Politiek opportunisme is de grootste bedreiging voor de verdediging van ’s lands grondgebied
Door: Alexander Weissink
Nederland bokst ver boven zijn gewichtsklasse, pleegt premier Mark Rutte graag te zeggen. Met alle militaire inspanningen ter land, ter zee en in de lucht neemt de krijgsmacht ruimschoots zijn verantwoordelijkheid. De missies in Irak, Mali en elders in de wereld dragen flink bij aan de internationale vrede en veiligheid.
Tot zover het goede nieuws. Want feitelijk is Defensie al jarenlang een stiefkind in politiek Den Haag. Jan soldaat is een sluitpost bij de verdeling van het geld. En bij bezuinigingen zijn de mannen en vrouwen in uniform als eerste de klos.
Deze verwaarlozing heeft zijn tol geëist. Afgelopen week, op de jaarlijkse verantwoordingsdag, kwam de Algemene Rekenkamer met een vernietigend oordeel over de krijgsmacht. De verdediging van het vaderland, de eerste grondwettelijke kerntaak van de strijdkrachten, is niet gewaarborgd. Minister van Defensie Jeanine Hennis gaf het woensdag zelf ook toe in het jaarverslag van haar departement, zij het in meer cryptische bewoordingen.
Rond het Binnenhof werd onmiddellijk het betere acteerwerk opgevoerd. Kamerleden veinsden geschokt te zijn en de media reageerden met ontsteltenis. Hoe is het mogelijk nu de bedreigingen ten oosten en zuiden van Europa zo hoog oplopen, klonk het. Komende donderdag wordt er in een Kamerdebat opnieuw schande van gesproken.
Maar buiten de camera’s heerst vooral een laconieke houding. Ach, die Russen komen toch nooit tot aan onze landsgrenzen, valt te beluisteren. En Isis loopt inmiddels op zijn laatste benen. Wat dat betreft is er weinig geleerd van de jaren dertig van de vorige eeuw.
De militair is verworden tot het lachertje van de samenleving. Sinds de opschorting van de dienstplicht twintig jaar geleden is de solidariteit met de zestigduizend overgebleven beroepssoldaten ver te zoeken. Zo bleek wel toen enkele maanden geleden bekend werd dat de landmacht bij gebrek aan munitie ‘pang pang’ moet roepen tijdens oefeningen. Hilariteit alom.
Recentelijk was de krijgsmacht opnieuw het doelwit van nationale spot. De vier F-16’s die na veel gebakkelei eindelijk toestemming hadden gekregen om op Isis-doelen in Syrië te vliegen, komen nauwelijks aan bombarderen toe omdat ze niet over de benodigde satellietcommunicatie beschikken. Het volk kon zijn lol niet op.
Kennelijk trekt Nederland een iets te grote broek aan. Na de aftocht uit Afghanistan wil Den Haag nog wat goedmaken. En vooral dit jaar moet extra lef getoond worden. Het kabinet heeft namelijk zijn zinnen gezet op een zetel in de VN-veiligheidsraad. Die stoel tussen de groten der aarde wordt op 28 juni vergeven en de prestigieuze functie als ambassadeur in New York is de 43-jarige Hennis misschien wel op het lijf geschreven.
Dat alles moet dan wel voor een dubbeltje op de voorste rij. Want de ambities moge hoog zijn, het budget is daarvoor veel te laag. Met name de structurele bezuiniging van ¤ 1 mrd die onder Rutte 1 werden afgesproken hebben erin gehakt. Oorspronkelijk was die snoeioperatie de taak van CDA-minister Hans Hillen, maar na de val van het kabinet in 2012 mocht zijn opvolger de klus klaren. Hennis, voor het eerst minister en bovendien de eerste vrouwelijke minister van Defensie, wachtte in Rutte 2 dus al bij voorbaat een ondankbare taak.
Opvallend is echter dat de kaalslag bij de krijgsmacht Hennis niet wordt aangerekend. Als een van de weinige VVD-bewindslieden lijkt zij onbeschadigd deze kabinetsperiode te kunnen voltooien. Nu waren de verwachtingen bij haar aantreden niet al te hoog gespannen, dus de hoogste rangen zijn al lang blij dat ze er geen grotere puinhoop van heeft gemaakt. Bovendien is ze goed voor het imago. Haar vele foto’s — parachutespringend, in een tank, of in een schuttersputje — doen het goed bij militairen en kiezers tegelijk.
Aanstaande maandag beleeft Hennis weer zo’n feestelijk fotomoment. Dan landen voor het eerst twee Joint Strike Fighters op vliegbasis Leeuwarden. Na twintig jaar gehakketak over de opvolger van de F-16, kan zij de eer opstrijken van de duurste aanschaf aller tijden. Overigens zijn de toestellen er alleen om tijdelijk uit te proberen. De eerste acht JSF’s waarvoor Hennis vorig jaar een koopcontract tekende moeten in de Verenigde Staten nog van de band rollen.
Financieel is Defensie echter nog lang niet uit de brand. Hennis heeft de afgelopen drie jaar in totaal ¤ 600 mln erbij gekregen, maar dat is bij lange na niet genoeg om de schade ongedaan te maken. In maart kwam ze zelf met die ontboezeming. Voor het eerst openbaarde ze een Navo-stuk waarin stond dat Nederland onvoldoende gewicht in de schaal legt. Daarom legde de bewindsvrouw bij Financiën een brutale claim van ¤ 2 mrd voor de komende jaren neer.
Of de krijgsmacht op zoveel geld kan rekenen, valt zeer te betwijfelen. Wel heeft de Tweede Kamer oren naar een defensiebegroting die voor meerdere jaren vaststaat. Zodat bij de eerstvolgende formatie niet weer een greep in de kas wordt gedaan. Politiek opportunisme is immers de grootste bedreiging voor ’s lands verdediging.
http://fd.nl/economie-pol(...)-s-lands-grondgebied