet, je moet tweezijdig toetsen. Met jouw argument komt een tweezijdige toets nooit voor.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  zondag 1 april 2012 @ 12:30:13 #132
371657 Obey.
LIVE FREE
pi_109758568
quote:
0s.gif Op zondag 1 april 2012 12:23 schreef GlowMouse het volgende:
>> de alternatieve hypothese op <28,4 omdat het steekproefgemiddelde lager is dan mu, en je dus linkszijdig moet toetsen.
Dit klopt niet, je moet tweezijdig toetsen. Met jouw argument komt een tweezijdige toets nooit voor.
Hmm, ja daar heb je gelijk in, nu ben ik helemaal verward. :P

Dit is de uitwerking volgens de uitgever trouwens.

Er wordt dus duidelijk linkszijdig getoetst.
Het levende bewijs dat drugs en intelligentie prima samengaan.
pi_109759315
Ik geef wel eens wisk A bijles en het is me soms ook een raadsel waarom ze een enkelzijdige toets gebruiken, zoals hier. Ik zou hier ook de tweezijdige toets genomen hebben.
  zondag 1 april 2012 @ 13:05:41 #134
371657 Obey.
LIVE FREE
pi_109759737
Ja, in de les leren ze je aan dat door de bewering van iemand anders die de nulhypothese in twijfel trekt je links of rechtszijdig toetst, en in het boek doen ze het dan soms op basis van het steekproefgemiddelde, maar soms ook niet. Erg verwarrend.
Het levende bewijs dat drugs en intelligentie prima samengaan.
  zondag 1 april 2012 @ 13:52:52 #135
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_109761476
quote:
0s.gif Op zondag 1 april 2012 13:05 schreef Obey. het volgende:
Ja, in de les leren ze je aan dat door de bewering van iemand anders die de nulhypothese in twijfel trekt je links of rechtszijdig toetst, en in het boek doen ze het dan soms op basis van het steekproefgemiddelde, maar soms ook niet. Erg verwarrend.
Zo hoort het ook, als er stond "Een medewerker van reclamebureau 'de Ster' trekt deze bewering in twijfel en denkt dat er minder gekeken wordt.", moest je wel linkszijdig toetsen.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_110004945
quote:
7s.gif Op vrijdag 6 april 2012 22:23 schreef Dale. het volgende:
http://www.wolframalpha.com/input/?i=int+%281-x%2Fa%29%5E2xdx

Waar komt de a^2 ook alweer vandaan :@
Gewoon haakjes wegwerken en integreren, dan zie je het vanzelf.
pi_110023974
Stel je hebt
a_n=5 a_{n-1} - 6 a_{n-2} +n^2
met a_0=0 en a_1=1. Die wil ik oplossen.

De karakteristieke vgl heeft als oplossingen 3 en 2. Met de beginwaardes a_0 en a_1 vind je dan dat
a_n = 3^n - 2^n de oplossing is van de homogene vergelijking.

Nu zoek ik een particuliere oplossing van de inhomogene vgl. Definieer
H(a_n)=a_n-5a_{n-1}+6a_{n-2}.

Volgens de docent moet je dan als particuliere oplossing iets nemen wat "lijkt" op het inhomogene deel; n^2 in dit geval. Maar
H(n^2)=n^2-5n+6
krijg ik niet gelijk aan n^2 voor algemene n. Dus wat nu ?
pi_110024649
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 april 2012 14:59 schreef thenxero het volgende:
Stel je hebt
a_n=5 a_{n-1} - 6 a_{n-2} +n^2
met a_0=0 en a_1=1. Die wil ik oplossen.

De karakteristieke vgl heeft als oplossingen 3 en 2. Met de beginwaardes a_0 en a_1 vind je dan dat
a_n = 3^n - 2^n de oplossing is van de homogene vergelijking.

Nu zoek ik een particuliere oplossing van de inhomogene vgl. Definieer
H(a_n)=a_n-5a_{n-1}+6a_{n-2}.

Volgens de docent moet je dan als particuliere oplossing iets nemen wat "lijkt" op het inhomogene deel; n^2 in dit geval. Maar
H(n^2)=n^2-5n+6
krijg ik niet gelijk aan n^2 voor algemene n. Dus wat nu ?
Probeer eens een algemeen polynoom van graad 2.
pi_110024860
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 april 2012 15:22 schreef thabit het volgende:

[..]

Probeer eens een algemeen polynoom van graad 2.
Oja, dat werkt. Thanks.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')