quote:
Hofland voelt zich weer vrij
Door SJOERD MOSSOU
ROTTERDAM - Als een strenge oom stond Kevin Hofland deze week tussen Luigi Bruins en Jonathan de Guzman op het trainingsveld van Feyenoord.
afbeelding vergroten Kevin Hofland. FOTO JACQUELINE DE HAAS
Verbeten sprak de Limburger tot de twee talenten, in woord en gebaar.
,,Niet om die jongens allerlei verwijten te maken,’’ benadrukt Hofland. ,,Integendeel. Ik besteed op zo’n moment zoveel aandacht aan ze, omdat ik heilig geloof in hun kwaliteiten. Ik wil dat ze beseffen dat ze de kwaliteiten hebben om de Europese top te halen. ‘Als jullie binnen drie jaar niet bij een hele grote club spelen, dan heb je echt iets niet goed gedaan,’ heb ik ze gezegd.’’
Je zou bijna vergeten dat hij zelf pas 28 is. Hij praat als een routinier en de laatste weken begint Hofland ook in het veld op de steunpilaar te lijken die Feyenoord afgelopen zomer in hem zag. Ondanks de pijnlijke resultaten van de Rotterdamse ploeg, oogt Hofland sterker dan voorheen. ,,Zoals Kevin de laatste tijd speelt, behoort hij weer tot de beste verdedigers van Nederland,’’ zei trainer Bert van Marwijk onlangs.
Niettemin bleef Hofland vorige week als één van de weinige basisspelers achter in Rotterdam. De rest van zijn ploeg waaierde uit voor interlandverplichtingen. ,,Gepasseerd voel ik me allang niet meer,’’ zegt de verdediger over het Nederlands elftal. ,,Daarvoor is het te lang geleden dat ik erbij zat. Bovendien ben ik heel realistisch: op dit moment heb ik helemaal niets in Oranje te zoeken. Absoluut niet. Voor het Nederlands elftal moet je over een langere periode goed presteren. Dat heb ik niet gedaan. Verre van.’’
De voetballer kende een ronduit moeilijke periode tussen grofweg half december en half februari, weken waarin Hofland soms haast verlamd oogde. De kritiek was kiezelhard.
,,Hoezeer ik me daar ook van af probeerde te sluiten, er was geen ontkomen aan. Voetbalpraatprogramma’s heb ik nooit gekeken, maar ik kreeg altijd wel een sms’je, of iemand begon erover. Het zal wel, kritiek hoort erbij en ik kan daar wel redelijk mee omgaan. Bovendien was die kritiek gewoon terecht.’’
Het duurde een tijdje voordat het verhaal achter zijn worsteling bij het grote publiek bekend was. Bij Hoflands jongste zoontje Milan, drie jaar oud, werd eind 2007 een tumor ontdekt die steeds groter werd. Een lange reeks ziekenhuisonderzoeken volgde en steeds nadrukkelijker begon de onzekerheid te knagen.
Pas drie maanden en een zware operatie later kwam het nieuws waar Hofland naar smachtte. De bobbel in de nek van Milan bleek goedaardig. ,,Nu gaat het beter dan ooit met hem. Hij lacht weer en is veel levendiger dan daarvoor. Of hij besefte wat er aan de hand was, weet ik niet goed. Hij is pas drie.’’
Het liefst had hij in het openbaar helemaal niets gezegd over deze zorgen. ,,Er zijn genoeg mensen die thuis met een ziek kind zitten. En mijn privéleven is niet belangrijker dan dat van iemand anders. Binnen de club wist iedereen het, ik heb heel veel steun gehad van mensen bij Feyenoord. Maar ik vond het niet iets dat de hele wereld hoefde te weten.
,,Het moeilijke was dat de trainer op een persconferentie liet doorschemeren dat ik privéproblemen had. Al snel gingen de wildste verhalen rond. Ik heb nog lang zitten dubben, maar vanaf dat moment leek het me beter om te vertellen wat er speelde. Niet om excuses te zoeken, of om me te verschuilen. Ik heb in die periode gewoon heel slecht gespeeld, klaar.’’
