De onvermijdbaarheid van EuropaDe 'feiten op de grond' blijken niet voldoende dwingend om een eensgezinde Europa aanpak te dwingen.
Zodra het om oorlog en vrede gaat, lijkt Europa hopeloos verdeeld. Dat hebben we nu ook bij Libië gezien. Voor Londen geldt: weg met de dictator, voor Berlijn: Nie wieder Krieg. Engeland en Frankrijk zien zichzelf nog altijd, met dank aan hun vaste zetel in de Veiligheidsraad, als mondiale grootmachten, Duitsland opereert militair als een juniorpartner die niet snel eigen initiatieven ontplooit. De 'feiten op de grond' blijken niet voldoende dwingend om een eensgezinde Europa aanpak te dwingen.
Slagveld
Doen dat de komende tijd wel de 'feiten op de grond' op het slagveld van de economie? Met een grote sprong voorwaarts heeft Duitsland, hier wèl de leading nation, getracht de ondergang van de Euro met een ingrijpend pak maatregelen te bezweren, daarin - bij gebrek aan veel keuze - snel bijgevallen door economische juniorpartner Frankrijk.
De les van bodemloze put Griekenland: voortaan zouden alle begrotingsstukken van eurozonelanden voor een fiat langs Brussel moeten. Het betekent een bestendiging van de toch al feitelijk bestaande tweedeling in de EU, ditmaal met de Britten aan de zijlijn. Ook de VVD-europarlementariërs stemden voor - waar hun Nederlandse partijgenoten zich met Rutte voorop en Wilders' hete adem in de nek met veel tromgeroffel tegen de Brusselse bureaucratie keren. Want dit is niet minder Europa, zoals de steeds verder in zijn provinciaalse zelf gekeerde kiezer wil, maar juist meer.
Voor een deel is dat inderdaad onvermijdelijk. Waar een markt zonder grenzen en een monetaire unie bestaan, heeft wangedrag inzake de staatsfinanciën van de één direct invloed op de ander. Daarover is indertijd, bij de snelle introductie van de euro, onvoldoende nagedacht. Eventuele bestraffing werd - en dat was tegelijk ook onvermijdelijk omdat die vergaande politieke implicaties zou hebben - aan de politici zelf overgelaten.
Versoepelen
In de praktijk overwegen dan inderdaad de politieke overwegingen, en toen Duitsland en Frankrijk een keer voor zichzelf de regels versoepelden omdat die niet uitkwamen, was de geloofwaardigheid van het stabiliteitspact natuurlijk weg. Dat zal dus anders moeten teneinde een volgende eurocrisis te voorkomen, en dat betekent de bevoegdheid om in te grijpen.
Toch kan Brussel tegelijk niet om de sterke euroscepsis in de lidstaten heen, waar men Europa niet als bescherming, maar als bedreiging is gaan zien. Dat heeft alles te maken met die open markt, waardoor de directeur, onder verwijzing naar de Amerikaanse concurrentie, voor zichzelf een forse salarisstijging plus vette bonus kan claimen, en tegen de monteur, onder verwijzing naar de Albanese concurrentie, zegt dat hij het voortaan met een lager salaris en een flexibel arbeidscontract moet doen: zie de postbode.
Die met 'Europa' als argument beargumenteerde aantasting van de bestaanszekerheid van vele modale burgers, die in een latente toekomstangst bij grote delen van de bevolking resulteert, vormt een belangrijke verklarende factor voor de negatieve houding jegens Brussel, die zich in electorale winst voor populistische partijen vertaalt.
Stabiliteit
Het Europese antwoord daarop kan, omwille van de interne politieke stabiliteit en regeerbaarheid van de lidstaten, dus niet uit het nog verder vergroten van die bestaansonzekerheid en de daaraan gekoppelde welvaartsverschillen bestaan. De bankiersbonussen, die weer overal opduiken, zijn daarvoor symbolisch - symbolisch vooral voor de toenemende vervreemding van een arrogante graaierskaste die aan de rest van de samenleving geen boodschap meer heeft.
Het is onbestaanbaar dat uitgerekend zij die met hun ongebreidelde hebzucht de kredietcrisis veroorzaakt hebben, hun oude gedrag weer oppakken en de rekening deponeren bij hen die daar part noch deel aan hebben. Dat behelst ook een boodschap aan het Nederlandse kabinet die haaks staat op de huidige VVD-praktijk: kleine bijverdiensten van kinderen van werkelozen worden direct van de uitkering afgetrokken, maar het dwingend opleggen van bonusnormen aan een sector die vandaag opnieuw illustreert dat zelfregulering een farce is, is voor de rechtsliberalen nog steeds taboe. Terecht eist de linkse oppositie een einde aan het getalm, want deze discrepantie werpt ook een enorme schaduw over elke toekomsti-ge Europese maatregel die tot snijden in nationale begrotingen dwingt.
Belastingparadijs
Zonder bonus, zo zeggen zij zelf immers, geen excellente bankiers. Laat nu de bank waarmee het de afgelopen jaren het beste ging, Triodos, het geheel zonder bonussen doen - zie het interview afgelopen zaterdag in de Volkskrant met bestuursvoorzitter Peter Blom.
Uiteraard dienen die bonussen ook in EU-verband te worden aangepakt. Hetzelfde geldt voor de te grote verschillen in fiscaal beleid, dat binnen Europa voor diverse belastingparadijzen en dus voor oneerlijke concurrentie heeft gezorgd, waardoor de welvaart van velen ten gunste van de winsten van weinigen onder druk is komen te staan. Bovendien betalen door zulke speciale faciliteiten, waarin ook Nederland zich heeft uitgesloofd, grote multinationals nauwelijks belasting, terwijl ze wel van de infrastructuur profiteren: zij parasiteren op de gewone burgers en bedrijven die normaal aan de staatskas bijdragen omdat zij niet over postbusfirma's beschikken.
"Londen ritselt van het foute geld", aldus de Volkskrant van 11 maart. Dat had betrekking op onfrisse lieden uit Libië, Saoedi-Arabië, Rusland en andere boevenstaten die daar hun geld komen wegzetten - maar het geldt natuurlijk ook voor menig inheems zakenbankier.
Diens belangen waren voor de Engelse regering jarenlang heilig, en dat leidde tot het bankencrisisgezwel. "De City loopt stilletjes leeg", zo kopte de NRC op 22 januari, met het oog op de toenemende regulering. Dat is daarmee veruit het beste sociaal-economische nieuws sinds jaren.
http://opinie.volkskrant.(...)dbaarheid_van_Europa