Het is geen toelatings of entreetoets. Het is een zomercursus. Je krijgt er dus geen beoordeling voor. Het is puur om op te frissen. Tijdens de studie gaat alles weer worden uitgelegd, maar deze cursus is er dus als je in de zomervakantie alvast wat aan wilt doen.quote:Op vrijdag 3 augustus 2012 22:01 schreef Riparius het volgende:
[..]
Gewoon blijven oefenen. Alleen vraag ik me af waarvoor, want je schrijft elders dat je in september a.s. met een nieuwe opleiding wil starten. Is dus rijkelijk laat als je je nu nog moet voorbereiden op een toelatingsexamen of entreetoets.
Mongools schrift ziet er echt heel anders uit, dus als je het verschil met een √ niet ziet, tja ...quote:Op vrijdag 3 augustus 2012 21:07 schreef thenxero het volgende:
[..]
Laat het Riparius maar niet horen
Mongools of mongoloïde. Het ene bijvoeglijk naamwoord is het andere niet hè..quote:Op vrijdag 3 augustus 2012 22:08 schreef Riparius het volgende:
[..]
Mongools schrift ziet er echt heel anders uit, dus als je het verschil met een √ niet ziet, tja ...
Gewoon kijken wat het doet met x, a, en b. Expliciet uitrekenen dus. Is de aanname dat x, a, en b verschillend zijn? Want als a=b, dan heb je enerzijds (xb)(xa) = (xa)(xa) = id en anderzijds (xa)(ab) = (xa).quote:Op maandag 6 augustus 2012 19:04 schreef gaussie het volgende:
Ik heb een vraag over permutatie groepen. Een transposition is een cycle van lengte 2, dus van de vorm (x1x2). Mijn vraag is waarom is de vergelijking (xb)(xa)=(xa)(ab) altijd waar? Alle hulp is welkom.
De aanname luidt dat b ongelijk is aan x en a. Maar toch zie ik het niet. Misschien dat ik een bepaalde eigenschap van transpositions over het hoofd zie?quote:Op maandag 6 augustus 2012 19:37 schreef thabit het volgende:
[..]
Gewoon kijken wat het doet met x, a, en b. Expliciet uitrekenen dus. Is de aanname dat x, a, en b verschillend zijn? Want als a=b, dan heb je enerzijds (xb)(xa) = (xa)(xa) = id en anderzijds (xa)(ab) = (xa).
Volgens mij begin ik het te snappen. Ik moet het even laten bezinken.quote:Op maandag 6 augustus 2012 20:24 schreef thabit het volgende:
Er valt niet gek veel te zien hier.
(xa) stuurt x naar a en a naar x.
(xb)(xa) betekent doorgaans: eerst (xa) uitvoeren en dan (xb) uitvoeren. x gaat naar a en blijft daar, a gaat eerst naar x en dan naar b, en b blijft eerst op z'n plaats en gaat dan naar x. Je hebt dus (xb)(xa) = (xab).
Schrijf de cartesische vergelijkingen van je vlakken als vectorvoorstellingen:quote:Op maandag 6 augustus 2012 21:24 schreef VanishedEntity het volgende:
Mensen, een paar vragen mbt ruimtemeetkunde:
Stel we hebben 2 vlakken gegeven door de volgende vlakvergelijkingen.
a1x + b1y + c1z = D1
a2x + b2y + c2z = D2
Kan je dan door beide D's uit de twee vgl'n te elimineren een vergelijking voor de snijlijn in de vorm van
zi = aix + biy
krijgen?
Je bedoelt hier kennelijk het kortste lijnstuk dat twee (kruisende) lijnen verbindt, i.e. de kortste afstand tussen twee punten waarvan één punt op de ene lijn en het andere punt op de andere lijn ligt. Dit lijnstuk staat dan loodrecht op elk van de beide (kruisende) lijnen. Om te zien hoe je de coördinaten van de gevraagde punten bepaalt moet je dit maar eens doornemen.quote:En de kortste lijn die twee lijnstukken
l: (p1,p2,p3) +λ(d1,d2,d3)
m: (q1,q2,q3) +µ(e1,e2,e3)
verbindt ...