Pas na het goede nieuws uit het ziekenhuis, voelde Hofland hoeveel impact het had gehad op zijn lijf en leden. ,,Op de eerste de beste training voelde ik gelijk het verschil. Je bent vrijer, in alles. Alsof er opeens een blokkade werd opgeheven. Daarvóór ontken je voor jezelf dat het een rol speelt, je wilt dat niet. Maar achteraf gezien was er geen ontkennen aan. Ik sliep slecht, was niet vrij in mijn hoofd. Dat zag je op het veld in alles terug.’’
Hij had wellicht eerder op de rem moeten trappen, zegt hij nu. ,,Maar ik wilde ten koste van alles de steun terugbetalen die ik bij Feyenoord kreeg. Mijn ploeggenoten, de staf; iedereen leefde mee. Als ik met die kleine naar het ziekenhuis moest, was dat nooit een probleem. Ga maar, zo vaak als je zelf denkt dat goed is, zeiden ze dan. Daar wil je iets voor teruggeven. En ik dacht ook lang dat het voetbal afleiding zou geven. Maar het werkte alleen maar averechts.’’
Sportief dieptepunt was het uitduel met Excelsior (2-1 verlies), half januari. ,,Ik maakte fouten die ik in mijn hele leven nog niet heb gemaakt,’’ vertelt Hofland. Tot diep in de nacht bleef hij toen wakker, met de dvd-speler aan. ,,Ik heb sommige fragmenten wel twintig keer teruggekeken. En iedere keer hoop je dat het anders afloopt. Ik deed dingen verkeerd die ik nog steeds niet kan verklaren.’’ Al sinds zijn eerste jaren als prof kijkt hij zijn optredens terug. ,,Niet mijn goede wedstrijden, ik kijk alleen de fouten terug, tegengoals vooral. Ik ben ervan overtuigd dat dat een goede manier is om te leren.’’
Op de club sleept hij af en toe een ploeggenoot mee voor de tv. ,,Soms zie ik dingen die goed zijn om samen terug te kijken. Wat gaat hier fout? Hoe kan dat in de toekomst beter? Zoiets hoeft niet heel lang te duren. Ik zie dat als iets normaals, het hoort bij mijn vak.’’
Dat de jongere generatie spelers niet altijd beseft wat er in het profvoetbal wordt gevraagd, stoort hem wel eens. ,,Toen ik bij Fortuna Sittard bij het eerste elftal kwam, was voor mij alles ja en amen. Ik ruimde de ballen op, droeg de tassen. Als een oudere speler wat tegen me zei, probeerde ik daar iets van op te steken. Ik knikte alleen maar.
,,De jonge spelers van nu zijn mondiger, ze hebben altijd wel iets terug te zeggen. Dat mag, zolang je maar wel beseft dat kritiek bij het voetbal hoort. Als Henk Timmer, Gio, Roy Makaay of ik iets zeggen, doen we dat om een ploeggenoot beter te maken. Je hoeft het er niet altijd mee eens te zijn - ieder zijn mening - maar begrijp dat het bedoeld is om je verder te helpen. Te vaak krijg ik het gevoel dat sommige spelers het wel best vinden. Dat soort gemakzucht, daar kan ik niet goed tegen.’’
Hofland weet dat de Europese top voor hemzelf geen reëel doel meer is. ,,Ik denk niet dat ik die stap nog ga maken, daar ben ik heel nuchter in. Na mijn doorbraak bij PSV was er interesse van Arsenal en Manchester United, maar ongeveer in die periode raakte ik zwaar geblesseerd aan mijn enkel.
,,De gevolgen daarvan merk ik nog altijd. Bij het trappen met rechts bijvoorbeeld, of bij het afzetten. Sommige dingen die ik vroeger deed zonder na te denken, kosten nu meer moeite. Ik heb ermee leren leven. Net als met het feit dat ik nooit de allersnelste zal zijn. Ik heb geleerd daarop te anticiperen.’’
Achter de keuzes die hij na zijn blessure maakte, staat hij nog steeds. Na PSV volgde de relatieve anonimiteit van Wolfsburg, waar hij bij het grote publiek in Nederland uit beeld verdween. Zijn snelle entree in het Nederlands elftal kreeg geen vervolg. ,,Ik heb alles uit mezelf gehaald, dat durf ik wel te zeggen. En als Feyenoord mijn top blijkt te zijn, dan kan ik daar heel goed mee leven. Dan ben ik geslaagd als profvoetballer, zo voel ik dat.’’