Kom ik nog even met het probleem wat speelt, dit staat op de belastingdienstpagina.
U betaalt belasting over een vast rendement op uw vermogen. Dit vaste rendement wordt berekend over de gemiddelde waarde van uw bezittingen min uw schulden (uw vermogen). U moet uitgaan van de waarde in het economische verkeer van de bezittingen en de schulden op 1 januari 2009 (begindatum) en 31 december 2009 (einddatum).
Vast rendement bij overlijden
Het vaste rendement over uw bezittingen min de schulden is normaal gesproken 4%. In het jaar van overlijden is dit vaste rendement lager, omdat het wordt herleid. Dat betekent dat wij voor de berekening van het vaste rendement uitgaan van het aantal maanden tot het overlijden. De maand van overlijden telt daarbij niet mee. Als iemand bijvoorbeeld op 15 juli overlijdt, dan is het vaste rendement 6/12 x 4% = 2%.
Alleenstaand of fiscaal partnerschap?
Was de overledene alleenstaand? Dan geeft u de waarde aan op 1 januari 2009 en op de overlijdensdatum.
Heeft de overledene een fiscale partner? Dan geeft iedere partner zijn eigen bezittingen en schulden aan, ook al kiest u voor het hele jaar 2009 voor fiscaal partnerschap. Bent u in gemeenschap van goederen getrouwd? Dan geeft ieder de helft aan van iedere bezitting en de helft van iedere schuld. Voor de overledene gaat u daarbij uit van de waarde van die bezittingen en schulden op 1 januari 2009 en op de overlijdensdatum. De andere partner gaat uit van de waarde van zijn deel van de bezittingen en schulden op 1 januari 2009 en het geheel van de bezittingen en schulden op 31 december 2009.
Als u ervoor kiest om heel 2009 fiscale partners te zijn, dan kunt u in het jaar van overlijden nog wel kiezen voor de overdracht van het heffingvrije vermogen, de schuldendrempel en de vrijstellingen.
Voorbeeld
U bent in gemeenschap van goederen getrouwd. Uw partner overlijdt op 21 april 2009. De waarde van de bezittingen min de schulden is op 1 januari 2009 ¤ 100.000, op 21 april 2009 ¤ 150.000 en op 31 december 2009 ¤ 200.000. Volgens het huwelijksvermogensrecht is de helft van het vermogen van de overledene. Over de waarde van de bezittingen min de schulden na 21 april 2009 tot en met 31 december 2009 hoeft de overledene geen belasting te betalen.
De gemiddelde rendementsgrondslag van de overledene is 50% van (¤ 100.000 + ¤ 150.000) : 2 = ¤ 62.500. Dit bedrag wordt verminderd met het heffingvrije vermogen van ¤ 20.661. De grondslag voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen is dan: ¤ 62.500 - ¤ 20.661 = ¤ 41.839.
Het vaste rendement van 4% wordt herleid naar 1% (3/12 x 4%). Het voordeel uit sparen en beleggen is 1% van ¤ 41.839 = ¤ 418.
Uw gemiddelde rendementsgrondslag is (50% van ¤ 100.000) + ¤ 200.000 = ¤ 250.000 : 2 = ¤ 125.000. Dit bedrag wordt verminderd met het heffingvrije vermogen van ¤ 20.315. De grondslag voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen is dan: ¤ 125.000 - ¤ 20.661 = ¤ 104.339.
Het voordeel uit sparen en beleggen is dan ¤ 104.339 x 4% = ¤ 4.173.
Let op!
In bovenstaande situatie is het meestal voordeliger om te kiezen om het hele jaar fiscale partners te zijn. Dan kan het heffingvrije vermogen worden overgedragen aan u, als de langstlevende fiscale partner. Hierdoor valt de grondslag voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen voor de overledene wel hoger uit. Voor u valt de grondslag lager uit, zodat u uiteindelijk minder belasting betaalt.
De grondslag van de overledene is dan ¤ 62.500, zodat het voordeel uit sparen en beleggen 1% is van ¤ 62.500 = ¤ 625.
Uw grondslag is dan ¤ 125.000 - ¤41.322 = ¤ 83.678, zodat het voordeel uit sparen en beleggen 4% is van ¤ 83.678 = ¤ 3.347.
Het gezamenlijke voordeel uit sparen en beleggen is nu ¤ 3.972, in plaats van ¤ 4.591.
Als ik het allemaal volgens mij goed nareken zit er een aanzienlijik verschil in het bedrag dat een nabestaande moet betalen of de partner in januari is overleden of in december. Overlijdt iemand in juli komt het bedrag ongeveer overeen met wat er betaald zou moeten worden als er geen sprake was een overlijden. Fiscaal partnerschap is sowieso in alle gevallen voordeliger.
Het kromme is als iemand getrouwd is in gemeenschap van goederen met een gelijkblijvend vermogen van totaal 100.000 en in april overlijdt men 1871 euro moet betalen, overlijdt de persoon in december is men 3204 euro kwijt. Bij overlijden in juli is men 2371 euro kwijt wat men ook bij niet overlijden kwijt zou zijn.
Of zie ik iets over het hoofd?.
Life lies a slow suicide
Orthodox dreams and symbolic myths
From feudal serf to spender
This wonderful world of purchase