OK, we hebben dusquote:Op maandag 6 augustus 2012 22:35 schreef Riparius het volgende:
Schrijf de cartesische vergelijkingen van je vlakken als vectorvoorstellingen:
r∙n1 = d1
r∙n2 = d2
Hierbij is r = (x,y,z) de (variabele) plaatsvector en zijn n1 = (a1,b1,c1) resp. n2 = (a2,b2,c2) normaalvectoren van je vlakken. Als de vlakken elkaar snijden dan staat de snijlijn dus loodrecht op zowel n1 als n2 en kun je dus inderdaad een richtingsvector voor de snijlijn vinden door het uitproduct n1 × n2 te bepalen. Een andere methode is om een vector te bepalen waarvan het inproduct met zowel n1 als n2 gelijk is aan nul. Dan heb je nog de coördinaten van één punt op de snijlijn nodig om een vectorvoorstelling van de snijlijn op te kunnen stellen.
je bedoelt dit dus. Men neemt een punt q1 op lijn 1, en een punt q2 op lijn 2, en stelt de bijbehorende vectorvoorstellingen op.quote:Je bedoelt hier kennelijk het kortste lijnstuk dat twee (kruisende) lijnen verbindt, i.e. de kortste afstand tussen twee punten waarvan één punt op de ene lijn en het andere punt op de andere lijn ligt. Dit lijnstuk staat dan loodrecht op elk van de beide (kruisende) lijnen. Om te zien hoe je de coördinaten van de gevraagde punten bepaalt moet je dit maar eens doornemen.
Moest deze wel even eyeballen voordat ik zag waar je daarmee naartoe wou, maar ook hier kom je dan weer uit op 2 vergelijkingen met 2 onbekenden. Maar om even terug te gaan naar mijn poging; kan het ook direct met de 3 vergelijkinen met 3 onbekenden?quote:(5) q1 = p1 + λr1
(6) q2 = p2 + νr2
Nu weten we ook dat de afstand tussen punt Q1 op 1 en punt Q2 op 2 minimaal is als beide punten zodanig liggen dat het lijnstuk Q1Q2 loodrecht staat op zowel 1 als 2. Maar nu is het lijnstuk Q1Q2 parallel met de verschilvector q1 - q2, en ook weten we dat 1 parallel is met richtingsvector r1 en dat 2 parallel is met richtingsvector r2. Maar dan moet voor een minimale afstand van Q1 en Q2 dus gelden dat vector q1 - q2 loodrecht staat op zowel r1 als r2. En dat betekent weer dat het inproduct (dot product) van q1 - q2 met zowel r1 als r2 nul moet zijn, dus vinden we als voorwaarden:
(7a) (q1 - q2)∙r1 = 0
(7b) (q1 - q2)∙r2 = 0
Door (6) af te trekken van (5) vinden we:
(8) q1 - q2 = p1 - p2 + λr1 - νr2
Aangezien de vaste vectoren p1, r1, p2 en r2 bekend zijn, kun je met (8) de coördinaten van het eindpunt van vector q1 - q2 uitdrukken in en , waarna je met (7a) en (7b) twee lineaire vergelijkingen in en krijgt. Oplossen van dit stelsel levert de waarden van en waarna je door substitutie van de gevonden waarden in (5) en (6) de coördinaten van de gezochte punten Q1 en Q2 verkrijgt. De lengte van lijnstuk Q1Q2 en dus de minimale afstand van de lijnen 1 en 2 is dan de lengte ||q1 - q2|| van vector q1 - q2.
Nee, dat zeg ik niet, en de uitwerking die je geeft is ook helemaal niet de bedoeling. Je begrijpt kennelijk niet dat de vectorvoorstellingen r∙n1 = d1 en r∙n2 = d2 equivalent zijn met de gegeven cartesische vergelijkingen. Je hebt r = (x,y,z) als variabele, daar is niets aan te berekenen. En aangezien n1 = (a1,b1,c1) en n2 = (a2,b2,c2) ken je dus al normaalvectoren van beide vlakken en weet je dus ook dat n1 × n2 een richtingsvector is voor de snijlijn van de twee vlakken.quote:Op dinsdag 7 augustus 2012 02:06 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
OK, we hebben dus
r∙n1 = 0
r∙n2 = 0
Jazeker kan dat. In de uitwerking waar ik naar verwees heb ik geen gebruik gemaakt van het uitproduct. Jij doet dat hier wel en dat kan ook.quote:[..]
je bedoelt dit dus. Men neemt een punt q1 op lijn 1, en een punt q2 op lijn 2, en stelt de bijbehorende vectorvoorstellingen op.
[..]
