Kicking the habit:
http://kickingthehabit.nl(...)ziggo-dome-al-zijn-gquote:
Radiohead dat anno 2012 nog steeds razendsnel een Nederlandse zaal van 17.000 man uitverkoopt. Spreekt voor zich, toch? Een monumentaal album als het alweer vijftien jaar oude OK Computer blijft immers wel hangen in het collectieve geheugen. Ondanks de experimenteerdrang van Kid A werd ook die plaat door veel mensen omarmd, evenals de albums (en tournees) daarna.
Wat verder flink helpt: de duizenden fans goed op hun honger laten zitten. Tussen Hail To The Thief (’03) en de bliksemrelease van In Rainbows (’07) zat ruim vier jaar, waarna ook het weer experimentelere The King of Limbs van vorig jaar bijna vier jaar op zich liet wachten. In die volgende periode van vier jaar tourde Radiohead ook niet, dus als er anderhalf jaar na de laatste albumrelease dan een concert komt in de gloedjenieuwe Amsterdamse Ziggo Dome, dan willen we daar allemaal naar toe. Wat blijkt als na dagen van opwarmen dat concert begonnen is: het ligt helemaal lang niet altijd voor de hand dat deze band nog zo’n groot publiek vanaf het begin in de ban weet te houden, strikt muzikaal gezien.
Want genade, wat weet het vijftal - aangevuld met Portishead-drummer Clive Deamer als extra slagwerker – vanaf het begin te overweldigen met vijf nummers die de grilligste, meest experimentele kant van Radiohead door de jaren heen vertegenwoordigen. Vooruit, OK Computer-favoriet Lucky zit er in het begin al tussenin als onverwoestbare behager, maar daarvoor is er de start met The King of Limbs-opener Bloom, de Flying Lotus-achtige compositie die een stuk voller en dynamischer wordt gespeeld dan op plaat. Met hoofdrollen voor de samengespeelde jazzy ritmes van drummer Phil Selway en hulpkracht Deamer die hier meteen onmisbaar blijkt, plus een Thom Yorke die direct laat horen geweldig bij stem te zijn.
Er is al snel 15 Step met z’n merkwaardige patroon van tien beats op een 5/4maat, gevolgd door Kid A dat toch nog steeds een van de abstractere elektronicanummers van dat gelijknamige album is. Er volgt als klap op de vuurpijl een Hail To The Thief-duo: een niet eerder zo vuil gespeeld en opgeblazen klinkend Myxamotosis en de door diepe bassen, jazzy drums en claustrofobische samples gedreven protestsong The Gloaming.
Allemaal welbeschouwd geen makkelijk behapbare hits, maar donkere, uitdagende stukken muziek die je anders nooit in een zaal van 15.000+ bezoekers hoort. Dat Radiohead dit wel flikt, is nog uitzonderlijk. Het geluid in deze vierkante Dome klinkt intussen robuust hard en meestal zuiver, wat je gerust een enorme meevaller mag noemen. Al dreigt de mix wel enkele keren in een brei te verzanden als ieder bandlid voluit staat te spelen. Na dit eerste half uur krijgt de opvallend compact aanvoelende Ziggo Dome echter de andere gezichten van Radiohead te zien, met eerst rustiger, melodieuzer vaarwater in de vorm van het kalmpjes opbouwende Separator en de ontroerende In Rainbows-favorieten Reckoner en Nude. De stevige rockkant wordt intussen niet vergeten: een There There of Bodysnatchers spugen nog steeds vuur.
Als deze totaal verschillende nummers al niet de aandacht van het hele publiek pakken, dan is er altijd nog het grootste decor dat Radiohead ooit meehad op tour om je aan te vergapen. Een zaalhoge wand van LED-buizen achter gigantische LED-schermen laten alle kleuren van de regenboog zien in steeds weer andere patronen. Visuals die steeds perfect aansluiten bij de sfeer van ieder nummer. Kalm, of juist druk en claustrofobisch als het moet. Gifgroene schitteringen dus tijdens The Gloaming, of knalharde, effectieve overgangen van zachtblauw naar helrood in climaxen van Lucky en There There. Telkens weer andere kleuren en sferen, terwijl twaalf vierkante schermen boven de band continu andere richtingen op kantelen om de verrichtingen op het podium in close-up te laten zien. Bewonderenswaardig hoe goed hier over is nagedacht en hoe mooi het er allemaal uit ziet.
Alle kleuren tegelijkertijd flitsen op al die schermen bij nieuw nummer Ful Stop, een benauwende rocksong met ijle gitaarpartijen en een gejaagde drive à la Bodysnatchers. Dat is inderdaad nieuwer werk dan de The King Of Limbs-nummers in het concert, die live al helemaal hun plek binnen het oudere werk hebben gevonden. Het blijkt weer: de studioversies op plaat zijn blauwdrukken voor de veel dynamischer en vetter aangezette liveversies, zodat Lotus Flower onverwacht een stevige danskraker wordt en de nerveuze gitaren van Ed O’Brien en Jonny Greenwood van Good Morning Mr. Magpie wel heel intens maken.
Het opzwepende werk in het bijna instrumentale Feral is weer eens weggelegd voor de dubbele drums. En voor diepe bassen uit de synth van een manisch dansende Yorke, die je voelt tot in je maag. Als er al een minpuntje is te noemen over de set, dan is deze track wat onhandig ingeklemd tussen dé twee OK Computer-publieksfavorieten: een tot achterin meegezongen Karma Police en Paranoid Android, als afsluiter van de reguliere set. Een voorlopig besluit dus, want de eerste, heel spannende toegift biedt een bloedjemooi rustpunt door enkel Greenwood en Yorke op het podium met de rustig wiegende ballade Give Up The Ghost, de grootse zangmelodieën van Record Store Day-single Supercollider en een zelden gespeeld A Wolf At The Door, waarin Yorke meer een poging doet tot rappen dan zingen.
En net als je denkt dat Radiohead deze avond voor het eerst in jaren Kid A nagenoeg links heeft laten liggen, is er een laatste toegift met dé drie favorieten van dat album: treurballade How To Disappear Completely die werkelijk zorgt voor wat tranen hier en daar, een losjes groovend Everything In It’s Right Place dat Yorke inleidt met een stukje van Björk’s Unravel en als opzwepende afmaker de beats en noise van Idioteque.
Jawel, bijna een echte droomsetlist dus met bijna alle kanten van 20 jaar Radiohead erin verwerkt, op muziek van eerste albums Pablo Honey en The Bends na. In deze bloedvorm, met een band die intens speelt maar zeldzaam ontspannen en met zichtbaar plezier op het podium staat, is het eigenlijk zonde dat deze tour er na deze herfst alweer op zit. Voor nu belooft 2013 het jaar van Thom Yorke’s nevenproject Atoms For Peace te worden. En daarna? Niet te zeggen. Voor hetzelfde geld verrast Radiohead weer eens met nieuw werk, maar met hetzelfde gemak duurt het met deze perfectionisten weer twee, drie jaar. Wat niet te hopen is.
Wat ondergetekende wel zeker weet: voor de elfde keer een band zien die je na zoveel jaar nog steeds weet te verbluffen en verbazen, ook al kun je de muziek dromen en weet je onderhand wel wat te verwachten van een Radiohead-show, dat is ongekend en uitzonderlijk. En zielsgelukkig makend. Omdat het nog steeds kan.
Gezien: Radiohead, zondag 14 oktober, Ziggodome, Amsterdam. Foto's: Erik Luyten.