Moest deze wel even eyeballen voordat ik zag waar je daarmee naartoe wou, maar ook hier kom je dan weer uit op 2 vergelijkingen met 2 onbekenden. Maar om even terug te gaan naar mijn poging; kan het ook direct met de 3 vergelijkingen met 3 onbekenden?
Ik zag niet wat je wilde in het begin van je post. Het leek erop dat je een normaalvector bij twee gegeven (lineair onafhankelijke) vectoren in de driedimensionale ruimte eenduidig wilde bepalen met behulp van inproducten. Je zegt immers dat 'alle kentallen van de richtingsvector van de snijlijn bekend zijn' door je berekening. Maar dat kan niet: als je de inproducten van de gezochte normaalvector met elk van de twee gegeven vectoren gelijk stelt aan nul heb je twee vergelijkingen met drie onbekenden, zodat de normaalvector niet eenduidig is te bepalen. Dat is ook begrijpelijk, want de lijn waarlangs de normaalvector moet liggen is volledig bepaald, maar de lengte van de normaalvector niet. Zie ook hier en hier.quote:Op donderdag 9 augustus 2012 01:10 schreef VanishedEntity het volgende:
Afgezien van de eerste alinea (het ging mij vooral om het vinden van de juiste steunvector en later ook de richtingsvector mbv dot producten, want met cross producten kon ik het laatste al) was het allemaal weer up to standards en zeer verhelderend. Hulde
Nee, dit klopt niet. In het stelsel dat je hier uit je hoge hoed tovert is de derde vergelijking lineair afhankelijk van de andere twee vergelijkingen, zodat het stelsel nog steeds oneindig veel oplossingen heeft. Immers, elk triplet (nx,ny,nz) dat aan de eerste twee vergelijkingen voldoet, voldoet ook aan de derde, omdat de uitdrukkingen tussen haakjes dan beide nul zijn. Overigens moet je hier geen bold gebruiken, nx,ny,nz zijn immers de kentallen van de gezochte normaalvector n.quote:Op vrijdag 10 augustus 2012 02:02 schreef VanishedEntity het volgende:
Maar je hebt toch ook de extra voorwaarden dat de beide inproducten 0 moeten zijn voor loodrechte stand, én dat elk van de inproducten met een scalar vermenigvuldigd mag worden zonder dat deze verandert? Op basis daarvan kan je toch met geschikte vermenigvuldiging één v/d componenten v/d normaalvector wegwerken waardoor je alsnog met 2 vergelijkingen met 2 onbekenden eindigt?
of in stelsels uitgedrukt:
a1*nx + b1*ny + c1*nz = 0
a2*nx + b2*ny + c2*nz = 0
c2*( a1*nx + b1*ny + c1*nz ) = c1*( a2*nx + b2*ny + c2*nz )
Ik ben daar nu ook mee bezig in C++quote:Op zaterdag 11 augustus 2012 18:58 schreef kutkloon7 het volgende:
Niet puur wiskundig, maar misschien vinden mensen hier het leuk:
http://projecteuler.net/problems
Veel wiskundige dingen. Het is vaak wel de bedoeling dat je een programma schrijft, dus het is handig als je wat programmeerervaring hebt.
Dan moet je nog maar eens uitleggen hoe je dat (snijlijn van 2 vlakken) voor elkaar krijgt met inproducten. Ondertussen heb ik na enig "speur"-werk wel een andere oplossingsstrategie gevonden. Door vectorvoorstellingen van beide vlakken op te stellen en dan aan één kant de parameters weg te werken, zodat men aan de andere kant een enkele vgl. met 2 parameters vindt die na enig omschrijven teruggesubstitueerd kan worden, kan direct de snijlijn (steun- én richtingsvector) gevonden worden.quote:Op vrijdag 10 augustus 2012 12:04 schreef Riparius het volgende:
Nee, dit klopt niet. In het stelsel dat je hier uit je hoge hoed tovert is de derde vergelijking lineair afhankelijk van de andere twee vergelijkingen, zodat het stelsel nog steeds oneindig veel oplossingen heeft. Immers, elk triplet (nx,ny,nz) dat aan de eerste twee vergelijkingen voldoet, voldoet ook aan de derde, omdat de uitdrukkingen tussen haakjes dan beide nul zijn. Overigens moet je hier geen bold gebruiken, nx,ny,nz zijn immers de kentallen van de gezochte normaalvector n.
En, lukt dat een beetje, hoeveel heb je er al? Ik ben een beetje gemakzuchtig bezig met python, heb er gister vrij veel gedaan (iets meer dan 10 geloof ik). Veel zijn er ook vrij saai (bijvoorbeeld de som van de decimalen van 21000 uitrekenen, is met elke programmeertaal die standaard ongelimiteerde integers ondersteund erg makkelijk).quote:Op zaterdag 11 augustus 2012 20:51 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik ben daar nu ook mee bezig in C++
Je bedoelt 'zou je dat alsjeblieft nog een keer kunnen uitleggen?'quote:Op zaterdag 11 augustus 2012 21:14 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Dan moet je nog maar eens uitleggen hoe je dat (snijlijn van 2 vlakken) voor elkaar krijgt met inproducten.
Zo zou ik het inderdaad ook doen, maar het is maar net wat je gewend bent/makkelijk vindt.quote:Ondertussen heb ik na enig "speur"-werk wel een andere oplossingsstrategie gevonden. Door vectorvoorstellingen van beide vlakken op te stellen en dan aan één kant de parameters weg te werken, zodat men aan de andere kant een enkele vgl. met 2 parameters vindt die na enig omschrijven teruggesubstitueerd kan worden, kan direct de snijlijn (steun- én richtingsvector) gevonden worden.
Ik ben nu bij 20. Ik heb juist veel moeite met die grote getallen, want dat is standaard niet ondersteund in C++. Bij 2^1000 had ik een rijtje arrays gemaakt {0,0,...,1}, {0,...,2}, {0,...,4}, {0,...,8}, {0,...,1,6}, etc, totdat je er 1000 hebt. En dan alle elementen van die laatste array optellen. Dat was wel leuk.quote:Op zondag 12 augustus 2012 18:04 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
En, lukt dat een beetje, hoeveel heb je er al? Ik ben een beetje gemakzuchtig bezig met python, heb er gister vrij veel gedaan (iets meer dan 10 geloof ik). Veel zijn er ook vrij saai (bijvoorbeeld de som van de decimalen van 21000 uitrekenen, is met elke programmeertaal die standaard ongelimiteerde integers ondersteund erg makkelijk).
Sn staat voor symmetrische groep (permutatiegroep)quote:Op zondag 12 augustus 2012 18:16 schreef kutkloon7 het volgende:
Ohja, ik had zelf ook nog een vraag, daarvoor opende ik dit topic .
Wat bedoelt men in de groepentheorie met de notatie Sn en ZDn ?
(waarbij Dn - ik wou eigenlijk Dn schrijven, maar dat kan niet met subscripts - de nde dihedrale(?) groep is, ik weet wel weer wat dat is). Die S zal wel iets met spiegelingen te maken hebben? Die worden namelijk ook met s genoteerd (ik weet niet of dit conventie is of alleen in het boek gebruikt wordt...).
Dank! Sn wist ik wel, maar was ik gewoon vergeten, dom. Ken je ook de notatie ZDn?quote:Op zondag 12 augustus 2012 18:52 schreef thenxero het volgende:
[..]
Sn staat voor symmetrische groep (permutatiegroep)
Dn idd dihedraal
Ik zat er bij die nog aan te denken, van 'ik ben blij dat python dat standaard ondersteunt, anders had ik deze niet gedaan' . Maar netjes opgelost dan, al snap ik niet wat je precies doet... (maar niet vertellen! Ik ga het zo even proberen uit te zoeken )quote:Op zondag 12 augustus 2012 18:44 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik ben nu bij 20. Ik heb juist veel moeite met die grote getallen, want dat is standaard niet ondersteund in C++. Bij 2^1000 had ik een rijtje arrays gemaakt {0,0,...,1}, {0,...,2}, {0,...,4}, {0,...,8}, {0,...,1,6}, etc, totdat je er 1000 hebt. En dan alle elementen van die laatste array optellen. Dat was wel leuk.
Ik vind die dingen waarbij je echt wiskunde moet gebruiken wel leuk. Bijvoorbeeld bij die ene dat je het eerste driehoeksgetal moet vinden met meer dan 500 delers.quote:Ik vond 18 en 67 het leukst, omdat ik daar dynamisch programmeren kon gebruiken. Heb dat een keer geleerd bij wiskunde, maar daar pas je het natuurlijk niet toe omdat je niet hoeft te programmeren
O, leuk. Eens even daar kijken dan.quote:Hier wordt trouwens ook wel veel over PE gepraat, maar dan wel in een C++ setting.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |